3NC20 Gecondenseerde materie 2012 Tentamen, 20 april 2012 Algemeen: Beargumenteer je antwoorden. Vermeld zowel de gebruikte basisformules als de tussenstappen in de afleiding. Mogelijk te gebruiken formules: 1 . exp[(ε − µ ) / k BT ] + 1 1 De Bose-Einstein verdelingsfunctie: n( E ) = . exp[ε / k BT ] − 1 Beoordeling: Maximaal 75 punten = P. Eindcijfer = P / 7.5. _____________________________________________________________________ De Fermi-Dirac verdelingssfunctie: f ( E ) = Opgave 1 – Een rechthoekig kristal (totaal 25 punten) Figuur 1a Figuur 1b Een 2-dimensionaal (2D) kristal bestaat atomen A en B, gerangschikt volgens het patroon in bovenstaande figuur 1a (atomen A en B zijn weergegeven door open en gevulde cirkels). a) Maak een schets met daarin duidelijk aangegeven de roostervectoren van het primitieve rooster en de bijbehorende eenheidscel. Geef een vectoruitdrukking voor de roostervectoren en geef het aantal A- en B-atomen in de eenheidscel. [3 punten] b) Construeer het reciproke rooster. Geef een vectoruitdrukking voor de reciproke roostervectoren b1 en b2 , en teken ze in een schets van het reciproke rooster. [4 punten] c) Construeer en schets de eerste Brillouinzone. [3 punten] Vervolgens beschouwen we een vereenvoudigd kristal, waarin alle B-atomen weggelaten worden. Dit kristal bestaat dus alleen uit A-atomen (figuur 1b). We gaan nu de elektronische bandenstructuur voor dit kristal berekenen met behulp van de tight-binding benadering. Daartoe wordt één s-orbitaal per atoom meegenomen in de berekening. In de berekening beschouwen we daarbij niet alleen de overlap tussen golffuncties op naaste buurposities, maar ook op een-na-naaste buurposities (figuur 1b). De atomaire golffunctie wordt genoteerd als s j ≡ ϕ (r − r j ) voor atoom j 1 op positie r j . De Hamiltoniaan H wordt beschreven door de matrixelementen T waarbij j en j’ indices van naaste 4 buuratomen, en j en j” indices van een-na-naaste buuratomen zijn. Het kristal bevat N atomen. Let op, het matrixelement T is negatief. d) Leidt een uitdrukking af voor de bandenstructuur, dat wil zeggen de energie E k voor de elektronische toestand bij k = k x e x + k y e y , binnen de tight-binding benadering. Laat voldoende tussenstappen zien in je afleiding. [8 punten] Voor de berekende bandenstructuur is de effectieve massa rond k = 0 afhankelijk van de richting. We definiëren de effectieve massa’s m x en m y voor een elektron met k ≈ 0 dat beweegt parallel aan resp. x- en y-as. e) Bereken het quotiënt m x / m y . [3 punten] De bandenstructuur wordt nu bezet met een gering aantal elektronen, dusdanig dat de Fermi-golfvector k F veel kleiner is dan de diameter van de Brillouinzone. f) Schets de Fermicontour in de Brillouinzone. Geef duidelijk aan wat de vorm is (bijv. cirekel- of ellipsvormig, en in het laatste geval in welke richting ligt de langste as). [2 punten]. Tenslotte wordt er een elektrische spanning aangelegd over het kristal. Ten gevolge van het homogene elektrische veld gericht in de positieve x-richting stelt zich een constante stroomdichtheid in. g) Maak in een schets duidelijk welke toestanden bezet zijn in aanwezigheid en afwezigheid van dit elektrische veld. [2 punten] ε 0 = s j H s j , s j H s j ' = T en s j H s j " = Opgave 2 – Varia (totaal 20 punten) Niet-vrij elektron: We beschouwen een elektron in een 1D bandenstructuur beschreven door E k = E0 (1 − cos(ka)) , waarin k het golfgetal, en E0 en a positieve 3π constanten. Het elektron bevindt zich in een toestand met k = . Er wordt een 4a kracht F uitgeoefend in de positieve x-richting. a) Bereken de versnelling van het elektron. Geef duidelijk het teken van de versnelling aan. [3 punten] Fononen in een di-atomair kristal: We beschouwen een één-dimensionaal (1D) diatomair kristal, bestaande uit atomen A en B met massa resp. MA en MB, waarbij M A < M B . De afstand tussen buuratomen is a. De fonon-bandenstructuur is weergegeven in figuur 2 (links). Rechts in de figuur zijn snapshots van de atomaire posities weergegeven voor 3 verschillende fonon-modes (i, ii en iii). De evenwichtsposities van de atomen zijn weergegeven door de verticale stippellijnen. 2 Figuur 2 b) Geef voor alle drie fonon-modes (i, ii en iii) de positie in de bandenstructuur aan (d.w.z. wat is de waarde van k, en betreft het een mode in de onderste of bovenste band?). Verklaar je antwoorden kort. [5 punten] Magnetisme: We beschouwen magnetische eigenschappen van het edelgas Xenon (Xe) en een Cu2+ bevattend zout (Cu2+ heeft een 3d9 configuratie). Voor beide materialen wordt de magnetisatie M gemeten als functie van aangelegd veld H. De resultaten staan in onderstaande figuur 3a en 3b. Figuur 3a Figuur 3b Figuur 3c 2+ c) Geef aan welke meting aan Xe en welke aan het Cu gedaan. Verklaar kort je antwoord. [3 punten] bevattend zout is Vervolgens wordt een derde materiaal beschouwd dat paramagnetisch is bij kamertemperatuur, en waarvoor M als functie van H staat weergegeven in figuur 3c (dikke lijn). Ten gevolge van interactie tussen de elektronenspins blijkt er een ferromagnetische ordening op te treden bij lagere temperaturen. Drie mogelijkheden voor het M(H) gedrag staan aangegeven in figuur door middel van de lijnen i, ii en iii. d) Geef aan welke van de drie lijnen (i, ii of iii) hoort bij dit materiaal. Verklaar kort je antwoord. [3 punten] Warmtecapaciteit in metaal en halfgeleider: Figuur 4 geeft de warmtecapaciteit als functie van temperatuur voor materialen A en B. Alle microscopische parameters (zoals roosterparameter en veerconstante van de chemische binding) van A en B zijn identiek, behalve de massa van de atomen. 3 Figuur 4 e) Geef aan of de atomaire massa van A groter of kleiner is dan die van B. Verklaar je antwoord. [3 punten] Tenslotte vergelijken we het gedrag van B met dat van materiaal C. Gegeven is dat één van beiden een halfgeleider is, en de ander een metaal. f) Beredeneer of B dan wel C een metaal is. [3 punten] Opgave 3 – Bijna-vrije elektronen en warmtecapaciteit (totaal 30 punten) Beschouw een één-dimensionaal (1D) materiaal met lengte L, een eenvoudig rooster met een atoom per eenheidscel en roosterconstante a. Het gedrag van elektronen in dit materiaal kan binnen benadering worden beschreven door het vrije-elektronenmodel. In deze opgave is m de vrije elektronenmassa, k B de constante van Boltzmann en de constante van Planck. a) Schets de vrije-elektronen bandenstructuur in het gereduceerde zoneschema (binnen de eerste Brillouinzone). Beschouw tenminste de twee banden met laagste energie bij elke k-waarde. Geef in de tekening aan wat de waarde van k en E k is in het centrum en op de rand van de Brillouinzone. [5 punten] Vervolgens beschouwen we dit materiaal in de ‘bijna-vrije’ elektronenbenadering, waarbij een zwakke atomaire potentiaal in rekening wordt gebracht. Voor de eerste2 orde Fouriercoëfficiënt van de atomaire potentiaal geldt U 1 << . ma 2 b) Schets de invloed van de zwakke atomaire potentiaal op de bandenstructuur. [2 punten] Het materiaal heeft 3 elektronen per atoom in de hier beschouwde bandenstructuur. c) Bereken de Fermi-energie en geef aan of het materiaal een metaal of een halfgeleider is. [3 punten] Vervolgens berekenen we de elektronische bijdrage aan de warmtecapaciteit van dit 2 systeem, C el , bij een temperatuur T << . k B ma 2 4 d) Beredeneer waarom elektronen in de laagste band nauwelijks bijdragen aan de warmtecapaciteit en waarom het maken van de vrije-elektronen benadering (dus verwaarloosbare U 1 ) nauwelijks invloed heeft op de uitkomst. [3 punten] Vanaf nu kun je dus gebruik maken van de vrije-elektronenbenadering. e) Bereken de toestandsdichtheid van elektronische toestanden in de reciproke ruimte, g(k). [3 punten] f) Bereken de toestandsdichtheid als functie van energie, D(E). [4 punten] ∞ df dE , waarin je verondersteld wordt 0 dT de voorkomende grootheden te herkennen. [5 punten] g) Toon aan dat C el ≅ D( E F ) ∫ ( E − E F ) h) Bereken C el binnen genoemde benaderingen. Je kunt gebruik maken van de standaardintegraal x 2e x π2 . [5 punten] dx = ∫−∞ (1 + e x ) 2 3 ∞ EINDE TENTAMEN 5