EEN STENT MET EEN JASJE ROTTERDAM VOOROP BIJ INTERVENTIE-CARDIOLOGIE 4 T E In het Academisch Ziekenhuis Rotterdam (AZR) zijn goede resultaten geboekt met een nieuw type stent. Deze zogenaamde coated stent is bedekt met een laagje kunststof waaruit geneesmiddelen vrijkomen na de ingreep. Deze medicijnen beïnvloeden het herstellende weefsel dusdanig dat de slagader keurig openblijft en de patiënt klachten en volgende ingrepen worden bespaard. Tekst: Pieter Bol Fotografie: Levien Willemse Een stent (een soort spiraaltje dat een vernauwd vat openhoudt na dotteren) wordt achtergelaten in een kransslagader van het hart na het zogenoemde dotteren (openduwen van het vernauwde vat met een ballon). De stent, meestal een soort spiraal van metaal, is bedoeld om het vat open te houden, maar diezelfde stent kan ook aanleiding zijn tot een nieuw vernauwingsproces (restenosering). Prof. dr. Patrick Serruys introduceerde het nieuwe type stent, dat dankzij medicijnen in de bedekkende kunststof laag (coating) deze volgende vernauwing probeert te voorkomen. Professor Serruys is optimistisch: "Het zou me verbazen als dat in de toekomst anders zou zijn." Als hoofd van de interventieafdeling van het Thoraxcentrum in AZR-Dijkzigt werkt hij nauw samen met collega-cardioloog Eduardo Sousa in een kliniek in São Paulo. Zij kennen elkaars patiënten en beoordelen samen de resultaten van het inbrengen van coated stents. Het toonaangevende medische tijdschrift ‘Circulation’ publiceerde onlangs hun opvallende prestaties. Patrick Serruys laat trots de beelden zien van kransslagaders met deze stents; ingespoten contrastvloeistof laat goed doorgankelijke vaten zien. "Kijk, ze zijn zo wijd als je maar zou wensen, ook vele maanden na de ingreep; ik kan zo achter elkaar alle 43 Braziliaanse en Nederlandse patiënten tonen. Bij niemand van hen is opnieuw vernauwing opgetreden." De plaatjes contrasteren met die van slagaders met gewone stents, waarop vernauwingen (stenoses) te zien zijn. "Natuurlijk geven gewone stents niet altijd problemen", zegt Serruys. “Maar toch veel te vaak zien we dat het bloedvat zich opnieuw vernauwt. Dat kan al vroeg na de ingreep optre- BYPASS EN DOTTEREN Het dotteren stamt uit het eind van de jaren zeventig. Toen bestond de bypasschirurgie al. Een vernauwde kransslagader van het hart kan daarbij vervangen worden door een eigen ader, bijvoorbeeld uit het been of door een kunststof vat. Eind jaren tachtig werd die ingreep al 10.000 keer per jaar toegepast in Nederland. De groei is er echter uit, want het dotteren heeft een grote vlucht genomen en gebeurt nu al 18.000 keer per jaar; in 89% van de gevallen wordt nu een stent ingebracht. In het AZR is dotteren helemaal dominant: hier gebeurt de ingreep nu bij 1600 patiënten per jaar tegen 800 maal bypass-chirurgie. den. De reden daarvan is dat de binnencellaag van het bloedvat ook de stent binnengroeit, maar vaak op een slordige manier. Omdat een stent niet perfect glad is, ontstaan er gemakkelijk allerlei aangroeisels en na verloop van tijd zit je met hetzelfde probleem als bij een gewone slagader die verstopt raakt. Resultaat: de patiënt moet opnieuw behandeld worden. " LITTEKENWEEFSEL BESTRALEN Patrick Serruys kwam in 1976 van Leuven naar Rotterdam en precies tien jaar later introduceerde hij daar de stent ter verbetering van de resultaten van het dotteren dat toen nog tamelijk nieuw was. "In ’86 bracht ik als eerste in Nederland een stent in, het was de 28e in de hele wereld", vertelt hij. "Momenteel gebeurt dat bij de meerderheid van de gedotterden. In de vijftien jaar sinds 1986 is er veel onderzoek geweest teneinde het voordeel van de stent niet te laten bederven door het nadeel van restenosering." Eén van de oplossingen is brachytherapie ofwel bestraling van dichtbij; daarbij wordt een zwakke radioactieve lading in het bloedvat gebracht op de plek waar gedotterd is. In de hoop dat er minder littekenweefsel wordt gevormd. Daarna wordt de stent gepositioneerd. Serruys: "Een complicatie van brachytherapie is echter dat de bloedvatwand soms na verloop van tijd niet goed aanligt tegen de stent. De ruimtes tussen wand en stent vormen een mogelijke nestelplaats voor stolselvorming en infecties. Een ander nadeel is dat je bij brachytherapie multidisciplinair moet werken, en dat geeft soms logistieke problemen, zodat je bijvoorbeeld maar eens per week het benodigde team bijeen hebt." Is er wel eens geprobeerd om zwak-radioactieve stents te gebruiken? "Zeker", zegt Patrick Serruys. "Maar dat was geen succes. In het middendeel van de stent kun je voldoende stralingsniveau bereiken maar aan de uiteinden niet, zelfs als je de straling onverantwoord hoog zou maken. Dus krijg je stenoseringsrisico bij de in- en uitgang van de stent." MEDICIJNEN VIA COATING De coated stent, ook wel eluting stent genoemd, is een voorbeeld van ideeën die eenvoudig lijken maar een moeizame weg betekenen van droom naar daad. Het idee was om het metaal van de stent een kunststof coating te geven – op zich al een weefselvriendelijke zaak – en daaruit langzaam een stof te laten vrijkomen die de gedotterde bloedvatwand afremt om al te heftig te reageren. Die beheerste reactie betekent dat ook vele maanden na het dotteren de binnendoorsnede van het bloedvat hooguit 10% geringer is, een situatie die vervolgens stabiel lijkt. De stof in Serruys’ eluting stents is rapamycine, ook wel sirolimus genoemd. Die stof is van plantaardige oorsprong, geeft een milde onderdrukking van het immuunsysteem en werd al gebruikt na niertransplantaties. Er zijn nog twee andere stoffen die momenteel in de onderzoeken aangewend worden: taxol (uit een naaldboom) en actinomycine D (een antibioticum). De tijd zal uitwijzen welke stoffen - of combinaties daarvan – het meest geschikt zijn. Professor Serruys toont microscopische opnamen van kransslagaders op doorsnee: bij een gewone stent zie je een heftige weefselreactie in de vaatwand maar bij de coated stent is er een rustig beeld, zonder weefselschade. Serruys oppert allerlei toekomstige mogelijkheden, waaronder stents van kunststof in plaats van metaal, waaruit de dempende stoffen vrijkomen. Tenslotte stelt hij optimistisch: "Hoe dan ook, deze aanpak gaat de cardiologie revolutionair veranderen!" HET NIEUWE TYPE STENT KAN VORMING VAN LITTEKENWEEFSEL VOORKOMEN 5