IN DEN OOGsx stonden op hat akkerland Zij maaiden in den zonnebrand En zongen bij hat werk De lastige arbeid wordt een feast Voor hen die jong en licht van geest En moedig zijn en stark Daar kwam de landheer fangs de beak De schouders hoog de wangen bleak Hij zocht de schaduw daar Hij groette licht en ging voorbij Gezang en arbeid staakten zij En wezen hem elkaar