Liturgie laatste zondag kerkelijk jaar

Protestantse wijkgemeente
De Morgenster
Eeuwigheidszondag
20 november 2016
… hetzij wij leven, hetzij wij sterven
wij zijn van de Heer...
m.m.v.
ds. Magda Hazeleger
organist Klaas de Haan
solozang: Hans Vosschezang
m.m.v.: het Morgensterkoor
Dienst van voorbereiding
Orgelspel – Luiden van de bel – de kaarsen worden aangestoken
Woord van welkom
Bemoediging en groet
v:
De Heer zij met u
a:
ook met u zij de Heer
v:
Onze hulp is in de Naam van de HEER
a:
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Drempelgebed
Wij zingen ons drempellied Lied 91a
2. Engelen zendt Hij alle dagen
geen ziekte waar een mens van breekt.
om hem tot vaste gids te zijn.
Lengte van dagen zal God geven,
Zij zullen hem op handen dragen
rust aan een koele waterbeek.
door een woestijn van hoop en pijn.
Geen vrees of onheil doet hem beven,
3. Hem zal de nacht niet overvallen
zijn dagen houden eeuwig stand.
Duizenden doden kunnen vallen
hij blijft geschreven in Gods hand.
God legt zijn schild op zijn getrouwen
die leeft door alle tranen heen.
Hij zal een nieuwe hemel bouwen
van liefde om zijn tranen heen.
We zingen ons Kyriegebed: Tussentijds 16 1 en 4 koor, rest allen
3. Laat ons bidden voor het kind
dat zijn leven pas begint;
voor de kind’ren aller landen
van wie God de namen weet,
dat hun toekomst niet zal stranden
op de klip die oorlog heet.
5. Voor de zwakken die ontdaan
macht’loos door de wereld gaan;
voor de doven en de blinden,
voor de mensen zonder stem,
dat zij eigen wegen vinden
naar het nieuw Jeruzalem.
4. Voor wie doodsangst overmant,
dat zij vallen in Uw hand.
Laat een engel hen geleiden
uit het duister naar het licht;
toon hen als voorgoed bevrijden
uw genadig aangezicht.
6. Here sluit Uw oren niet
Voor dit kleine mensenlied.
Gij kent al die duizendtallen
die het zingen wordt belet.
Heer erbarm U over allen
Heer verhoor ons smeekgebed.
Wij zingen glorialied 146, vers 1 en 3
Heil wien Jakobs God wil bijstaan,
heil die God ter hulpe riep.
Want zijn heil zal niet voorbijgaan,
God is trouw aan wat Hij schiep.
Wat in hemel, zee of aard
woont, is in zijn hand bewaard.
Dienst van het woord
Gebed om de Geest
Gesprek met de kinderen gevolgd door kinderlied 'zomaar te gaan' Lied 806
Zomaar te gaan, wordt het leven of
dood?
Altijd maar banger, duurt het nog
langer?
Zomaar te gaan, wordt het leven of
dood?
In de woestijn worden kinderen groot.
Zomaar te gaan, met Zijn woord als
bewijs,
Altijd maar lopen, altijd maar hopen.
Zomaar te gaan, met Zijn woord als
bewijs,
Straks wonen wij in een paradijs.
Lezing: Genesis 50 – 22-26
Jozef bleef in Egypte wonen, met zijn hele familie. Hij werd honderdtien jaar. Hij
zag Efraïms kleinkinderen nog, en ook de geboorte van de kinderen van Machir,
de zoon van Manasse, maakte hij nog mee. Toen hij zijn einde voelde naderen,
zei hij tegen zijn broers: ‘God zal zich jullie lot aantrekken: hij zal jullie uit dit land
wegleiden en je naar het land brengen dat hij onder ede aan Abraham, Isaak en
Jakob heeft beloofd. Zweer me dat jullie, wanneer God zich jullie lot aantrekt,
mijn lichaam van hier zullen meenemen.’ Jozef stierf toen hij honderdtien jaar
was. Hij werd gebalsemd en in een sarcofaag gelegd, in Egypte.
Wij zingen lied 813 1, 3 en 5 koor, 2, 4 en 6 allen (refrein koor)
2. Niet voortijdig
hier geworteld,
voort en verder,
niet gehecht aan
wat zich voordoet.
(refr. Ongeziene, ooit beloofde, verre
verten zoeken wij, op hoop van zegen.)
3. Spoor van mensen
door de eeuwen,
die gegaan zijn
totdat alles
eens volbracht is.
4. Wij die leven
wij verwachten
met wie gingen
dat de hemel
ooit zal aarden. (refr.)
5. Waar de vrede
glanst als daglicht,
en God zelf woont
bij de mensen,
onze zon is.
6. Dageraad die
ons dan toekomt,
Godgegeven eindelijk zijn
wij dan thuis! (refr.)
Lezing: Hebreeën 11: 17-22
Door zijn geloof kon Abraham, toen hij op de proef werd gesteld, Isaak als offer
opdragen. Hij die de beloften had ontvangen, was bereid zijn enige zoon te
offeren. Terwijl er tegen hem gezegd was: ‘Alleen door Isaak zul je nageslacht
krijgen,’ zei hij bij zichzelf dat het voor God mogelijk moest zijn iemand uit de
dood op te wekken, en daarom kreeg hij hem ook terug, bij wijze van
voorafbeelding. Door zijn geloof zegende Isaak Jakob en Esau, en hij dacht
daarbij aan wat er in de toekomst zou gebeuren. Door zijn geloof kon Jakob op
zijn sterfbed de beide zonen van Jozef zegenen; daarna knielde hij neer,
steunend op de greep van zijn stok. Door zijn geloof sprak Jozef aan het eind van
zijn leven al over de uittocht van het volk van Israël en gaf hij opdracht zijn
gebeente dan mee te nemen.
Wij zingen Lied 728 solo=solo, enkelen=koor, allen= gemeente
Solo: Zij trokken uit als Abraham,
door God de Heer geroepen
zonder te weten waar hij kwam,
om ’t land van God te zoeken.
Koor: Zij zijn gestorven in zijn naam
en hebben niets geweten
dan dat Hij had gezegd: Ik schaam
mij niet uw God te heten.
Allen: Geprezen zij zijn naam!
Hij deed hen veilig gaan!
Kom, zingen wij tesaam
met alle heiligen!
Uitleg en verkondiging
Solo: Die van de aarde vrijgekocht
nu rusten van hun werken,
zij spreken en getuigen nog
om ons geloof te sterken,
Koor: dat wij omgeven door de wolk
de weg ten einde lopen,
één met het heilig trekkend volk
in liefde en in hope.
Allen: Geprezen zij zijn naam!
Hij doet ons veilig gaan!
Kom, zingen wij tesaam
met alle heiligen!
Dienst van het gedenken
Lied “Litanei” van Franz Schubert door Hans Vosschezang
Dienst van gedachtenis
Wij gedenken de leden van onze gemeente die in het voorbije kerkelijke jaar zijn
overleden. We noemen hun namen in het vertrouwen op Gods belofte: “Ik heb
je bij je naam geroepen, je bent van mij (Jesaja 43:1).”
Na het noemen van de naam wordt een kaars ontstoken aan het licht van de
Paaskaars, als teken van onze hoop op de opstanding tot het eeuwige leven.
Wij zingen Lied 247: 1 koor en 2 allen
Wees bij mij, nu de dag ten einde spoedt.
Alles verdoft wat glans bezat en gloed.
Alles vervalt in 't wisselend getij,
maar Gij die eeuwig zijt, blijf mij nabij.
Wij noemen de namen en ontsteken een kaars.
Naam
Willemijntje Hendrika (Wil) van Staveren - Cloo
Elisabeth (Liesbeth) Deij
Cornelis Theodorus (Cor) van Deventer
Cornelia Frederika (Corrie) Mars
Derkjen Slijkhuis-Hofmeijer
Anna (Annie) Klok - Sikkens
Johannes (Jan) van Alfen
leeftijd
89
90
83
95
96
91
96
Wijnanda Alida (Nannij) Roijter - van Mourik
Woutertje (Wil) Savelkoel - Doornekamp
Reinhard Belz
Jacoba (Coby) Vink - van Maanen
Johann (Jopie) Kok
Wilhelmina (Mia) Van Ee - Schipper
Kier van Slooten
Wytske (Wies) Smink - van der Meer
Amelia Francina (Mely) Hallie - Maghijn
Everdina Antoinet (Dien) van Alfen - Veldhuis
Johannes (Johan) Savelkoel
Karel Heinz de Haan
90
94
86
84
84
74
80
84
108
93
94
73
Na het aansteken van de kaarsen vervolgen wij lied 247: 3 koor, 4 allen
U heb ik nodig, uw genade is
Ik vrees geen kwaad, want bij mij is de
mijn enig licht in nacht en duisternis. Heer.
Wie anders zal mijn leidsman zijn dan Tranen en leed zijn nu niet bitter meer.
Gij?
Waar is uw prikkel, dood, wat dreigt ge
In nacht en ontij, Heer, blijf mij nabij. mij?
Ik triomfeer, mij is de Heer nabij.
Wanneer we deze namen noemen, blijven velen ongenoemd. U heeft de
mogelijkheid bij deze kaarsen ook zelf een kaars te ontsteken, voor mensen in en
rond uw eigen leven, die u door de dood of door het leven ontvallen zijn.
Wij zingen van ons geloof met lied 342: 1 koor, rest allen
2. En in de Geest, die ons geleidt,
geloven wij: dat er altijd
een Trooster is, zacht als de wind,
een sterke moeder bij haar kind.
onderging en overwon
en als de zon ten hemel klom,
die aan de dag treedt op zijn tijd
en eenmaal recht van onrecht scheidt.
3. Lof zij de Vader, die ons schiep
en licht uit nacht tevoorschijn riep.
Lof zij de Zoon, die onze nood,
ons kruis verdroeg en onze dood.
4.
Die
5. Lof zij de Geest die wereldwijd
ons kerk maakt: Christus toegewijd
tot wij, van alle kwaad bevrijd,
God zien in alle eeuwigheid.
6.
Dienst van de gebeden en gaven
Voorbeden – stil gebed
We zingen het Onze Vader
Wij zingen slotlied 416
2 Ga met God en Hij zal met je zijn
bij gevaar, in bange tijden
over jou Zijn vleugels spreiden
Ga met God en Hij zal met je zijn
3 Ga met God en Hij zal met je zijn
tot wij weer elkaar ontmoeten
in Zijn naam elkaar begroeten
Ga met God en Hij zal met je zijn
Zegen, beantwoord met Lied 431b
Na de dienst
bent u
van harte welkom
voor een kopje koffie/thee/limonade
in de ontvangstzaal,
beneden.