Vaticanum II blijft een wissel op de toekomst Jo Hanssens, voorzitter Pax Christi Vlaanderen Ik was 22 jaar toen het tweede Vaticaans Concilie op 11 oktober 1962 van start ging. Ik studeerde in die tijd filosofie en theologie in Leuven en in Brugge. Natuurlijk zijn er diverse interpretaties mogelijk van de documenten die werden goedgekeurd. Echter, “de letter doodt, de Geest maakt levend.” Men kan zich vastbijten in lange discussies en zelfs disputen. Ik benadruk graag het onverwachte gebeuren dat het 2de Vaticaans Concilie geworden is en de vernieuwende geest die er van is uitgegaan. Ik wil dit in deze korte bijdrage staven in drie punten. Het 2de Vaticaans Concilie heeft het woord van God terug in het centrum van het christelijke leven geplaatst. De Bijbel is de bron waaruit we elke dag putten om ons geloof te voeden. Elke katholieke gelovige wordt nu aangemoedigd de Bijbel te lezen en te overwegen. De belangrijkste breuklijn met de Reformatie is zo overstegen. Het Concilie stelt daarbij het begrip “openbaring” centraal. Het document “Dei verbum” benadrukt hoe de levende God zich kenbaar heeft gemaakt in en doorheen de geschiedenis van mensen en bovenal in Jezus van Nazareth. Als katholieke christenen worden we uitgenodigd om de Bijbel te lezen in dialoog met de eigen kerkleiding, maar ook in dialoog met medegelovigen en met gelovigen uit de andere christelijke kerken. De relatie met mensen uit andere tradities en religies kreeg bovendien een nieuwe invulling . Daarover spreekt de verklaring over de houding ten aanzien van de niet-christelijke godsdiensten. De Joodse gelovigen herontdekken we zo als onze oudere broers in het geloof. Het 2de Vaticaans Concilie heeft vervolgens bijgedragen om de tekenen van de tijd te leren zien in het licht van het evangelie. In de conciliedocumenten staat ook de eigen waardigheid van iedere mens voorop. Wat een verademing is dit tegenover vroeger. Iedere kramp kan wegvallen. Als katholiek mag en moet ik mijn geloof beleven met respect en zonder geweld, zonder druk of dwang naar de andere toe. Mijn toenmalige bisschop Emiel-Jozef De Smedt heeft het aggiornamento van Johannes XXIII goed begrepen. Hij was één van de voortrekkers van de verklaring over de godsdienstvrijheid. Die verklaring heeft de veelzeggende beginwoorden “Dignitatis humanae”. Geloof in God gaat samen met de vrijheid van geloof en plaatst de eerbied voor het geweten van elke mens voorop. De openheid die Jezus heeft beleefd, kan terug een kenmerk worden voor de kerk van onze tijd. We zijn op weg met vallen en opstaan. Het 2de Vaticaans Concilie heeft ten derde bijgedragen opdat de christenen meer dienend aanwezig zouden zijn in de wereld, delend in de “vreugde en de hoop, het verdriet en de angsten van de mensen van vandaag”. Daarover spreekt “Gaudium et Spes”, ook een wondere vrucht van het Concilie. Ik denk aan de passages over de ware aard van de vrede. Voor het eerst sinds de bekering van keizer Constantijn in de 4de eeuw wordt de nauwe band tussen kerk en staat opgeheven. De verdediging van de rechten was ongeveer uitsluitend in handen van de gewapende macht van de publieke overheden en van de staat. Daartegenover verklaarde het Concilie in “Gaudium et Spes”: “... wij kunnen niet nalaten hen te prijzen die bij de verdediging van rechten hun toevlucht zoeken tot de methode van de geweldloosheid…” (nr. 78). Vervolgens wordt in nr. 79 de moed geprezen van hen die misdadige bevelen weigeren. Ook wie om gewetensredenen militaire dienst weigert, mag voortaan rekenen op de waardering van de kerk. Deze eerste bescheiden openingen zijn nu een brede stroming geworden waarbij de voorkeursoptie voor de armen en de voorkeursoptie voor de visie en de methoden van de actieve geweldloosheid samengaan. “Liefde in waarheid” kan niet anders dan “liefde in geweldloosheid” zijn. Het 2de Vaticaans Concilie is een onvoltooide symphonie. Ik wens en hoop dat de dynamiek naar openheid en vernieuwing zich verder mag zetten in trouw aan Jezus Christus en zijn evangelie.