sportbeleid ■ De provincies en sport Uit elkaar gaande wegen... Wellicht ben je er al van op de hoogte dat de bevoegdheden van de provincies op vlak van sport zullen verdwijnen. Maar wat houdt dat precies in? En wanneer zullen er zaken wijzigen? In dit artikel geven we jullie een stand van zaken. ■ SOPHIE COOLS (VSF) en FRANK BULCAEN (DIENSTHOOFD SPORT PROVINCIE WEST-VLAANDEREN) Eerst wat (recente) geschiedenis De provincies hadden tot en met 2013 een open taakstelling op vlak van sport. Die taken werden in elke provincie uitgevoerd door de provinciale sportdiensten. De provincies kregen voor bepaalde opdrachten subsidies vanuit de Vlaamse overheid. Die subsidies werden berekend op basis van het aantal inwoners van de provincie. Vanaf 2014 zag de relatie tussen de Vlaamse overheid en de provincies er anders uit doordat Vlaanderen de bevoegdheden van de provinciale sportdiensten ingeperkt heeft. Als gevolg van het proces “interne staatshervorming” werd het provinciaal bestuursniveau in relatie tot het Vlaamse en gemeentelijke niveau grondig geëvalueerd. Dit resulteerde in een gesloten afbakening van zes bevoegdheden van de provincies. Er werd een bestuursakkoord afgesloten tussen Vlaanderen en de provincies, waarbij enkel nog volgende zes bevoegdheden mochten uitgeoefend worden: stimuleren van personen met een handicap tot sportbeoefening, stimuleren en ondersteunen van de regionale werking in de sportsector, ondersteunen of organiseren van bovenlokale sportevenementen, bouwen of subsidiëren van bovenlokale sportinfrastructuur, coördineren van de relatie tussen natuur, sport, recreatie en ruimtelijke ordening en beheren van unieke bovenlokale instellingen in de sport. Op die manier oordeelde Vlaanderen dat het niet wenselijk was dat er vanuit 2 ni- 18 VSF magazine veaus subsidies gingen naar bovenlokale sportverenigingen. Daarom werd beslist dat vanaf 2014 de provincies geen subsidies meer mochten geven aan provinciale afdelingen van sportfederaties, en andere bovenlokale organisaties of projecten, gezien er al subsidies vanuit het Vlaams niveau naar de sportfederaties gaan... Deze evolutie heeft verregaande implicaties gehad voor de provinciale afdelingen van sportfederaties. Heel wat federaties evalueerden de werking, financiële situatie en meerwaarde van de provinciale afdelingen binnen hun federatie. Daarnaast werd bepaald dat de provincies enkel nog voor hun bevoegdheid op vlak van G-sport een decretale subsidie kregen van 0,06 euro per inwoner. In haar Regeerakkoord 2014-2019 heeft de Vlaamse Regering vervolgens het voornemen geuit om de provincies verder af te slanken: "De provincies oefenen niet langer persoonsgebonden bevoegdheden uit. De persoonsgebonden bevoegdheden die hen door sectorale decreten zijn toegewezen (decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid) worden geschrapt." Onder de persoonsgebonden bevoegdheden vallen de beleidsvelden cultuur, jeugd, sport, welzijn, gelijke kansen en toegankelijkheid. Dit impliceert dat er in de toekomst geen provinciale sportdiensten meer zullen bestaan en (sterker nog) dat de provincie zich in principe niet meer mag bezig houden met sport. Op 26 juli 2016 besliste de regering dat deze beslissing uitgevoerd zal worden vanaf 1 januari 2018 (in tegenstelling tot een eerdere beslissing om dit vanaf 1 januari 2017 te laten ingaan). Het bijhorende ontwerp van decreet zal dit najaar parlementair behandeld worden. Daarin staan de nodige juridische en financiële aspecten die met deze transitie gepaard gaan. Welke gevolgen heeft de verdere afslanking? De bevoegdheden en taken worden naar andere overheidsniveaus overgedragen vanuit het principe van subsidiariteit: eerst zal gemeenten, vervolgens regionale verbanden en ten slotte de Vlaamse overheid (Sport Vlaanderen) de kans geboden worden deze provinciale sportbeleidsaspecten over te nemen. Ook de decretale subsidiëring van gehandicaptensport voor de provincies valt weg. Sport Vlaanderen zal de bevoegdheid rond G-sport op zich nemen, samen met het nieuw op te richten G-sportplatform Vlaanderen. Op vlak van bovenlokale sportevenementen zijn er grote verschillen in de investeringen en het beleid rond sportevenementen. In West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant worden bovenlokale sportevenementen ondersteund in functie van regiomarketing en/of visibiliteit. Bij een andere provincie valt dit onder de noemer “algemene communicatie” en bij een andere specifiek onder de provinciale sportdienst. ■ sportbeleid Het beleid rond de eigen organisatie van bovenlokale sportevenementen zal volledig overgeheveld worden naar de Vlaamse overheid, via het “permanent overlegorgaan sportpromotie”. Er kan vanuit de provincies dus ook geen financiële steun meer komen aan organisatoren van sportevenementen. In de meeste provincies is er een bepaalde vorm van ondersteuning voor regiowerking. Het vraaggestuurd ondersteunen van de regiowerkingen wordt een kerntaak van Sport Vlaanderen. Het is de bedoeling van Sport Vlaanderen om de provinciale promotiediensten meer in te zetten ter ondersteuning van regiowerking en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. De regionale dienstverlening via de 33 FOLLO’s (flexibele opdracht leerkrachten LO) wordt voortgezet. Het sportmateriaal dat via de provincies werd uitgeleend zal ingekanteld worden in de provinciale uitleendiensten van Sport Vlaanderen. De provinciale sportprijzen mogen vanaf 2018 niet meer georganiseerd worden, dit kan enkel nog op gemeentelijk en Vlaams niveau gebeuren. De subsidiëring van bovenlokale sportinfrastructuurprojecten valt ook weg als provinciale bevoegdheid. Sport Vlaanderen zal die taak voortaan behartigen. Op vlak van natuurgebonden sporten zal alles voortaan enkel op Vlaams niveau gebeuren: zowel ontwikkeling, coördinatie als opvolging. Het gaat hier bijvoorbeeld om loopomlopen, fit-o-meters, mountainbikeroutes, ruiterpaden, wateromlopen (kajak en roeien) en initiatieven met betrekking tot de zogenoemde “hinderlijke en lawaaierige sporten” (bv. motorcross). Een goede samenwerking en coördinatie Sportinstellingen vanaf 2018 De Vlaamse Regering bepaalde per sportinstelling wat er vanaf 1 januari 2018 mee zal gebeuren. We geven je een handig overzicht: >> Provinciaal G-sportcentrum Peerdsbos (Brasschaat) > gaat naar Vlaamse overheid >> Provinciaal wielercentrum (Wilrijk) > gaat naar Stad Antwerpen >> Huis van de Sport (Antwerpen) > blijft bij Provincie Antwerpen (de naamgeving verandert naar Coveliersgebouw, de huisvesting van de sportfederaties blijft behouden) >> Provinciaal domein Dommelhof > blijft bij Provincie Limburg >> Provinciaal domein Puyenbroeck (Wachtebeke) > blijft bij Provincie OostVlaanderen >> Provinciaal domein Boerekreek (Sint Laureins) > blijft bij Provincie OostVlaanderen >> Centrum Ronde Van Vlaanderen > blijft bij Provincie Oost-Vlaanderen >> Huis van de Sport (Blaarmeersen Gent) > gaat naar Stad Gent >> Provinciaal Olympisch zwembad (Brugge) > behoud van de huidige juridischfinanciële constructie (provincie West-Vlaanderen blijft partner) >> De Gavers > blijft bij Provincie West-Vlaanderen >> Transfosite (Zwevegem) > blijft bij Provincie West-Vlaanderen >> Provinciale domeinen van Diest, Kessel-Lo, Huizingen en Zoutleeuw > blijven bij Provincie Vlaams-Brabant binnen Vlaanderen (bv. tussen sport en toerisme en milieu) en tussen Vlaanderen en de provincies en gemeenten, bijvoorbeeld op vlak van aanleg, bewegwijzering, onderhoud en promotie, is hierbij cruciaal. Wat betekent dit financieel? Per overgehevelde opdracht werd berekend wat de kostprijs ervan is. Deze middelen worden samen met de opdracht overgeheveld naar Vlaanderen. Om de toegenomen financieringsbehoefte van de Vlaamse overheid en de gemeenten wegens de overname van provinciale be- voegdheden op te vangen, zal de basisheffing van de Vlaamse overheid inzake de onroerende voorheffing verhogen van 2,5% naar 3,97%. Het verlaagd Vlaams tarief zal verhogen van 1,6% naar 2,54%. Deze verhoging van de Vlaamse onroerende voorheffing wordt volledig gecompenseerd door een verlaging van de provinciale opcentiemen. Ten slotte dient nog vermeld dat het personeel mee overgedragen wordt naar Vlaanderen. Dit zal hoogstwaarschijnlijk naar Sport Vlaanderen zijn (naar een van de buitendiensten of naar Brussel). De huidige werknemers van de provinciale sportdiensten zijn dus zeker van behoud van tewerkstelling. VSF magazine 19