studiewijzer leerjaar klas periode stof 10 : natuurkunde : 2009/2010 :4 -- Van Buchem : wk 10 – 17 : vwo 4 A H4 & H5 4 Wo 10 mrt 1. 4.1 De eerste (en alvast de tweede) wet van Newton Do 11 mrt 2. Over kracht en beweging: misconcepten 11 Wo 17 mrt 3. 4.2 Wrijving en weerstand bij bewegen 19 21 22 12 Wo 24 mrt 4. 4.3 Kracht en versnelling: de tweede wet van Newton 27 29 30 32 13 Wo 31 mrt 5. 4.4 Actie en reactie: de derde wet van Newton 37 38 41 Do 1apr 6. 4.5 De wetten van Newton toepassen 44 45 46 47 Wo 7 apr 7. 5.1 Arbeid 23467 Do 8 apr 8. 5.2 Energievormen 9 11 12 Wo 14 apr 9. Oefenproefwerk H3 Do 15 apr 10. practicum karretje op helling, practicum luchtweerstand START BLOK 4 16 Wo 21 apr 11. practicum uitwerken op computer in Excel, (dossieropdracht 4) Do 22 apr 12. 5.3 Arbeid en kinetische energie; wet behoud van energie 19 20 21 22 Wo 28 apr 13. 5.4 Wet van behoud van energie 25 26 28 29 30 32 34 Do 29 apr 14. 5.5 Vermogen en rendement 37 38 40 45 Wo 19 mei 15. 5.6 Toepassingen in het dagelijks leven 47 51 52 55 14 15 17 20 8 9 10 11 13 Samenvatting Arbeid en Energie • Arbeid W (work) verricht door een constante kracht F (force) op een voorwerp bij verplaatsing s : s α F W = F ⋅ s = Fs cos α , met α = ∠( F , s ) , eenheid: joule = N⋅m =kg⋅ m2/s2 α = 0 ⇒ W = Fs bijzondere gevallen: α = 180o ⇒ W = − Fs α = 90 ⇒ W = 0 F – ∑W = ∆ mv , oftewel: de som van de arbeiden op een voorwerp is gelijk aan de toename van kinetische energie van dat voorwerp. + • Wet van Arbeid en Kinetische Energie: • Uit de formule volgt dat de oppervlakte onder een (F, s)-diagram de verrichte arbeid is. Rechtsonder en linksboven: negatieve arbeid, dus afname kinetische energie. • Arbeid verricht door de zwaartekracht bij vallen over hoogte h: Wz = Fz ⋅ h = mgh . De kinetische energie die hierbij vrijkomt, was opgeslagen in de vorm van zwaarte-energie, mgh, en is afkomstig van de arbeid door iets of iemand verricht tegen de zwaartekracht in, bij het optillen. Er is geen vaststaand nulpunt van zwaarte-energie, maar dat maakt niet uit, het gaat altijd om toe- en afnamen. 1 2 • 2 + s + – Het door iets of iemand geleverd vermogen is de hoeveelheid verrichte arbeid per seconde. W ∆E , in watt = joule/seconde , W=J/s. P= = t t Als op een voorwerp een kracht F werkt en dit voorwerp een constante snelheid v in dezelfde richting heeft, (Volgens Newton I werkt er dan ook nog een even grote tegengesteld kracht) dan is de verrichte W F ⋅s s arbeid door die kracht: P = = = F = F ⋅ v , dus: P = F ⋅ v . t t t Pas op: de netto arbeid moet hier nul zijn, de andere krachten (bijvoorbeeld de wrijvingskracht) verrichten samen evenveel arbeid, maar dan met een minteken. Pnuttig Wnuttig η= 100% = 100% Pin Win . • Rendement: 1