VATICANUM II (1962-1965) Een poging tot antwoord op een crisis

advertisement
VATICANUM II (1962-1965)
Een poging tot antwoord op een crisis in de katholieke kerk
Toen Johannes XXIII (1958-1963) op 25 januari 1959 volledig onverwacht aankondigde dat hij een
oecumenisch concilie wilde organiseren, deed hij dit omdat hij van oordeel was dat er in de Roomskatholieke Kerk nood was aan een aggiornamento, een bij de tijd brengen van de kerk.
In deze les staan wij op de eerste plaats stil bij de problemen waarmee wereld en kerk
geconfronteerd werden in de halve eeuw voor het concilie. Tegelijk besteden wij aandacht aan de
opkomst van een reeks bewegingen die zich in deze periode hebben ontwikkeld en die een
belangrijke bijdrage zullen leveren aan het concilie: de liturgische beweging, de Bijbelbeweging, de
patristiek en de oecumenische beweging.
Vervolgens belichten wij kort de figuur van paus Johannes, de zogenaamde overgangspaus: Johannes
XXIII was 76 jaar op het ogenblik van zijn verkiezing. Ook gaan we nader in op de wijze waarop het
concilie werd voorbereid. Anders dan bij vorige concilies ging het immers niet om problemen in
verband met dwalingen, maar om een interne crisis. Er werd geopteerd voor een open bevraging.
Bisschoppen, rectoren van katholieke universiteiten en generale oversten van ordes en congregaties
kregen de kans om hun wensen voor het komende concilie kenbaar te maken. De feitelijke
voorbereiding op het concilie gebeurde te Rome en was hoofdzakelijk in handen van de Romeinse
curieleden, ook al werd er beroep gedaan op raadgevers van buiten Italië.
Aan de vooravond van het concilie waren de verwachtingen van verschillende concilievaders en
theologen niet erg hoog, met name omdat de eerste 7 documenten die in de zomer van 1962 naar de
conciliedeelnemers waren gestuurd, op één uitzondering na, weinig blijk gaven van een wil tot
vernieuwing. Hetzelfde gold voor de verwachtingen van de waarnemers uit andere christelijke
denominaties (protestanten en orthodoxen). De sfeer sloeg radicaal om naar aanleiding van de
toespraak van Johannes XXIII op 11 oktober 1962, getiteld Gaudet Mater Ecclesia. In deze toespraak
leverde de paus zware kritiek op de doemdenkers van zijn tijd. Voorts maakte de paus duidelijk dat
hij van de concilievaders verwachtte dat zij hun verantwoordelijkheid zouden nemen om in overleg
een echt aggiornamento te realiseren, verantwoordelijkheid die de conciliedeelnemers niet uit de
weg zijn gegaan. Ten slotte hield hij een sterk pleidooi voor eenheid tussen de christenen.
Gedurende 4 sessies, steeds gehouden in het najaar, respectievelijk in 1962, 1963, 1964 en 1965,
zouden zij over een ganse reeks thema’s debatteren en alle conciliaire documenten (16 in het totaal)
werden met een zeer ruime meerderheid goedgekeurd. Sommige documenten zoals die over de
liturgie of ook de openbaring waren het resultaat van ontwikkelingen uit de voorafgaande decennia.
Andere documenten kwamen op de agenda tijdens het concilie. In dit verband denken wij aan het
document over de taak van de Kerk in de wereld (Gaudium et Spes), de oecumene (Unitatis
redintegratio), de houding van de katholieke Kerk ten overstaan van de niet-christelijke godsdiensten
(Nostra Aetate) en de godsdienstvrijheid (Dignitatis humanae).
De belangrijkste verworvenheden van het concilie worden in herinnering gebracht. Ook zal ingegaan
worden op de vaststelling dat het concilie de crisis in voornamelijk West- en Centraal Europa en in
Noord- en Zuid Amerika niet heeft kunnen keren. Hierbij wordt gewezen op een aantal
gebeurtenissen uit de tweede helft van de jaren ’60 waarmee de concilievaders geen rekening
hadden (kunnen) of (mogen) houden.
EXAMENVRAGEN
1. De openingstoespraak van Johannes XXIII, Gaudet Mater Ecclesia, werd door vele
concilievaders, theologen en journalisten omschreven als een programmaverklaring vanwege
de paus. Welke waren de verwachtingen van Johannes XXIII?
2. Welke zijn de belangrijkste verworvenheden van het concilie? Waarom heeft het concilie de
crisis niet kunnen keren?
3. Is er volgens U een nieuw concilie nodig? Indien ja, welke punten zouden volgens U absoluut
op zo een concilie ter sprake moeten komen?
M. LAMBERIGTS
Download