Woordenlijst hoofdstuk 8: Onbedoelde effecten op het individuele niveau Uses & Gratifications theorie Stimulus-respons theorieën (soms ook injectienaald-theorieën genoemd hypodermic needle-theories) Sleepereffect Media-effecten als verwerkingsfout Desensitization Sensitization Onderzoeken wat mensen met de media doen in plaats van omgekeerd. Het effect van mediagebruik is een bepaalde behoeftebevrediging. Oudste effecttheorieën uit de communicatiewetenschap. Simpel model, waarnemen v/e comm.boodschap heeft onmiddellijk effect op de ontvanger => geen tussenliggende factoren! Geen sprake van enige vorm van verwerking v/d boodschap. Automatisch, ongewilde effecten kunnen optreden bij blootstelling aan propaganda – alsof het ongewild en ongeweten onderhuids werd ‘ingespoten’. *copycat-gedrag: mediaboodschappen letterlijk navolgen. (Berkowitz, 1993) *imitatie- of het besmettingseffect: niet bewust de bedoeling hebben het negatieve gevolg v/h gedrag uit te lokken. (Harris, 1989) *trigger-effect: persoon die reeds de mentale ingesteldheid of psychische voorbestemdheid heeft om een bepaald gedrag te stellen, wordt daartoe aangestoken door een mediaboodschap. (Berkowitz, 1993) *Catharsis-effect: oude theorie die beweert dat mediagebruik tot een ontlading kan leiden. Kijken naar agressieve/gewelddadige films zou dan een uitlaatklep zijn voor agressieve gedachten/gevoelens. De kijker kan zich hierdoor ‘uitleven’ of geraakt zo (tijdelijk) van zijn gevoelens/gedachten af. (Harris, 1989:188) Feiten en argumenten makkelijker onthouden dan informatie over de bron waaruit dit geleerd werd => na lange tijd soms nog info herinneren zonder te herinneren hoe betrouwbaar de bron was. Kennis kan dus jarenlang in het achterhoofd blijven ‘slapen’ tot ze wordt opgeroepen door concrete situaties. Info over betrouwbaarheid v/d bron is dan echter al vergeten. Mensen leren ook info over de realiteit van fictieve mediaboodschappen. Enkel mogelijk als er een soort verwerkingsfout optreedt = speciaal geval van sleepereffect!! Info uit fictie kan ‘per vergissing’ onthouden worden alsof het echte info is, maar kan niet zomaar als een ‘verwerkingsfout’ gezien worden. Bij langdurige en/of regelmatige blootstelling aan mediaboodschap die oorspronkelijk als schokkend of onaangenaam ervaren werd tot een zekere gewenning leidt. Positieve effecten: kinderen reageren beter in noodsituaties of in therapeutische settings om mensen van allerlei angsten af te helpen. Schokkende info kan ook leiden tot een toename van gevoeligheid. Emoties voelen die eerst nauwelijks gevoeld Arousal Agenda-setting Zwijgspiraal Cultivatietheorie Storytelling Receptietheorie Data setting Boundary setting werden. Allerlei vormen van ‘opwinding’: verhoogde hartslag, adrenaline-opstoot, zweten etc. = korte termijneffect van fysiologische aard Mensen leiden iets af uit de aandacht die de media geven aan bepaalde nieuwsfeiten, over het belang dat die feiten hebben in de samenleving Mensen distilleren een gevoel uit de media over welke opvattingen door andere mensen aanvaard worden en welke opvattingen men beter voor zichzelf houdt (= cultivatietheorie van George Gerbner) Theorie over socialisatie van de mediagebruiker. Normen en waarden v/e samenleving worden het duidelijkst geïllustreerd adhv verhalen over overtredingen ervan. Verhaal kan ook verzonnen worden om zo aan de leden v/d stam duidelijk te maken wat de norm is en wat de gevolgen zijn v/d overtreding ervan. Elk individu maakt een zeer persoonlijke interpretatie van elke mediaboodschap waar hij/zij mee wordt geconfronteerd. Ontvanger wordt als actief beschouwd zelfs wanneer deze passief overkomt bij observatoren = ‘actieve ontvangertheorieën’. Mensen nemen ‘data’ in zich op die weinig afwijken van de manier waarop ze in de media zijn voorgesteld Het verder men zich van gewone percepties over hoe de wereld in elkaar zit begeeft, en hoe dichter men bij opinies en attitudes komt, des te meer moet de ontvanger de informatie uit de media actief verwerken. Boodschap bepaalt niet wat ontvanger gaat denken, maar helpt wel mee de grenzen (boundries) te bepalen waarbinnen de ontvanger met de informatie omgaat.