Welke verlichting Alvorens de ruwbouw aan te vatten, dient u best een idee te hebben van de verlichting. Als je samen met ons je elektriciteitsplan hebt ingetekend, dan zullen we je ook het nodige licht advies geven. Hieronder helpen we je met het nemen van de juiste beslissingen mbt je verlichting. We geven je ook wat meer achtergrond mee die je kan gebruiken bij een bezoek aan de verlichtingsspecialist. 1) Waar op letten bij het opstellen van een verlichtingsplan? (tekst van interieurdesigners.be) Om een wel gebalanceerde interieur verlichting te bekomen is het belangrijk een combinatie te maken tussen de verschillende soorten verlichting: directe, indirecte en diffuse verlichting Directe verlichting Wilt u de aandacht vestigen op een eyecatcher of makkelijk een boek kunnen lezen zonder uw ogen te vermoeien? Dan kunt u het best gebruikmaken van direct licht. Bij deze verlichting wordt de lichtbron afgeschermd door een kap met een reflector. Deze reflector bundelt de lichtstraal waardoor het licht niet over de hele ruimte wordt verspreid. De meest gekende en gebruikte directe verlichting is spotverlichting of leeslampen met hallogeen lampen. Kenmerken directe verlichting • de lamp verlicht alleen waar nodig. • details zijn goed zichtbaar. • benadrukt details. • maakt ruimtes intiem. • Verdoezelt oneffenheden niet. • Makkelijk richtbaar Plaatsing van directe verlichting • boven de eettafel • op het bureau (werkplek) • boven uw aanrechtblad • als leeslamp • als spot(s) voor schilderijverlichting. • benadrukken bepaalde details van de woning Indirecte verlichting Wilt u uw woonkamer groter laten lijken? Koop dan lampen die indirect licht verspreiden. Deze lampen weerkaatsen het licht van de lichtbron via de muur of het plafond. Dit Welke verlichting Welke verlichting geeft een ruimtelijk effect. Indirecte verlichting wordt meestaal centraal in de ruimte geplaatst en functioneert meestal als algemene verlichting of de basis verlichting. De lampen zitten meestal vervat in armaturen die gaan van klassieke stijl tot design armaturen. Kenmerken indirecte verlichting • de hele ruimte wordt verlicht. • Bijna geen schaduwvorming = geen oneffenheden • details zijn minder goed zichtbaar. • Ongewenste aandacht op wand en plafond. • Vergroot het interieur. • Kan flatterend werken. Plaatsing van indirecte verlichting • Vloer verlichting • Plafond verlichting • wand verlichting / wandlamp • Ingebouwde verlichting • opgebouwde verlichting Diffuse verlichting Diffuus licht is de sfeermaker bij de interieur inrichting. Diffuus licht wordt in alle richtingen verspreid. Een diffusor van bijvoorbeeld melkglas of een lampenkap egaliseert en filtert het licht. Behalve dat ze een intieme, gezellige sfeer creëren, zijn lampen met diffuus licht vaak decoratief dankzij hun armaturen. Ook wanneer de verlichting uitstaat kan de armatuur zorgen voor een bepaalde sfeer of dienen als eyecatcher in uw interieur. Dit kunnen spots zijn die dichtbij de wand staan of decoratieve wandverlichting ( Zowel uplighters als downlighters) Kenmerken diffuse verlichting • Mooie lichtspreiding. • Meer diffusie = minder schaduw en oneffenheden • details zijn minder goed zichtbaar. • Trekt de aandacht Plaatsing van diffuse verlichting • Decoratieve wandlampen • Decoratieve plafondlampen • Schemerlampen op ooghoote Verschillende lichtbronnen combineren - Lichtplan opmaken Om de sfeer van je interieur inrichting te optimaliseren gebruik je best een combinatie van diffuus, direct en indirecte verlichting. Dit kan je doen aan de hand van een verlichtingsplan. Je begint eerst met de indirecte of algemene verlichting aan te duiden op het grondplan. Vervolgens kijk je hoe de ruimte verlicht wordt en waar bijkomende verlichting nodig is. Eens de algemene verlichting goed zit kan je beginnen met indirecte verlichting te plaatsen om bepaalde objecten in de kijker te zetten. Tenslotte kan je enkele diffuse verlichtingselementen plaatsen bij de zithoek om een knusse sfeer te verkrijgen. Werken met dimmers is ook steeds een aanrader. Zo kan je van directe verlichting makkelijk diffuse verlichting maken en omgekeerd. 2) Armaturen: inbouw of opbouw? Als je verlichtings armaturen kiest in opbouw dien je geen specifieke voorbereidingen te treffen tijdens de ruwbouw fase. Je hebt enkel voeding (een kabel) nodig die uit de plafond of muur komt en de armatuur van elektriciteit zal voorzien. Heb je armaturen die je wenst in te bouwen in je plafond of muur, dan kan je mits een goede voorbereiding sneller werken. Zie hiervoor onze fiche over inbouwen van armaturen. 3) Werk ik op 12V of op 24V? Makkelijkst is te werken met armaturen die werken op 230V. Als je wil werken met 12V dien je rekening te houden met transfo’s. Als je met gewikkelde (klassieke) transfo’s werkt dien je rekening te houden met dikkere bekabeling omdat je meer stroom (ampères) door de kabel stuurt. Vermogen (Watt) = spanning (Volt) X stroom(Ampères). Bij een 12Volt moet je dus meer stroom door de kabel sturen om hetzelfde vermogen (Watt) te verkrijgen als bij 230Volt. Hieronder vind je een tabel met de relatie tussen de afstand van lamp naar transfo, het vermogen en hoe dik de kabel moet zijn (welke sectie) AFSTAND TUSSEN LAMPEN EN TRANSFO IN METER sectie (vb 5-10 dwz de spotlamp mag max. 10m van de transfo staan) W(Watt) 0-5 5-10 10-15 15-20 20 0,25mm² 0,5mm² 0,75mm² 1mm² 30 0,5mm² 0,75mm² 1,5mm² 1,5mm² 40 0,5mm² 1,5mm² 1,5mm² 2,5mm² 50 0,75mm² 1,5mm² 2,5mm² 2,5mm² 60 0,75mm² 1,5mm² 2,5mm² 4mm² 70 1,5mm² 2,5mm² 2,5mm² 4mm² 80 1,5mm² 2,5mm² 4mm² 4mm² 90 1,5mm² 2,5mm² 4mm² 6mm² 100 1,5mm² 4mm² 4mm² 6mm² In de praktijk kan je te grote kabelsecties vermijden door van elke lamp rechtstreeks naar de transfo te lopen. Op die manier verklein je namelijk het vermogen. Denk er ook aan dat je per lichtkring (een reeks van lampen die je samen schakelt) een aparte transfo nodig hebt. Als je met elektronische transfo’s werkt moet je met bovenstaande tabel geen rekening houden omdat je elektronische transfo’s vlak bij de armatuur plaatst. Wel heb je voldoende afkoeling nodig omdat deze transformatoren anders na verloop van tijd defect gaan. Als je geen vals plafond hebt en je de transfo’s moet inbouwen in je welfsels kan dit een probleem zijn na verloop van tijd. Wat is het voordeel van 12V tov 230V bij het gebruik van halogeen lampen? De 220V halogeenlampjes zijn vooral in particuliere toepassingen een uitstekende oplossing: eenvoudige installatie: geen transfo’s of specifiek bekabeling nodig warmer, “gezelliger” licht dan 12 volt halogeen met een gewone “gloeilampdimmer” te dimmen installatie is goedkoop, lamp is wat duurder levensduur lamp ongeveer 2500 uur 12V Koudlicht halogeen: friswit licht geeft relatief iets meer licht (lumen/watt verhouding is gunstiger) lampje is goedkoop installatie is duurder levensduur van de lamp is 3000-5000 uur (al naar gelang kwaliteit lamp) heeft een speciale, duurdere dimmer nodig grote keus in wattages, bundelhoeken en kleuren lichtbronnen. In de praktijk komt het er op neer, dat daar waar investeringskosten en installatiegemak het belangrijkste zijn en het lampje maar een paar uur per dag brandt de 220V de beste keus zijn. Daar waar het onderhoud en energiegebruik belangrijk zijn, of de armaturen op moeilijk bereikbare plaatsen zitten zijn de 12V halogeen een betere oplossing is. Gewoonlijk geldt in woonhuizen het eerste, en in bedrijfsgebouwen het tweede. 4) Welke type lamp gebruik ik voor welke toepassing Gloeilampen Gloeilampen zijn dan wel spotgoedkoop, ze verspillen echter heel wat elektriciteit. Slechts 10% van de verbruikte stroom wordt omgezet in licht, de overige 90% gaat verloren in de vorm van warmte. * Bovendien gaat een gloeilamp niet erg lang mee : gemiddeld slechts 1 jaar. Tegenwoordig hebben de gloeilampen een rendement van ongeveer 14 lumen/Watt. Gloeilampen geven warm licht en geven de kleuren perfect weer. Fluorescentie- of TL-lampen Fluorescentielampen (TL-lampen) zijn een stuk zuiniger maar nemen wel meer plaats in. Doordat deze lampen leverbaar zijn in diverse kleuren en kleurweergaven worden ze veelvuldig gebruikt voor algemene verlichting. Een fluorescentielamp is een van de meest efficiënte bronnen van wit licht, met rendementen tot 100 lumen/Watt. Let bij aankoop de op de kleurweergave index (max is 100). Hoe hoger de index, hoe beter de lamp de kleuren weer geven. Spaarlampen Spaarlampen verbruiken vier tot vijf keer minder energie dan een gloeilamp. Een spaarlamp van 12 Watt geeft net zoveel licht als een gloeilamp van 60 Watt. Bovendien gaan spaarlampen 6 maal langer mee dan gloeilampen. De nieuwste generatie spaarlampen is kleiner en zelfs verkrijgbaar in peervorm zodat zij makkelijk in kroonluchters kunnen worden gebruikt. Ook het comfort is sterk verbeterd: de nieuwe, elektronische spaarlampen starten op zonder te knipperen en geven een veel warmer licht. Halogeenlampen Halogeenlampen zijn iets zuiniger dan gloeilampen, maar verbruiken meer dan spaarlampen. In moderne interieurs leggen kleine halogeenspotjes accenten. De nieuwste generatie halogeenlampen geven meer licht dankzij een speciale coating. Zij geven 30% meer licht dan gangbare halogeenlampen en gaan ook langer mee: gemiddeld 5000 tegenover 3000 branduren. Led-verlichting Led's zijn heel kleine lampjes die bijzonder zuinig zijn en zeer lang mee gaan. Waar we ze tot voor kort enkel zagen opduiken in de vorm van kleine, gekleurde lampjes in elektronische apparatuur zoals computers en hifiketens, is de technologie nu rijp genoeg voor toepassing in designverlichting of tuinverlichting. Gebruik spots waarvoor ze dienen, om accenten te creëren! Durf dergelijke accenten te gebruiken om de mooiste zaken in uw interieur extra in de verf te zetten. Gebruik spaarlampen als u de lamp lange tijd kunt laten branden! Deze lampen zijn ideaal om te zorgen voor een basisverlichting, bijvoorbeeld in een lampevoet. Gebruik LED's als oriëntatie of om sfeer te creëren. Ook kleurtoepassingen zijn te realiseren met LED's.