Evolutie [Evolution] Evolutie Wat betekenen in de biologie ‘evolutie’ en ‘natuurlijke selectie’? Evolutie in de biologie is de geleidelijke verandering van het leven op aarde: nieuwe soorten ontstaan en bestaande soorten sterven uit. Het principe dat deze ontwikkeling stuurt is natuurlijke selectie. Twee invloeden voor de ontwikkeling van Darwin’s evolutietheorie zijn maatgevend: ‘Principes van de Geologie’ door Charles Lyell en ‘Beschouwing over het Pincipe van Bevolking’ door Thomas Malthus. Naast ‘natuurlijke selectie’ is het begrip ‘gemeenschappelijke afstamming’ fundamenteel in de evolutietheorie. Natuurlijke selectie Een voorbeeld van de werking van natuurlijke selectie blijkt uit de experimenten van Bernard Kettlewell, een Engelse Afbeelding 10) Thomas Malthus, Bestaansmiddelen nemen lineair toe, de arts en geneticus, met het insect Biston betularia. Deze bevolking exponentiëel (naar Harborth, 1991) Afbeelding 7) Op mot kent een donker gekleurd type, carbonaria, dat vooral 1 juli 1858 werd voorkomt in industriële gebieden en een licht gekleurd de evolutietheorie type, typica, dat vooral voorkomt in landelijke gebieden. ‘Beschouwing over het Pincipe van Bevolking’ gepresenteerd in De pigmentatie is anders, het genetisch profiel van beide Malthus stelde dat de kracht waarmee een bevolking toenam de vergadering van is echter hetzelfde. De oorzaak, zo ontdekte Kettlewell, ongemeen veel groter is dan de kracht waarmee de aarde die De Linnean Society. was dat in door luchtvervuiling besmette gebieden de bevolking kon onderhouden, met als consequenties honger, Dit gezelschap werd vegetatie donkerder gekleurd was, waardoor het donker armoede, ziekte en vroegtijdige dood. De het best aan de vernoemd naar Carolus gepigmenteerde type minder zichtbaar was voor vogels, omstandigheden aangepasten overleefden. In de kern van Linnaeus, Zweeds minder bejaagd werd en daardoor een grotere kans op de opvatting van Malthus zag Darwin het mechanisme dat botanicus en grondlegger overleven en zich voortplanten had. Hetzelfde gold in het orde schiep in zijn waarnemingen en verklaarde waarom in van de classificatie van landelijk gebied voor het licht gepigmenteerde type. Met het organisch leven op aarde nieuwe soorten ontstonden het planten-en dierenrijk andere woorden: de het beste aan de omstandigheden en oude uitstierven. aangepaste variant werd bevoordeeld. Gemeenschappelijke afstamming ‘Principes van de Geologie’ Het beginsel ‘gemeenschappelijke afstamming’ wil zeggen In dit boek legde Lyell uit dat “de vorming van gesteenten dat een bepaalde groep organismen een gemeenschappelijke plaatsvindt door processen die ook nu gaande zijn en voorouder Afbeelding 2 & 3) De ontwikkeling van Darwin’s denken over evolutie. kunnen worden geobserveerd”. Daarmee door de traagheid Galapagosvinken die in grote lijnen er hetzelfde uitzien, Bovenste afbeelding: ‘Notebook B’, p.36, 1837. waarmee die processen zich doorgaans voltrokken zeeën maar duidelijk verschillen in snavelvorm en daarmee Onderste afbeelding: Diagram uit ‘Origin of species’ 1859. De afstand van tijd scheppend. Zeeën van tijd waarin de evolutie van samenhangend fourageergedrag. De ornitholoog John tussen twee horizontale lijnen wordt overbrugd door tienduizenden het organisch leven zich kon voltrekken. Gould determineerde in 1837 de door Darwin verzamelde heeft. Een voorbeeld zijn de befaamde generaties. Een vertakking die een volgende horizontale lijn niet bereikt, exemplaren en kwam tot de conclusie dat het dertien representeert een uitgestorven soort verschillende soorten betrof, die per soort aan een bepaald eiland van de eilandengroep gebonden waren. Darwin voegde hier later aan toe dat hoewel deze vinken specifiek voor de Galapagosarchipel waren, zij door algemene struktuur, gedrag, verentooi en stem behoorden tot de Amerikaanse vogels. Hun origine moest dan ook gezocht worden in een gemeenschappelijke voorouder op de Amerikaanse continenten. In de moderne biologie wordt algemeen aangenomen dat alle levende organismen op aarde Afbeelding 5) Geospiza fortis, middelste grondvink. De Galapagosvinken voortkomen uit één gemeenschappelijke voorouder. Deze zijn allen ongeveer even groot, donkerbruin, grijs of zwart van kleur. De vroegste gemeenschappelijke voorouder wordt aangeduid grondvinken zijn insecteneters met de afkorting LUCA (last universal common ancestor), waarvan de verschijning nu wordt gedateerd op 3,9 miljard Afbeelding 1) Titelplaat van ‘Principles of Geology’, Charles Lyell, de jaar geleden. oorsprong van gesteente-soorten Afbeelding 4) Vier soorten Galapagosvinken Afbeelding 8) Biston betularia f. typica Afbeelding 9) Biston betularia f. carbonaria Afbeelding 6) Empire