160265_VC_VGP_VL_O

advertisement
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 1/47
BIJZONDER VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN
Besteknummer
1M3D8F/16/44
Dossiernummer
X21/N10/33
Omschrijving
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking
en slemlaag
Werfadres
N10 te Aarschot: meterpunten 34.430 tot 37.430
Opdrachtgever
VLAAMSE OVERHEID AWV VLAAMS-BRABANT
Diestsepoort 6 bus 81
3000 Leuven
Veiligheidscoördinator
ontwerp
ABETEC architecten & ingenieurs nv
Toemaattragel 1
9000 Gent
Vertegenwoordigd door ing. Joachim Van Israël
Veiligheidscoördinator
verwezenlijking
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 2/47
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Algemene bepalingen
Tussenkomende partijen
Preventieprincipes
Bouwplaatsreglement
Werfsignalisatie
EHBO en noodprocedures
Werfinrichting en organisatie
Coördinatiestructuur
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 3/47
Voor de algemene bepalingen wordt verwezen naar het
STANDAARD VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN van AWV
1. Algemene Bepalingen
1.1 Besteknummer en titel
1M3D8F/16/44
Onderhoudswerken d.m.v. bestrijking N10 Aarschot
1.2 Plaats van de werken
Nummer weg
N10
Van kmpt.
34.430
Tot kmpt.
37.430
Grondgebied
Aarschot
1.3 Korte beschrijving van het project
Doel van de aanneming
Herstellen van de oude asfaltverhardingen en zo herprofileren van de weg. Beschermen van oude
asfaltverhardingen door middel van bestrijkingsmethodes om de levensduur van de weg te verlengen
Beschrijving der werken
De aanneming omvat hoofdzakelijk:
- Affrezen van oude asfaltlagen
- Heraanbrengen van nieuwe asfaltverhardingen
- Vlakfrezen
- Bestrijken en slemmen
- Voegen opvullen met warme voegvullingsmassa
- Het onderhoud van de werken gedurende de waarborgperiode.
Deze aanneming omvat:
N10 te Aarschot
- Meterpunten 34.430 tot 37.430
- Plaatselijke herstellingen met affrezen en her aanbrengen asfalt
- Voegvullen
- Bestrijken en slemmen
- Vernieuwen middeneilanden
1.4 Duur der werken
16 werkdagen
1.5 Fasering der werken
De uitvoering van de werken gebeurt in principe in de hierna vermelde fasen:
Er zijn 4 fases in deze uitvoering:
- Fase 1: 3 werkdagen
( kmpt 34.430 tot 35.900)
Het verwijderen van de midden eilanden en aanbrengen van een asfalt onderlaag. Dit gebeurt met een mobiele
signalisatie cat 6.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 4/47
- Fase 2: 7 werkdagen
(kmpt 34.430 tot 35.900)
Uitvoeren van plaatselijke herstellingen, affrezen markeringen en aanbrengen bestrijking/slem
Plaatsen nieuwe prefab midden eilanden
Werken met versmalde rijstroken.
- Fase 3: 4 werkdagen
(kmpt 35.900 tot 37.430)
Uitvoeren van plaatselijke herstellingen, affrezen markeringen en aanbrengen bestrijking/slem
1 richting wordt afgesloten en omgeleid via de E314
- Fase 4: 2wd
Aanbrengen van markeringen met een mobiele signalisatie cat 6
De aanbestedende overheid kan eventueel ingaan op een voorstel van de aannemer tot aanpassing van deze
fasen en/of tot omlegging van het verkeer indien blijkt dat dit voorstel gunstiger is voor het verkeer en de
omwonenden. Enkel de aanbestedende overheid kan, op basis van de gegevens volgend uit de aangepaste
minderhinder-toets, hierover beslissen.
De eventuele vereiste wegmarkeringen die noodzakelijk worden geacht voor de tijdelijke verkeersfasen, worden
uitgevoerd door de aannemer. Dit vormt een aannemingslast.
De definitieve markeringen (overeenkomstig de toestand na het einde der werken), zijn ten laste van de
aanbestedende overheid. Hiervoor dient de aannemer de aanbestedende overheid minstens 2 weken op
voorhand te verwittigen en de aanbestedende overheid beschikt over een termijn van minstens 1 week om deze
markeringen uit te voeren.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 5/47
2. TUSSENKOMENDE PARTIJEN
2.1 In de ontwerpfase
2.1.1
Opdrachtgever(s)
Opdrachtgever: Vlaamse Overheid
Agentschap Wegen en Verkeer
Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant
Adres: Dirk Boutsgebouw
Diestsepoort 6 bus 81
3000 Leuven
Vertegenwoordigd door: Ir. Raf Oosters
Tel. :
016 66 57 50
Fax :
016 66 57 55
E-mail: [email protected]
2.1.2. Coördinator-ontwerp
Coördinator ontwerp: ABETEC architecten & ingenieurs nv
Adres: Toemaattragel 1
9000 Gent
Vertegenwoordigd door: ing. Joachim Van Israël
Tel. :
0498 95 28 07
Fax :
09 240 12 59
E-mail: [email protected]
2.1.3. Bouwdirectie belast met het ontwerp en de personen aan wie zij bepaalde opdrachten in
onderaanneming heeft toevertrouwd
Bouwdirectie ontwerp: Vlaamse Overheid
Agentschap Wegen en Verkeer
Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant
Adres: Dirk Boutsgebouw
Diestsepoort 6 bus 81
3000 Leuven
Vertegenwoordigd door: Ir. Raf Oosters
Tel. :
016 66 57 50
Fax :
016 66 57 55
E-mail: [email protected]
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 6/47
2.2 Organigram ontwerpfase (SVGP - 4.1.1)
Opdrachtgever
VLAAMSE OVERHEID AWV VLAAMS
BRABANT
Ontwerpbureau
Studiebureau
Niet van toepassing
Bouwdirectie belast met het
ontwerp
Ir.
Raf Oosters
Veiligheidscoördinator- ontwerp
ABETEC architecten & ingenieurs nv
vertegenwoordigd door
ing. Joachim Van Israël
ART. 11 4°
AANBESTEDING
GUNNING
Overdracht
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 7/47
2.3 In de verwezenlijkingsfase
2.3.1. Bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering
Bouwdirectie belast met de controle:
Vlaamse Overheid
Agentschap Wegen en Verkeer
Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant
Adres: Dirk Boutsgebouw
Diestsepoort 6 bus 81
3000 Leuven
Vertegenwoordigd door: Ir. Raf Oosters
Tel. :
016 66 57 50
Fax :
016 66 57 55
E-mail: [email protected]
2.3.2. Coördinator - verwezenlijking
Coördinator verwezenlijking:
Adres:
Vertegenwoordigd door:
Tel. :
Fax :
E-mail:
2.3.3. Hoofdaannemer
Bouwdirectie belast met de uitvoering:
Adres:
Vertegenwoordigd door:
Tel. :
Fax :
E-mail:
2.3.4 Onderaannemers (zelfstandigen, externe contractanten,...)
Onderaannemer 1:
Adres:
Vertegenwoordigd door:
Tel. :
Fax :
E-mail:
2.3.5. Nutsmaatschappijen
Nutsmaatschappij 1 : Eandis NV
Adres: Brusselsesteenweg 199
9090 Melle
Vertegenwoordigd door: /
Tel. :
078/35.35.34
Fax :
09/334.43.34
E-mail: [email protected]
Nutsmaatschappij 2 : Fluxys NV (gas)
Adres: Kunstlaan 31
1040 Brussel
Vertegenwoordigd door: /
Tel. :
02/282.72.11
Fax :
02/230.02.39
E-mail: [email protected]
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 8/47
Nutsmaatschappij 3 : Telenet NV (kabeldistributie)
Adres: Liersesteenweg 4
2800 Mechelen
Vertegenwoordigd door: Dienst Netaanleg
Tel. :
015/66.66.66
Fax :
015/33.37.17
E-mail: [email protected]
http://netaanleg.telenet.be/index/contact
Nutsmaatschappij 4 : MIXT-ics nv – Netaanleg (kabeldistributie)
Adres: Meensestraat 91
8500 Kortrijk
Vertegenwoordigd door: /
Tel. :
015/66.66.66 ( particulieren / huishoudens )
015/33.51.51 ( bedrijven en overheden )
Fax :
056/36 95 65
E-mail: [email protected]
Nutsmaatschappij 5 : Belgacom (telefoon)
Adres: Koning Albert II-laan 27
1030 Brussel
Vertegenwoordigd door: /
Tel. :
0800/22.700
Fax :
/
E-mail: [email protected]
Nutsmaatschappij 6 : TMVW (waterleiding)
Adres (planaanvr.) :Stropkaai 14
9000 Gent
Vertegenwoordigd door: /
Tel. :
09/240.04.55
Fax :
09/245.27.58
E-mail: [email protected]
Nutsmaatschappij 7 : Vlaamse Maatschappij voor watervoorziening (waterleiding)
Adres: Belliardstraat 73
1040 Brussel
Vertegenwoordigd door: /
Tel. :
02/238.94.11
Fax :
02/230.97.98
E-mail: [email protected]
Nutsmaatschappij 8 : Pidpa - Hydrorio (Riolering)
Adres: Desguinlei 246
2018 Antwerpen
Vertegenwoordigd door: /
Tel. :
0800/90.300
Fax :
03/260.60.00
E-mail: [email protected]
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 9/47
2.3.6. Adviserende organen ( NAVB, Bodemdeskundige, OVAM,… )
Naam: Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf
Adres: Sint-Jansstraat 4
1000 Brussel
Vertegenwoordigd door: /
Tel. :
02/552.05.00
Fax :
02/552.05.05
E-mail: [email protected]
Naam: OVAM (Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest)
Adres: Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Vertegenwoordigd door: /
Tel. :
015/284.284
Fax :
015/203.275
E-mail: [email protected]
Naam: Probeton vzw (keuring betonproducten)
Adres: Aarlenstraat 53 (bus 9)
1040 Brussel
Vertegenwoordigd door: /
Tel. :
02/237.60.20
Fax :
02/735.63.56
E-mail: [email protected]
2.3.7. Toezichthoudende overheden (technische inspectie, medische inspectie, sociale
inspectie, milieu-inspectie,…)
Naam: Externe directie Toezicht op het Welzijn op het Werk – Directie Vlaams Brabant
Adres: Philipssite 3a,bus 8
3001 Leuven
Vertegenwoordigd door: Dhr. Pieter De Munck
Tel. :
016/31 88 30
Fax :
016/31 88 44
E-mail: [email protected]
Naam: Milieu inspectie Vlaams-Brabant
Adres: Vaartkom 31, bus 2
3000 Leuven
Vertegenwoordigd door: Ing. Marc Vanthienen
Tel. :
016/21 11 50
Fax :
016/21 11 51
E-mail: [email protected]
2.3.8. Andere partijen ( verkeerspolitie, verkeerscentrum, EVT, EMT, … )
Naam: Vlaamse Overheid
Agentschap Wegen en Verkeer
Expertise Verkeer en Telematica ( EVT )
Adres: Graaf de Ferrarisgebouw
Koning Albert II – laan 20, bus 4
1000 Brussel
Vertegenwoordigd door: /
Tel. :
02/553.78.01
Fax :
02/553.78.05
E-mail: [email protected]
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 10/47
Naam: Vlaamse Overheid
Agentschap Wegen en Verkeer
Elektromechanica en Telematica ( EMT )
Afdeling Antwerpen
Adres: Lange Kievitstraat 111-113, bus 43
2018 Antwerpen
Vertegenwoordigd door: /
Tel. :
03/224.66.11
Fax :
03/224.66.05
E-mail: [email protected]
Naam: Vlaamse Overheid
Agentschap Wegen en Verkeer
Elektromechanica en Telematica ( EMT )
Afdeling Gent
Adres: Elfjulistraat 41
9000 Gent
Vertegenwoordigd door: /
Tel. :
09/224.82.11
Fax :
09/224.82.00
E-mail: [email protected]
Naam: Verkeerscentrum Vlaanderen
Adres: Vuurkruisenplein 20
2020 Antwerpen
Vertegenwoordigd door: Dhr. Jean-Pierre Vijverman (afdelingshoofd)
Tel. :
03/443.63.02
Fax :
03/443.63.37
E-mail: [email protected]
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 11/47
2.4 Organigram fase verwezenlijking (SVGP - 4.1.2)
Opdrachtgever
Veiligheidscoördinator ontwerp
VLAAMSE OVERHEID AWV VLAAMS
BRABANT
ABETEC architecten & ingenieurs nv
Vertegenwoordigd door
ing. Joachim Van Israël
Bouwdirectie belast met het ontwerp
VeiligheidscoördinatorVerwezenlijking
ir.
Raf Oosters
GUNNING
AANBESTEDING
Bouwdirectie belast met de uitvoering
aannemer
Onderaannemers:
Overdracht
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 12/47
3. PREVENTIEPRINCIPES
3.1 Risicoinventarisatie
3.1.1. Posten i.v.m. specifieke veiligheidsmaatregelen (SVGP - bijlage 6.4)
Niet van toepassing
3.1.2. Specifieke aandachtspunten i.v.m. te nemen veiligheidsmaatregelen (SVGP - bijlage 6.4)
Overzicht van de specifieke aandachtspunten / kritieke momenten tijdens de uitvoering:
1.
Plaatsen en verwijderen van de werfsignalisatie
2.
Uitvoeringstermijn
De aannemer is ertoe gehouden de werken te voltooien binnen een termijn van 16 werkdagen te rekenen vanaf de dag aangeduid in het dienstbevel tot aanvang der
werken.
Indien de weersomstandigheden gunstig zijn mag de aannemer zelf om een dienstbevel verzoeken. De Aanbestedende Overheid houdt zich het recht voor in één
dienstbevel één of meerdere posten te voorzien. De uitvoeringstermijn voor deze verschillende dienstbevelen kunnen samenvallen en mogen niet gecumuleerd worden.
Ook de uitvoeringstermijn van op elkaar volgende dienstbevelen kunnen elkaar overlappen en mogen niet gecumuleerd worden.
Vóór de aanvang der werken deelt de aannemer zijn planning en de werktijden mee aan het toezichthoudend personeel. Tijdens de uitvoering van de aanleg- en
onderhoudswerken meldt de aannemer dagelijks vóór 9 uur de uitvoering van de werken, telefonisch of per fax.
De aannemer dient het beëindigen van de volledige uitvoering van het dienstbevel te melden binnen de 3 werkdagen na het verstrijken van de werkelijke
uitvoeringstermijn.
3.
Voorafgaande kennisgeving
De voorafgaande kennisgeving wordt ten minste 15 dagen voor de aanvang der werken toegestuurd aan de met toezicht inzake arbeidsveiligheid belaste ambtenaar van
de F.O.D. “Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg” van Limburg en Vlaams-Brabant, Koning Albertstraat 16B te 3290 Diest
Een afschrift van voorafgaande kennisgeving dient 10 kalenderdagen voor de aanvang van de werken (in geval van onvoorzien of dringende werken uiterlijk de dag van
aanvang) op de bouwplaats te worden geafficheerd, uitgezonderd de werken van 6de categorie (mobiele werken).
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nv
4.
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 13/47
Documenten opgemaakt door de aannemer
De opdrachtnemer maakt de volgende detail- en werktekeningen op en legt ze ter goedkeuring voor aan de aanbestedende overheid:
- een gedetailleerd signalisatie en omleidingsplan
Signalisatieplan
De aannemer dient minstens twee weken voor de aanvang van de werken zijn eventuele onderaannemer van de signalisatie bekend te maken.
5. Lokalen ter beschikking gesteld van de aanbestedende overheid
Het ter beschikking stellen van een lokaal of directiekeet is verplicht.
Directiekeet
1. Inrichting
De ter beschikking te stellen lokalen zijn ondergebracht in een dubbelwandige keet, die voorzien is van stromend water, verlichting, verwarming, en van een WC
met waterspoeling. Aan de buitenzijde dient een kastje aangebracht waar, achter een afsluitbare gaas, de bouwvergunning (tot 3 blz. A4) kan uitgehangen
worden.
De keet omvat de volgende lokalen:
- twee burelen, een vergaderlokaal en een lokaal voor de keetwacht(st)er
De oppervlakte van een bureel of vergaderlokaal bedraagt minstens 12 m².
2. Meubilair
De lokalen worden volgens hun bestemming uitgerust met het volgende meubilair:
- voor bureel: een bureau, drie stoelen, twee kasten en een tafel;
- voor vergaderlokaal: twee grote tafels en zes stoelen..
3. Kantooruitrusting aanwezig in de keet
- Internet
De aannemer verbindt de directiekeet met internet door middel van een breedbandverbinding met een minimale downloadsnelheid van 10 Mbps en een
minimale uploadsnelheid van 512 Kbps. In de directiekeet is een WiFi-modem met minstens vier gelijktijdige verbindingen aanwezig die verbonden wordt met de
internetaansluiting.
- Fotokopieerapparaat
In de directiekeet is een fotokopieerapparaat met scanfunctie aanwezig voor bladformaten A4 en A3.
- Bureelbenodigdheden: formulieren voor postenboek en opmaken van betaalstaten, papier ten behoeve van voornoemde kantooruitrusting, kleur- en
markeerstiften, en andere benodigdheden.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 14/47
4. Keetwacht(st)er
Er is geen keetwacht(st)er vereist. De aannemer verzekert wel een wekelijkse onderhoudsbeurt van de keet.
6.
Fasering der werken
De uitvoering van de werken gebeurt in principe in de hierna vermelde fasen:
Er zijn 4 fases in deze uitvoering:
- Fase 1: 3 werkdagen
( kmpt 34.430 tot 35.900)
Het verwijderen van de midden eilanden en aanbrengen van een asfalt onderlaag. Dit gebeurt met een mobiele signalisatie cat 6.
- Fase 2: 7 werkdagen
(kmpt 34.430 tot 35.900)
Uitvoeren van plaatselijke herstellingen, affrezen markeringen en aanbrengen bestrijking/slem
Plaatsen nieuwe prefab midden eilanden
Werken met versmalde rijstroken.
- Fase 3: 4 werkdagen
(kmpt 35.900 tot 37.430)
Uitvoeren van plaatselijke herstellingen, affrezen markeringen en aanbrengen bestrijking/slem
1 richting wordt afgesloten en omgeleid via de E314
- Fase 4: 2wd
Aanbrengen van markeringen met een mobiele signalisatie cat 6
De aanbestedende overheid kan eventueel ingaan op een voorstel van de aannemer tot aanpassing van deze fasen en/of tot omlegging van het verkeer indien blijkt dat
dit voorstel gunstiger is voor het verkeer en de omwonenden. Enkel de aanbestedende overheid kan, op basis van de gegevens volgend uit de aangepaste minderhindertoets, hierover beslissen.
De eventuele vereiste wegmarkeringen die noodzakelijk worden geacht voor de tijdelijke verkeersfasen, worden uitgevoerd door de aannemer. Dit vormt een
aannemingslast.
De definitieve markeringen (overeenkomstig de toestand na het einde der werken), zijn ten laste van de aanbestedende overheid. Hiervoor dient de aannemer de
aanbestedende overheid minstens 2 weken op voorhand te verwittigen en de aanbestedende overheid beschikt over een termijn van minstens 1 week om deze
markeringen uit te voeren.
7. Verkeersomlegging
De omlegging van het verkeer is niet toegelaten, behalve voor: N64.
8. Verkeershinder
Uiterlijk 14 kd voor aanvang der werken bezorgt de aannemer de nodige gegevens in verband met de te verwachten verkeershinder bij uitvoering van de werken.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 15/47
Deze gegevens zijn de volgende:
- een voorstel van begin- en einddatum der werken met verkeershinder (gekoppeld aan de aanvangsdatum);
- fasering (indien afwijkend van deze zoals in dit bestek vooropgezet) met opgave van de voorlopige en geschatte begin- en einddatum;
- de naam en de coördinaten van een aanspreekpunt voor de aanbestedende overheid (zie ook Art. 16.) beschikbaar vanaf 14 dagen vóór aanvang van de voorgestelde
verkeershinder tot het einde ervan.
De opmaak van deze gegevens gebeurt na voorafgaand overleg met de aanbestedende overheid en de federale politie.
Al de documenten worden in drie exemplaren ingediend. Opmerkingen worden door de aanbestedende overheid binnen de week schriftelijk aan de aannemer
overgemaakt.
Uiterlijk 10 dagen vooraf worden de werkelijke begin- en einddatum van de werken met verkeershinder meegedeeld.
Onvoorziene afwijkingen aan faseringen en/of einddatum worden onmiddellijk telefonisch meegedeeld, met bevestiging per fax of e-mail.
9.
Minderhinder-maatregelen
Minderhinder-toets
Tijdens de ontwerpfase van dit project werd in overleg met de bevoegde instanties (gemeentebestuur, politiediensten, openbaar vervoer, publieke dienstverlening, …) en
met behulp van de minderhinder-toets een inschatting gemaakt van de te nemen maatregelen ten behoeve van verkeersafwikkeling en toegang tot eigendommen.
Indien tijdens de uitvoering, op voorstel van de aannemer, een aangepaste fasering wordt toegepast moet de aannemer de minderhinder-toets opnieuw maken aan de
hand van de nieuwe gegevens, rekening houdend met het door de aanbestedende overheid opgegeven ambitieniveau. Voor de invulling van deze toets wordt verwezen
naar de website www.minderhinderplatform.be. Deze toets is op eenvoudig verzoek van de aannemer bij het Vlaams Instituut voor Mobiliteit verkrijgbaar via deze website.
Het ambitieniveau zal op vraag van de aannemer door de aanbestedende overheid binnen de 5 werkdagen meegedeeld worden. Alle meerkosten (t.b.v. signalisatie,
specifieke maatregelen, …) volgend uit de aangepaste minderhinder-toets (ten gevolge van de aangepaste fasering) zijn ten laste van de aannemer.
10. Communicatie
In het kader van dit project wordt gecommuniceerd met omwonenden, ondernemers en andere belanghebbenden d.m.v.
- uitgebreide bewonersbrieven of folders;
- bereikbaarheidsbrieven.
Een uitgebreide bewonersbrief of folder wordt o.a. verspreid voor de start van de werken, voor de start van een nieuwe hinderfase, kort voor het einde van de werken, …
Er worden in totaal 500 bewonersbrieven of folders voorzien. De aannemer staat in voor de invulling, opmaak en druk van de bewonersbrief of folder. Hij staat ook in voor
het bussen van de bewonersbrieven of folders in alle postbussen die zich bevinden in en rond de werfzone. Dit is een aannemingslast.
11. Openbare vervoerdiensten – Hulpdiensten
De aannemer is verplicht 7 kalenderdagen voor de aanvang van de werken beschreven in het betreffend dienstbevel, contact te nemen met de belanghebbende
vervoermaatschappijen en hulpdiensten om een verkeersregeling van het openbaar vervoer tijdens de werken te bespreken.
De aannemer is daarenboven verplicht de openbare vervoerdiensten en de hulpdiensten tijdig van de aanvangsdatum van de werken te verwittigen.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 16/47
Voor de bovenstaande artikels wensen wij te verwijzen naar de risico-analyse van het bijzonder veiligheids- en gezondheidsplan. Bij deze werkzaamheden zal de VC
verwezenlijking zeker een werfbezoek moeten brengen.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
160265
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 17/47
3.1.3. Risicoinventarisatie
3.1.3.1
Risico’s vermeld in de risicoanalyse van AI (SVGP – Bijlage 6.5)
In de volgende hoofdstukken worden voor verschillende posten van dit bestek de taken met de risico’s benoemd met daarnaast de te nemen preventiemaatregelen. De volgende hoofdstukken
van deze risicoanalyse, welke te vinden is op de volgende website http://wegen.vlaanderen.be/documenten/svgp/svgp2006-bijlage6.5.pdf, dienen geraadpleegd te worden
Hoofdstuk IV: Voorbereidende werken en grondwerken
1. VOORBEREIDENDE WERKEN
1.1.2 Op- en afbraakwerken, al of niet voor herbruik
1.1.2.2 Opbreken van verhardingen
8. DUNNE OVERLAGINGEN
Hoofdstuk VI: Verhardingen
2. BITUMINEUZE VERHARDINGEN
Hoofdstuk XIV: Werktuigen en arbeidsmiddelen (integraal)
Hoofdstuk X: Signalisatie
1. NIET-INWENDIG VERLICHTE VERTICALE VERKEERSTEKENS
2. MARKERINGEN
3. SIGNALISATIE VAN WERKEN
4. WERFSIGNALISATIE: OPSTELLING
Hoofdstuk XII: Onderhouds- en herstellingswerken
2. ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSWERKEN AAN BITUMINEUZE
VERHADERINGEN
2.1 Herstellen van gebrekkige plekken
2.2 Dichten van scheuren
2.3 Vlakfrezen van het wegoppervlak
2.4 Gedeeltelijk affrezen van de bitumineuze verharding
2.5 Scheurremmende lagen bij bitumineuze overlagingen
2.6 Voorlopige plaatselijke herstellingen met koud asfalt
4. BITUMINEUZE OVERLAGINGEN
4.1 Beschrijving en materialen
4.2 Bitumineuze mengsels
4.3 Verhaderingen
4.4 Meetmethoden voor hoeveelheden
4.5 Controles
4.6 Specifieke kortingen wegens minderwaarden
1. TRANSPORT EN AANVOER OP DE WERF
2. BESTUREN VAN MACHINES / VOERTUIGEN OP DE WERF
3. ONDERHOUD AAN MACHINES
4. GEBRUIK HANDGEREEDSCHAP
5. GENERATOR
6. COMPRESSOR
7. PNEUMATISCH GEREEDSCHAP
8. BETONZAAG
9. TRILPLAAT
10. BETONMOLEN EN –MIXER
11. MORTELSILO
12. HOGEDRUKREINIGER
13. SNIJBRANDER / LASAPPARATUUR
14. HEFWERKTUIGEN (MONTAGEKRAAN, BOUWKRAAN,
HYDRAULISCHE KRAAN, BOUWLIFT, HOOGWERKER,
LAAGWERKER, SCHAARLIFT)
15. BOSMAAIER
16. KETTINGZAAG / MOTORZAAG
17. HAAGSCHAAR
18. SPROEITOESTEL
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 18/47
Bijkomende risico’s (aanvulling SVGP – Bijlage 6.5)
Hieronder kunt u de taken met de risico’s en de preventiemaatregelen terugvinden welke hierboven niet zijn vermeld.
Hoofdstuk: Werfinrichting
Art. nr.
01.01
01.01.10
VERRICHTINGEN/ACTIVITEITEN
INRICHTEN VAN DE BOUWPLAATS
Opzoeken van de ondergrondse leidingen
RISICO'S
warmte/koude
gasontploffing
blootstelling aan elektrische stroom
giftige stoffen
gas, gevaarlijke producten
01.01.20
val personen begane grond
tijdens de montage, tijdens het gebruik
Werfketen
val voorwerpen bij behandeling
val van de werfkeet tijdens de plaatsing
01.01.21
klemming
tijdens het plaatsen van de werfkeet tussen mobiele
gedeelte, kraan en een vast voorwerp; tijdens het
monteren van de verschillende onderdelen
warmte/koude
Bureau
PREVENTIEMAATREGELEN
Vaststellen van de juiste ligging door het manueel uitvoeren van
controlesleuven op basis van de liggingsplannen en (eventueel) detector.
Bij werkzaamheden aan het net, steeds de onder spanning staande delen
uitschakelen en vergrendelen.
Schriftelijke bevestiging van afwijzing. Aansprakelijkheid bij het niet ter
beschikking stellen van de plannen bij onvolledige gegevens.
Voldoende ruimte en vlakke inplanting voorzien. Regelmatig opruimen.
Plaatsen van b.v. een schoen- en laarzenborstel aan de ingang.
Verankerde toegangstreden.
Heftoestel en hijsgereedschappen laten controleren door
keuringsorganisme.
Voldoende afstand houden. Dragen van PBM's. Verantwoorde inplanting
van het meubilair.
Optimale mechanische afscherming van de verwarmingselementen.
Aanwezigheid brandblustoestellen
blootstelling aan elektrische stroom
verwarming
01.01.22
Materieel- en/of materiaalwagen
val voorwerpen bij behandeling
contact onbeweeglijke voorwerpen
contact met materieel
giftige stoffen
contact door inademing, opneming of opslorping van
giftige stoffen
Gebruik van CE-gekeurd materieel. Voorzien van een
verliesstroomschakelaar.
Oordeelkundige stapeling van het materieel en/of materiaal
=> zware stukken beneden en de lichte stukken boven in de rekken.
Doorgangen vrij van materieel en/of materiaal.
Gescheiden opslag van de verschillende scheikundige producten.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 19/47
01.01.23
Kleedkamer en wasgelegenheid
01.01.24
Eetruimte
01.01.25
01.01.25.A
val personen begane grond
Orde & netheid. Opslorping van giftige stoffen
Dragen van PBM's (veiligheidshandschoenen).
giftige stoffen
contact door inademing, opneming of opslorping van
giftige stoffen
Uitrusting van de keten
Verwarming
warmte/koude
Orde & netheid. Opslorping van giftige stoffen.
Optimale mechanische afscherming van de verwarmingselementen.
Aanwezigheid brandblustoestellen.
blootstelling aan elektrische stroom
elektrocutiegevaar
giftige stoffen
CO -vergiftiging
andere vormen
ontploffing
01.01.25.B
01.01.26
01.01.27
01.01.30
blootstelling aan of contact met giftige stoffen
Verlichting
val personen begane grond
giftige stoffen
bij onoordeelkundig gebruik van de producten
Onderhoud van de werfkeet
andere vormen
oplopen van een insectenbeet omwille van het
aanwezige afval
Huishoudelijk afval
Aansluitingen nutsleidingen - Riolering Waterleiding - Elektriciteit - Telefoon - Fax,..
val personen van hoger vlak
val van personen begane grond
grondverzakking
contact beweeglijke voorwerpen
tijdens het zagen of slijpen van leidingen
blootstelling aan elektrische stroom
01.01.40
Compressor
contact beweeglijke voorwerpen
wegvliegen van voorwerpen, stof of vreemde
Beveiliging door smeltzekeringen => capaciteit aangepast aan het verbruik .
Aarding. Verliesstroomschakelaar. Regelmatige controle van de staat van
de elektrische installatie.
Verluchting : uitlaat voor de verbrande gassen.
Reglementaire plaatsing van ontspanner & terugslagklep. Gasrecipiënt
rechtopzetten buiten de keet en goed verankeren. Goede staat van de
soepele leidingen en ontspanner.
Controle van de elektrische installaties voor ingebruikname van de
werfkeet.
Gebruik van antislipschoeisel.
Aangepaste ontsmettingsprocedures.
Etikettering conform de E.R. (R-&S-zinnen).
Een voldoende aantal en aangepaste afvalbakken voor het vuilnis.
Oordeelkundig afgesloten vuilnisbakken, zodat de insecten geweerd
worden.
Het afbakenen en zo vlug mogelijk dichten van de respectievelijke sleuven.
Regelmatig reinigen van de werkpost.
Respecteren van de natuurlijke afschuivingshoek, indien niet haalbaar =>
beschoeiing toepassen.
Het dragen van PBM's (o.a. veiligheidsbril) bij het maken van de nodige
verbindingen.
Bij werkzaamheden aan het net, steeds de onder spanning staande delen
uitschakelen en vergrendelen.
Dragen van PBM's. Bij het uitvoeren van werkzaamheden met perslucht
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 20/47
voorwerpen
andere vormen
geluidsarm > 85 Dba - trillingen
01.02
(=> veiligheidsbril). Werkdrukontlasting bij het ontkoppelen.
Geluidswerende omkasting van de machine. Dragen van
gehoorbescherming (=> oordopjes of oorschelpen).
Werken op of langs de openbare weg
Aanrijding
Geluidsoverlast
Gevaar voor het wegverkeer
Blootstelling aan de zon / UV-straling / projectie
(warme) deeltjes
Goedgekeurde signalisatieplannen en vergunning – goedgekeurde
signalisatie plaatsen en aanpassen – werken binnen de signalisatie
Bij elke activiteit of handeling op het terrein is verplicht:
Het dragen van signalisatiekledij op of in de onmiddellijke omgeving van het
verkeer.
Indien mogelijk verkeersvrij maken
Indien niet verkeersvrij:
Wegsignalisatie conform de richtlijnen;
Dragen van gehoorbescherming is verplicht vanaf 90dB
De werkzaamheden zoveel als mogelijk centraliseren.
Dragen van aangepaste werkkledij is verplicht (geen korte broek of bloot
bovenlichaam)
Dragen van PBM’s (oogbescherming bij onder andere lassen en slijpen)
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 21/47
Hoofdstuk: Nutsleidingen
ART. NR.
13.01
VERRICHTINGEN/ACTIVITEITEN
ALGEMEEN
RISICO'S
contact beweeglijke voorwerpen
verkeersrisico / aanrijding
13.02
13.02.10
GRONDWERKEN
Graven van sleuven
val van personen
val in sleuven of putten
val van personen op de begane grond
uitglijden
grondverzakking
instorten sleuf; loskomen van mass's aarde, rots,
stenen van het talud; val van mass's aarde op het
maaiveld
blootstelling aan of contact met giftige stoffen of
stralingen
aanwezige nutsleidingen
blootstelling aan of contact met giftige stoffen of
stralingen
gas (CH4 of CO) explosie (C3H8 of C4H10) en
verstikking (= N2 of CO2)
13.02.11
Manuele uitgraving
PREVENTIEMAATREGELEN
Het personeel dient te beschikken over de nodige instructies, een goede
voorbereiding van de werken is noodzakelijk, de werken mogen slechts
beginnen na melding van de Bevoegde Overheid indien dieper dan 1,20
meter, gebruik van PBM's (helm)
andere vormen
verdrinking door het beschadigen van het
waterleidingsnet
contact met onbeweeglijke voorwerpen
vallen
Dragen van PBM's (reflecterende kledij). Signalering van de
transportwegen (aan - en afvoer). Oranje flikkerlicht bij verplaatsing van het
rollend materieel op de openbare weg.
Automatische inschakeling van het akoestisch signaal bij het achteruitrijden
van het werfvoertuig en bij het in de gevaarzone komen van de
bovenwagen graafmachine.
Aanbrengen van de nodige reglementaire collectieve beveiligingen
(leuningen : bovenreling, tussenreling & plint, e.d.).
Zorgen voor een goede ondergrond (verwijderen modder e.d.).
Dragen van PBM's (veiligheidsschoenen of botten met slipvrije stalen
zolen).
Voorzien van een reglementaire beschoeiing vanaf 1,2 m diepte.
Mechanische benadering tot op 50 cm van de ligging, verder vrijmaken met
handgereedschap, bv. Schop.
Het in acht nemen van de nodige veiligheidsafstand (> 1,2 m) tov de
sleufwand bij mechanische graafwerkzaamheden en let op de plaatsing van
de onderwagen tov de sleuf. Voorzie steeds voldoende mechanische
verluchting, meer in het bijzonder bij het werken in een besloten ruimte.
Machinale benadering tot op 50 cm; dwz in de onmiddellijke omgeving van
de nutsleiding, deze met handgereedschap (bv. Schop) vrijmaken.
Sleuven en putten steeds collectief afschermen door het dichtleggen of het
plaatsen van leuningen : bovenreling (1 à 1,2 m hoogte), tussenreling (0,4 à
0,5m hoogte) en een plint van 15 cm hoogte.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 22/47
stoten of snijden aan (uitstekende voorwerpen)
treden op voorwerpen
inspanning, verkeerde beweging of uitglijden
zonder val
tijdens behandeling zonder drijfkracht of slechte
werkhouding
13.02.12
Machinale uitgraving
klemming
tussen machine en voorwerp
omkantelen van de machine
blootstelling of contact met elektrische stroom
in aanraking komen met de bovengrondse leidingen
blootstelling aan of contact met giftige stoffen
uitlaatgassen
in putten, riolen, e.d. : rioolgassen : H2S, CH4
explosieve gassen, C2H2, C3H8, C4H10,…
zuurstoftekort (< 18%)
andere toxische stoffen bv van industrie, C12 - dampen
val van personen
val in sleuven of putten
van machine in sleuf
klemming
tussen machine : graafmachine en voorwerp
(=bouwelement ) of
Dragen van PBM's (veiligheidshandschoenen).
Verplicht gebruik van veiligheidshandschoenen met stalen neus & zool.
Manuele uitgraving en dus manuele belasting van de rug trachten te
beperken door maximaal machinaal uit te graven en een afwisselende
werkhouding te voorzien.
Vrijhouden van een gangpad van 60 cm. Collectieve afscherming
(leuningen) bij een mogelijke val van > 2 m diepte. Respecteer
veiligheidsafstand van 1,2 m tussen de onderwagen van de graafmachine
en de sleufwand.
In acht nemen van een minimale breedte van de doorgangen van 80cm.
Signalisatie van het draaibereik van de bovenwagen. Intermitterend
akoestisch signaal bij uitzonderlijke werkuitvoeringen.
CE gekeurde graafschop met ROPS beveiliging.
Voldoende afstand in acht nemen van de graafmachine tov de luchtlijn, bv
bij LS > 2 m, HS > 2,5 + (Un x 0,001 m).
voorzie steeds de nodige verluchtingskanalen (afvoerkanaal voor de
bezoedelde atmosfeer en het kanaal voor verse luchttoevoer ) vooral bij het
werken in besloten ruimten, bv tunnel.
Dragen van de nodige PBM's : omgevingsonafhankelijke luchtapparatuur.
Mechanische afzuiging van de schadelijke & explosierijke gassen en een
volledig gescheiden aanvoer van gezuiverde lucht. Verplichte aanwezigheid
van een veiligheidswacht buiten de gevaarlijke zone. Rioolreiniging voor de
uitvoering van de werkzaamheden. Persoonlijke hygiëne (handen wassen,
rechtstreeks contact met het rioolwater vermijden e.d.....).
Aanbrengen van de nodige reglementaire collectieve beveiligingen
(leuningen : bovenreling, tussenreling & plint (15 cm hoogte) bij een
mogelijke val van > 2 m diepte. Dichtleggen van de puttoegang. Vrijhouden
van een gangpad van 60 cm langs de sleuf.
Respecteer de veiligheidsafstand van 1,2 m tussen de onderwagen van de
graafmachine en de sleufwand.
Machine met CE keuring (ROPS beveiliging).
In acht nemen van een minimale breedte van de doorgangen van 80cm.
Signalisatie van het draaibereik van de bovenwagen. Intermitterend
akoestisch signaal bij uitzonderlijke werkuitvoeringen (=
uitwijkingsmanoeuver van het tegengewicht van de bovenwagen).
verdichtingsmachine (terugslag)
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 23/47
omkantelen van de machine
inspanningen verkeerde bewegingen
overbelasting van de gewrichten door trillende
verdichtingsmachine
blootstelling of contact met elektrische stroom
CE conforme machine met ROPS beveiliging.
Manuele belasting van de rug trachten te beperken en een afwisselende
werkhouding te voorzien.
Voldoende afstand in acht nemen van de graafmachine tov de luchtlijn, bv
bij LS > 2 m, HS > 2,5 + (Un x 0,001 m).
blootstelling aan of contact met giftige stoffen
uitlaatgassen
13.02.30
Let op de stand van de uitlaatpijp van de verbrandingsmotor (naar boven
gerichte uitgaat met automatische afsluitklep tegen vochtinsijpeling. Voorzie
verluchtingskanalen speciaal bij het werken in besloten ruimten.
Uitbreken en herstellen van verhardingen en
kunstwerken
val van personen
val in sleuven of putten
contact met beweeglijke voorwerpen
wegvliegende materiaaldeeltjes
klemming
tussen machine : uitbreekmachine (hydraulische
breekhamer) en terugslag
inspanningen verkeerde bewegingen
overbelasting van de gewrichten door trillende
verdichtingsmachine
blootstelling of contact met elektrische stroom
Putten en sleuven dienen te worden afgeschermd met reglementaire
collectieve afscherming (bovenreling op 1 à 1,2 m, tussenreling op 0,4 à 0,5
m en een plint van 15 cm hoogte).
Dragen van PBM's : veiligheidsbril. Stuurhuis van de CE graafmachine is
beschermd tegen vallende voorwerpen (FOPS).
Toepassen van de omstandigheden aangepaste uitbreektechnieken, bv
freesmachine, hydraulische knipschaar, ….
Afwisselend werk.
Neem de juiste werkhouding aan.
Raken boven - of ondergrondse leidingen.
blootstelling aan of contact met giftige stoffen
gassen in bestaande putten of sleuven
eventueel contact met (gebonden) asbest
13.03
13.03.10
LEVEREN EN LEGGEN VAN LEIDINGEN,
KABELS, ….
Aanvoer en lossen van leidingen en
hulpstukken per vrachtwagen
Voorzie steeds voldoende mechanische verluchting, meer in het bijzonder
bij het werken in besloten ruimten.
Gebruik van traagdraaiende snijgereedschappen, gepaste maatregelen
nemen tegen mogelijke stofvorming (veel water gebruiken), afsche-men van
de omgeving door ontsmettingszones (compartimentering).
val van voorwerpen bij de behandeling ervan
voorwerp valt van hoger gelegen vlak
Gebruik van de aangeleerde hijstechnieken (geen gereedschap of materiaal
op de te verplaatsen last achterlaten, goedgekeurde lengen, het
professioneel aanslaan van de last, gebruik van lasthaak,…).
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 24/47
stapeling valt uit mekaar
klemming in een voorwerp of tussen voorwerpen
kwetsen tijdens vast/losmaken
13.03.20
val van voorwerpen bij de behandeling ervan
klemming in een voorwerp of tussen voorwerpen
het zich kwetsen tijdens ontvangst, positionering of het
lossen
inspanning, verkeerde beweging
Leggen van leidingen
Toepassen van de aangeleerde stapeltechniek, bv het vergrendelen van de
stapeling door het gebruik van wiggen, lastverdelers, ….
Toepassen van de juiste hijsmethode bij het aanslaag van lasten, bv de
plaatsing van de handen bij het aanpikken van de last,…
Toepassen van de aangeleerde werkmethode.
Toepassen van de aangeleerde werkmethode.
Aannemen van een goede houding.
13.03.30
13.03.31
13.03.32
Kabels afrollen
Draaiende haspel op rijdende machine
Draaiende haspel op stilstaande machine,
manueel afrollen
contact met beweeglijke voorwerpen
slingeren van de haspel
afbreken van de haspel
Gebruik van een hydraulische rem bij het afrollen. Toepassen van de
aangeleerde werkmethode. Vrijhouden van de zweepslagzone bij eventuele
kabelbreuk. Zorg voor een goede interactie tussen de veiligheidsorganen
tijdens het afrollen.
contact met beweeglijke voorwerpen
afbreken van de kabel
slingeren van de haspel
Gebruik van een hydraulische rem bij het afrollen. Toepassen van de
aangeleerde werkmethode. Vrijhouden van de zweepslagzone bij eventuele
kabelbreuk. Zorg voor een goede interactie tussen de veiligheidsorganen
tijdens het afrollen.
inspanning, verkeerde beweging
overbelasting tijdens afrollen
13.03.33
13.03.33A
13.03.33B
13.03.40
Verbinden
Moffen in elkaar duwen
Verbinding mbv flenzen : dichting plaatsen,
vastschroeven, omwikkelen (Denso of
gelijkaardig)
Moflassen
Dwarsingen dmv boring
Toepassen van de aangeleerde werkmethode.
contact met beweeglijke voorwerpen
klemming of pletting van lichaamsdeel tijdens het in
elkaar duwen
inspanning, verkeerde beweging
overbelasting tijdens afrollen
contact met koude of warmte
verbranden
blootstelling aan of contact met elektrische stroom
elektrocutie
blootstelling aan of contact met giftige dampen
inademen lasdampen en/of stof
val van personen
Gebruik van de juiste werkmethode.
Dragen van PBM's.
Gebruik van zeer lage veiligheidsspanning ZLVS.
Voorzie de nodige verluchting of PBM's (gasmaker).
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 25/47
val in sleuven of putten
val van personen op de begane grond
uitglijden
13.03.50
13.04
13.04.10
grondverzakking
instorten sleuf
loskomen van mass's aarde, rots, stenen van het talud
val van mass's op de begane grond
blootstelling aan, of contact met elektrische stroom
aanwezige nutsleidingen
blootstelling aan, of contact met giftige stoffen of
stralingen
gas, explosie en verstikking
contact beweeglijke voorwerpen
snijden tijdens vlakslijpen
klemming in een voorwerp
tijdens positioneren, aandrukken
blootstelling of contact met koude of warmte
tijdens opwarmen en verbinden van kunststofleidingen
blootstelling en contact met giftige stoffen
lasdampen
Lassen
REINIGEN VAN DE LEIDINGEN
Gasleiding of wachtleiding
Waterleiding spoelen
val van personen
val in sleuven of putten
val van personen op de begane grond
uitglijden
grondverzakking
instorten sleuf
val van mass's aarde, rots, stenen van de talud
contact met beweeglijke voorwerpen
wegvliegende voorwerpen
blootstelling aan, of contact met giftige stoffen of
stralingen
gas, explosie en verstikking
andere vormen
verdrinking door raken beschadigen waterleiding
blootstelling aan, of contact met elektrische stroom
Voorzie de nodige collectieve beveiligingen (leuningen, plinten, e.d.).
Zorgen voor goede ondergrond (verwijderen modder e.d.).
Dragen van PBM's, werkschoenen of - botten met slipvrije zolen.
Voorzien van voldoende beschoeiing.
Respecteer de veiligheidsafstand tot de aanwezige leidingen.
Respecteer de veiligheidsafstand tot de aanwezige leidingen.
Voorzien van de nodige afscherming.
Gebruik juiste werkmethoden.
Dragen van PBM's.
Voorzien van de nodige verluchting en (punt)afzuiging.
Voorzie de nodige collectieve beveiligingen (leuningen, e.d.).
Zorgen voor goede ondergrond (verwijderen modder e.d.).
Dragen van PBM's, werkschoenen of - botten met slipvrije zolen.
Voorzien van voldoende beschoeiing.
Voorzien van snelkoppelingen of bandklemmen op de persluchtleidingen (6
kg/cm2 of hoger).
Respecteer veiligheidsafstand tot de aanwezige leidingen.
Respecteer de nodige collectieve beveiligingen (leuningen, e.d.).
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 26/47
aanwezige nutsleidingen
verhoogd risico door aanwezigheid van water
13.05
13.05.10
13.05.11
HUISAANSLUITINGEN
Muurdoorgangen
Maken muurdoorgangen
val van personen
val in sleuven of putten
val van personen op de begane grond
uitglijden
grondverzakking
instorten sleuf
val van mass's aarde, rots, stenen van de talud
contact met beweeglijke voorwerpen
stof tijdens boren
door draaiende delen
verkeerde beweging
tijdens af- en aankoppeling
blootstelling aan, of contact met elektrische stroom
aanwezige nutsleidingen
door de elektrische apparatuur
blootstelling aan of contact met giftige stoffen of
stralingen
13.05.20
13.05.21
13.05.22
Proefnemingen
Drukproeven water- en gasleidingen
Plaatproeven
contact beweeglijke voorwerpen
wegspringende slang, e.d.
wegvliegend stof en lucht
klemming in een voorwerp of tussen een voorwerp
tijdens de plaatproef
Respecteer veiligheidsafstand tot de aanwezige leidingen.
Zorgen voor goede ondergrond (verwijderen modder e.d.).
Dragen van PBM's, werkschoenen of - botten met slipvrije zolen.
Voorzien van voldoende beschoeiing.
Dragen van PBM's : gelaatsbescherming. Juiste werkmethoden (goede
greep, positie e.d.). Stofmasker en gelaatsbescherming.
Voorzie een goede positionering.
Respecteer veiligheidsafstand tot de aanwezige leidingen.
Gebruik van dubbel geïsoleerd handgereedschap.
Respecteer de veiligheidsafstand tot de aanwezige leidingen.
Voorzie goede, aangepaste koppelingen.
Dragen van PBM's (stofmasker, veiligheidsbril).
Gebruik de juiste werkmethode voor de beproeving.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 27/47
Hoofdstuk: Werken in de hoogte
Art. nr.
18.01
VERRICHTINGEN/ACTIVITEITEN
RISICO'S
PREVENTIEMAATREGELEN
HET OPBOUWEN EN GEBRUIK VAN
STEIGERS
val personen van
hoger vlak tijdens
het (de)monteren
van de steiger
Enkel daartoe opgeleide arbeiders, onder toezicht van een bevoegd persoon, mogen de
stelling opbouwen. (KB 31 aug 2005)
De werkgever die de steiger monteert moet beschikken over de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant. In dit document dienen de stabiliteitsberekeningen opgenomen. Indien niet dan
dient deze stabiliteitsberekening te gebeuren door iemand die hiervoor de expertise heeft.
Het is aan te raden steigers te gebruiken die voldoen aan de norm EN12810 en 12811.
Er dient een montage-, ombouw- en demontageschema opgesteld te worden indien dit niet
aanwezig is in de gebruiksaanwijzing.
De werkgever die de steiger (de)monteert zorgt ervoor dat de bevoegd persoon een
instructienota opstelt betreffende het gebruik van de steiger. Deze nota bevat alle nuttige
instructies die moeten nageleefd worden om de risico's verbonden al naargelang, hetzij de
(de)montage, ombouw , hetzij het gebruik van de steiger te ondervangen. Deze
instructienota dient steeds op de bouwplaats aanwezig te zijn.
val personen van
hoger vlak tijdens
de werkzaamheden
op de steiger
Enkel daartoe opgeleide arbeiders, onder toezicht van een bevoegd persoon, mogen de
stelling gebruiken, en dit conform de instructienota waarvan hierboven sprake.
Er mogen geen wijzigingen uitgevoerd te worden, enkel door hiervoor opgeleid personeel
onder toezicht van de bevoegd persoon.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 28/47
De gedeelten van de steiger(s) die niet gebruiksklaar zijn dienen voorzien te zijn van een
waarschuwing conform de voorschriften inzake de veiligheids- en gezondheidssignalering op
het werk.
Opbouw van de steiger zodanig dat :
- geen enkel onderdeel, tijdens het gebruik van de steiger, ten opzichte van het geheel kan
bewegen.
- zij de lasten kunnen weerstaan waaraan ze worden blootgesteld
- zij kunnen weerstaan aan de atmosferisch weersomstandigheden, inzonderheid de invloed
van de wind
De steiger dient verankerd of bevestigd te worden aan een punt dat voldoende weerstand
biedt of beschermd worden tegen elk risico van wegglijden of omvallen door elk ander middel
met een gelijkwaardige doeltreffendheid. De voorschriften van de constructeur dienen
opgevolgd te worden.
Het draagvlak van de steiger moet voldoende stevig zijn om elke vervorming van de
ondersteunende delen te voorkomen.
Er mogen geen gevaarlijke openingen voorkomen tussen de randen van de vloeren en het
bouwwerk of indien dit niet mogelijk is dient men het risico tegen vallen te voorkomen d.m.v.
collectieve beschermingsmiddelen.
Er moet voorzien worden in voldoende veilige toegangswegen tussen de verschillende
vloeren van de steiger. Tot een hoogte van 5m mag de toegang via een buitenladder
gebeuren die vastgemaakt is aan de steiger en min. 1m uitsteekt.
Op elk niveau van de steiger dient er aangepaste bescherming tegen vallende voorwerpen
aangebracht te worden (leuning van min. 1m hoog met tussenleuning en kantplint)
Bij intensief gebruik van de steiger of wanneer een vluchtweg noodzakelijk is dient men een
trappentoren te voorzien.
De afmetingen, vorm en ligging van de vloeren dienen aangepast te zijn aan de aard van het
werk en de lasten, opdat er veilige passage mogelijk is en er veilig kan op gewerkt worden.
De werkvloeren dienen volledig dicht te zijn, zonder overlappende vloerelementen die
struikelgevaar opleveren.
De vloeren dienen zoding gemonteerd dat hun onderdelen bij normaal gebruik niet kunnen
bewegen.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 29/47
Rolsteigers dienen aandezelfde voorwaarden te voldoen van steigers en dienen opgesteld
en gebruikt te worden overeenkomstig de gebruiksvoorschriften van de fabrikant, ongewilde
bewegingen tijdens de werken dient steeds voorkomen te worden (wielen vastzetten).
Wanneer de rolsteiger verplaatst wordt mogen er zich geen werknemers op bevinden, tenzij
de rolsteiger speciaal ontworpen is hiervoor.
Het gebruik van een rolsteiger is beperkt in hoogte: max. 12m voor binnengebruik (indien
geen windbelasting + vaste ondergrond). Max 8m voor buitengebruik (bekleden met zeilen is
verboden). De breedte van het steunvlak moet groter zijn dan een derde van de hoogte.
Steigers op ladderklampen worden enkel toegestaan voor werken van korte duur zonder
repetitief karakter. Deze steiger mag enkel als werkplatform worden gebruikt nooit als
opvangvlak voor bijvoorbeeld de beveiliging van dakwerken. Andere preventiemaatregelen:
- er dient bij deze steigers eveneens een collectieve valbeveiliging voorzien te worden. Deze
dient op een veilige manier ge(de)monteerd te worden.
- de ladders dienen vastgemaakt te worden zodat ze niet kunnen wegschuiven, dit geldt
zowel voor de ondersteundende ladders als de toegangsladder. Er dient steeds een aparte
toegangsladder voorzien te worden.
- de werkvloer dient volledig dichtgemaakt te worden, de vloerelementen mogen niet
overlappen en ook niet uitkragen.
- er mag slechts 1 persoon aanwezig zijn op het werkplatform.
val van
voorwerpen van
hoogte
(De)montage van de steiger enkel door opgeleid personeel en onder toezicht van een
bevoegd persoon.
Helmdracht verplicht tijdens (de)montage en gebruik van de steiger;
Indien derden zich in de nabijheid van de stelling of bijv. onder de steiger kunnen begeven
dienen aangepaste middelen voorzien te worden om verwondingen te voorkomen (bijv.
opvangzeil, gesloten plafond,…)
het plaatsen van bijkomende uitrusting aan een steiger (bijv. zeilen) is verboden als er geen
berekeningsnota of gebruiksinstructie beschikbaar is die aantoont dat het op een veilige
manier gebeurt.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 30/47
Er dient steeds een kantplint van minimum 15cm hoog voorzien te worden aan de werkvloer.
Regelmatige opkuis en verwijderen van afval.
18.02
WERKEN IN DE HOOGTE
>2m
Alle werken in de hoogte die niet
m.b.v. een steiger worden uitgevoerd
val van personen
van hoger vlak
Elke rand of opening met valhoogte van meer dan 2m (dak, trappen, vides, werkvloeren, …)
voorzien van collectieve valbeveiligingsysteem, dit kan zijn door:
- het voorzien van tijdelijke leuningen die voldoen aan de norm EN13373 voor tijdelijke
leuningen, waarbij de juiste klasse van leuning wordt gebruikt voor de toepassing (bijv. voor
beveiliging van een dakhelling tussen 30° en 60° dient er een klasse C leuning geplaatst
voorzien van veiligheidsnetten)
- het voorzien van vangnetten, bijv. in dak- of vloeropeningen, conform de norm EN1263.
Waarbij de voorschriften van de constructeur dienen opgevolgd te worden, o.a.:
* maximum afstand tussen de ophangpunten
* diagram van de constructeur met maximale uitbuiging van het net
ingevolge een val van een persoon, nakijken en opvolgen
* op basis van diagram nakijken of er voldoende hoogte overblijft onder het
net
Het monteren of demonteren van de collectieve valbeveiliging dient steeds op een veilige
manier te gebeuren. Waarbij terug voorrang gegeven dient te worden aan collectieve
beveiliging (bijv. vanop een steiger of m.b.v. een hoogwerker). Indien dit niet mogelijk is kan
men overschakelen op persoonlijke valbeveiliging.
- Gebruik van persoonlijke valbeveiliging (enkel in uitzonderlijke situaties wanneer
collectieve beveiliging niet te verantwoorden is), preventiemaatregelen bij PBM's zijn:
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 31/47
Art. 6 (van het KB van 13 juni 2005 betreffende het gebruik van persoonlijke
beschermingsmiddelen)
Ieder PBM moet in elk geval:
1° geschikt zijn voor de te voorkomen risico’s, zonder zelf een vergroot risico in te houden;
2° beantwoorden aan de heersende omstandigheden op de arbeidsplaats;
3° afgestemd zijn op de vereisten met betrekking tot de ergonomie, het comfort en de
gezondheid van de werknemer;
4° na de nodige afstelling geschikt zijn voor de drager.
- Het veiligheidsharnas moet via een buigzame vanglijn met beperkte lengte verbonden
worden met hetzij een verankeringspunt, hetzij een bevestigingssysteem dat vastgehecht is
aan één of meerdere verankeringspunten. Er moet onder de gebruiker een minimale speling
zijn, ten opzichte van het opvangoppervlak of eender welke hindernis om te verhinderen dat
een vallende persoon zich verwondt. Dit wordt bepaald aan de hand van gegevens die de
fabrikant in de gebruiksaanwijzing heeft vermeld
- het PBM en onderdelen dienen gekeurd te zijn (keuring op de bouwplaats beschikbaar
hebben):
om de 12 maanden;
nadat het systeem een val van een persoon heeft opgevangen.
- de gebruiker dient de nodige instructies te krijgen betreffende het gebruik
- er mag enkel gebruik gemaakt worden van een veiligheidsharnas als bescherming tegen
vallen, geen positioneringsgordel.
Veilige toegang voorzien waarbij het gebruik van ladders wordt beperkt tot een hoogte van
7,5m. Een ladders mag niet gebruikt worden indien ook materiaal/materieel moet
meegenomen worden (zie deel Ladders voor de preventiemaatregelen). In dat geval dient
men te voorzien in een trappentoren (preventiemaatregelen idem als steigers).
Bij gebruik van een hoogwerker dient men volgende preventiemaatregelen in acht te
nemen:
- het geldig keuringsverslag van de periodieke keuring dient aanwezig te zijn bij het toestel
- de handleiding dient aanwezig te zijn bij het toestel
- de gebruiker dient min. 18jaar oud en dient de nodige instructies te krijgen voor het werken
met de hoogwerker (attest voorleggen) + dient medische controle te ondergaan
(veiligheidsfunctie)
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 32/47
- dragen van een veiligheidsharnas overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant van
het toestel
- een hoogwerker enkel gebruiken als werkplatform en niet als opvangvlak
- opstelling op stabiele ondergrond
- gebruik hoogwerker vermijden bij bij windkracht groter dan 12,5m/s
- indien risico's voor derden kunnen optreden dient men gepaste maatregelen te nemen om
dit te voorkomen, bijv. afschermen werkzone, plaatsen signalisatie, …
Gebruik van een personenbak aan een kraan opgehangen kan slecht in uitzonderlijke
omstandigheden wanneer het werken van korte duur betreffen, de preventiemaateregelen
zijn:
- in de werkbak dient men een (gekeurd) veiligheidsharnas te dragen
- de combinatie personenbak/hefwerktuig moet als geheel door een EDTC gekeurd te
worden
- wanneer personen in de werkbak worden vervoerd, mag de totale belasting van het
hefwerktuig niet groter zijn dan de helft van de max. belasting voor het heffen en hijsen van
lasten
Voor werken vanuit een container die aan een kraan is opgehangen gelden dezelfde
preventiemaatregelen als voor een personenbak aan een kraan + dienen onderstaande
gegevens voorgelegd te worden aan de overheid (FOD WASO):
- vooraf dient de aannemer een uitgebreide risicoanalyse op te maken om een veilige
werkmethode vast te leggen
- tijdens de werken dient er toezicht gehouden te worden zodat eventueel de werkmethode
kan aangepast worden
- berekeningsnota voorleggen waarin de normale en incidentele belastingen werden
opgenomen
val van
voorwerpen van
hoogte
Er dient steeds een kantplint van minimum 15cm hoog voorzien te worden aan de rand van
een valopening.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 33/47
Kleine openingen ook afdekken om te voorkomen dat voorwerpen kunnen beneden vallen.
Regelmatige opkuis en verwijderen van afval.
Helmdracht verplicht op de bouwplaats
Indien derden verwondingen kunnen oplopen dienen aangepaste middelen voorzien te
worden om verwondingen te voorkomen (bijv. opvangzeil, overkappen,…)
Electrocutie
werken in nabijheid
van luchtlijnen
18.03
Respecteren van de min. afstand tot de luchtlijnen (art, 192 AREI). Binnen de gevaarlijke
zone mag geen enkel werk uitgevoerd worden zonder schriftelijke toelating van de
lijnbeheerder en zonder dat de in deze toelating opgelegde werkvoorwaarden nageleefd
worden. Dus steeds de lijnbeheerder vooraf contacteren wanneer in de buurt van luchtlijnen
dient gewerkt te worden!
WERKEN OP EEN LADDER
enkel toegelaten wanneer het gebruik van andere, veiligere
arbeidsmiddelen niet verantwoord is, gelet op gering risico's,
korte gebruiksduur, hetzij de bestaande kenmerken van de
arbeidsplaatsen/werkposten niet kunnen veranderd worden.
val van personen
De ladder dient zodanig geplaatst dat de stabiliteit bij de toegang en tijdens gebruik ervan
van hoger vlak
gewaarborgd is en dat de sporten horizontaal blijven.
De ladder moet gemaakt zijn uit aangepaste materialen (metaal, aluminium, hout of
kunststof) in functie van de gebruiksomstandigheden.
Gebruik een ladder gemaakt volgens de norm EN 131-1, zij dragen bv in België het V.G.S.
label.
Maximale lengte van 7,5m te overbruggen met een ladder.
Draagbare ladders dienen ondersteund en rusten op stabiele en stevige steunpunten met
passende afmetingen zondanig dat zij onbeweeglijk blijven.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nv
AWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID 1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 34/47
Het wegglijden van de ladder dient tegengegaan , hetzij door de boven- of onderkant van de
ladderbomen vast te zetten, hetzij, door middel van een antislipinrichting of een andere
gelijkwaardige doeltreffende oplossing.
Toegangsladders dienen steeds voldoende boven het toegangsniveau uit (min. 1m), tenzij
andere voorzieningen getroffen worden om een veilig houvast te waarborgen.
Meerdelige ladders en schuifladders zodanig gebruiken dat de verschillende delen niet
kunnen bewegen ten opzichte van elkaar.
Beweegbare ladders moeten worden vastgezet vooraleer ze te betreden.
Werknemers dienen steeds een veilige steun en houvast te hebben.
Het dragen van lasten via een ladder dient vermeden te worden en dient zich te beperken tot
lichte lasten en mag een veilig houvast niet belemmeren.
Bij windsnelheden van meer dan 6 Beaufort dienen de werken op een ladder gestaakt.
Op een ladder mogen geen werken uitgevoerd worden waarbij belangrijke trek- en
duwkrachten moeten worden uitgevoerd (bijv. geen aangedreven gereedschap)
De tijdsduur van het werken op een ladder dient beperkt te worden, in Nederland is dit
beperkt tot 4u per project.
Hangladders worden stevig vastgemaakt en op dergelijke wijze dat zij, met uitzondering van
touwladders, niet kunnen verschuiven en dat heen en weer zwaaien wordt vermeden.
Regelmatige periodieke controle door een bevoegd persoon.
Een beschadigde ladder dient onmiddellijk vervangen te worden.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 35/47
3.1.4. Werken aan nutsleidingen in opdracht van AWV
Specifieke risico’s en preventiemaatregelen als aanvulling op de risicoinventarisatie
De werken aan de nutsleidingen zijn nog niet gekend.
De aannemer heeft een meldingsplicht (ingeval van problemen met nutsleidingen tijdens de uitvoering)
Het uitvoeren van de werken met de nodige voorzichtigheid en mits het treffen van de wettelijke
voorzorgsmaatregelen (o.a. voorafgaande peilingen) in nabijheid van nutsleidingen en bijhorende installaties is
een aannemingslast. In de aanvangsfase kunnen de werken op verzoek van de aannemer tijdelijk worden
onderbroken teneinde de vergunning- houdende nutsmaatschappijen de kans te geven hun installaties te
verplaatsen of aan te passen.
Ingeval er zicht tijdens de uitvoering van de werkzaamheden problemen voordoen mbt de nutsleidingen of
verplaatsing van nutleidingen zich opdringt, dient de aannemer de aanbestedende overheid en de coördinatorverwezenlijking hiervan onmiddellijk in te lichten.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 36/47
4. Bouwplaatsreglement (SVGP - 4.2)
Zoals vermeld staat in het standaard veiligheids- en gezondheidsplan voor de wegenbouw, is het
bouwplaatsreglement daarin vervat. Hieronder werden enkele extra specifieke veiligheidsmaatregelen opgesomd.
Deze reglementen doen geen afbreuk aan de verplichtingen die voortvloeien uit de bepaling van :

Algemeen reglement op de arbeidsbescherming (ARAB en CODEX);

Het algemeen reglement op de elektrische installaties (AREI);

De wet op de overheidsopdrachten;

De collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s);

De geldende reglementen met betrekking tot milieu.
4.1 Bijkomende algemene preventiemaatregelen
4.1.1. Maatregelen tegen vallende voorwerpen
De werknemers moeten, wanneer dat technisch mogelijk is, als groep met algemene middelen tegen vallende
voorwerpen worden beschermd.
Materialen en uitrusting moeten zodanig worden geplaatst of gestapeld dat zij niet kunnen instorten, verschuiven,
omvallen of kantelen. De zware stukken moeten beneden en de lichte stukken bovenaan in de rekken geplaatst
worden.
Zo nodig moet er op de bouwplaats in overdekte doorgangen worden voorzien of moet de toegang tot gevaarlijke
zones onmogelijk worden gemaakt.
4.2 Bijkomende preventiemaatregelen met betrekking tot de inrichting van de werf
4.2.1. Stabiliteit s- en stevigheidcontrole van werkplekken
Algemeen
De materialen, de outillage en algemeen gesproken elk element dat bij welke verplaatsing dan ook de veiligheid
en gezondheid van de werknemers in gevaar kan brengen, moeten op passende veilige wijze worden
gestabiliseerd.
De toegang tot elke oppervlakte bestaande uit materialen die onvoldoende weerstand biedt, is slechts toegestaan
indien de benodigde uitrusting of passende middelen worden geleverd om de werkzaamheden op een veilige
manier te verwezenlijken.
Werkplekken in ruimten op de bouwplaatsen
De werkplekken in ruimten op de bouwplaats moeten een constructie en een stabiliteit bezitten die aangepast zijn
aan de aard van het gebruik dat ervan wordt gemaakt.
Werkplekken in open lucht op bouwplaatsen
Hoger of lager gesitueerde mobiele of vaste werkplekken moeten stevig en stabiel zijn, waarbij rekening wordt
gehouden met:
1. het aantal werknemers dat zich op een plek bevindt;
2. de maximale belasting en de verdeling daarvan;
3. eventuele externe invloeden.
Indien de ondersteunende en de andere samenstellende delen van deze werkplekken zelf niet stabiel zijn, moet
men voor stabiliteit zorgen d.m.v. geschikte, veilige bevestigingsmiddelen ten einde een toevallige of ongewilde
verplaatsing van de gehele werkplek of delen ervan te voorkomen.
De stabiliteit en de stevigheid van de werkplekken moeten adequaat en vooral na eventuele wijziging van de
hoogte of van de diepte van de werkplek worden gecontroleerd.
4.2.2. Natuurlijke en kunstverlichting van werkplekken, ruimten en verkeersroutes op de
bouwplaats
Werkplekken, ruimten en verkeersroutes dienen zoveel mogelijk en voldoende natuurlijk te worden verlicht en 's
nachts en overdag wanneer het daglicht niet volstaat op passende en voldoende wijze met kunstlicht te worden
verlicht. Eventueel dienen verplaatsbare, schokbestendige lichtbronnen te worden gebruikt.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 37/47
De voor de kunstverlichting gebruikte kleur mag de waarneming van de markeringstekens of -borden niet wijzigen
of beïnvloeden.
De installaties voor de verlichting van ruimten, werkplekken en verkeersroutes dienen zodanig te zijn geplaatst
dat het type verlichting voor de werknemers geen ongevallenrisico meebrengt.
Ruimten, werkplekken en verkeersroutes waar het uitvallen van de kunstverlichting grote risico's voor de
werknemers kan opleveren dienen met een toereikende noodverlichting te zijn uitgerust.
4.3 Wederzijds inwerking – tussenkomende partijen.
De werken worden aanbesteed aan één aannemer; indien de aannemer gebruik maakt van onderaannemers
dient de wederzijdse inwerking van activiteiten te worden besproken met de verantwoordelijke van het project en
de veiligheidscoördinator.
De wederzijdse inwerking van de verschillende nevenaannemers wordt voor wat betreft de uitvoeringsfase met de
werfleiding ter plaatse gecoördineerd.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 38/47
5. Werfsignalisatie (SVGP - 4.3)
De aannemer dient tijdens de werken de nodige signalisatie te voorzien overeenkomstig het MB van 07/05/1999,
het MB van 11/10/1976, de algemene omzendbrief nopens wegsignalisatie (deel V rubriek 3 t/m 6) en het SB
250, aangevuld met de specifieke besteksbepalingen (Technisch gedeelte, hfdst. X)
De aannemer dient er tevens voor te zorgen dat zijn werknemer en deze van de eventuele onderaannemers
steeds de nodige signalisatiekledij dragen conform het KB van 11/01/1999 en de specificaties beschreven in
bijlage 6.1 van SVGP.
Openbare vervoerdiensten en hulpdiensten
De aannemer is verplicht vooraf contact op te nemen met de belanghebbende vervoersmaatschappijen en
hulpdiensten om een verkeersregeling van het openbaar vervoer tijdens de werken te bespreken.
De aannemer is daarenboven verplicht de openbare vervoersdiensten en de hulpdiensten tijdig van de
aanvangsdatum van de werken te verwittigen.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 39/47
6. EHBO en noodprocedures (SVGP - 4.4)
Uithangfiches noodprocedures
MEDISCHE SPOEDDIENST
Tel. 100 - GSM 112
ZIEKENHUIS MET
URGENTIEDIENST
Vermeldt:
referentiepunt en straatnaam
de aard van de verwondingen
of het slachtoffer ademt
of het slachtoffer hartslag heeft
de naam van uw firma en eigen naam
bij levensgevaar bijstand MUG vragen
Maximaal beroep doen op de dienst 100
voor vervoer van een gekwetste, gezien
risico van shock tijdens vervoer
Algemeen Ziekenhuis Diest
Statiestraat 65 - 3290 Diest
013 35 40 11
HUISARTS
OOGARTS
Door de aannemer te bepalen.
Door de aannemer te bepalen.
BRANDWEER
016 56 66 57
Vermeldt:
de plaats van de brand en punt waar
de brandweer wordt opgewacht
de aard van de brand (gas, vloeistof, de
omvang, de beschikbaarheid van bluswater,…)
de aanwezigheid van gewonden
POLITIE
POLITIEDIENSTEN
Brandweer Aarschot
Boudewijnlaan 4 - 3200 Aarschot
Politiezone Demerdal-DSZ
Leuvensestraat 92 - 3290 Diest
Tel. 101
013 35 05 00
ANTIGIFCENTRUM
Tel. 070/245.245
Geen melk toedienen, melk is geen tegengif.
Niet laten braken! Bel eerst.
Spoel overvloedig met water na spatten van
een schadelijke stof in de ogen of op de huid.
Verlucht de ruimte goed als er irriterend of
giftig gas is vrijgekomen.
TECHNISCHE INSPECTIE
NAVB
Koningsstraat 132 bus 1 - 1000 Brussel
Tel. :
Fax :
016/31 88 30
016/31 88 44
Tel. 02/552.05.00
Fax. 02/552.05.05
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 40/47
ONGEVALLENINSTRUCTIEBLAD
1. WAT DOEN BIJ EEN ONGEVAL ?
-
alle verder gevaar voorkomen;
verzorgen van de gekwetste;
paniek bij de andere werknemers vermijden;
onderzoek naar de omstandigheden;
zie procedure bij arbeidsongevallen (SVGP – 4.4.4)
2. ONGEVALLENRELAAS
-
Naam slachtoffer
Adres slachtoffer
-
Functie slachtoffer
Werkgever
Adres werkgever
-
Plaats van het ongeval (werfadres)
-
Tijdstip van het ongeval
: ………………………………………………………
: ………………………………………………………
………………………………………………………
: ………………………………………………………
: ………………………………………………………
: ………………………………………………………
………………………………………………………
: ………………………………………………………
………………………………………………………
: ………………………………………………………
: ………………………………………………………
: ………………………………………………………
: ………………………………………………………
: ………………………………………………………
………………………………………………………
………………………………………………………
………………………………………………………
-
: - datum
- uur
Uitgevoerde opdracht op ogenblik van ongeval
Wie verleende de eerste hulp ?
Getuigen (naam + adres)
-
Plaats en aard van de verwonding (hoofd, arm, inwendig, …) :
Vervoer naar hospitaal ?
ja 
neen 
zo ja :
 met ziekenwagen
 met voertuig werkgever
uur van vertrek : …………………
-
Andere verzorging :
 gekwetste gaat naar ziekenhuis
 gekwetste gaat naar huisdokter
 verzorging alleen op de werf
-
Tijdstip (datum + uur) van eventueel verwittigen :
* familie van slachtoffer
* preventieadviseur
* de V&G-coördinator
* technische inspectie
:
:
:
:
…………………………………….
………………………………………………………
………………………………………………………
………………………………………………………
………………………………………………………
-
Hoe gebeurde het ongeval ?
: ………………………………………………………
………………………………………………………
-
Mogelijke oorzaak van het ongeval
: ………………………………………………………
………………………………………………………
-
De werknemer moet ook zijn ziekenkas op de hoogte brengen
-
Datum werkhervatting
: ……………………………………………………..
Ingevuld door (Naam + bedrijf + functie)
: ....................................................................................
Op datum van
: ....................................................................................
Handtekening
: ....................................................................................
Opmerking :
formulier te gebruiken voor ongevalaangifte (in bijzonder : ongeval met zelfstandige)
en over te maken aan de preventieadviseur van de betrokken onderneming + aan de
veiligheidscoördinator.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 41/47
ONGEVALLEN INLICHTINGENBLAD
:
…………………………….
Hoofdaannemer :
…………………………….
BETREFT
ALLE arbeidsongevallen overkomen aan de werknemers van de
hoofdaannemer en zijn onderaannemers, leveranciers en bezoekers op de
werf.
Datum
:
De ondergetekende ………………………………………………………………………………….
verklaart dat tijdens de periode van ……………………………. tot ………………………………
1. 
Geen enkel arbeidsongeval gebeurde in het kader van de uitvoering van zijn contract.
Handtekening : …………………………….
2. 
Volgende arbeidsongevallen zich voordeden :
Datum
Naam
gekwetste
Afwezigheid
Werkgever
Van
Tot
Een kopij van elke ongevalsaangifte wordt hierbij gevoegd.
Handtekening : …………………………….
DIT INLICHTINGENBLAD DIENT TERUGBEZORGD AAN DE COORDINATOR-VERWEZENLIJKING
(MET KOPIJ AAN DE OPDRACHTGEVER) TEN LAATSTE OP HET EINDE VAN ELKE
TUSSENTIJDSE VORDERINGSPERIODE
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 42/47
7. Werfinrichting en organisatie (SVGP - 4.5)
Werfinrichting:
Tijdens de eerste voorafgaande werfvergadering dient er een voorstel van werfinrichting (werfkeet, sanitaire
voorzieningen, opslagzone, parking, …) voorgelegd worden aan het opdrachtgevend bestuur en de
veiligheidscoördinator verwezenlijking.
De werfinrichting dient te voldoen aan het CAO van 20/02/2005.
Werforganisatie:

De werfvoertuigen zijn verplicht uitgerust met een zichtveldverbeterend systeem.

Hulpdiensten: de aannemer is verplicht om vooraf contact op te nemen met de belanghebbende van de
vervoersmaatschappijen en hulpdiensten om de verkeersregeling met invloed op het openbaar vervoer
tijdens de werken te bespreken en van de aanvangsdatum van de werken te verwittigen.

Met betrekking tot de posten 51 tot en met 53 dient de 3-kleurige verlichting te voldoen aan het MB van
11/10/1976. Dit moet uitgerust zijn met een veiligheidsvoorziening én dient voor inwerkinstelling te worden
goedgekeurd door de aanbestedende overheid (afdeling EMG).
7.1 Overzicht door aannemer(s) te leveren documenten
7.1.1. Bij offerte:
invulformulier SVGP – bijlage 6.4
7.1.2. Vóór aanvang van de werken:
7.1.3. Tijdens uitvoering:
Opmerking :
-
-
afschrift voorafgaande kennisgeving
goedgekeurd werfsignalisatieplan
werfinstallatieplan
verlichtingsplan (in geval van nachtwerk)
VGP-(onder)aannemer(s)
identificatieformulier aannemer
identificatieformulier werfmaterieel aannemer
lijst met namen eerste hulpverleners
beschrijving van identificatie van arbeidsmiddelen
planningsdocument(en)
procedure voor afvoer afval/gevaarlijke producten
keuring elektrische installatie
totaalschema van stroomverdeling (elektrische installatie)
(relevante) technische fiches
planningsdocument(en) bij afwijken van initiële planning
keuringsattesten van op de werf ingezet keuringsplichtig materieel
moeten ter inzage op de werf aanwezig zijn en op verzoek worden
voorgelegd
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 43/47
Identificatieformulier Aannemer
WERF :
Aannemer
- Naam onderneming
- Adres
- Tel.
- Fax
- E-mail
- RSZ-nr.
- Registratienr.
- Erkenning
- NACE-code
- BTW-nr.
- Certificering (VCA/BeSaCC/ISO/andere)
Geldig tot
- Activiteit / uit te voeren werken
- Vermoedelijke begindatum
- Vermoedelijke einddatum
- Voorzien aantal werknemers op werf :
* gemiddeld
* maximaal
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
Ondernemingshoofd (dagelijks leiding)
…………………………………………………………..
- Naam
Preventieadviseur / Diensthoofd Veiligheid
- Naam
- Niveau (I, II, III)
Projectleider
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
- Naam
- Functie
Werfleider
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
- Naam
- Functie
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
Veiligheidsverantwoordelijke (aanwezig op werf)
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
- Naam
- Functie
EHBO werf : Eerste hulpverlener (aanwezig op werf)
- Naam
- Functie
- Brevet
- Middelen
Maatschappij Arbeidsongevallenverzekeraar
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
- Adres
- Tel.
- Fax
Arbeidsgeneeskundige dienst
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
- Adres
- Tel.
- Fax
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
…………………………………………………………..
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 44/47
Identificatieformulier Werfmaterieel Aannemer
WERF :
1. Worden stellingen gebruikt ? (J/N) : ……………
2. Worden heftoestellen gebruikt ? (J/N) : …………
Indien ja, welke ? :
- Elektrische takels
0
- Gevellift
0
- Hanglift
0
- Heftruck
0
- Hoogtewerkers
0
- Mobiele kraan
0
- Schaarliften
0
- Tirfor
0
- Verreiker
0
- Andere :
……………………………………………………………………………………………
Opmerking : Voor veiligheidsfuncties is medische keuring vereist
3. Zijn deze heftoestellen gekeurd door een erkend organisme ? (J/N) : …………………
Indien ja : kopie keuringsverslag aanwezig op werf & voor te leggen aan werfleiding / coördinator-verwezenlijking
4. Welke toestellen / middelen worden gebruikt ?
- Boorhamer(s) & boormachine(s)
- Compressor(s)
- Elektrische afkortza(a)g(en)
- Elektrische groep(en)
- Decoupeerza(a)g(en)
- Kernbo(o)r(en)
- Schiethamer(s) / patronen
- Slijpschij(f)(ven)
- Tafelza(a)g(en)
- Andere
5. Wordt gebruik gemaakt van :
0
0
0
0
0
0
0
0
0
…………………………………………………………………………
- Butaan / propaan branders ? (J/N) :
Indien JA :
- terugslagklep voorzien ?
- brandblustoestel voorzien ?
- opslagplaats flessen voorzien ?
- flessen geïdentificeerd ?
……………
- Oxy / acetyleen brander ? (J/N) :
Indien JA
- terugslagklep voorzien ?
- brandblustoestel voorzien ?
- opslagplaats flessen voorzien ?
- manometers gekeurd ?
(keuringsverslag voorleggen)
- flessen geïdentificeerd ?
……………
- Ketels (dakdekkers) ? (J/N) :
Indien JA
- terugslagklep voorzien ?
- brandblustoestel voorzien ?
- opslagplaats flessen voorzien ?
- flessen geïdentificeerd ?
- opvangkuip voorzien ?
- instructies aan het personeel ?
……………
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
N)
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
Blz. 1/2
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 45/47
Identificatieformulier Werfmaterieel Aannemer
WERF :
6. Van welke producten wordt gebruik gemaakt :
- Brandgevaarlijke producten + max. hoeveelheid op de werf (White Spirit, oplosmiddelen, benzines, …..)
Welke ? : ………………………………………………………….
Hoeveelheid : …………..
………………………………………………………….
Hoeveelheid : …………..
- Chemische producten + max. hoeveelheid op de werf (Methyl-ethyl keton, lijmen, ….)
Welke ? : ………………………………………………………….
Hoeveelheid : …………..
………………………………………………………….
Hoeveelheid : …………..
7. Elektrische uitrusting :
- Gebruik van verlengkabels ? (J/N) : …………….
- type H07RNF ?
- type H05RNF ?
- zijn ze geïdentificeerd ?
(naam van de firma vermeld op de kabel of kleurcode)
- contactdozen : - spatwaterdicht ?
- slagvast ?
- gebruikt men verdeelkasten ?
zijn deze 5-jaarlijks gekeurd ?
- gebruikt men generatoren ?
zijn deze 13-maandelijks gekeurd ?
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Ja
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
0 : Neen
8. Wordt gebruik gemaakt van ander (hierboven niet vermeld) materieel ? (J/N) : ………………..
Indien JA, welke ? : ……………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………….
…………………………………………………………………………………………………….
…………………………………………………………………………………………………….
(indien onderhevig aan wetgeving m.b.t. indienststelling en periodieke keuring door externe diensten voor preventie
en bescherming (EDBP) moeten deze verslagen voorgelegd kunnen worden).
Blz. 2/2
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 46/47
8. Coördinatiestructuur
8.1 Toepassingsgebied
Conform de wetgeving is de oprichting van een coördinatiestructuur vereist op bouwplaatsen waar :
- hetzij, het vermoedelijke werkvolume > 5000 mandagen
- hetzij, de bij ontwerp geraamde prijs van de totale werken > 2.500.000 € (excl. BTW)
bedraagt en tenminste 3 aannemers gelijktijdig werken uitvoeren
- de veiligheidscoördinator-verwezenlijking dit vraagt op gemotiveerd verzoek
8.2 Doel
De coördinatiestructuur draagt bij tot het bevorderen van de coördinatie door :
- het vereenvoudigen van informatie, raadpleging en communicatie tussen de
verschillende tussenkomende partijen
- het organiseren van een efficiënt overleg tussen de tussenkomende partijen omtrent
de toepassing van de preventiemaatregelen op de bouwplaats
- het oplossen van elke betwisting of onduidelijkheid inzake naleving van de preventiemaatregelen op de bouwplaats
- het uitbrengen van adviezen inzake veiligheid & gezondheid
8.3 Samenstelling
De coördinatiestructuur is als volgt samengesteld :
-
opdrachtgever (of vertegenwoordiger)
veiligheidscoördinator-verwezenlijking
aanwezige aannemers (of vertegenwoordigers)
bouwdirectie belast met de uitvoering
bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering
vertegenwoordiger van het Comité Preventie & Bescherming op het werk van elke
aannemer of bij ontstentenis vertegenwoordiger van de syndicale afvaardiging
- preventie-adviseurs van de op de bouwplaats aanwezige aannemers
- 2 vertegenwoordigers van het Comité Preventie & Bescherming op het werk van de
opdrachtgever indien de bouwplaats zich bevindt op een plaats waar de opdrachtgever personeel tewerkstelt
- ieder ander door de opdrachtgever uitgenodigd persoon
De veiligheidscoördinator-verwezenlijking zit de coördinatiestructuur voor en roept de leden samen op eigen
initiatief of op gemotiveerd verzoek van een lid of van de met
toezicht belaste ambtenaar.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
ABETEC architecten & ingenieurs nvAWV VL-B N10 AARSCHOT INGREPEN T.B.V. DE VERKEERSVEILIGHEID
1M3D8F/16/44 X21/N10/33
p 47/47
8.4 Huishoudelijk reglement
Artikel 1
1.1 De coördinatiestructuur vergadert op de bouwplaats :
…………………………………………………………………………………….
1.2 De aannemer stelt de voor de vergadering nodige lokalen ter beschikking van de coördinatiestructuur.
Artikel 2
2.1 De coördinatiestructuur is als volgt samengesteld:
1. opdrachtgever/vertegenwoordiger : .............................................................................................................
2. coördinatorverwezenlijking :
: ...........................................................................................................
3. aannemers/vertegenwoordigers :
.....................................................................................................................................................................
4. bouwdirectie belast met de verwezenlijking : ...............................................................................................
5. bouwdirectie belast met de controle :
............................................................................................
6. vertegenwoordiger(s) Comité (s) voor Preventie en Bescherming op het werk : .........................................
.....................................................................................................................................................................
7. preventieadviseurs van de aannemers, indien nodig : .................................................................................
.....................................................................................................................................................................
8. andere personen : .......................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
Artikel 3
3.1 De coördinatiestructuur heeft als opdracht bij te dragen tot de bevordering van de coördinatie op de
bouwplaats door, inzonderheid:
1) te zorgen voor een vereenvoudiging van de informatie en de raadpleging van de verschillende
tussenkomende
partijen evenals van hun onderlinge communicatie;
2) te zorgen voor een efficiënt overleg tussen de tussenkomende partijen omtrent de toepassing van de
preventiemaatregelen op de bouwplaats;
3) te zorgen voor het oplossen van elke betwisting of onduidelijkheid inzake de naleving van de
preventiemaatregelen op de bouwplaats;
4) adviezen inzake veiligheid en gezondheid uit te brengen.
Artikel 4
4.1 De coördinator-verwezenlijking zit de coördinatiestructuur voor.
Artikel 5
5.1 De coördinator-verwezenlijking roept de coördinatiestructuur op eigen initiatief samen of op het gemotiveerd
verzoek van een lid of van de met toezicht belaste ambtenaar.
Artikel 6
6.1 Tenminste 8 dagen vóór elke vergadering wordt door de coördinator-verwezenlijking een uitnodiging aan de
leden toegezonden.
6.2 De uitnodiging vermeldt plaats, datum en agenda van de vergadering en is vergezeld van het verslag van de
vorige vergadering.
6.3 De aannemer(s) bezorg(t)(en) tenminste 4 dagen vóór elke vergadering een overzicht van de geplande
activiteiten in de periode van 4 weken volgend op de vergadering.
Ingrepen tbv de verkeersveiligheid op de N10 te Aarschot: aanbrengen bestijking en slemlaag
Download