Onderzoek Tandheelkundige Praktijkvoering 2014 Samenwerking met de mondhygiënist KNMT Onderzoek & Informatievoorziening Nieuwegein december 2014 Inleiding In het voorjaar van 2014 is vanuit het onderzoeksproject Peilstations van de KNMT een steekproef van tandartsen bevraagd over hun werksituatie. Zie het kader op laatste pagina voor meer informatie over de uitvoering van dit periodieke onderzoek Tandheelkundige Praktijkvoering (OTP). Via het OTP wordt door de jaren heen onder meer zicht gehouden op de samenwerking door tandartsen met mondhygiënisten. Hiervoor wordt gevraagd of tandartsen patiënten naar mondhygiënisten verwijzen, binnen of buiten de eigen praktijk en om hoeveel patiënten het dan gaat. In deze schets wordt verslag gedaan van de uitkomsten met betrekking tot de samenwerkingscontacten met mondhygiënisten. Mondhygiënist in de praktijk Ruim vier van de tien (42%) tandartsen hebben een of meer mondhygiënisten in hun (samenwerkings)praktijk. Gemiddeld gaat het om 1,8 mondhygiënisten, die (tezamen) per week gemiddeld 31,2 uren werkzaam zijn. Figuur 1 laat zien dat het wat dit betreft wel verschil maakt in welke soort praktijk tandartsen actief zijn. Bijna zes van de tien (58%) tandartsen zijn actief in een ‘solopraktijk’ (praktijktype I), waarin zij de enige bevoegde tandarts zijn. Van deze groep heeft 25% een mondhygiënist in de praktijk. Alle overige tandartsen, die actief zijn in een praktijk waarin ook tandartsmedewerkers en/of andere tandarts-praktijkhouders werkzaam zijn (praktijktypen II, III of IV), hebben in veel meer gevallen (respectievelijk 66%, 49% en 88%) mondhygiënisten in het tandheelkundig team. Gemiddeld genomen, heeft 65% van deze samenwerkende tandartsen een of meer mondhygiënisten in de praktijk. Figuur 1 Al of geen mondhygiënist(en) in de praktijk, naar praktijktype van tandartsen in 2014 (n = 426) 100% 90% 25% 80% 49% 70% 66% 60% 88% 50% 40% 75% 30% 51% 20% 34% 10% 12% 0% praktijktype I praktijktype II geen mondhygiënist in de praktijk Praktijktype I Praktijktype II Praktijktype III Praktijktype IV praktijktype III praktijktype IV wel mondhygiënist(en) in de praktijk praktijken met één tandarts-praktijkhouder (58%) praktijken met één tandarts-praktijkhouder en één of meer tandartsmedewerkers (29%) praktijken met twee of meer tandarts-praktijkhouders (8%) praktijken met twee of meer tandarts-praktijkhouder en één of meer tandartsmedewerkers (5%) Verwijzing naar mondhygiënisten Hoewel gemiddeld genomen 42% van de tandartsen een mondhygiënist in de praktijk heeft, verwijzen veel meer (90%) tandartsen (wel eens) patiënten naar deze zorgverlener. Het gaat daarbij dus niet alleen om verwijzing naar een mondhygiënist in de eigen praktijk maar voor een belangrijk deel (ook) om verwijzing naar mondhygiënisten daarbuiten. Figuur 2 laat dit zien voor de groep verwijzende tandartsen. Van hen verwijst 50% naar een mondhygiënist in de eigen praktijk, al of niet in combinatie met verwijzing naar een mondhygiënist elders (13%). Verder gaan van 38% patiënten uitsluitend naar vrijgevestigde mondhygiënisten en verwijst 12% naar vrijgevestigden en/of naar mondhygiënisten in de praktijk van collega’s. Soort verwijzing Bij die samenwerking met de mondhygiënist gaat het verder globaal genomen om ‘doorlopende verwijzingen’ en om ‘incidentele verwijzingen’. In het eerste geval wordt in samenspraak met de patiënt een deel van de zorg, bijvoorbeeld tandsteen verwijderen, met enige regelmaat door de mondhygiënist gedaan. In het tweede geval gaat de patiënt naar de mondhygiënist vanwege een specifiek mondgezondheidsprobleem . Zoals figuur 3 laat zien, gaat het bij de meeste (65%) verwijzende tandartsen zowel om regelmatige als om incidentele verwijzing van patiënten naar de mondhygiënist. Verder verwijst 29% uitsluitend regelmatig en doet 6% dat alleen incidenteel. Figuur 2 Verwijzen door tandartsen naar mondhygiënisten …. (n = 403) 12% 37% 38% 13% alleen in eigen praktijk in eigen praktijk én vrijgevestigd en/of in praktijk collega alleen vrijgevestigd vrijgevestigd en/of in praktijk collega Figuur 3 Soort verwijzing door tandartsen naar mondhygiënisten (n = 345) 29% 6% regelmatig én incidenteel 65% alleen incidenteel alleen regelmatig Aantal verwezen patiënten Bij tandartsen die patiënten met regelmaat verwijzen naar de mondhygiënist betreft dat volgens hun opgave gemiddeld 393 patiënten uit hun praktijk. Dit komt neer op 15% van hun ‘vaste’ patiëntenbestand. Tandartsen die (ook) incidenteel verwijzen, doen dat met minder patiënten: gemiddeld gaat het om 7% van het aantal patiënten dat wekelijks de praktijk bezoekt. Absoluut gezien zijn dit gemiddeld 10 patiënten. Onderzoek Tandheelkundige Praktijkvoering 2014 Binnen het KNMT-project Peilstations wordt via het onderzoek Tandheelkundige Praktijkvoering (OTP) sinds 1995 periodiek geïnventariseerd op welke wijzen tandartsen in Nederland hun beroep uitoefenen. Bij de zesentwintigste editie van het OTP in 2014 is er voor gekozen de focus niet alleen te richten op tandartsen met een eigen praktijk, maar ook op tandartsen zonder een eigen praktijk. Dit doet meer recht aan de toenemende differentiatie in praktijkvormen, waarbinnen veel van laatstgenoemde tandartsen actief zijn. Denk bijvoorbeeld aan de opkomst van zogenaamde tandheelkundige ketens, waarvan ook niet-tandartsen (mede)eigenaar kunnen zijn. Voor deelname aan dit onderzoek is in maart 2014 een steekproef van 1.358 tandartsen benaderd. Uiteindelijk hebben 592 van hen hieraan gevolg gegeven, door het beantwoorden van vragenlijst (op papier of elektronisch). Dit komt neer op een 'overall-respons' van 44%. In aantallen betrof het 466 praktijkhouders, 121 niet-praktijkhouders en 4 tandartsen die op beide wijzen werkzaam zijn. In deze onderzoeksgroep lijken oudere tandartsen (met name de 55- tot en met 64-jarigen) wat oververtegenwoordigd. Dit heeft enige invloed op de resultaten, in de zin dat deze tandartsen naar verhouding vaker in wat kleinere praktijken actief zijn. Verder zijn de leden van de KNMT enigszins oververtegenwoordigd. Dit alles uitgaande van de totale populatie tandartsen van 64 jaar en jonger met een bekend woon- en/of werkadres in Nederland. Voor nadere informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Joost den Boer ([email protected]) of Brigitte van Dam ([email protected]) van de afdeling Onderzoek & Informatievoorziening van de KNMT.