Achtergrondinformatie over onze leesmethodiek ‘Zo leren kinderen lezen en spellen’ en STAAL Op onze school werken we met de lees- en spellingsmethodiek “Zo leren kinderen lezen en spellen” van Drs José Schraven (ZLKLS). Dit jaar is de leesinstructie middels deze methodiek gestart in groep 3. Onze collega Maud Koopman begeleidt dit traject, zorgt voor de materialen en coacht de leerkrachten. In november is bij alle kinderen in groep 3 de herfstsignalering afgenomen en wij zijn heel tevreden over de lees- en spellingsresultaten! Ook in de groepen 1-2 en 5-6 zal deze methodiek gebruikt gaan worden. Maud heeft de leerkrachten 1-2 al begeleid hierin en vanaf januari zal de aanpak ook doorgetrokken worden naar de groepen 4-5-6. In de groepen 4 t/m 6 (schooljaar 13-14) en 7 en 8 (schooljaar 14-15) werken we met de methode STAAL spelling. Deze methode STAAL is geschreven naar aanleiding van de methodiek “Zo leer je kinderen lezen en spellen” en onder begeleiding van Drs José Schraven. Het verschil tussen een methodiek en een methode is het volgende: Methodiek; is een aanpak te gebruiken bij verschillende methoden, je past de methode hierop aan. Methode; is een vastomlijnd geheel waarbij instructie en verwerking kant en klaar aangeboden wordt door de uitgever. Op onze school werken we met de methode Leeslijn in groep 3 en STAAL spelling in de groepen 4 t/m 8. Groep 1-2 De methodiek ZLKLS wordt al in groep 1-2 toegepast. Kinderen in groep 1-2 krijgen letters aangeboden met de lettergebaren. Deze letters moeten de kinderen kunnen herkennen, de gebaren zijn een ondersteuning. De eerste weken in groep 3 is het voor de kinderen dan vooral een herkenning van al eerder aangeboden letters. In de groepen 1-2 worden de letters nog niet bewust geschreven. Tevens wordt er in groep 1 en 2 geoefend op de auditieve synthese en auditieve analyse. Auditieve synthese: letters tot een woord vormen (lezen) Auditieve analyse: een woord in klanken verdelen (spelling) De auditieve synthese wordt ‘zingend’ aangeboden, dit om later spellend lezen te voorkomen. Groep 1 en 2 oefent alleen met woorden met 1 medeklinker vooraan en 1 medeklinker achteraan (mkm-woorden) bv boom. Tips voor thuis: benoem letters nooit bij de alfabetisch naam maar spreek ze uit zoals ze klinken in een woord (fonetisch) b-oo-m, geen bee- ooo- em. Gaat uw kind al schrijven? Gebruik de letters van groep 3. Ouders kunnen bij de leerkracht een kopie van de letterkaart vragen. Veel voorlezen is een belangrijke stap in de leesontwikkeling. Groep 3 (start voor spellingsonderwijs gr 4 t/m 8) Groep 3 bestaat uit 2 perioden; klankzuiver en niet-klankzuiver. In januari gaat de klankzuivere periode over in de niet-klankzuivere periode. Tijdens de klankzuivere periode worden alleen woorden behandeld die je schrijft zoals je ze zegt. In de niet-klankzuivere periode behandelen we de woorden die anders geschreven worden. Deze woorden worden aangeboden met behulp van categorieën. Eerst wordt de leescategorie, later wordt naast de leesstrategie de spellingscategorie aangeboden.(zie bijlage categorie-kaart) De lessen in groep 3 bestaan uit een vaste volgorde waarin de hele week dezelfde oefeningen gedaan worden. Iedere les wordt gestart met de herhaling van de aangeboden letters, de leerkracht of de kinderen benoemen de klankgroepen waarin een letter weggezet wordt. Letters zijn opgedeeld in lange klanken, korte klanken, medeklinkers en twee-tekenklanken. (Zie bijlage) het wegzetten van letters in groepen is belangrijk om later open- en gesloten lettergrepen te kunnen lezen en schrijven. Na de herhaling volgt het aanbieden van een nieuwe letter. De nieuwe letter staat in de taal/leesles centraal. Er wordt gewerkt met de materialen van de methode Leeslijn. Een nieuw woord wordt aangeboden n.a.v. een verhaal/onderwerp. Leeslijn werkt met globaalwoorden. Per week komen 2 nieuwe letters/ klanken aan bod. Deze worden op maandag aangeboden en vervolgens de gehele week ingeoefend, verwerkt, herhaald en geautomatiseerd. De verwerkingsmaterialen van de Leeslijn zijn aangepast aan de methodiek ZLKLS. De auditieve synthese en analyse heeft in groep 3 ook een zeer grote rol in het aanvankelijk lees- en spellingsproces. Dit komt iedere dag terug gedurende de klankzuivere periode. In de niet-klankzuivere periode wordt vooral de analyse nog veelvuldig geoefend. Het is belangrijk dat de kinderen tijdens het aanvankelijk leesproces niet de woorden gaan ‘hakken’ zoals bij boom= b-oo-m, maar de letters in elkaar laten overgaan; zingend lezen zoals bij boom= bbboooooommmm. Op deze manier zullen de kinderen sneller vlot leren lezen. Zeker zwakke lezers hebben moeite met het samenvoegen van gehakte woorden, het zingend lezen vangt dit op. Bij het oefenen van het lezen worden de deelvaardigheden mbt lezen geoefend. Dit zijn visuele discriminatie, auditieve synthese, letters lezen, woorden lezen en tekst lezen. Tijdens het oefenen van het lezen is het belangrijk de woorden bij synthese zingend aan te bieden. (rrraaammm) Dit voorkomt spellend lezen. Als ondersteuning bij de auditieve analyse maken we gebruik van de hakkaarten. Dit zijn kaarten waarop vakjes staan, deze vakjes staan voor de medeklinkers en de lange-, korte- of twee tekenklanken. Met behulp van de hakkaarten leren we de kinderen de opbouw van woorden met meerdere medeklinkers voor en/of achteraan. Nadat de deelvaardigheden van lezen zijn geoefend worden de deelvaardigheden van spelling geoefend; auditieve discriminatie, auditieve analyse, letters schrijven, woorden schrijven en zinnen schrijven. Bij het oefenen van spelling worden de woorden wel “gehakt”, zodat kinderen weten in welke volgorde ze een woord op moeten schrijven. Ter ondersteuning wordt hierbij gebruik gemaakt van hakkaarten. Kinderen hakken een woord als volgt; b-oo-m/b. Ze herhalen de eerste letter nogmaals zodat ze weten met wat de eerste letter is. Dit voorkomt dat kinderen woorden achterstevoren op gaan schrijven, omdat ze met de letter beginnen die ze het laatst gehoord hebben. Iedere dag wordt vóór het dictee geoefend met de hakkaarten. De hakkaarten worden ook gebruikt tijdens het dictee. De kinderen kunnen het woord eerst in de vakjes wegzetten en zien dus wanneer ze een letter vergeten of juist extra schrijven. Iedere dag maken de kinderen een dictee, hierbij worden er 6 letters geschreven, 6 woorden en één zin aangeboden. Het samen nakijken van het dictee is een belangrijke stap in het leerproces. Kinderen kijken vanaf groep 4 zelf hun eigen werk na m.b.v. het voorbeeld op het bord. De leerkracht bespreekt de valkuilen en geeft individuele kinderen extra beurten. Speciale hakwoorden vanaf de niet-klankzuivere periode in groep 3 Tijdens het schrijven van deze woorden worden de letters van speciale hakwoorden aangeboden. Dit zijn letters die bij elkaar horen en er niemand tussen willen hebben bv de –lk (melk / melik) – lf (elf/ eluf) -rn, rg,-rf,- rm,- lg,- lm,- lp,-rk,- rp. Deze woorden worden aangeboden in de klankzuivere periode en komen veelvuldig terug op de hakkaarten (auditieve analyse) en het dictee. In de niet-klankzuivere periode worden ze met regelmaat herhaald. Speciale hakwoorden moeten deftig worden uitgesproken, melk en niet melik. Deze woorden vormen een valkuil vanuit onze taal, dit zijn klankzuivere woorden en worden in deze periode ook aangeboden. De ei- en au plaat Als de /ei/ en /ij/ en/of de /au/ en /ou/ aangeleerd zijn krijgen de kinderen de ei-plaat of de au-plaat. Op deze ei/au-plaat staan alle woorden die geschreven worden met de ei/au. Staat een woord er niet op dan schrijf je het met een ij/ou. De ei/au-plaat start op groep 3 niveau en groeit met de kinderen mee. In de 2 bovenbouw wordt de ei/au-plaat een eigen werkdocument waarin kinderen zelf woorden kunnen toevoegen. Lees- en spellingscategorieën In de niet-klankzuivere periode leren de kinderen lees- en spellingscategorieën aan. De categorieën worden eerst als leescategorie en -regel aangeboden, later als spellingsregel. Het verschil tussen een lees- en spellingscategorie kan groot zijn bv bij de aai, ooi, oei-woorden de leesregel is: ik lees een i en ik zeg een j en de schrijfregel is; ik hoor een j maar ik schijf een i. Als de spellingsregel eenmaal is aangeboden kunnen de kinderen de leesregel vanzelf toepassen. De leesregel wordt dan minder vaak herhaald. De spellingsregel staat centraal. De spellingscategorieën zijn ingedeeld in een schema. Dit schema is terug te vinden in de bijlage, de leesregel is erbij genoteerd. Groep 3en 4 biedt de kinderen 7 spellingscategorieën en 12 leescategorieën aan. Deze categorieën komen overeen op de categoriekaart in de bijlage. De categorieën worden hier ook volledig uitgeschreven. Categorie 11. Klankgroepwoorden Klankgroep woorden zijn o.a. woorden met open- of gesloten lettergrepen. D.m.v. de klankgroepencategorie en regel toe te passen leren kinderen de schrijfwijzen van deze woorden. In groep 3 worden deze woorden alleen auditief (op gehoor) geoefend, niet geschreven! Een klankgroepenwoord kun je in twee stukken hakken bomen= bo/men. We gebruiken hierbij GEEN lettergrepen! Aan het eind van het eerste stuk, dit noemen we de klankgroep (bomen= boo), horen we een klank, dit is de laatste klank. De laatste klank kunnen we plaatsen in de klankgroepen. Iedere groep heeft een regel, deze regel geeft aan wat er met de klank gebeurd in het klankgroepenwoord. Klankgroep regel Lange klanken Korteklanken Tweetekenklank Medeklinkers “Ik haal een stukje van de aa/ee/oo of uu weg” “Ik schrijf de ….dubbel” “Ik schrijf het woord zoals ik het hoor” “Ik schrijf het woord zoals ik het hoor” Voorbeeld: bomen Klankgroep is boo Laatste klank is oo Ik haal een stukje van de oo af en schrijf bomen. Groep 4 t/m 8 In de groepen 4 t/m 6 wordt op een vergelijkbare manier gewerkt als in groep 3. De werkwijze is voor deze groepen weggezet in een methode; STAAL. Deze methode is dit schooljaar ‘14-‘15 voor de groepen 7 en 8 ingevoerd. Aanbieden van de spellingscategorieën in de groepen 4 t/m 8: In de groepen 4 tot en met 8 worden de categorieën uitgebreid: - In groep 4 komen er 4 spellingscategorieën bij - In groep 5 komen er 7 nieuwe spellingscategorieën bij en wordt er veel geoefend met woorden met meerdere categorieën in één woord. - In groep 6 komen er 9 nieuwe spellingscategorieën bij en worden oude categorieën uitgebreid. - In groep 7 komen er 5 categorieën bij. De meeste van deze categorieën geven geen echte regel meer aan maar moeten ingeprent worden. 3 De regels zijn terug te vinden in de bijlage op de categoriekaart. Als voorbeeld hebben we de regelkaart van groep 4 genomen. Dictee Het dictee blijft in alle jaargroepen een belangrijke rol spelen in de dagelijkse spellingsles. Iedere dag dictee waarbij meerdere categorieën in een woord kunnen voorkomen. De ei- en auplaat blijft een werkdocument waarin t/m groep 5 nieuwe woorden worden aangeboden en na groep 5 zelfstandig woorden kunnen worden toegevoegd door de kinderen. Bijlagen: Als voorbeeld Regelkaart spelling, groep 4 4 5 6 7 8