ee Tw de Dr uk Futurizing. Proactief anticiperen op de toekomst van de organisatie Dick W.A. Maes Broekema m.m.v. Dimitri von Grumbkow Futurizing... Een blik op uw toekomst (Tweede Druk) Sinds de eerste druk van dit boekje in januari 2011, is er veel belangstelling geweest voor deze uitgave. De eerste oplage is nagenoeg op. Het werkje is op 17 januari van dat jaar in ontvangst genomen door VVD-Kamerlid Helma Lodders en luchtvaarticoon Martin Schröder. Wellicht is het succes van dit boekje te danken aan het feit dat het kort is. Zoals Schröder bij de officiële uitreiking zei: ‘Je leest het in minder dan een uur uit en met de inhoud ben ik het helemaal eens: een logisch en goed verhaal’. Einde citaat. ‘Futurizing’ hebben we eerst in eigen beheer uitgebracht; we gaan er via ISBN nu breder de markt mee op via een uitgeverij. Er zijn de afgelopen jaren heel wat boeken geschreven over strategische planning en business modelling. Er zijn steeds meer cursussen en seminars over het onderwerp. Het opmerkelijke daarbij - ik heb enkele van deze bijeenkomsten mogen bijwonen - is, dat er haast nooit een praktische aanpak wordt gedebiteerd om die toekomst vorm te geven. Tussen 2004 en 2012 heb ik met vele ondernemingen, instellingen en organisaties het futurizingproces doorlopen. Meestal in het kader van het opstellen van strategische communicatieplannen. Op basis hiervan, en van veel literatuur, is dit boekje ontstaan. Ik weet zeker dat u er veel aan heeft. Niettemin heb ik achterin een lijst van literatuur opgenomen. Uw opmerkingen en suggesties blijven steeds welkom. Ik dank Dimitri von Grumbkow en Dr. Martin Schröder voor hun praktische adviezen. Leuven (B), Hierden, Dick W.A. Maes Broekema 1 2 Futurizing diagram Nevenstaand diagram behelst Futurizing® in een notendop. Het model is te volgen vanaf hoofdstuk 2 in dit boek. Hoewel het aan te bevelen is om daadwerkelijk bij ‘start’ te beginnen, is dat niet altijd nodig. Er zijn ook organisaties die bijvoorbeeld min of meer al een toekomstbeeld of een positionering hebben vastgesteld. In het gehele proces kunnen deze tegen het licht worden gehouden. Wel is het uiteraard wenselijk, dat alle onderdelen uit het diagram op één of andere manier ter sprake komen, omdat het anders niet mogelijk is om het gehele proces op een werkbare manier samen te vatten. Het gehele proces kan zowel zeer uitgebreid als in enkele uren worden doorlopen bij wijze van ‘scan’. Het diagram bevat nagenoeg alle aandachtspunten die voor Futurizing noodzakelijk zijn, in die zin wordt dit figuur door gebruikers dan ook ervaren als een handzaam instrument. 3 4 Inhoud Een korte aanloop Hoofdstuk 1: Van intuïtie en voorspellingsdrift naar feiten 1.1 Over angst en hoop voor de toekomst 1.2 Ontwikkelingen in Futurizing 1.3 Futurizing: anders denken, anders doen 1.4 De nieuwe toekomst in met oude intuïtie 1.5 Het antwoord: Futurizing Hoofdstuk 2. Futurizing. Ontdek de toekomst in stappen 2.1. Begin zelf! Met persoonlijke Futurizing 2.2 Vorm een team 2.3 Het scannen en monitoren van uw omgeving 2.4 Analyseer uw omgeving 2.5 Analyse van interne en externe hypotheses over de toekomst (en het verleden) 2.6 Ontwikkel scenario’s 2.7 Werk elk scenario uit 2.8 Kies voor één scenario en schrijf het op 6 8 8 9 11 13 14 14 17 18 20 22 23 23 Hoofdstuk 3. Futurizing. Hoe het werkt. Uitwerking van Futurizing in stappen 3.1 Weten waarmee je bezig bent 24 3.2 Weten waar je heen wilt 26 3.3 Weten wat je onderweg tegenkomt 30 3.4 Oefenen voor als het moeilijk wordt 31 3.5 Maak het samen concreet op 2 A4’tjes. Onderteken het! 32 Hoofdstuk 4. Interne en externe introductie van het toekomstbeeld 4.1 Wat er verandert en waarom 4.2 Interne communicatie 4.3 Interne kick-off 4.4 ‘Toekomsttrainingen’ voor personeel (en management) 4.5 Externe kick-off 4.6 Externe communicatie 4.7 Futurizing. Hoe houdt u het levend? 35 35 38 39 40 40 41 Bronvermelding/aanbevolen literatuur 43 Colofon44 5 Een korte aanloop Dit boek is bedoeld voor managers, directeuren, CEO’s en Raden van Bestuur die met hun organisatie ergens heen willen. Die plannen hebben voor de toekomst en daarbij de hele organisatie willen meenemen naar het Grote Doel waarnaar ze streven. Het gaat over Futurizing®, een manier om die toekomst op een reële wijze gestalte te geven. Het is zowel een handboek als een naslagwerk. Dit betekent overigens niet, dat andere deelnemers aan het Futurizingproces het niet mogen lezen. Integendeel… hoe meer mensen kennis hebben van zowel de gedachten er achter, als het proces zelf, hoe beter. Uiteindelijk is Futurizing maatwerk per organisatie. Maar de meeste ingrediënten staan in dit boekje. Als Nederlandse managers willen ontdekken wat de toekomst moet brengen, dan gaan ze onder leiding van een trainer of een creatief de hei plat trappen. Ze houden inspiratiesessies en komen volgeladen met optimistische ideeën terug in de organisatie. Alwaar toehoorders vaak niet begrijpen wat zich op diezelfde hei heeft afgespeeld. Ze zijn geen deelgenoot geweest van het groepsproces dat zich in den vreemde heeft voltrokken. Na enkele weken is het heilige vuur over en belanden de resultaten van het hei-experiment in een vierkant of rond archief. 6 Al deze sessies hebben één ding gemeen: de deelnemers willen een beeld verkrijgen van de toekomst. Meestal moet er daartoe iets veranderen. Slimme wetenschappers hebben dat in de gaten gekregen en gingen knappe boeken schrijven over veranderingsprocessen. De meeste geleerden vergaten daarbij dat er om iets te veranderen wel een nieuw doel of een nieuwe positionering moet zijn om die verandering te bereiken. Als trainer en creative director heb ik de afgelopen jaren heel wat gebrainstormd over positionering en zijn mijn gesprekspartners er meestal in geslaagd om organisaties ook die gewenste positie te doen behalen. Steeds vaker heb ik me gerealiseerd, dat een positionering alles heeft te maken met een reëel toekomstbeeld van de organisatie. Na het lezen van vele boeken en artikelen op dit gebied en gesprekken met enkele geestverwanten is een nieuw programma ontstaan: Futurizing®. Daarover handelt het in dit boekje. Het gaat niet over het zweverig staren in een glazen bol, maar over de realiteit van het anticiperen op die toekomst. We doen dat aan de hand van gegevens die zowel openbaar als in de organisatie aanwezig zijn en ontwikkelingen die we kennen uit de media en andere bronnen. Dit aangevuld met de nodige durf om over diezelfde realiteit heen te springen en te verbeelden waar je in de toekomst als organisatie zou willen zijn. Het boekje start met een vrij lange aanloop die aangeeft waarom Futurizing nodig is, gevolgd door kernachtige beschrijvingen hoe je zoiets aanpakt. Dit boekje heeft geen wetenschappelijke pretenties. Ik heb het geschreven om u te inspireren met enige kennis en methodiek naar uw eigen toekomst te kijken. Het kan niet anders, of dat leidt tot nieuwe, inspirerende maar vooral reële toekomstscenario’s. Leuven (B), Hierden Februari 2012 Dick W.A. Maes Broekema 7 1.Van intuïtie en voorspellingsdrift naar feiten 1.1 Over angst en hoop voor de toekomst De toekomst is handel. Trendwatchers, maar ook astrologen houden zich er mee bezig. De omzetten van de nachtelijke Astro TV moeten in de richting gaan van miljoenen euro’s. Het barst in de wereld van de zieners, therapeuten, waarzeggers, goeroes en zelfs heksen die de onzekere mens graag, en meestal voor grof geld willen vertellen waar het met hen naartoe gaat. Daarbij gaat het niet alleen om particulieren, maar ook om managers van bedrijven. Logisch ook: het is eenzaam aan de top van de onderneming. Bij beursgenoteerde bedrijven kijkt de Raad van Commissarissen over de schouder van de directie mee naar het toekomstige beleid. Maar de vakbonden, de ondernemingsraad en het managementteam doen dat ook. In het midden- en kleinbedrijf is het niet anders. Daar is de RvC meestal de huisbankier die de gang van zaken - afhankelijk van de bankstand - nauwlettend in de gaten houdt. En in penibele situaties van de ondernemer een forecast - lees: toekomstvoorspelling - verwacht. Kortom, de Chinezen zeiden het al: voorspellen is moeilijk, vooral als het de toekomst betreft… 1.2 Ontwikkelingen in Futurizing Futurizing is, zoals later ook zal blijken in dit boekje, niet nieuw. Het heeft ook niets te maken met waarzeggerij, zoals hiervoor aangegeven. Het wordt zo langzamerhand een serieuze wetenschap. Eén van de eersten die zich hier mee bezighield was Stalin. Hij gaf de wetenschapper Kondrajev de opdracht om eens te gaan kijken welk economisch systeem het beste zou zijn in de toekomst. Kondrajev ontwikkelde zijn beroemde model, waarin hij aantoonde dat er cycli zijn van telkens 30 jaar waarin de economie zich ontwikkelt en vervolgens teloor gaat. Zijn conclusie dat het kapitalistische systeem het beste was, kon geen genade vinden in de ogen van de Russische dictator. Kondrajev bracht de rest van zijn dagen door in Siberië. 8 In de Benelux houdt professor Dr. Jempi Moens, docent aan de RUG in Groningen en de Universiteit van Gent zich al jaren met Futurizing bezig. Zie hiervoor www.freshforward.com. In de krijgskunst is Futurizing ‘gefundenes Fressen’, omdat oorlogvoerders het alleen redden met anticiperen en het bedenken van scenario’s. Het internationaal Instituut voor Toegepaste Systeemanalyse in Wenen voert Futurizingstudies uit op het gebied van mondiale veranderingen. De Michigan Virtual University te Nashville, Tennessee, verrichtte op dit gebied baanbrekend werk. John D. Bransford aan de Vanderbilt University deed onderzoek naar de relatie tussen intuïtie en expertise, een onderwerp dat elders in dit boekje ter sprake komt. In vrijwel alle studies komt naar voren dat Futurizing een levensvatbare voorloper is van strategische, operationele en tactische planning. Daar waar veel organisaties ‘verandering’ of ‘positionering’ als hoofddoel kiezen, is Futurizing juist de aanzet daartoe. Het levert de nodige frames op om positionering en verandering body te geven, zodat je deze ook makkelijk kunt communiceren en organiseren. 1.3 Futurizing: anders denken, anders doen De toekomst is vrijwel altijd ongewis. Er zijn niet veel bedrijven die daar aan denken, tenzij er door aandeelhouders of banken om wordt gevraagd. Natuurlijk, grote ondernemingen hebben zelfs complete laboratoria waarin de toekomst kan worden nagebootst. Maar de meeste organisaties, soms ook hele grote, regeren bij de dag. Filosoferen over de toekomst is ook eng. De menselijke geest houdt nu eenmaal het meeste van de dingen die bekend zijn. Wie echter in de toekomst wil kijken, kan niet leven bij de dag. Men moet zelfs het onmogelijke in de beschouwing betrekken. Om eens een voorbeeld te geven: in de jaren ’70 kostte de ruwe olie niet meer dan twee dollar per vat. Nog vóór de crisis uitbrak nam een manager bij Shell het initiatief tot een toekomstspel, waarbij de olieprijs steeg tot 10 dollar per vat. Een groep topmanagers ging bij elkaar zitten en werkte een aantal scenario’s uit, met dit gegeven als uitgangspunt. Enkele jaren later brak de oliecrisis uit. In no-time steeg de prijs tot 13 dollar per barrel. Dankzij de ontwikkelde scenario’s wist Shell wat haar te doen stond. 9 Aldus behield zij jarenlang haar leidende positie in de markt. Haar concurrent BP daarentegen, heeft nooit rekening gehouden met het feit dat er ergens in de wereld ook nog wel eens een oliebron onbeheersbaar zou zijn. Al met al duurde het in 2010 vele maanden voor een olielek in de Golf van Mexico was gedicht. Het werd de grootste milieuramp uit de geschiedenis, omdat er geen scenario’s voorhanden waren om een dergelijke uitwas te lijf te gaan. Wie in de toekomst wil kijken, kan dat maar het beste doen door het thans onmogelijke ook eens in de beschouwing te betrekken. Zo zijn bewegingen ontstaan van de Transition Towns, waarbij buren en wijkbewoners goederen en diensten ruilen met het doel energie te besparen en het consumentisme een halt toe te roepen. Zo worden groenten uit de volkstuin van de ene buur geruild voor de eieren uit het kippenhok van de andere buur. Ruilhandel komt terug, menen de trendwatchers… Evenals zélf dingen maken - de damesbladen staan er vol van - die onderling weer worden geruild. We kopen in de toekomst niet meer bij elkaar, maar gaan ruilen. En ook een idee als cradle-to-cradle (duurzaam grondstoffenmanagement) was enkele jaren geleden ondenkbaar. Maar ja, de grondstoffen raken op, dus in sommige gevallen ligt onze toekomst in het hergebruik van ons afval. Wie in de toekomst wil kijken moet volgens de schrijver van het boek Futuring, Herman J.Th. Rottinghuizen, ‘over zijn eigen schaduw heenspringen’. Hij schrijft: ‘Als je blijft denken zoals altijd, krijg je de uitkomsten die je altijd kreeg. Als je de dingen blijft doen zoals altijd, krijg je de resultaten die je altijd al had’. Denken over de toekomst met een team maar ook individueel - kan chaotisch toegaan. Maar vaak is ons denken dat ook. In ons hoofd is meestal sprake van chaotische denkprocessen. Die zijn complex, niet lineair, chaotisch. Overigens is het woord ‘chaos’ afgeleid van het Griekse woord ‘cheos’ wat zoiets betekent als: ‘Datgene wat in wording is’. Dat suggereert toch vrij veel ordening in ons denken, al beseffen we dat vaak niet. Dus is het zaak om hierin ordening aan te brengen. Dat kan met Futurizing. 10 1.4 De nieuwe toekomst in met oude intuïtie Veel ondernemers en managers, vooral in het midden- en kleinbedrijf, maar ook bij zeer grote bedrijven, doen wel aan strategische planning, maar vaak is die ontleend aan bepaalde vormen van intuïtie. Als dergelijke intuïtieve besluiten eenmaal zijn genomen, zoeken ze de argumenten op om die te onderbouwen. Dat hoeft niet altijd verkeerd te zijn. Zo vertelde dr. Martin Schröder, de oprichter van Martinair mij eens, dat hij ooit het gevoel had dat het tijd werd om een paar Boeings 747 te kopen. Toen hij met zijn team ging rekenen of die aanschaf verantwoord zou zijn, bleek dat daadwerkelijk het geval. Kijken in de toekomst kan dus een combinatie van intuïtie en feitenkennis zijn. Maar je intuïtie kan ook met je op de loop gaan, waardoor er desastreuze miskleunen kunnen ontstaan. En dat komt weer omdat ons brein de afgelopen 500.000 jaar nu eenmaal minder snel is geëvolueerd dan de ontwikkelingen die we zelf tot stand hebben gebracht. Volgens Paul Postma, schrijver van ‘Het Breinboek Voor Managers’, dient een manager zijn intuïtie te beschouwen als een optelsom van gestapelde ervaringen. Intuïtie is in het zakenleven onontbeerlijk maar te beperkt om die te verheffen tot strategie. In een moderne maatschappij moeten we nieuwe strategieën bedenken met een brein dat daar eigenlijk niet op is ingesteld. Laat ik dat verklaren. Ons brein bestaat uit drie vitale onderdelen, namelijk: • De hypothalamus Een klein knobbeltje in het hoofd dat ons aanzet tot een groot aantal instrumentele zaken, zoals ademen, voedsel verteren, het regelen van ons hart, etc. Dit gedeelte van de hersenen hebben we volgens wetenschappers al miljoenen jaren. Het is ontstaan toen we nog min of meer vegeteerden als levende wezens. • Het limbische systeem Dit systeem bepaalt emoties, stemmingen, angst, agressie en alle andere sentimenten waarmee we ons honderdduizenden jaren konden standhouden. Dit systeem hebben we in veel gevallen eigenlijk niet meer nodig. We hoeven niet meer achter beren aan te jagen of holen verdedigen.Toch is dit systeem voor ons allemaal nog heel erg vertrouwd. 11 • De cortex Deze regelt onze intelligentie, spraak en taal, de logica. We zouden er bijna algoritmisch mee kunnen denken, ware het niet dat ons limbisch systeem ons in heel wat gevallen in de weg zit. Stel, dat we in de toekomst kijken met onze cortex, dan doen we dat op basis van intelligentie en logica. Dat zouden we dus moeten doen. Maar in de praktijk spelen andere factoren vanuit het limbische systeem nog teveel een rol. Zoals: angst, heersen en onderdrukken, vluchtgedrag, hang naar veiligheid, bedreiging en het behoud, c.q. het verliezen van een positie. Veel systemen in bedrijven zijn hierop gebaseerd. Sla daartoe het bijzonder aardige boek ‘Gorilla’s In Krijtstreep’ van de bioloog Richard Conniff er maar eens op na. Veel van ons toekomstige gedrag en daarmee ons denken is gebaseerd op oude machtsstructuren en daarmee op angst voor de toekomst. Dat is ook vaak de reden, waarom brainstormend management op een bepaald moment niet verder komt in het proces. De eigen rol in de toekomst gaat prevaleren en ons limbische systeem staat op scherp. We ‘schieten’ in de weerstand. En dat is bepaald niet bevorderlijk voor ons toekomstgericht denken. Er zijn dus andere processen nodig om onszelf, ons team en ons bedrijf een blik in de toekomst te gunnen. Daarbij speelt het ‘onderbewustzijn’ een mindere rol. Om te spreken met Postma: ‘Met onderbewustzijn schroef je geen airbus in elkaar. Met intellect en logica wel’. 12 1.5 Het antwoord: Futurizing ‘De cortex bouwt torenhoge hotels, boort tunnels, bouwt bruggen, ontwerpt vliegtuigen… met onze laptops en netwerken doen we dat virtueel. Maar wat doen we met al die briljante uitvindingen van de cortex? Daar blijkt de logica ver te zoeken’, aldus Postma. Het oude brein met primaire driften zoals macht, agressie en hebzucht belet ons om op logische wijze naar de toekomst te kijken. We leven met de nieuwe technologie met dezelfde oerdriften als met de oude. Met de cortex bouwen we een futuristische gemeenschap, maar we gebruiken het met dat deel van ons brein dat sinds de oertijd weinig is veranderd, meent Postma. Het aardige van nuchter, gezond verstand is dat er geen speld tussen de uitkomst te krijgen is. Bij Futurizing gaat het derhalve om door schade en schande opgedane waarheden en wijsheden, inhoudelijke kwaliteitseisen en procesmatige protocols, enig inzicht en wat ervaring. Bij het formuleren van wat Futurizing nu eigenlijk is, volgen we vrijwel in zijn geheel de definitie van Rottinghuizen: Futurizing is een manier van denken en handelen om tot aanzienlijk betere besluitvorming en uitvoering te komen en daardoor in de toekomst meer kansen op succes te scheppen. Futurizing doet het volgende: Het schept een kader en stramien waarlangs met behulp van bijpassende technieken en methodes een op actie gericht gezamenlijk denkproces wordt doorlopen. Een groep die dit proces doorloopt heeft grote kans van slagen. 13 2.Futurizing. Ontdek de toekomst in stappen 2.1 Begin zelf! Met persoonlijke Futurizing Omdat u het proces moet leiden, bent u de eerste persoon van de organisatie die het Futurizingsproces persoonlijk doorloopt met behulp van een specialist op dit gebied, de Futurizer. Dat is belangrijk. U wilt immers niet alleen weten waarom Futurizing van uw organisatie noodzakelijk is, u wilt het ook voelen, aan den lijve ondervinden. Tijdens dit proces ‘persoonlijke Futurizing’ - geeft u antwoord op enkele vragen, zoals: • Waarom ben ik bij deze organisatie? • Wil ik bij deze organisatie blijven onder de huidige omstandigheden? Hoe lang en onder welke condities wil ik dat doen? • Wat vind ik noodzakelijk voor de organisatie in de toekomst? • Wat is mijn persoonlijke Futurizing scenario, wat is er belangrijk voor mijn eigen carrière? • Moet ik het Futurizingproces alleen doen, of ga ik dat doen met een vertrouwde of belangrijke secondant (sommige directeuren nemen bij dit proces hun adjunct-directeur of een vertrouweling mee. Sommige DGA’s nemen hun vrouw mee, een familielid, een compagnon of een bedrijfsleider). Het spreekt vanzelf dat dergelijke sessies zich min of meer in de anonimiteit dienen te voltrekken. Het liefst op een plaats waar de muren geen oren hebben. Tijdens deze sessies ontstaat er een globaal toekomstplan, dat als briefing geldt voor een team dat dit plan gaat bespreken, bijslijpen, aanvullen en tenslotte zal uitvoeren. 2.2 Vorm een team Doel van Futurizing is niet alleen uzelf en uw organisatie een blik in de toekomst te gunnen, het is ook een manier om een proactieve omgeving voor uw organisatie te creëren. Daarbij worden uw team en later alle mensen van uw organisatie betrokken. Het laatste kan op verschillende manieren. Bij Futurizing kunt u diverse disciplines van uw bedrijf inschakelen, die elk vanuit hun eigen knowhow een bijdrage kunnen leveren. 14 Een team kan bestaan uit de volgende personen: • Topmanagement, DGA, directeur, voorzitter RvB of RvC • Controller, boekhouder •Personeelschef • Productieleider of productiechef • Sales- en marketing functionarissen • Communicatie- en/of marketingcommunicatiefunctionarissen • Sleutelfiguren uit uw organisatie • De creatieven uit de organisatie Advies 1 Maak de groep niet te groot, maximaal 10 mensen. De groep is nog geen taskforce (een groep die zich bezighoudt met de uitvoering), maar een skunkforce (niet officiële groep die uitgebreid praat in de voorbereidende sfeer). Zij is nog niet officieel… dat komt later. Advies 2 Laat het Futurizingproces door een buitenstaander leiden. Bijvoorbeeld een gespecialiseerde trainer, het liefst een persoon die gewend is om buiten de bestaande kaders te denken. Zo kunt u als manager in alle vrijheid zelf aan het proces deelnemen. Doel Het in kaart brengen van de toekomst, op basis daarvan een strategie uitzetten, compleet met een beeld en een thema, het ontwikkelen van verschillende scenario’s, namelijk: 1. Scenario op basis van de huidige situatie 2. Scenario op basis van irreële veronderstellingen en een daaraan gekoppeld toekomstbeeld 3. Scenario op basis van een worst-case scenario waarbij wordt aangenomen dat de markt en daarbijbehorende activiteiten met 70% of zelfs meer teruglopen. 15 Resultaat Futurizing levert de volgende resultaten op: 1. Hogere kwaliteit van de besluitvorming die verder gaat dan intuïtieve of minder gefundeerde besluitvorming 2. Verschuiving van reactieve naar proactieve anticipatie op veranderingen 3. Een doeltreffende manier om prioriteiten te stellen en af te werken 4. Een duidelijke positionering van de organisatie, zowel in- als extern 5. Verhoging van de in- en externe kennis van de organisatie. Methode Kort en goed doorloopt u met dit team de volgende stappen: 1. Het scannen, monitoren en analyseren van uw omgeving 2. Analyseren van in- en externe ideeën en aannames over de toekomst 3. Ontwikkeling van reële prognoses 4. Schrijven (op basis van 1-3) van een kort toekomstscenario 5. Vorm teams om verschillende scenario’s uit te werken 6. Kies voor één scenario en werk dat verder uit. 7. Vorm een groep mensen die ‘eigenaar’ zijn van diverse aspecten uit het plan, waarbij ieder lid van de groep verantwoordelijk is voor één of meerdere onderdelen. 16 Toelichting Bovenstaande stappen zijn deels ontleend aan de moderne krijgskunst, op basis waarvan militairen aanvalsplannen maken. Maar ook de Universiteit van Columbia, Missouri, maakte in 2004 al gebruik van deze methode om een toekomstbeeld te schetsen. Bij die gelegenheid waarschuwde de Vice President van deze universiteit, Patricia M. Sobrero er al voor, om wel alle stappen door te lopen. Ze schreef hierover: ‘De meeste teams komen niet verder dan stap 1 en slaan de stappen 2 - 7 over. De reden hiervoor is, dat veel professionals er helemaal geen zin in hebben om zich vast te leggen op scenario’s, die waarschijnlijk later toch anders uitpakken’. Toegegeven… het gevaar dat het anticiperen op de toekomst kan uitmonden op totaal andere ontwikkelingen is aanwezig. Daarom is het belangrijk om telkens weer te checken in het team of de resultaten nog kloppen met de werkelijkheid. Veel bedrijven laten dat sowieso al vaak na. En dat levert de nodige problemen op, waardoor organisaties soms jarenlang achter de feiten aan lopen. 2.3 Het scannen en monitoren van uw omgeving ‘De moeilijkheid in tijden van turbulentie is niet de turbulentie zelf, maar dat organisaties er op reageren met de logica van gisteren’, schrijft professor Peter Drucker in zijn boek ‘Innovatie en Ondernemerschap’. Conclusie: om in de toekomst te kijken is het noodzakelijk om de logica van morgen te hanteren. Die valt te ontdekken door de eerder genoemde zeven stappen te doorlopen. 17 2.4. Analyseer uw omgeving Analyseer huidige en toekomstige veranderingen op de volgende gebieden, die mogelijk van invloed zijn op uw toekomstige positie: • Sociaal Hoe luiden de huidige regels op het gebied van arbeidsrelaties? Wat is de invloed van vakbonden en ondernemingsraden op uw beleid? Hoe is de relatie tussen landelijke organisaties van werkgevers en werknemers? Zijn er ontwikkelingen die uw organisatie raken? • Economisch Wat zijn de economische ontwikkelingen in uw branche? Wat zijn de ontwikkelingen in het buitenland? Raadpleeg openbare bronnen, zoals Cijfers & Trends van de Rabobank. Scan andere openbare bronnen zoals het Centraal Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Raadpleeg brancheonderzoeken. Abonneer u op uitgaven van het Ministerie van Economische Zaken. Sluit u aan bij een werkgeversvereniging en praat met collega-ondernemers. Kijk ook wat de concurrentie op dit moment doet. Realiseer u welke concurrenten u er in de toekomst bijkrijgt. Dat kunnen soms concurrenten zijn die in uw branche niet altijd voor de hand liggen. Zo is de markt in consumentenelektronica in elkaar gestort omdat andere branches begonnen met de verkoop van TV’s, computers en audioapparaten. Dit betekende het einde van talloze zelfstandig ondernemers en kleinere winkelketens! • Ecologisch Zijn er toekomstige milieumaatregelen die op het handelen van uw organisatie van invloed kunnen zijn? Komt de regering met maatregelen op dit gebied? Zijn de grondstoffen die u nodig heeft in de toekomst nog wel voorradig? Welke invloed hebben grond stoffen op uw bedrijfsvoering (trek dat breder: kijk ook naar de gas-, water- en elektriciteitsprijzen, de benzine en diesel voor uw auto’s). Kijk ook eens naar uw wagenpark en productiemachines. Ook als u een handels- of dienstverlenend bedrijf heeft, kunnen ecologische factoren een rol spelen, bijvoorbeeld als u een specialisatie heeft in een bepaalde branche. Zijn daar de ontwik kelingen in de toekomst gunstig, dan profiteert u hier ook van. Het omgekeerde geldt natuurlijk ook. 18 • • • Technologisch De ene innovatie is nog niet geweest, of de andere volgt al weer. Dankzij internet en andere ontwikkelingen spelen sociale media een grotere rol dan iedereen ooit voor mogelijk hield. Geen technologische ontwikkeling gaat uw deur voorbij, u heeft er altijd mee te maken. Ook technologische ontwikkelingen waarvan u denkt dat ze u niet raken. Denk eens aan ‘Cloud Computing’. Daarmee zullen kleine zelfstandigen en zzp’ers online krachtige computertoepassingen genereren. Die vormen een bedreiging voor grote organisaties met enorme mainframes die dachten daaruit concurrentievoordeel te kunnen putten. Plotseling kunnen kleine spelers op de markt in de toekomst snel zeer technologische extensies ontwikkelen. Communicatie Is de wijze waarop u nu communiceert met medewerkers, de markt en klanten ook voor de toekomst adequaat? Hoe communiceren uw concurrenten en collega’s? Welke communicatie, bijvoorbeeld van overheid, vakbonden, ondernemingsraad, buitenland, kranten en vakbladen is van invloed op uw eigen communicatie? Wat geeft u uit aan communicatie en wat levert het op, c.q., wat moet het in de toekomst opleveren? Politiek Niets veranderlijker dan de politiek. Bij elke verkiezing waait de wind uit een andere hoek. Dat geldt niet alleen voor de politiek in Nederland, maar ook daarbuiten. Als de Duitse regering vandaag maatregelen neemt op het gebied van de export, dan hebben wij er in Nederland morgen al last van. Kijk ook eens welke invloed de politiek op uw organisatie heeft. Vaak wordt aangenomen dat er tegen overheidsbesluiten geen kruid is gewassen. In de praktijk blijken er heel wat manieren te zijn om met nieuwe wetten en regels om te gaan. Een aardig voorbeeld daarvan is het rookverbod in cafés en de maximumsnelheid op de snelweg naar 130 km. In beide gevallen hebben lobby’s van bedrijven en organisaties ervoor gezorgd dat overheidsmaatregelen werden verzacht, of zelfs helemaal verdwenen. 19 Er zijn nog heel wat andere bronnen waaruit geput kan worden. Zoals: • Demografische ontwikkelingen van gemeenten, regio’s, provincies en gewesten • Publicaties van de branche, ministeries, vakbonden, werkgevers verenigingen, etc. • Zelf onderzoeken initiëren. Voor een paar duizend euro kunt u vaak ‘meelopen’ met andere onderzoeken • Lees ook bladen die u normaal niet leest. Pak eens wat vrouwen-, mannen- en hobbybladen. U zult er versteld van staan hoeveel onderwerpen en ontwikkelingen uw branche en onderneming direct of indirect raken. De trend in de vrouwenbladen van 2010 was, veel zelf doen, gezondheid en wellness, zelfstandig in de maatschappij staan. Zijn dat ontwikkelingen waar u ook mee te maken krijgt? • Vergeet niet om in het buitenland op zoek te gaan naar ontwikke lingen die hiervoor zijn genoemd. Het internet biedt daartoe vele mogelijkheden. • Bezoek veelvuldig de sites van uw concurrenten. Hetzelfde geldt voor sites van universiteiten. • Last but not least: uw medewerkers en teamleden weten vaak meer dan u denkt. 2.5 Analyse van interne en externe hypotheses over de toekomst (en het verleden) Bij anticiperende besluitvorming wordt de basis niet zelden gevormd door wat men in- en extern van bepaalde dingen vindt. Hoe denken uw medewerkers over de toekomst? Zijn ze daar positief of negatief over gestemd? Wat zijn hun ideeën over de toekomst van uw organisatie? In de praktijk luisteren managementteams niet zo goed naar wat medewerkers vinden, zolang ze hun werk maar doen. U komt dat aan de weet door sleutelfiguren in uw organisatie aan de hand van een vragenlijst te interviewen. Overigens hoeft u dat niet zelf te doen, u kunt daar ook iemand van buiten uw organisatie voor aantrekken. Meestal leidt dat tot een objectiever resultaat. 20 Na een half uur praten is vaak al duidelijk wat uw medewerkers van uw organisatie vinden en waar ze nog toekomstmogelijkheden zien. Hetzelfde kan met uw klanten. Organisaties die dat hebben gedaan, kwamen soms tot schokkende ontdekkingen en het besef dat er met wat meer aandacht voor de klant een nog betere relatie mogelijk was geweest. U kunt de respondenten het volgende vragen: 1. Huidige situatie Hoe is de organisatie in de huidige situatie terechtgekomen? Aan wie is dat te danken (of te wijten) en welke omstandigheden hebben geleid tot de huidige positie? 2. Toekomstige situatie Welke toekomst is er voor uw organisatie mogelijk en hoe denkt de respondent die situatie te bereiken? Als het een klant is: wat verwachten klanten nog meer van u? 3. Toekomstige omgeving In welke omgeving speelt de nieuwe situatie zich af? Dat kan zowel een fysieke of geografische omgeving zijn, dan wel een bepaalde discipline, vaardigheid of branche. En hoe zien uw klanten die toekomstige omgeving? 4. Wat heeft u nog niet gedaan en wat had u wel moeten doen? Zowel uw medewerkers als uw klanten kunnen u haarfijn vertellen wat u nog niet heeft gedaan en wat u wel had moeten doen. Dan wel… wat u nog moet doen voordat u überhaupt aan Futurizing kunt beginnen. Daar komen vaak interessante en soms buitengewoon relevante lijstjes uit. 21 2.6 Ontwikkel scenario’s Als u het voorgaande onderzoek heeft verricht, maak dan op basis van de uitkomsten de volgende scnenario’s: • De huidige situatie • De toekomstige situatie • De toekomstige omgeving • Worst-case scenario Dit, zoals aangegeven in het voorgaande hoofdstuk op de volgende gebieden: •Sociaal • Economisch (micro en macro) •Ecologisch •Technologisch •Communicatie •Politiek 22 2.7 Werk elk scenario uit Reken voor elk scenario het volgende uit. Wat kost het qua: •Menskracht • Uren, dagen, maanden en jaren •Geld • Overige inspanningen Reken uiteraard ook uit, wat het meest gunstige scenario u oplevert. 2.8 Kies voor één scenario en schrijf het op U kiest eerst de twee meest gunstige scenario’s en die vat u samen op maximaal twee (!) A4’tjes. Uiteindelijk kiest u voor één scenario. Dat werkt u uit op bijvoorbeeld de volgende terreinen: toekomstig(e) •Markten •Management •Ondernemingsleiding •Staffing • Partnerschappen en programma’s •HRM • In- en externe communicatie •etc. Het spreekt vanzelf dat dit lijstje naar believen verder kan worden aangevuld, afhankelijk van de behoefte. Vorm een groep mensen die ‘eigenaar’ zijn van diverse aspecten uit het plan, waarbij ieder lid van de groep verantwoordelijk is voor één of meerdere onderdelen. 23 3.Futurizing. Hoe het werkt. Uitwerking van Futurizing in stappen 3.1 Weten waarmee je bezig bent Om samen in de toekomst te kunnen kijken is het nodig om te weten waarmee je bezig bent. Geef daartoe antwoord op de volgende vragen: a. Waar staan wij nu met onze organisatie? Welke aspecten hangen met elkaar samen? Welke consequenties heeft dat? Wat gebeurt er als we niets doen? b. Wat is de vraag die wij moeten beantwoorden? Wat moet de uitkomst zijn van het proces dat we in gaan? Over welke tijdsperiode willen wij vooruit kijken? Vijf jaar is te lang, twee jaar is meestal te kort. Tijdens sessies gaat het meestal om een tijdsspanne van drie jaar. Dat is te overzien. c. Welke gebeurtenissen hebben in de toekomst invloed op het eindresultaat? Zijn er ontwikkelingen die zeker een rol zullen spelen? Zijn er ook ontwikkelingen die geen rol lijken te spelen, maar die zich in andere branches wel voordoen? Van zulke ontwikkelingen kan uw organisatie veel leren. Wat zijn in- en externe invloeden op het verdere verloop van uw ‘vooruitkijken’? Aan de hand van de antwoorden op deze vragen is het mogelijk om de zogenaamde ‘kernvraag’ te formuleren, de grote vraag waar het allemaal om draait. Gedurende het proces is het belangrijk om nauwlettend in de gaten te houden of de kernvraag nog reëel is. Tijdens het proces kan de kernvraag soms veranderen. Dat is op zich niet erg, zolang de groep zich er maar van bewust is en deze koerswijziging onderling duidelijk maakt. e. Als we de toekomst in gaan, wat moet het opleveren? Het is belangrijk om prestatie-indicatoren te benoemen. Futurizing moet iets opleveren in termen van geld, winst, kwaliteit, kwantiteit, imago of identiteit of combinaties daarvan. 24 d. 25 3.2 Weten waar je heen wilt Voor veel deelnemers aan het Futurizingproces is het uiterst moeilijk om zich een beeld te vormen van de toekomst en hoe die er voor de organisatie uit zal zien. Het noemen van concrete voorbeelden leidt al gauw tot discussies die betrekking hebben op de situaties in het heden, waarna de deelnemers makkelijk in de valkuil trappen om ook oplossingen te gaan verzinnen op huidige problemen. Dat is uiteraard niet de bedoeling. Op die manier springt men nooit over ‘de eigen schaduw’ heen. U zult om verder te kunnen komen een aantal zaken moeten bepalen, namelijk: a. Bepaal zo goed mogelijk waar u over (bijvoorbeeld drie jaar) wilt zijn, qua: • Marktpositie (nieuwe markten, oude afstoten?) • Productiepositie (nieuwe producten, oude afstoten?) • Personele bezetting (heeft u de mensen om het doel te bereiken)? Moeten er mensen bij komen, met eventueel andere kwaliteiten? • Omzet (hoeveel procent per jaar - krimpen of stijgen?) • Winst (gaat het u alleen om winst, of om continuïteit, koestert u klantwaarde of aandeelhouders - of ook wel bankwaarde?) • Kosten (groeien kost geld, krimpen ook) • Kwaliteit (omschrijf welke kwaliteit u wilt hebben) • Cultuur (huidige, versus gewenste cultuur) • Middelen (machines, EDP, gereedschap, huisvesting) • Communicatie (interne en marketingcommunicatie) b. Bepaal exact wat u nodig heeft om op de nieuwe positie te geraken • Is er een budget om het doel te behalen? • Zijn er mensen beschikbaar om het doel te bereiken (welke adviseurs heeft u eventueel nodig?) • Wat mag het kosten? • Wie gaan mee de toekomst in? • Wat moeten we doen om iedereen mee te krijgen? • Wat is de behoefte van medewerkers om deze stappen te maken (training, coaching, instrumentele trainingen op vakgebieden)? 26 • Is de huidige cultuur nog wel de gewenste cultuur? Wat moet er gebeuren om die cultuur eventueel te veranderen? • Wat moet er gebeuren om het gedrag van mensen te veranderen? c. Omschrijf het nieuwe toekomstbeeld Als u alle vragen heeft beantwoord - er zijn natuurlijk meer vragen denkbaar, dit lijstje kunt u naar hartenlust aanvullen - kunt u de volgende vragen gaan beantwoorden: • Hoe luidt onze positionering? • Hoe luidt kort en goed onze missie (zie ook hoofdstuk 4)? • Hoe luidt onze visie (hoofdstuk 4)? • Welke strategie volgen we om het nieuwe toekomstbeeld te bereiken? • Wat levert het op en wanneer (financieel, imago, marktpositie, etc.) d. Controleer of uw missie, visie en kernwaarden nog overeenkomen met uw toekomstbeeld Ten koste van veel tijd en geld ontwikkelen de meeste organisaties een missie en een visie. Ze formuleren ook kernwaarden. Dat is heel mooi, maar diverse onderzoeken tonen aan dat ze in het dagelijks gebruik niet worden gehanteerd. Zo liggen er heel wat ongebruikte missies en visies in ontelbare bureauladen. Kijk of uw missie en visie nog kloppen met de nieuwe scenario’s die u voor ogen hebt. Zo niet, maak dan van de gelegenheid gebruik om nieuwe te ontwikkelen en daar wat mee te doen in de vorm van in- en externe communicatie. Hetzelfde geldt ook voor eventueel door de tijd aangetaste kernwaarden. Tip: ontwikkel niet meer dan drie kernwaarden. Meer onthouden uw medewerkers niet, aldus is wetenschappelijk bewezen. In de praktijk blijkt dat uw medewerkers drie cultuurelementen gemakkelijk kunnen opdreunen. e. Wie gaan het doen? Het beantwoorden van bovenstaande vragen kost u nogal wat tijd. Variërend van enkele uren per week, tot een aantal dagen in bijvoorbeeld een kwartaal. Tot slot komt dan de vraag, wie het 27 moet gaan doen. Bij veel sessies valt bij die vraag op een bepaald moment een diepe stilte. Want creatief zitten wezen over de toekomst is een ding, maar het uiteindelijke werk doen is heel andere koek. De volgende argumenten zijn dan te horen: • Ik heb het al zo druk en dan moet ik dit er niet bijdoen • Kunnen we het niet over de vakantie heen tillen • De uitkomsten zijn niet realistisch… we moeten eerst nog maar eens wat nader onderzoek doen 28 Deze argumenten zijn te ontzenuwen door de zaak SMARTIE aan te pakken. Dit door plannen te ontleden in kleine deelplannen die overzichtelijk zijn. Vraag u per plan het volgende af, min of meer conform de traditionele SMART-formule, maar dan uitgebreid met een I en een E. De I is van Invloed, de E is van Eigenaar. Het plan moet: • Specifiek zijn. De doelstelling moet duidelijk zijn en niet voor andere uitleg vatbaar • Meetbaar. Het resultaat is te vatten in cijfers. Benoem prestatieindicatoren! • Acceptabel. Zowel qua kosten als qua menskracht • Realistisch. De cijfers uit de voorgaande sessies zijn leidraad en spreken boekdelen • Tijdgebonden. Veel plannen sterven in schoonheid omdat er geen einddatum is. De rapportage van een plan spreekt u af per datum en per uur. In principe wordt er niet van planningen afgeweken • Invloed. Bepaal welke invloeden positief of negatief kunnen werken. Kijk ook of er mensen zijn - bijvoorbeeld informele leiders of formele leiders - die er op uit zijn om uw plannen te torpederen. Elke organisatie kent projectsaboteurs die gewild of ongewild de mooiste plannen doen verzanden. • Eigenaar: ieder plan heeft een eigenaar. Dat betekent niet dat die al het werk moet doen. Deze persoon geeft wel leiding aan het proces en rapporteert ook. Hij of zij is eindverantwoordelijk voor een bepaald onderdeel van het proces. Er zijn ook andere technieken mogelijk, bijvoorbeeld: moodboarden, glad/sad/mad, prouds & sorries, ruimte/reisverhaal of de Magic Box Methode® van Futurizing, waarbij deelnemers hun gewenste positie in een virtuele box deponeren. 29 3.3 Weten wat je onderweg tegenkomt Het bovenstaande proces is niet makkelijk, want individuen en groepen komen op hun weg naar de toekomst nogal wat tegen. Ik noem een aantal zaken: a.Gevoelens Zoals eerder gemeld in dit boekje, worden we bij Futurizingprocessen regelmatig geconfronteerd met oude patronen uit ons limbische systeem. Dat is lastig. Brainstormen over de toekomst kan zelfs een fysiek voelbare prettige ervaring zijn. Aan de ene kant fijn omdat het spannend is. Tijdens sommige sessies giert de adrenaline door de aderen van de deelnemers. Maar als de toekomst ook werkelijkheid wordt, kunnen die gevoelens veranderen in zorgen over de eigen, persoonlijke toekomst. b.Ervaringen Ervaringen zijn optelsommen van feiten, zaken die eerder zijn voorgevallen, negatieve en positieve gebeurtenissen. Vanuit het verleden hebben we vaak geleerd welke oplossingen bij welke problemen horen. Wie gaat futurizen komt voor vraagstukken te staan waar niet direct een antwoord op is. Het is een nieuwe situatie die zich aandient en daar horen nieuwe oplossingen bij. Voor sommige deelnemers aan het proces is dat vaak wennen. Mensen willen graag veiligheid… de toekomst biedt die in eerste instantie niet. Dat is even zoeken en niet onoverkomelijk. 30 c.Logica Vanuit het verleden heeft de mensheid antwoorden op vragen die vroeger speelden.Herinner u de woorden uit hoofdstuk 1: een nieuwe toekomst vraagt om een nieuwe logica waarmee vraagstukken worden opgelost. Het handigste is dan ook - hoe vreemd dat ook klinkt - nieuwe problemen te ontdoen van hun huidige oplossingen. Nieuwe problemen vragen om nieuwe, creatieve oplossingen. Dat is heel uitdagend! d.Belangen Zeker als het toekomstplaatje helder wordt voor de deelnemers, krijgen sommige deelnemers de neiging om hun huidige positie te gaan afschermen. Een nieuwe toekomst betekent ook verandering. In dit stadium is het voor de deelnemers zeer moeilijk - maar wel noodzakelijk - om de huidige situatie los te laten. En de nieuwe situatie onbevangen te omarmen. 3.4 Oefenen voor als het moeilijk wordt Als er eenmaal een blauwdruk ligt voor de nieuwe toekomst, voer die dan niet gelijk in. Ga eerst oefenen aan de hand van praktijkvoorbeelden. Kijk dan of lijstjes, checklists en dergelijke ook kloppen. Doe dat aan de hand van mogelijke en onmogelijke situaties. Doorloop dit proces bijvoorbeeld met iemand, die verstand heeft van groepsprocessen. Aan de hand van deze oefeningen weet u niet alleen heel snel of uw plannen realistisch zijn, maar ook hoe iedereen in het management reageert onder de nieuwe omstandigheden. 31 3.5 Maak het samen concreet op 2 A4’tjes. Onderteken het! Dit is de allerlaatste stap die u en uw team ‘verplicht’ moeten zetten: het samen concreet maken van uw toekomstplannen. Maak geen uitgebreid rapport. Maar schrijf een document van maximaal twee A4’tjes waar in staat waar u met uw organisatie heen gaat. Als volgt: • Waar gaat uw organisatie heen? • Waarom gaat u daar heen? • Wie gaan er heen? • Wat zijn de gevolgen? • Wat zijn de gevolgen op deelgebieden? • Wanneer begint het? • Wanneer eindigt het? • Wat zijn de prioriteiten per periode (bijvoorbeeld: per jaar)? • Wat levert het op? •Conclusie. U mag dit lijstje uiteraard aanvullen, maar ook onderdelen weglaten. Tenslotte ondertekenen alle deelnemers het document, waarmee zij verklaren dat zij de toekomstplannen ondersteunen. In hoofdstuk 4 gaan we in op welke wijze het resultaat in- en extern kan worden gecommuniceerd. In zes maanden klaar! Veel transformatieprocessen van organisaties duren jaren. Hét succes voor een snelle invoering van de weg naar de toekomst is: een korte implementatietijd. De voorbereiding mag met gemak een paar maanden duren, maar de invoering moet snel geschieden. Hoe sneller dit gebeurt, hoe beter het resultaat, wijzen wetenschappelijke studies van Prof.dr. A. Cozijnsen uit. 32 Kies een thema Heel belangrijk: een toekomstbeeld beklijft niet slechts op papier… het moet een positie krijgen in het hoofd van uzelf en uw medewerkers. Ontwikkel daarom een sterk thema dat het gehele proces gedurende de looptijd lardeert. Zo’n thema kan zowel bij de in- als externe communicatie uitstekend bruikbaar zijn. Het kan zowel de identiteit als het imago van de organisatie versterken. 33 34 4.Interne en externe introductie van het toekomstbeeld 4.1 Wat er verandert en waarom Wie de toekomst in gaat ontkomt er niet aan om zaken in de organisatie te veranderen. Zoals eerder geschreven: de meeste mensen zijn daar niet gek op. Veel organisaties raken in de loop van het veranderingsproces vaak hun enthousiasme kwijt. De reden hiervan is, dat het doel van de verandering aan veel mensen totaal niet duidelijk is. Vaak zijn die doelen bij het management wel bekend, maar bij de medewerkers wier hulp men vraagt om de veranderingen door te voeren, veelal niet. Vandaar dat het duidelijk moet zijn waarom uw organisatie gaat veranderen, wat er moet veranderen en wat ieders taak is bij dit proces. In dit hoofdstuk in het kort hoe u dat het beste kunt doen. 4.2 Interne communicatie Goede en effectieve communicatie is het sleutelwoord voor een succesvolle realisatie van het toekomstbeeld. Goede communicatie is in dit geval: inzet van zoveel mogelijk communicatiemiddelen. Dit is nodig omdat de moderne mens nu eenmaal wordt overspoeld met communicatie. Om u daar een beeld van te geven: • Eén zaterdageditie van de Telegraaf bevat dezelfde hoeveelheid informatie als een mens zijn hele leven in de middeleeuwen kreeg toegediend • Per dag krijgt een mens 875.000 communicatieve impulsen te verwerken • Mensen kijken per dag 1,8 uur tv en zitten gemiddeld 2,4 uur achter de pc • Men schat dat de moderne mens 9000 reclame-indrukken per dag krijgt 35 Dit betekent dat mensen - en dus ook uw medewerkers - al die informatie moeten schiften in de categorieën ‘interessant’ en ‘niet-interessant’. Doel van uw communicatie over de toekomst van uw organisatie is, om een positie te krijgen in het brein van uw medewerkers. Dat kan alleen door te concurreren met de informatiebranding die medewerkers van de vroege morgen tot de late avond over zich heen krijgen. U kunt de volgende middelen inzetten: a.Informatieboekje Zorg ervoor dat alle stappen om die toekomst te realiseren zijn samengevat in een boekje dat tevens geldt als naslagwerk. Daarin is te lezen waarom uw organisatie een toekomstbeeld heeft gecreëerd, wat de reden is en waar het naartoe moet. Dit gelardeerd met feiten, cijfers, tabellen en mogelijk verluchtend materiaal, zoals foto’s of cartoons. Maak het boekje niet te dik en voer het uit in zakformaat. b.Nieuwsbriefjes Creëer geprinte nieuwsbriefjes met in het kort feiten en feitjes, interviews met medewerkers en snelle reportages. Houd de verschijningsfrequentie hoog. Schakel hiervoor bij voorkeur een externe medewerker in, zoals een bedrijfsjournalist. Iemand ‘van buiten’ heeft geen last van vooringenomenheid. Verstuur de nieuwsbriefjes naar het huisadres van uw medewerkers. Het is van groot belang dat hun gezinsleden ook op de hoogte zijn van de toekomst. Dit, omdat de informatie die u ventileert uit geautoriseerde bron komt. Zo voorkomt u ruis in de communicatie. Een belangrijk voordeel van ‘papieren’ informatie is, dat het wel erg moeilijk wordt om deze weg te klikken, het lot dat veel internetmails is beschoren. c.Intranet/mail Voor de dagelijkse zaken kunt u intranet of de mail inzetten. Meld zo mogelijk wekelijks resultaten. Geef duidelijk de afzender op; als men u kent is de neiging om de boodschap te lezen groter. Anders ondergaat uw boodschap het lot zoals beschreven bij b). Als er nieuws is, zorg er dan voor dat uw intranet opent met het nieuws als de medewerker zijn computer aanzet. 36 d. Sociale media Via Facebook, Hyves, Twitter etc. kunt u contact met al uw medewerkers onderhouden. Dit kost relatief weinig en u scoort er heel aardig mee. Via Twitter kunt u informatie spuien met medewerkers die normaal gesproken niet zo vaak ‘op kantoor’ komen. Zoals vertegenwoordigers, bouwvakkers, etc. e. Posters en gadgets Ook posters en gadgets doen het heel aardig als communicatiemedia voor thema’s die u aan de man wilt brengen. f. Communicatie tijdens het proces Vergeet niet om tijdens het proces te communiceren waarom u zich regelmatig terugtrekt met een aantal personen. Zoiets kan voor uw omgeving heel bedreigend zijn; vaak hebben collega’s die niet aan het proces deelnemen het gevoel dat er zonder hun bijdrage over hun toekomst wordt beslist. Wees open over wat u aan het doen bent, maar bewaar de resultaten voor de kick-off. 37 4.3 Interne kick-off Een andere toekomstbeeld betekent dat de positie van de organisatie verandert. Iedereen is daarbij betrokken, van directeur tot de koffiejuffrouw, van manager tot de mensen op de werkvloer. Als u het toekomstbeeld eenmaal duidelijk voor ogen heeft, maak dan van het gekozen scenario een goede presentatie, al dan niet in power-point. Houd die presentatie voor het voltallige personeel, eventueel in groepen als er sprake is van ploegen- of nachtdienst. In die presentatie, die u ludiek kunt verpakken met bijvoorbeeld participatie van een acteur e.d., komen de volgende onderdelen voor: 1.Thema 2. Het doel van het ontwikkelen van het toekomstscenario 3. De reden ervan 4. Wat vraagt de toekomst van de medewerkers (nu en in de toekomst) 5. Wat zijn de overige gevolgen (investeringen e.d.) 6. Hoe gaat het scenario in zijn werk 7. Op welke wijze vindt er communicatie plaats 8. Wat zijn de prioriteiten van de komende jaren 9. Waar kun je met je vragen heen 10. Hoe houden we de medewerkers op de hoogte van de resultaten Communicatiemiddelen: voor grote én kleine organisaties! Bovenstaande middelen zijn ook zeer goed inzetbaar voor kleinere organisaties, waarbij bijvoorbeeld tussen de 8 en 30 medewerkers werken. Veel directeuren en managers van kleinere bedrijven nemen onterecht aan, dat mondelinge informatieoverdracht volstaat. Dat is vaak niet zo. Het gesproken woord is een vluchtig medium. Maar, zoals het aloude spreekwoord al zegt: papier is geduldig en niet voor meerdere uitleg vatbaar. 38 4.4 ‘Toekomsttrainingen’ voor personeel (en management) Futurizing gaat er vanuit dat het management onder virtuele omstandigheden al vaak heeft geoefend met de toekomstige situatie van de organisatie. Maar het personeel heeft dat natuurlijk nog niet. Zeker als er nieuwe teams in het leven worden geroepen, kan het zeer nuttig zijn om de toekomstige realiteit te beoefenen in teams. Dit, bij voorkeur onder leiding van een ervaren trainer. We onderscheiden drie soorten toekomsttrainingen of combinaties daarvan, namelijk: • Emotioneel Dit is een training waarbij groepen en teams leren omgaan met de toekomstige situatie, zoals deze na de kick-off zal zijn. Ze leren hoe ze zich ten opzichte van elkaar gaan gedragen, nemen eventueel nieuwe procedures door. Ze maken nieuwe afspraken met elkaar. • Instrumenteel Hierbij gaat het om scenariotrainingen op het vakgebied van de deelnemers. Die trainingen kunnen betrekking hebben op veranderende financiële, administratieve, technische of commerciële vaardigheden en procedures. • Cultureel Organisaties hebben een missie, een visie en kernwaarden. Het kan geen kwaad om die kernwaarden in praktische zin nog eens door te nemen met elkaar. Ook dit weer onder leiding van een externe trainer of coach. 39 4.5 Externe kick-off Als het interne Futurizingsproces achter de rug is, wordt het tijd om de resulaten ervan extern kenbaar te maken. U kunt het beste starten met een campagne die het toekomstbeeld omschrijft en verduidelijkt. Dat lukt u tegenwoordig niet meer met een briefje, zoals vroeger. Het start met de communicatie van een beeld. Sommige organisaties doen dat met een direct mail, maar nog beter is het om een officiële kick-off te organiseren voor uw klanten. We hebben het dan niet over een receptie of een open dag maar bijvoorbeeld een bijeenkomst voor klanten waarin de nieuwe koers wordt uiteengezet. 4.6 Externe communicatie Futurizing leidt, of u het nu wilt of niet, tot een andere aanpak van uw zaken, een ander gewenst imago en soms ook tot een ander beeld. Dat uw organisatie de toekomst anders ziet, is van grote invloed op onder andere uw communicatie met de markt. Futurizing heeft invloed op uw • Marketingcommunicatie in het algemeen •Arbeidsmarktcommunicatie • Reclame, public relations en voorlichting •Persbeleid • Public affairs • Internet en multimedia • Social media • Persoonlijke communicatie met klanten Het verdient aanbeveling om deze zaken samen met een deskundige op deze gebieden, een communicatieadviseur of een reclamebureau, op te pakken. 40 4.7 Futurizing. Hoe houdt u het levend? Eén van de belangrijkste succesfactoren van Futurizing is doorlopende communicatie over het onderwerp. Veel organisaties die futurizen maken nog wel eens de fout het strijdperk te betreden met een indrukwekkende kick-off… Waarna de medewerkers en klanten maanden lang niets meer horen. U houdt Futurizing alleen levend door: • Iemand te benoemen die verantwoordelijk is voor dit onderwerp • Uw organisatie te verplichten om er minimaal achtmaal per jaar over te communiceren • Resultaten te melden aan medewerkers en klanten • Regelmatig medewerkers bij elkaar te laten komen om resultaten en problemen te bespreken • Als managementteam minstens driemaal per jaar onder leiding van een externe persoon de resultaten door te nemen. Ook ervaren managers hebben een ‘boeman’ nodig die de juiste vragen stelt • Op tijd weer nieuwe doelen te stellen voor de toekomst • Veranderingen ten opzichte van het toekomstbeeld regelmatig te communiceren. Een goed plan mag veranderen! Het is belangrijk om toekomstplannen consistent uit te voeren. Maar dat neemt niet weg, dat uw organisatie wel flexibel moet blijven in de uitvoering. De grote veldheer Hannibal, de enige die ooit met een groot aantal olifanten over de Alpen trok, zei het al: ‘Een goed plan is een plan dat veranderd kan worden’. Als één van de eerste futurizers deed hij het onverwachte en sprong over alle toen geldende logica van de krijgskunst heen. En hij won. En dat kunt u ook! 41 42 Bronvermelding/aanbevolen literatuur • ‘Futuring’ de kunst van het anticiperen, toekomstbestendig strategisch denken. Mr. Herman J.Th. Rottinghuis Scriptum, ISBN 9789055 945863 • ‘Hoe bedoelt u?’, een psychologische analyse van menselijke communicatie. F. Schulz von Thun Wolters Noordhoff, ISBN 90-01-795-43-9 • ‘Positionering’, de marktstrijd om een plekje in het brein. Al Riesen Jack Trout Samson Bedrijfsinformatie, ISBN 90-12-03115-7 • ‘Positionering’, stappenplan voor een scherpe positionering. Rik Riezenbos en Jaap van der Grinten Boom, ISBN 9 789047 300175 • ‘Het breinboek voor managers’, wat je moet weten in denken en gedrag. drs. Paul Postma, Business Bibliotheek, ISBN 9 798047 001133 • ‘Emotionele Innovatie’ de opmars van de emotieconsumptie. Roland en Rogier van Kralingen Pearson Education, ISBN 9 789043 016537 • ‘Gorilla’s in Krijtstreep’, wat dierengedrag ons kan leren over hiërarchie en samenwerking. Business Contact, Richard Conniff, ISBN 9789047 002215 •‘Productgiganten’. Jean Philippe Deschamps Kemper Conseil Publishing, ISBN 9789054 021452 • Artikelen University of Missouri, ‘Journal of Extension’. Prof.dr. M. Sobrero, Associate Vice President 43 Colofon Aan dit boekje werkten mee: Auteur: Dick W.A. Maes Broekema Eindredactie: Linda Jansen, Anneke Muurling-de Haan Ontwerp: Johnny Timisela Realisatie: Broad Communications Company BV Futurizing is een uitgave van Broad Communications Company BV Oosteinde 27, 3842 DR Harderwijk Postadres: Postbus 435, 3840 AK Harderwijk Telefoon: 0341 436060 Fax: 0341 436065 Mail: [email protected] Internet: www.Futurizing.nl Nadruk verboden. Aan de tekst van dit boek kan geen rechtskracht worden ontleend. Futurizing® en Broad Communications Company® zijn gedeponeerde handelsmerken. 44 Iedere organisatie wil weten wat de toekomst brengt. De toekomst kan inspireren, maar ook angst inboezemen. Door op proactieve wijze scenario’s voor de toekomst te ontwikkelen en te anticiperen op bekende tendenzen en aanwaaiende trends, is het mogelijk om die toekomst op reële wijze in kaart te brengen. ‘Futurizing, proactief anticiperen op de toekomst’, gaat daarover. Het geeft antwoord op de vraag waarom Futurizing nodig is, hoe je dat aanpakt, wie het moeten doen, hoe je toekomstplannen maakt en levend houdt. Dick W.A. Maes Broekema (1952) is oprichter en creative director van Broad Communications Company BV te Harderwijk. Reeds vele jaren inspireert hij leiders en managementteams van lokale, regionale en internationale ondernemingen op het gebied van marketing communicatie, toekomstige strategieën en positionering. Dit onder meer door middel van enerverende sessies. Hij is een gewild en creatief sparringpartner van managers en ondernemers. Meer informatie: www.futurizing.nl