Mobiliseren of Manipuleren?

advertisement
Mobiliseren of Manipuleren? | Paauw ML & Veld in ‘t K
Marian Paauw en Karlijn in ‘t Veld
Beroepsopdracht opleiding Fysiotherapie, Hogeschool
van Amsterdam, Amsterdam School of Health
Professions, Amsterdam, Nederland.
Opdrachtgever: Bart de Groot, manueel therapeut bij
Fysiopartner te Heerhugowaard
MOBILISEREN
OF
Opdrachtbegeleider: Bart Brouwer, docent aan de
Hogeschool van Amsterdam
Amsterdam, Nederland, 3 juni 2013
MANIPULEREN?
Een systematische review over het effect van
mobiliserende technieken t.o.v. manipulaties van de
wervelkolom bij patiënten met pijnklachten en/of een
verminderde mobiliteit LWK/ThWK/CWK in de
leeftijdscategorie 18 tot 65 jaar
0
Mobiliseren of Manipuleren? | Paauw ML & Veld in ‘t K
Abstract
Achtergrondinformatie
In de praktijk wordt er regelmatig gebruik gemaakt van mobiliserende en manipulerende technieken
bij patiënten met pijnklachten en/of een verminderde mobiliteit van de wervelkolom. Omdat er nog
weinig bekend is over het effect van deze technieken op de korte en lange termijn is de projectgroep
op zoek gegaan naar de evidentie van de verschillende technieken. Momenteel wordt er veel
onderzoek gedaan naar de mobiliserende en manipulerende technieken van de wervelkolom
hetgeen de projectgroep ondersteuning biedt bij de literatuurstudie en het schrijven van een
systematische review. Om die reden kan er verondersteld worden dat dit onderwerp een
toegevoegde waarde met zich mee zal brengen.
Methode
De projectgroep is op zoek gegaan naar hoogwaardig kwaliteit onderzoek om de effectiviteit van
mobiliserende technieken t.o.v. manipulaties van de wervelkolom bij patiënten met pijnklachten
en/of een verminderde mobiliteit te beoordelen. De inclusiecriteria waar de artikelen aan moesten
voldoen om in de studie opgenomen te worden, zijn patiënten in de leeftijd van 18 tot 65 jaar oud
met pijnklachten-, mobiliteitsbeperking-, artrose- of uitstralende pijn aan/van de wervelkolom.
Onderzoeken waarin patiënten met specifieke klachten van de wervelkolom, zoals hernia nuclei
pulposi (HNP), M. Scheuermann, spondylodese etc., maar ook SIG problematiek en overige
neurologische aandoeningen werden opgenomen, zijn geëxcludeerd voor deze studie. Studies
werden gescreend/geanalyseerd op de volgende type interventies, namelijk: manuele therapie van
de wervelkolom, mobiliserende technieken van de wervelkolom, cervicale manipulatie technieken,
thoracale manipulatie technieken, lumbale manipulatie technieken en mobilisatie vs. manipulatie.
Andere vergelijkingen werden uitgesloten.
Resultaten
De zoekacties leverden een totaal van 12.740 hits op. Aan de hand van de in- en exclusiecriteria zijn
er op basis van de titel en abstract 49 artikelen, gepubliceerd tussen 2006 en 2013, geselecteerd. Dit
leverde een totaal van 49 artikelen op, hiervan zijn 36 artikelen na het lezen van de fulltekst, jaartal
en dubbele artikelen geëxcludeerd. Middels een CAT-analyse en de Pedro-schaal leverde dit een
totaal op van 13 geselecteerde artikelen.
Conclusie
Manipulaties en mobilisaties bij patiënten met acute- , subacute- of chronische klachten van de
wervelkolom lijken effectief te zijn op de korte termijn. Echter is verder onderzoek naar manipulaties
en mobilisaties van de wervelkolom bij patiënten met pijnklachten en/of een mobiliteitsbeperking
nodig om een concrete uitspraak te kunnen doen over het effect van deze interventies op de korte
maar vooral op de lange termijn.
1
Mobiliseren of Manipuleren? | Paauw ML & Veld in ‘t K
Introductie
Incidentie
Op 1 januari 2007 waren er 646.800 mensen
met nek- en rugklachten in Nederland.
Datzelfde jaar werden er 1.137.300 nieuwe
mensen geconstateerd met nek- en
rugklachten. Dit tezamen komt op een totaal
van 1.784.100 mensen met gediagnosticeerde
nek- en rugklachten in Nederland, hetgeen
geconstateerd werd door het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu1. Gemiddeld
heeft tussen de zestig en negentig procent van
de bevolking ooit last van lage-rugpijn,
vermeldt het KNGF in de KNGF-richtlijn Lagerugklachten (2005). Jaarlijks heeft gemiddeld
5% van de bevolking last van lage
rugklachten2. Van alle patiënten die de
fysiotherapeut bezoeken, komt ongeveer
zevenentwintig procent van de patiënten voor
lage-rugklachten3. Lage rugklachten zijn
meestal recidiverend blijkt uit het onderzoek
van Hoogen e.a. (1998)4. De Nederlandse
huisartsen verwijzen gemiddeld 2% van de
patiënten met acute lage-rugklachten door
naar de manueel therapeut. Echter 19% van
de patiënten met chronische lage rugklachten
worden door de huisarts verwezen naar de
manueel therapeut, blijkt uit de KNGF-richtlijn
Manuele Therapie bij Lage-rugpijn (2003)5 6.
‘Opvallend is dat in 41% van de gevallen de
verwijzing naar manuele therapie een keuze
was van de cliënt zelf en niet primair van de
verwijzer ’7.
Fysiotherapie versus manuele therapie
Een fysiotherapeut is een specialist op het
gebied van het menselijk bewegen in het
dagelijks leven en tijdens maatschappelijke
participatie. De fysiotherapeut heeft als doel
de gezondheid van de patiënt te bevorderen
met betrekking tot het bewegen als gevolg
van ziekten, aandoeningen en/of syndromen.
Tevens is de fysiotherapeut naast het zoeken
naar oorzaken, ook bezig met de preventie
van klachten. De behandeling is er op gericht
om het bewegen van de patiënt te
optimaliseren binnen diens vermogen. Binnen
de fysiotherapie zijn er diverse interventies en
wordt er een verschil gemaakt tussen het
teweegbrengen van een articulaire beweging
en
masseren
binnen
de
manuele
verrichtingen. Het manueel veranderen van de
positie van het lichaam of van lichaamsdelen
van de patiënt wordt een articulaire beweging
genoemd8.
Manuele therapie is een specialisatie binnen
de fysiotherapie die zich richt op de
gezondheidsproblemen
in
relatie
tot
stoornissen in de functie van de wervelkolom
en extremiteiten, aldus de Nederlandse
Vereniging voor Manuele Therapie. In
Nederland bestaat de manuele therapie uit
het stellen van een specifieke diagnose en een
fysiotherapeutische behandeling, daar waar
nodig wordt de behandeling aangevuld met
manipulaties en/of mobilisaties. ‘De manuele
therapeut acteert in het musculoskeletale
domein’ formuleert de NVMT in het document
beroepscompetentieprofiel NVMT (2009). Een
manueel therapeut onderscheidt zich door het
specifiek kunnen toepassen van complexe
vaardigheden en dat hij/zij specifieke
pathologische kennis heeft welke gericht is op
het behandelen van de wervelkolom en de
extremiteiten.
Het
manipuleren
van
gewrichten is dan ook één van de
belangrijkste kenmerken van een manueel
therapeut. Een manipulatie kan alleen
uitgevoerd worden bij patiënten die een
aandoening hebben waar de functiestoornis
van het te manipuleren gewricht reversibel is.
Hetgeen
patiënten
betreft
met
functiestoornissen van de facetgewrichten van
de wervelkolom en van extremiteiten. ‘Het
manueel teweegbrengen van articulaire
bewegingen vergt specifieke vaardigheden die
de manueel therapeut bezit’ (NVMT, 2009)9.
Het doel van de manuele therapie is het beter
laten functioneren van gewrichten evenals het
verbeteren van houding en bewegingen. De
manueel therapeut maakt hiervoor gebruik
van een aantal specifieke technieken die
toegepast
kunnen
worden
in
het
desbetreffende gewricht. Het effect van deze
2
Mobiliseren of Manipuleren? | Paauw ML & Veld in ‘t K
therapievorm is vaak direct merkbaar.
Patiënten ervaren een verbetering van
bewegingsvrijheid en een afname van pijn.
Een manueel therapeut geeft tevens goede
instructies, adviezen, begeleiding en inzicht in
het gezond bewegen10. Men is tegenwoordig
op zoek naar verdere professionalisering van
het vak door de evidentie van de manuele
therapie te onderzoeken. Onlangs is er in een
rapport aangetoond dat er sterke bewijskracht
is voor de effectiviteit van manuele therapie11.
Voor fysiotherapeuten is er een kaderwet
waarin regels zijn opgenomen voor
zorgverlening door beroepsbeoefenaars, de
Wet
Beroepen
in
de
Individuele
Gezondheidszorg (BIG). Deze wet is
ontwikkeld ter bevordering van de kwaliteit
van de zorg en voor de bescherming van de
cliënt. Sinds 1 december 1997 is De Wet BIG in
werking12. “Manueel therapeut” is geen
beschermde titel, zij moeten geregistreerd
staan in het centraal kwaliteitsregister voor
manueel therapeuten. Tevens moeten zij een
erkende masteropleiding gevolgd hebben,
bijvoorbeeld een NVAO-erkende opleiding, en
moeten zij voldoen aan de criteria die
opgenomen
zijn
in
het
beroepscompetentieprofiel welke opgesteld is door de
NVMT13.
Probleemstelling
In het kader van de beroepsopdracht van het
instituut Fysiotherapie aan de Amsterdamse
School of Health Professions (ASHP) is het
onderwerp betreffende de mobiliserende en
manipulerende technieken bij patiënten met
pijnklachten en/of een verminderde mobiliteit
van de wervelkolom ontstaan. Aangezien er in
de praktijk regelmatig gebruik gemaakt wordt
van deze technieken, is de projectgroep op
zoek gegaan naar de evidentie van de
verschillende technieken. Omdat er nog
weinig bekend is over het effect van
mobiliserende en manipulerende technieken
van de wervelkolom op de korte en lange
termijn, kan er verondersteld worden dat dit
onderwerp een toegevoegde waarde met zich
mee zal meebrengen. Momenteel wordt er
veel onderzoek gedaan naar de mobiliserende
en manipulerende technieken van de
wervelkolom hetgeen de projectgroep
ondersteuning biedt bij de literatuurstudie en
het schrijven van een systematische review.
Methode
De projectgroep is op zoek gegaan naar
hoogwaardig kwaliteit onderzoek om de
effectiviteit van mobiliserende technieken
t.o.v. manipulaties van de wervelkolom bij
patiënten met pijnklachten en/of een
verminderde mobiliteit te beoordelen.
Onderzoeksstrategie
Naar aanleiding van de gevonden informatie
heeft de projectgroep een systematische
review geschreven over het gekozen
onderwerp, waarmee de onderzoeksvraag
beantwoord is.
Onderzoekspopulatie
De inclusiecriteria waar de artikelen aan
moesten voldoen om in deze studie
opgenomen te worden, zijn patiënten in de
leeftijd van 18 tot 65 jaar oud met
pijnklachten-, mobiliteitsbeperking-, artroseof uitstralende pijn aan/van de wervelkolom.
Onderzoeken waarin de volgende criteria voor
kwamen werden geëxcludeerd uit deze studie,
namelijk patiënten met specifieke klachten
van de wervelkolom, zoals hernia nuclei
pulposi
(HNP),
M.
Scheuermann,
spondylodese etc., maar ook patiënten met
SIG problematiek en overige neurologische
aandoeningen.
Studie- en data selectie
Zoekopdrachten waren uitgevoerd in Pubmed,
Cochrane en PEDro. Artikelen tussen 2000 en
2013 werden geselecteerd. Tevens werd er
een combinatie gemaakt van de diverse MeSH
termen welke betrekking hadden tot het
gekozen domein, namelijk: manual therapy,
mobilization, manipulation, cervical spine,
thoracic spine, lumbar spine, high-velocity,
low-velocity,
physiotherapy,
manual
techniques, mobilization techniques. Titels en
3
Mobiliseren of Manipuleren? | Paauw ML & Veld in ‘t K
samenvattingen (abstract) van de artikelen
werden geanalyseerd volgens de door de
projectgroep gekozen methodes (CAT-analyse
en PEDro-scale). De referentielijst van de
manuele therapie werd geïnspecteerd om
aanvullende artikelen te lokaliseren.
Type interventie
Er werd gescreend/geanalyseerd op de
volgende type interventies namelijk manuele
therapie van de wervelkolom, mobiliserende
technieken van de wervelkolom, cervicale
manipulatie technieken, thoracale manipulatie
technieken, lumbale manipulatie technieken,
mobilisatie
vs.
manipulatie.
Andere
vergelijkingen werden uitgesloten.
Manipulatie wordt omschreven als een
gelokaliseerde (stuw)kracht met een hoge
snelheid en een lage amplitude gericht op
specifieke spinale segmenten bij of nabij het
einde van de passieve of fysiologische ROM
van de patiënt. Bij mobilisatie technieken
wordt gebruik gemaakt van een lage snelheid,
kleine of grote amplitude, passieve
bewegingstechnieken of neuromusculaire
technieken binnen de ROM en controle van de
patiënt14 15.
Type uitkomst
De type uitkomsten moesten onder meer één
van de volgende meetinstrumenten bevatten:
NRS / NPRS, VAS, NDI, Quebec Back Pain
Disability Scale, follow-up periodes, op korte
termijn (>1 dag tot <3 maanden), op lange
termijn (>3 maanden, tot < 1 jaar).
Kwaliteit beoordeling
Om de kwaliteit te waarborgen werd er
gebruik gemaakt van de PEDro-scale en een
CAT-analyse om artikelen te screenen op
bruikbaarheid. De PEDro-scale is gebaseerd op
de Delphi lijst. Het doel van de PEDro-scale is
om een Random Clinical Trial (RCT) te
beoordelen op interne geldigheid (criteria 2-9)
en of er voldoende statische gegevens zijn om
de resultaten te kunnen interpreteren (criteria
10-11). Een aanvullend criterium (criterium 1)
die betrekking heeft op de externe validiteit
(of “gegeneraliseerd” of “toepassing” van de
trial) wordt gehandhaafd zodat de Delphi lijst
compleet is16. Daarnaast is er gebruik gemaakt
van de CAT-analyse om de geselecteerde
artikelen te beoordelen, te organiseren en
samen te vatten17. De PRISMA checklist zal
gebruikt worden om de door de projectgroep
geschreven
systematische
review
te
beoordelen. De PRISMA checklist is
ontwikkeld om auteurs te helpen de
systematische review te verbeteren18.
Data analyse
Twee onderzoekers (M.L.P. en K.i.t.V.) hebben
onafhankelijk van elkaar de zoekresultaten
gescreend. Tevens hebben zij onafhankelijk
bepaald of de studies werden opgenomen.
Daarnaast hebben zij elk artikel beoordeeld op
bruikbaarheid. Indien een van de kenmerken
van de selectiecriteria niet duidelijk werd
beschreven in het artikel, werd deze
ingehouden en werd op een later moment
bepaald of het artikel opgenomen werd in de
studie. Daar waar onsamenhangendheid was
tussen beide onderzoekers werd overlegd om
consensus te bereiken.
Resultaten
De zoekacties leverden 12.740 hits op. Aan de
hand van de in- en exclusiecriteria zijn er op
basis van de titel en de abstracts 49 artikelen
geselecteerd. Na het lezen van de full tekst en
het beoordelen van de artikelen middels een
CAT-analyse en de Pedro-scale, bleek echter
dat niet alle artikelen tussen 2000 en 2013
relevant waren voor dit onderzoek. Beide
onderzoekers hebben daarom besloten
artikelen tussen 2000 en 2005 te excluderen,
hierdoor bleef er een totaal van 13 artikelen
over welke geselecteerd werden voor de
review. Een overzicht van de geïncludeerde
artikelen is te vinden in tabel 1.
4
Mobiliseren of Manipuleren? | Paauw ML & Veld in ‘t K
12.740 hits na het
zoeken in database
49 Artikelen
geselecteerd op
basis van abstract
36 Artikelen
geëxcludeerd na lezen
fulltekst, jaartal en
dubbele artikelen
13 Artikelen
geslecteerd na lezen
fulltekst
Figuur 1. Overzicht aantal geselecteerde artikelen.
Cervicaal
Acht artikelen werden geselecteerd die het
effect van mobilisaties en manipulaties van de
cervicale wervelkolom beschrijven.
Pijn
Uit het onderzoek van Puentedura e.a.
(2011)19 bleek dat patiënten met cervicale
mechanische nekklachten een significante
NPRS verbetering hadden na een cervicale
manipulatie met cervicale oefentherapie in
vergelijking tot een thoracale manipulatie met
cervicale oefentherapie. Gross e.a. (2007)20
verklaren
dat
oefeningen
en
mobilisatie/manipulatie bij patiënten met
subacute- en/of chronische nekklachten
resulteert in pijn vermindering op de lange
termijn. Een onderzoek uit 2012 geschreven
door Dunning e.a.21 concluderen dat patiënten
met nekklachten 48 uur na een manipulatie
hoog CWK en hoog ThWK lager scoorden op
pijn middels de NPS, in tegenstelling tot
mobilisatie hoog CWK en hoog ThWK. Cleland
e.a. (2007)22 beschrijven in hun RCT dat de
patiënten die een manipulatie hadden
ontvangen met name op de korte termijn
pijnvermindering ervoeren. Ook Boyles e.a.
(2010)23 spreken over pijnvermindering, op
zowel korte- als op lange termijn, bij patiënten
die manuele technieken met oefentherapie
ontvingen. Echter verklaarde Boyles ook in zijn
artikel dat het geen verschil maakte of de
patiënten behandeld werden met manipulatie
of mobilisatie. Daarnaast verklaren Gross
e.a.24 in een onderzoek uit 2010 dat er matig
tot laag bewijs is voor pijnreductie wanneer
5
Mobiliseren of Manipuleren? | Paauw ML & Veld in ‘t K
patiënten
alleen
manipulatietechnieken
(cervicaal
of
thoracaal)
of
alleen
mobilisatietechnieken ontvingen. Cross e.a.
(2011)25 beschrijven met hun huidige
literatuuronderzoek
dat
thoracale
manipulaties pijn vermindert bij acute- en/of
subacute mechanische nekklachten. Tot slot
concluderen Furlan e.a. (2012)26 dat een
combinatie van mobiliseren en manipuleren
effectiever is in het verminderen van pijn, dan
fysiotherapie bij patiënten met nekklachten.
Range of motion
Uit een recent onderzoek uit 2012 van
Dunning e.a.27 blijkt dat hoog cervicale- en
hoog thoracale manipulaties een significante
verbetering in de passieve range of motion
van
C1-2
bereikt
werd.
Zo blijkt ook uit het onderzoek van Cross e.a.
(2011)28 dat patiënten met mechanische
acute- en subacute nekklachten, die alleen
een thoracale manipulatie ontvingen, een
verbeterde cervicale ROM hadden.
Dysfunctie
Puentedura e.a. (2011)29 verklaren dat
patiënten die een cervicale manipulatie en
cervicale oefentherapie ontvingen gedurende
het follow-up moment lagere NDI scores
hadden in vergelijking met de startscores van
de NDI. Ook Gross e.a. (2007)30 verklaren dat
cervicale
mobilisatie/manipulatie
met
oefeningen op de lange termijn bijdraagt aan
functieverbetering. Zo verklaren Dunning
e.a.31 dat patiënten 48 uur na een hoog
cervicale- en een hoog thoracale manipulatie
een verminderde dysfunctie ervoeren. Uit het
onderzoek van Cleland e.a. (2007)32 blijkt dat
een manipulatie resulteert in een grotere
afname van dysfunctie op de korte termijn.
Tevens spreekt Boyles (2010)33 over een
functieverbetering, op zowel korte- als op
lange termijn, bij patiënten die manuele
technieken met oefentherapie ontvingen
waarbij wederom geen onderscheid gemaakt
werd tussen manipulatie- en mobilisatie
technieken. Uit een onderzoek van Gross e.a.
(2010)34 blijkt dat er matig tot laag bewijs is
dat manipulatie- of mobilisatietechnieken
alleen tot een functieverbetering leidt.
Lumbaal
Vier artikelen werden geselecteerd die het
effect van mobilisaties en manipulaties van de
lumbale wervelkolom beschrijven.
Mobilisatie
Uit de VAS score in het onderzoek van Furlan
e.a. (2012)35 bleek dat door patiënten met
acute, subacute en chronische lage
rugklachten een significant verschil in
pijnintensiteit werd ervaren, wanneer deze
gemobiliseerd werden in vergelijking met
patiënten die geen behandeling ontvingen.
Onsamenhangende
resultaten
werden
gevonden op basis van functionele
beperkingen (Oswestry). Daarnaast was er een
significant verschil in het voordeel van
mobilistie en werd er geen verschil gemeten
tussen mobilisatie en geen behandeling.
Mobilisatie bij patiënten met chronische
aspecifieke lage rugklachten was significant
effectiever dan fysiotherapie (massage,
stretching, training) in het verminderen van
pijn (VAS) en functionele beperkingen
(Oswestry) direct na de behandeling.
Manipulatie
Uit onderzoek het van Dagenais e.a. (2010)36
lijken manipulaties effectief te zijn voor
pijnvermindering op de korte, tussenliggende
en lange termijn bij patiënten met acute lage
rugklachten. Ook Furlan e.a. (2012)37 beweren
dat
manipulatie
bij
patiënten
met
acute/subacute aspecifieke lage rugklachten
significant effectiever is dan placebo of geen
behandeling in het verminderen van pijn
direct of op korte termijn na de behandeling.
Ook was manipulatie significant beter dan
pijnmedicatie in het verminderen van pijn
direct na de behandeling, op de korte- en
middellange termijn werd er geen verschil
gevonden.
6
Mobiliseren of Manipuleren? | Paauw ML & Veld in ‘t K
Tabel 1: Kenmerken van de studies
Eerste auteur +
Soort artikel
Jaartal
RCT
Boyels RE e.a.
2010
RCT
Cleland JA, e.a. 2007
Interventie
Uitkomsten
MT & training CWK
Pijn +
Dysfunctie +
MOB ThWK
MAN ThWK
Pijn -- Dysf -Pijn ++ Dysf ++
Cross KM, e.a. 2011
Dagenais S, e.a.
2010
D’Sylva J, e.a.
2010
SR
MAN ThWK
Pijn + ROM +
SR
MAN & MOB LWK
Pijn ±
SR
Dunning JR, e.a.
2012
Ernst E, e.a.
2006
Furlan AD e.a.
2012
RCT
MAN & MOB
MAN & MOB & WKT
MAN & Fys. Gen. Mod.
MAN CWK & ThWK
MOB CWK & ThWK
Pijn ± Dysf ±
Pijn ± Dysf ±
Pijn ± Dysf ±
Pijn ++ Dysf ++ ROM ++
Pijn -- Dysf -- ROM --
SR
Spinale MAN LWK
Spinale MAN CWK
Pijn ±
Pijn ±
SR
Gross A, e.a.
2010
CR
Gross AR, e.a.
2007
Puentedura EJ, e.a.
2011
Rubinstein SM e.a.
2011
Standaert CJ e.a.
2011
SR
MAN CWK
MOB CWK
MAN & MOB CWK
MAN LWK
MOB LWK
MAN & MOB LWK
MAN CWK
MAN ThWK
MOB CWK
MAN & MOB CWK
Pijn ± Dysfunctie ±
Pijn ± Dysfunctie ±
Pijn +
Pijn + Dysf ±
Pijn ± ROM ±
Pijn ± Dysf ±
Pijn +/- Dysf +/Pijn + Dysf +
Pijn +/- Dysf +/Pijn ±
RCT
MAN CWK & training
MAN ThWK & training
Pijn ++ Dysf ++
Pijn – Dysf --
CR
MAN LWK
Pijn +/- Dysf +/-
SR
MAN LWK
Training LWK
Pijn ±
SR = systematic review
RCT = randomized clinical trial
CR = Cochrane review
++ = effectiever dan vergelijking
+ = effectief
± = onduidelijk
- = ineffectief
-- = minder effectief dan vergelijking
+/- = vergelijkbaar met andere interventie
MT = manueel therapie
WKT = weke delen technieken
Fys. Gen. Mod. = fysische geneeskunde modaliteiten
MOB = mobilisatie
MAN = manipulatie
Dysf = dysfunctie
ROM = range of motion
CWK = cervicale wervelkolom
ThWK = Thoracale wervelkolom
LWK = lumbale wervelkolom
7
Mobiliseren of Manipuleren? | Paauw ML & Veld in ‘t K
Uit onderzoek van Standaert e.a. (2011)38
bleek het klinische bewijs van SMT,
oefentherapie en acupunctuur niet diepgaand
te zijn. Deze interventies hebben een rol in de
klinische behandeling van patiënten met
chronische lage rugklachten, maar waren niet
in staat om enig bewijs van vergelijkend
voordeel van één van deze interventies te
identificeren. Daarentegen beweren Furlan
e.a. (2012)39 dat manipulatie bij patiënten met
chronische lage rugklachten significant
effectiever is dan placebo in het verminderen
van pijn direct of op korte termijn na de
behandeling. Daarnaast schrijven ze dat er
sprake is van pijnvermindering en er
verbetering is van dysfunctie, wanneer er in
de behandeling een combinatie van
manipulatie met training of zorg door de
huisarts (pijnstillers of spierverslappers) was.
Uit onderzoek van Rubinstein e.a. (2011)40
bleek dat er geen klinisch relevant verschil
gevonden is tussen manuele therapie (dit
betreft spinale manipulatie en mobilisatie) en
andere interventies bij het verminderen van
pijn en het verbeteren van de functie bij
patiënten met chronische lage rugklachten.
De beslissing om naar een manueel therapeut
te verwijzen moet volgens Dagenais e.a.
(2010)41 en Rubinstein e.a. (2011)42 gebaseerd
worden op kosten, voorkeur van de patiënt en
aanbieders en relatieve veiligheid van de
behandeling.
Manipulatie en mobilisatie
Uit onderzoek van Furlan e.a. (2012)43 blijkt
dat patiënten met acute of subactute
aspecifieke lage rugklachten, waarbij een
manipulatie en mobilisatie uitgevoerd werd,
niet significant beter zijn dan personen die
een dubbele placebo (sham manipulatie of
placebo pijnmedicatie) ontvingen. Tevens was
manipulatie in combinatie met mobilisatie
significant effectiever in het verminderen van
de pijn dan andere fysiotherapeutische
interventies (training, massage, warmte
therapie, elektrotherapie, ultrageluid) bij
patiënten met een gemiddelde duur van lage
rugklachten.
Discussie
Artikelen beschrijven met name positieve
resultaten van manipulatietechnieken op de
korte termijn. Manuele therapie is een snelle
en effectieve therapie in het reduceren van
pijn en het verbeteren van dysfunctie. Er is
geen significant verschil tussen het
mobiliseren en het manipuleren van de
diverse niveaus van de wervelkolom. Om een
concrete uitspraak te kunnen doen over de
effectiviteit van manuele therapie, moet er
concreter onderzoek gedaan worden naar het
effect op de lange termijn. Echter kan er geen
uitspraak worden gedaan over het effect van
mobilisaties en/of manipulaties bij klachten
aan de thoracale wervelkolom. Er zijn geen
studies gevonden die binnen de in- en
exclusiecriteria van de projectgroep vielen. Er
werd één studie geselecteerd op basis van het
jaartal en abstract, na het lezen van de
fulltekst werd deze geëxcludeerd op basis van
het feit dat de interventies werden getest op
proefpersonen zonder klachten aan de
thoracale wervelkolom.
De projectgroep heeft veel recente studies
gevonden omtrent het onderwerp, wat
betekent dat er veel onderzoek gedaan wordt
naar het effect van mobilisatie- en
manipulatietechnieken van de wervelkolom
bij patiënten met pijnklachten en/of een
mobiliteitsbeperking.
De
geselecteerde
studies van Puentedura e.a. (2011)44, Gross
e.a (2007)45, Cleland e.a. (2007)46 en Boyles
e.a. (2010)47 zijn positief over het effect van
manipulaties en mobilisaties in het
verminderen van pijn bij acute, subacute en
chronische nekklachten. Uit de onderzoeken
van Puentedura e.a. (2011)48, Gross e.a.
(2007)49 en Boyles (2010)50 bleek dat cervicale
manipulatie in combinatie met cervicale
oefentherapie leidt tot functieverbetering op
korte en lange termijn, echter is niet duidelijk
of de manipulatie of de oefentherapie of een
combinatie hiervan de positieve factor is. Zo
8
Mobiliseren of Manipuleren? | Paauw ML & Veld in ‘t K
bleek ook uit het onderzoek van Dunning e.a.
(2012)51 dat patiënten 48 uur na een hoog
cervicale- en hoog thoracale manipulatie een
verminderde dysfunctie ervoeren, echter is
het lange termijn effect onbekend. Cross e.a.
(2011)52 en Dunning e.a. (2012)53 spreken
positief over het effect van hoog-cervicale- en
hoog thoracale manipulaties ter verbetering
van de passieve ROM bij patiënten met
mechanische nekklachten. Echter wordt er in
een studie van Gross e.a. (2010)54 beschreven
dat er matig tot laag bewijs is voor het effect
van alleen manipulaties of alleen mobilisaties
(cervicaal of thoracaal) bij het verminderen
van pijnklachten en functieverbetering bij
patiënten met nekklachten.
Studies van Dagenais e.a. (2010)55 en Furlan
e.a. (2012)56 zijn positief over het effect van
manipulaties van de lumbale wervelkolom in
het verminderen van pijn bij patiënten met
acute- of subacute lage rugklachten. Echter
zijn de bewijzen voor het effect van
manipulaties in het verminderen van pijn bij
patiënten met chronische lage rugklachten
niet diepgaand blijkt uit onderzoek van
Standaert e.a. (2011)57 en Rubinstein e.a.
(2011)58. Daarentegen beweren Furlan e.a.
(2012)59 dat manipulatie bij patiënten met
chronische lage rugklachten significant
effectiever is dan placebo in het verminderen
van pijn direct of op korte termijn na de
behandeling. Bewijzen voor het effect van
manipulaties bij acute-, subacute- en
chronische lage rugklachten op de lange
termijn ontbreken nog.
Tevens lijken mobilisaties van de lumbale
wervelkolom effectiever te zijn bij patiënten
met acute, subacute of chronische lage
rugklachten. De bewijzen lijken echter alleen
te gelden direct na de behandeling blijkt uit
onderzoek van Furlan e.a. (2012)60.
Uit het systematische onderzoek van Furlan
e.a. (2012)61 lijkt een combinatie van
manipulatie en mobilisatie van de lumbale
wervelkolom significant effectiever te zijn in
het verminderen van pijn in vergelijking met
andere fysiotherapeutische interventies.
Echter
zijn
er
ook
verschillende
tekortkomingen binnen de hoeveelheid
literatuur. In het bijzonder is dat het beperkte
aantal RCT’s en SR’s. Daarnaast is er ook een
gebrek aan variabiliteit onder de auteurs.
Hetgeen immers ook de generaliseerbaarheid
beperkt van de resultaten van diverse
patiëntencategorieën
en
de
klinische
omgeving. Diverse artikelen beschrijven dat
zowel manipulaties als mobilisaties effect
hebben op de wervelkolom. Echter andere
artikelen wijzen uit dat er geen significant
verschil is. Tevens beschrijven diverse
onderzoekers een combinatie van therapieën,
bijvoorbeeld manipulatie therapieën in
combinatie met oefeningen. Hierdoor blijft er
onduidelijkheid bestaan welke therapie het
effect
veroorzaakt
heeft.
Clinici moeten deze bevindingen met de
nodige voorzichtigheid laten gelden in hun
praktisch
handelen
omtrent
manuele
therapie.
Verder onderzoek naar manipulaties en
mobilisaties van de wervelkolom bij patiënten
met pijnklachten en/of mobiliteitsbeperking is
nodig om een concrete uitspraak te kunnen
doen over het effect van deze interventies op
de korte, maar vooral op de lange termijn.
Conclusie
Manipulaties en mobilisaties bij patiënten met
acute- , subacute- of chronische klachten van
de wervelkolom lijken effectief te zijn op de
korte termijn, er kan geen uitspraak gedaan
worden over het effect van deze interventies
op de lange termijn. Echter is verder
onderzoek naar manipulaties en mobilisaties
van de wervelkolom bij patiënten met
pijnklachten en/of mobiliteitsbeperking nodig
om een concrete uitspraak te kunnen doen
over het effect van deze interventies op de
korte maar vooral lange termijn.
9
Mobiliseren of Manipuleren? | Paauw ML & Veld in ‘t K
Referentielijst
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu/ Nationaal Kompas Volksgezondheid. Nek- en
rugklachten: prevalentie, incidentie en sterfte naar leeftijd en geslacht [Internet]. Bilthoven:
RIVM / Nationaal Kompas Volksgezondheid; 2012 [laatste update 13 dec. 2012; geraadpleegd
10 maart 2013]. URL: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-enaandoeningen/bewegingsstelsel-en-bindweefsel/nek-en-rugklachten/cijfers-nek-enrugklachten-prevalentie-incidentie-en-sterfte-uit-de-vtv-2010/.
Bekkering GE, Hendriks HJM, Koes BW, Oostendorp RAB, Ostelo RWJG, Thomassen J, Tulder
van MWV. KNGF richtlijn Lage-rugpijn. Amersfoort; 2005. p.1.
Ravensberg CD van, Klaveren AAJ van, Wams HWA, Elvers JWH, Oostendorp RAB, Hendriks
HJM. Variabelen in samenhang met aantal behandelingen fysiotherapie. Amersfoort: NPi,
1995.
Hoogen JMM van den, Koes BW, Devillé W, Eijk JThM van, Bouter LM. De prognose van de
aan de huisarts gepresenteerde lage-rugpijn. Huisarts Wet 1998;41:62-8.
Bekkering GE. Physiotherapy guidelines for low back pain: development, implementation and
evaluation [dissertation]. Amsterdam: Vrije Universiteit; 2003.
Heijmans WFGJ, Hendriks HJM, Esch van der M, Pool-Goudzwaard A, Scholten-Peeters GGM,
Tulder van MW, Wijer de A, Oostendrop RAB. KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lagerugpijn. Amersfoort; 2003. p.2.
NVMT. Beroepscompetentieprofiel Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie.
Amersfoort; 2009. p.7-12.
KNGF. Het beroepsprofiel van de fysiotherapeut. Amersfoort; 2006. p.9,29.
NVMT. Beroepscompetentieprofiel Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie.
Amersfoort; 2009. p.7-12.
Nationale Vereniging voor Manuele Therapie. Wat is manuele therapie?. 2010 [geraadpleegd
01-06-2013]. URL: http://nvmt.fysionet.nl/manuele-therapie/wat-is-mt-.html.
NVMT. Beroepscompetentieprofiel Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie.
Amersfoort; 2009. p.7-12.
KNGF. Het beroepsprofiel van de fysiotherapeut. Amersfoort; 2006. p.9,29.
NVMT. Beroepscompetentieprofiel Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie.
Amersfoort; 2009. p.7-12.
Gross A, Miller J, D’ Sylva J, Burnie SJ, Goldsmith CH, Graham N, et.al. Manipulation or
mobilization for neck pain. Cochrane collaboration. 2010.
Rubinstein SM, van Middelkoop M, Assendelft WJJ, de Boer MR, van Tulder MW. Spinal
manipulative therapy for chronic low-back pain. Cochrane collaboration. 2011.
Moseley AM, Herbert RD, Sherrington C, Maher CG. Evidence for physiotherapy practice: A
survey of the Physiotherapy Evidence Database (PEDro). Australian Journal of Physiotherapy.
2002;48:43-49.
Sauve' S, Lee HN, Meade MO, Lung JD, Farkouh M, Cook Dj, Sackett DL. Annales CRMCC.
1995;28(7).
Moher D, Liberati A, Tetzlaff J, Altman DG, The PRISMA Group. Preferred Reporting Items for
Systematic Reviews and Meta-Analyses: The PRISMA Statement. PLoS Med. 2009;6(6).
Puentedura EJ, Landers MR, Cleland JA, Mintken P, Huijbregts P, Pernandez-De-Las-Penas C.
Thoracic spine thrust manipulation versus cervical spine thrust manipulation in patients with
acute neck pain: a randomized trial. J Orthop Sports Phys Ther. 2011;41(4):208-220.
Gross AR, Goldsmith C, Hoving JL, Haines T, Peloso P, Aker P, Santaguida P, Myers C, Cervical
Overview Group. Conservative management of mechanical neck disorders: a systematic
review. J Rheumatol. 2007;34:3.
Dunning JR, Cleland JA, Waldorp MA, Arnot C, Young I, Turner M, Sigurdsson G. Upper
cervical and upper thoracic thrust manipulation versus nonthrust mobilization in patients
10
Mobiliseren of Manipuleren? | Paauw ML & Veld in ‘t K
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
with mechanical neck pain: a multicenter randomized clinical trial. J Orthop Sports Phys Ther.
2012;42(1):5-18.
Cleland JA, Glynn P, Whitman JM, Eberhart SL, MacDonald, Childs JD. Short-term effect of
thrust versus nonthrust mobilization/manipulation directed at the thoracic spine in patients
with neck pain: a randomized clinical trial. PHYS THER. 2007;84:431-440.
Boyles RE, Walker MJ, Young BA, Strunce JB, Wainner RS. The addition of cervical thrust
manipulations to a manual physical therapy approach in patients treated for mechanical neck
pain: A secondary analysis. J orthop sports phys ther. 2010;40(3):133-140.
Gross A, Miller J, D’ Sylva J, Burnie SJ, Goldsmith CH, Graham N, et.al. Manipulation or
mobilization for neck pain. Cochrane collaboration. 2010.
Cross KM, Kuenze C, Grindstaff T, Hertel J. Thoracic spine thrust manipulation improves pain,
range of motion, and self-reported function in patients with mechanical neck pain: a
systematic review. J Orthop Sports Phys Ther. 2011;41(9):633-642.
Furlan AD, Yazdi F, Tsertsvadze A, Gross A, van Tulder M, Santaguida L, et.al. A Systematic
review and meta-analysis of efficacy, cost-effectiveness, and safety of selected
complementary and alternative medicine for neck and low- back pain. EBP complementary
and alter med. 2012.
Dunning JR, Cleland JA, Waldorp MA, Arnot C, Young I, Turner M, Sigurdsson G. Upper
cervical and upper thoracic thrust manipulation versus nonthrust mobilization in patients
with mechanical neck pain: a multicenter randomized clinical trial. J Orthop Sports Phys Ther.
2012;42(1):5-18.
Cross KM, Kuenze C, Grindstaff T, Hertel J. Thoracic spine thrust manipulation improves pain,
range of motion, and self-reported function in patients with mechanical neck pain: a
systematic review. J Orthop Sports Phys Ther. 2011;41(9):633-642.
Puentedura EJ, Landers MR, Cleland JA, Mintken P, Huijbregts P, Pernandez-De-Las-Penas C.
Thoracic spine thrust manipulation versus cervical spine thrust manipulation in patients with
acute neck pain: a randomized trial. J Orthop Sports Phys Ther. 2011;41(4):208-220.
Gross AR, Goldsmith C, Hoving JL, Haines T, Peloso P, Aker P, Santaguida P, Myers C, Cervical
Overview Group. Conservative management of mechanical neck disorders: a systematic
review. J Rheumatol. 2007;34:3.
Dunning JR, Cleland JA, Waldorp MA, Arnot C, Young I, Turner M, Sigurdsson G. Upper
cervical and upper thoracic thrust manipulation versus nonthrust mobilization in patients
with mechanical neck pain: a multicenter randomized clinical trial. J Orthop Sports Phys Ther.
2012;42(1):5-18.
Cleland JA, Glynn P, Whitman JM, Eberhart SL, MacDonald, Childs JD. Short-term effect of
thrust versus nonthrust mobilization/manipulation directed at the thoracic spine in patients
with neck pain: a randomized clinical trial. PHYS THER. 2007;84:431-440.
Boyles RE, Walker MJ, Young BA, Strunce JB, Wainner RS. The addition of cervical thrust
manipulations to a manual physical therapy approach in patients treated for mechanical neck
pain: A secondary analysis. J orthop sports phys ther. 2010;40(3):133-140.
Gross A, Miller J, D’ Sylva J, Burnie SJ, Goldsmith CH, Graham N, et.al. Manipulation or
mobilization for neck pain. Cochrane collaboration. 2010.
Furlan AD, Yazdi F, Tsertsvadze A, Gross A, van Tulder M, Santaguida L, et.al. A Systematic
review and meta-analysis of efficacy, cost-effectiveness, and safety of selected
complementary and alternative medicine for neck and low- back pain. EBP complementary
and alter med. 2012.
Dagenais S, Gay RE, Tricco AC, Freeman MD, Mayer JM. NASS contemporary concepts in
spine care: Spinal manipulation therapy for acute low back pain. Spine journal. 2010;10:918940.
Furlan AD, Yazdi F, Tsertsvadze A, Gross A, van Tulder M, Santaguida L, et.al. A Systematic
review and meta-analysis of efficacy, cost-effectiveness, and safety of selected
11
Mobiliseren of Manipuleren? | Paauw ML & Veld in ‘t K
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
complementary and alternative medicine for neck and low- back pain. EBP complementary
and alter med. 2012.
Standaert CJ, Friedly J, Mark W. Erwin MW, Lee MJ, Rechtine G, et.al. Comparative
Effectiveness of Exercise, Acupuncture, and Spinal Manipulation for Low Back Pain. SPINE.
2011;36:120-130.
Furlan AD, Yazdi F, Tsertsvadze A, Gross A, van Tulder M, Santaguida L, et.al. A Systematic
review and meta-analysis of efficacy, cost-effectiveness, and safety of selected
complementary and alternative medicine for neck and low- back pain. EBP complementary
and alter med. 2012.
Rubinstein SM, van Middelkoop M, Assendelft WJJ, de Boer MR, van Tulder MW. Spinal
manipulative therapy for chronic low-back pain. Cochrane collaboration. 2011.
Dagenais S, Gay RE, Tricco AC, Freeman MD, Mayer JM. NASS contemporary concepts in
spine care: Spinal manipulation therapy for acute low back pain. Spine journal. 2010;10:918940.
Rubinstein SM, van Middelkoop M, Assendelft WJJ, de Boer MR, van Tulder MW. Spinal
manipulative therapy for chronic low-back pain. Cochrane collaboration. 2011.
Furlan AD, Yazdi F, Tsertsvadze A, Gross A, van Tulder M, Santaguida L, et.al. A Systematic
review and meta-analysis of efficacy, cost-effectiveness, and safety of selected
complementary and alternative medicine for neck and low- back pain. EBP complementary
and alter med. 2012.
Puentedura EJ, Landers MR, Cleland JA, Mintken P, Huijbregts P, Pernandez-De-Las-Penas C.
Thoracic spine thrust manipulation versus cervical spine thrust manipulation in patients with
acute neck pain: a randomized trial. J Orthop Sports Phys Ther. 2011;41(4):208-220.
Gross AR, Goldsmith C, Hoving JL, Haines T, Peloso P, Aker P, Santaguida P, Myers C, Cervical
Overview Group. Conservative management of mechanical neck disorders: a systematic
review. J Rheumatol. 2007;34:3.
Cleland JA, Glynn P, Whitman JM, Eberhart SL, MacDonald, Childs JD. Short-term effect of
thrust versus nonthrust mobilization/manipulation directed at the thoracic spine in patients
with neck pain: a randomized clinical trial. PHYS THER. 2007;84:431-440.
Boyles RE, Walker MJ, Young BA, Strunce JB, Wainner RS. The addition of cervical thrust
manipulations to a manual physical therapy approach in patients treated for mechanical neck
pain: A secondary analysis. J orthop sports phys ther. 2010;40(3):133-140.
Puentedura EJ, Landers MR, Cleland JA, Mintken P, Huijbregts P, Pernandez-De-Las-Penas C.
Thoracic spine thrust manipulation versus cervical spine thrust manipulation in patients with
acute neck pain: a randomized trial. J Orthop Sports Phys Ther. 2011;41(4):208-220.
Gross AR, Goldsmith C, Hoving JL, Haines T, Peloso P, Aker P, Santaguida P, Myers C, Cervical
Overview Group. Conservative management of mechanical neck disorders: a systematic
review. J Rheumatol. 2007;34:3.
Boyles RE, Walker MJ, Young BA, Strunce JB, Wainner RS. The addition of cervical thrust
manipulations to a manual physical therapy approach in patients treated for mechanical neck
pain: A secondary analysis. J orthop sports phys ther. 2010;40(3):133-140.
Dunning JR, Cleland JA, Waldorp MA, Arnot C, Young I, Turner M, Sigurdsson G. Upper
cervical and upper thoracic thrust manipulation versus nonthrust mobilization in patients
with mechanical neck pain: a multicenter randomized clinical trial. J Orthop Sports Phys Ther.
2012;42(1):5-18.
Cross KM, Kuenze C, Grindstaff T, Hertel J. Thoracic spine thrust manipulation improves pain,
range of motion, and self-reported function in patients with mechanical neck pain: a
systematic review. J Orthop Sports Phys Ther. 2011;41(9):633-642.
Dunning JR, Cleland JA, Waldorp MA, Arnot C, Young I, Turner M, Sigurdsson G. Upper
cervical and upper thoracic thrust manipulation versus nonthrust mobilization in patients
12
Mobiliseren of Manipuleren? | Paauw ML & Veld in ‘t K
54
55
56
57
58
59
60
61
with mechanical neck pain: a multicenter randomized clinical trial. J Orthop Sports Phys Ther.
2012;42(1):5-18.
Gross A, Miller J, D’ Sylva J, Burnie SJ, Goldsmith CH, Graham N, et.al. Manipulation or
mobilization for neck pain. Cochrane collaboration. 2010.
Dagenais S, Gay RE, Tricco AC, Freeman MD, Mayer JM. NASS contemporary concepts in
spine care: Spinal manipulation therapy for acute low back pain. Spine journal. 2010;10:918940.
Furlan AD, Yazdi F, Tsertsvadze A, Gross A, van Tulder M, Santaguida L, et.al. A Systematic
review and meta-analysis of efficacy, cost-effectiveness, and safety of selected
complementary and alternative medicine for neck and low- back pain. EBP complementary
and alter med. 2012.
Standaert CJ, Friedly J, Mark W. Erwin MW, Lee MJ, Rechtine G, et.al. Comparative
Effectiveness of Exercise, Acupuncture, and Spinal Manipulation for Low Back Pain. SPINE.
2011;36:120-130.
Rubinstein SM, van Middelkoop M, Assendelft WJJ, de Boer MR, van Tulder MW. Spinal
manipulative therapy for chronic low-back pain. Cochrane collaboration. 2011.
Furlan AD, Yazdi F, Tsertsvadze A, Gross A, van Tulder M, Santaguida L, et.al. A Systematic
review and meta-analysis of efficacy, cost-effectiveness, and safety of selected
complementary and alternative medicine for neck and low- back pain. EBP complementary
and alter med. 2012.
Furlan AD, Yazdi F, Tsertsvadze A, Gross A, van Tulder M, Santaguida L, et.al. A Systematic
review and meta-analysis of efficacy, cost-effectiveness, and safety of selected
complementary and alternative medicine for neck and low- back pain. EBP complementary
and alter med. 2012.
Furlan AD, Yazdi F, Tsertsvadze A, Gross A, van Tulder M, Santaguida L, et.al. A Systematic
review and meta-analysis of efficacy, cost-effectiveness, and safety of selected
complementary and alternative medicine for neck and low- back pain. EBP complementary
and alter med. 2012.
13
Download