Het ei - UHasselt

advertisement
Bijlage 1
Seminarie: wetenschappen
De kip of het ei ?
Stap 1
Oriëntatie van het ei
-
Leg het verse bevruchte of onbevruchte ei in de petrischaal, met de stompe zijde naar
links en de scherpe zijde naar rechts, en zorg ervoor dat de tekening bovenaan ligt
Leg het ei klem met wat plasticine
Maken van een opening
-
-
Maak nu bovenaan een kleine opening in het midden van de ovale tekening. Dit doe je
door met een scherpe pincet een zeer klein gaatje te maken. Steek niet te diep en ga
vooral rustig te werk.
Leg de stukjes schaal in een petri-schaal. Doe zo verder tot je de ovale lijn overal hebt
bereikt.
Bekijk aandachtig de buitenwand van de eierschaal onder een binoculair
Waarnemingen aan de schaal
Is de schaal glad?………………………………Heeft de schaal poriën?………………………
Aan de binnenzijde van de schaal zit een vlies. We noemen dit het schaalvlies. In werkelijkheid
bestaat dit vlies uit twee deelvliezen : een binnenste schaalvlies of eiwitvlies en een
buitenste schaalvlies. Indien de schaal bruin, of soms blauw is dan is ze gepigmenteerd.
Normaal zijn eierschalen gepigmenteerd (met vlekjes, bruin, zelfs blauwgroen enz….) en zo
aangepast aan de kleur van het nest.
(opdracht ivm kleur van eieren zie achteraan)
Dissectie van een kippenei
-1-
Stap 2
-
Leg enkele stukjes schaal in een beker van 100 ml
Druppel er enkele druppels HClconc op met een pipet. Wat zie je?
……………………………………………………………………………..
-
Schrijf de reactievergelijking ! (er gebeurt dezelfde reactie als tijdens het onderzoek
van kalksteen in de aardrijkskundeles of van beenderen in de biologieles : het ei
bestaat uit calciumcarbonaat dat met een zuur omgezet wordt in een zout en water en
waarbij koolstofdioxide ontsnapt !)
Reactie :
Opmerkingen
1
2
Soms heeft een ei geen schaal : we noemen dit een ‘windei’ of ‘loos ei’. Dit komt voor
bij kippen die onvoldoende kalk eten en dus een tekort aan kalk hebben. Hun eieren
hebben geen of een te dunne schaal.
De kalk van de schaal wordt door het embryo en later door het jonge kuiken gebruikt
bij de beenvorming. Op het einde van de broedperiode is de schaal behoorlijk dun
geworden zodat ze gemakkelijk breekt bij het ‘kippen’ of ontluiken van het kuiken. Het
kuiken heeft op het topje van zijn bek een eitand waarmee het de schaal kan breken bij
het kippen.
Besluit van stap 1 en stap 2 :
-
de eierschaal bevat ………….…………………………………………(naam) of …………………….(formule)
-
de schaal is niet ………………..maar voorzien van kleine oneffenheden of
…………………….waarlangs uitwisseling van gas mogelijk is
-
Tegen de schaal zit een ……………………………….
Dissectie van een kippenei
-2-
Stap 3
Opdracht
Pel een hardgekookt ei maar zorg ervoor dat de schaal heel blijft aan de stompe en scherpe kant
van de schaal. Een heel vers ei pelt moeilijk, het schaalvlies kleeft dan zeer sterk aan het eiwit.
We spreken nu van eiwit omdat het wit van ei na koken gecoaguleerd is tot eiwit. Eiwitten
vervasten of coaguleren bij warmte.
Waarneming
Je ziet dat het vlies in de stompe zijde van de schaal een soort blaas vormt, het zit in ieder geval
niet vast tegen de schaal, dit in tegenstelling tot de scherpe zijde of de zijwanden waar het vlies
wel vast tegen de schaal zit. Pluk het vlies los uit de stompe zijde en leg het in een petrischaal.
Schraap nu met een scalpel de binnenzijde van de schaal af zonder de schaal te breken. Je ziet
dat er nog een heel dun vlies tegen de schaal zit. Dit vlies is het buitenste schaalvlies terwijl het
eerste vlies dat je lospeuterde het binnenste eiwitvlies is. Aan de stompe zijde zit er lucht
tussen de twee vliezen, behalve als je voor het koken, ter voorkomen van barsten tijdens het
koken, een gaatje hebt geprikt aan de stompe zijde. We noemen dit de luchtkamer. Via de
luchtkamer geraakt het embryo en later het jonge kuiken aan zuurstof.
Hoe kleiner de luchtkamer, hoe verser het ei. Normaal is deze luchtkamer slechts 3 mm groot.
Besluit
Rond het wit van ei of eiwit zitten er ………………(aantal) vliezen, namelijk
……………………………………………………………………………………….., die zeer dicht tegen elkaar aan zitten
behalve aan de …………………………………
Opmerking
Als je voor het koken de stompe zijde van het ei doorprikt met een naald dan loop je minder risico
dat het ei tijdens het koken barst. Je hebt dan de luchtkamer doorprikt! Indien je dit niet doet
dan gaat tijdens het koken de lucht in de luchtkamer opwarmen en uiteindelijk ‘ontploffen’
waardoor de schaal kan barsten.
Dissectie van een kippenei
-3-
Stap 4
Opdracht
-
-
Kijk in het opengemaakte deel van het verse ei. Je ziet de dooier en het wit van ei.
Met een beetje geluk bemerk je op de dooier een rood (bevrucht) of een wit stipje
(onbevrucht)
Rol nu heel voorzichtig het ei dat met de plasticine vastzat naar voor en terug naar
achter zonder wit van ei of dooier uit de ovale opening te laten vloeien.
Duw met je vinger zachtjes op de dooier zonder hem stuk te duwen! Noteer je
waarnemingen
Blijft de dooier op zijn plaats zitten tijdens het rollen?…………………………….
Blijft de dooier op zijn plaats zitten als je er zacht op duwt en dan terug loslaat? ………..
Stap 5
Opdracht
Maak het ovale gat groter en giet de inhoud van het ei heel voorzichtig in een schaal.
Waarnemingen
Je ziet dat de dooier mooi in zijn geheel en in het midden van het wit van ei blijft liggen. In het wit
van ei zie je links en rechts twee dikke, spiralig gedraaide eiwitstrengen. Deze strengen zitten vast
aan de dooier. We noemen deze strengen de hagelsnoeren. De twee hagelsnoeren gaan over in
het wit van ei dat de dooier omgeeft. Het wit van ei zit in meerdere lagen rond de dooier. Deze
lagen zijn in een zachtgekookt ei niet zo goed te zien. Snijd daarom het hardgekookte ei in het
midden overlangs door. Begin aan de stompe zijde en snijd verder naar de spitse zijde zodat je
ook de dooier doorsnijdt. Als je goed kijkt zou je de eiwitlagen nu beter moeten kunnen zien. Men
neemt aan dat de hagelsnoeren, die vastzitten aan de dooier en in de lagen van het wit van ei tot
aan het binnenste eiwitvlies, volgens het ‘kardan’ophangprincipe vasthangen. Tijdens het broeden
zal de kip het ei regelmatig rond zijn as draaien maar NOOIT over de kop (scherpe of stompe zijde
van het ei). De hagelsnoeren zorgen er dus voor dat de dooier steeds op zijn plaats blijft tijdens
het wentelen. Moest het ei over kop gewenteld worden, dan zou het hagelsnoer scheuren of
breken en dan zou de dooier niet meer op zijn plaats zitten. Het embryo zou dan sterven! Soms
hoor je dat mensen de eieren van vogels schudden. Ze laten de vogel in de waan dat hij of zij
verder kan broeden maar uiteindelijk zullen er geen jongen geboren worden en broeden de vogels
niet meer opnieuw. Men doet dit om de populatie van vogels onder controle te houden (bv. bij
aalscholvers)
Dissectie van een kippenei
-4-
Opdracht
-Dompel een Albustix in het wit van een ei.
-Lees het resultaat af op de verpakkingsdoos.
-Noteer je waarneming
Welke kleur lees je af ?……………………. Bevat het wit van ei albumine ?…………
Opmerking
Bij de’ vorming van het ei verlaat een eicel (kiemschijf en dooier) de eierstok. Tijdens het afdalen
van de eileider, die tot 60 cm lang is, zet zich rond de eicel wit van ei af in vier verschillende lagen.
Deze operatie neemt enkele uren in beslag en er worden afwisselend dunne en dikke eiwitlagen
afgezet. De eerste laag wordt al draaiend afgezet waardoor er aan de twee polen van de dooier
hagelsnoeren ontstaan. Men noemt ze ook chalazen of chalaza, van het Griekse woord chalaza dat
hagelsteen betekent. Verder zitten de hagelsnoeren ook vast in de volgende eiwitlagen tot aan het
binnenste eiwitvlies. De twee sterke vliezen worden in het onderste deel van de eileider gevormd.
Dit neemt slechts één uur in beslag. Deze vliezen zijn bacteriënwerend. In het onderste deel van
de eileider wordt het gevormde ei opgepompt. Water en zouten worden uit de eileiderwand
opgenomen tot het ei zijn uiteindelijke dikte heeft. De eischaal wordt in de baarmoeder door de
schaalklier gevormd. Deze operatie neemt 14 uur in beslag. De schaal bestaat uit 4% eiwit en
96% uit CaCO3 . De kalk wordt uit de botstructuur van de kip gehaald en niet rechtstreeks uit het
voedsel. Het is wel zo dat de kip kalk moet opnemen via het voedsel om zo haar kalkgehalte in
haar lichaam op peil te houden. Uiteindelijk wordt de eischaal nog met een laagje was afgedekt
zodat er weinig vochtverlies is.
Besluit
De dooier is vastgehecht met …………………………………..deze houden de dooier op zijn plaats
als………………………………………………………………….
Het eiwit bevat veel…………………………………………..dit is reservevoedsel.
In totaal duurt de vorming van één ei ongeveer ……………………………………..
De schaal bestaat uit………………………….waarvoor de grondstoffen gehaald worden
uit…………………………………………………………………………………………….
Het ei wordt beschermd tegen bacteriën door………………………………………………. En tegen vochtverlies
door……………………………………………………..
Stap 6
Opdracht en waarnemingen
Bekijk de dooier van het bevrucht of onbevrucht ei aandachtig. Normaal zie je op de dooier een
kleine (enkele mm) rode of witte stip of schijf. Als je ze niet ziet, keer dan met een soeplepel de
dooier om over zijn as, daar waar de hagelsnoeren zitten. Doe het voorzichtig want de dooier kan
scheuren!
De schijf is de kiemschijf of kiemvlek. In het bevruchte ei is ze rood, dan zit er een dood
embryo in van enkele uren. Is de kiemschijf wit, dan is het ei niet bevrucht.
De kiemschijf bevat het cytoplasma en de kern van de eicel. De kiemschijf samen met de dooier
vormt de EICEL. De dooier is omgeven door het dooiervlies dat erg soepel en vervormbaar is. Het
Dissectie van een kippenei
-5-
dooiervlies is permeabel of doorlaatbaar voor gassen, voedingsstoffen en afvalstoffen. Het is de
celmembraan van de eicel. Het is dus van kapitaal belang dat de kiemschijf tijdens het broeden
steeds bovenaan blijft liggen, ook al zal de kip het ei regelmatig draaien.
Besluit
Uit hoeveel cellen bestaat een onbevrucht ei?……………………………………………….
De dooier zit vast met twee hagelsnoeren, die ervoor zorgen dat de ……………………….steeds
bovenaan zit. De kiemschijf bevat de ………………….en het ……………………………………met de organellen
van de eicel (of het jonge embryo bij een bevrucht ei). De dooier is het reservevoedsel van de cel
en het dooiervlies is de……………………………. A1 de rest is extra voedsel en bescherming.
Opmerkingen
In een bevrucht ei ontwikkelt zich reeds na enkele uren een embryo. Door afkoeling zal het
embryo echter sterven. Er kunnen dan bacteriën (bv Salmonella) tot ontwikkeling komen die
schadelijk kunnen zijn voor de consument.
Zodra de kip heeft gelegd gebeuren er chemische veranderingen in het ei. Deze veranderingen zijn
niet altijd goed voor de kwaliteit van het ei. De pH van de dooier en ook van het wit van ei worden
basischer. Van 6 naar 6,6 voor de dooier en van 6 naar 7,7 tot zelfs 9,2 voor het wit van ei. Dit
laatste wordt zelfs waterig en is dan zeker niet meer goed voor consumptie.
De kleur van de dooier zegt niets over de kwaliteit van het ei. De gele of oranje kleur is afkomstig
van xanthofielen en carotenen.
Bepaal de pH van het wit van ei en de dooier met universeel indicatorpapier :
Wit van ei : pH =…………………dooier : pH = ………………
Dissectie van een kippenei
-6-
Vragen en opdrachten
(info : voorgaande tekst + internet, boeken…)
Het is verboden om bevruchte eieren te verkopen. Waarom ?
………………………………………………………………………………………………….
Om te weten of een ei vers is, dompelt men het in koud water. Een vers ei zinkt tot op de bodem,
als het ei niet meer vers is gaat het zweven of drijven. Hoe verklaar je dat?
………………………………………………………………………………………………….
Waarom geeft men kippen en andere vogels in gevangenschap regelmatig gemalen schelpen te
eten?…………………………………………………………………………………………
Zoek eens in determinatieboeken over vogeleieren of op het net naar vogels die eieren leggen
waarvan de kleur kan verschillen. (Denk zeker ook aan de koekoek) Welke zinvolle verklaring kun
je geven voor de verschillen?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………
Zoek eens op hoe men er voor kan zorgen dat de kippen eieren leggen met een meer oranje
dooier?………………………………………………………………………………………….
Aan een kip kan je zien of ze bruine dan wel witte eieren legt. Waaraan kun je dit zien? Leg
uit!……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………….
Vervolledig de figuur door de namen in te vullen (je moet 9 delen aanduiden)
Dissectie van een kippenei
-7-
Bijlage 2
Seminarie: wetenschappen
De kip of het ei ?
1.
De paring
Alleen uit bevruchte eieren kunnen kuikens ontwikkelen. Dus moet er eerst een paring gebeuren
waarbij de kip de haan moet verleiden,… of is het omgekeerd?
In de dierenwereld spreekt men over “balts” : gedrag dat vertoond wordt tussen twee dieren van
verschillend geslacht die in voortplantingsconditie zijn.
Door het vertoon van dit gedrag ziet het andere dier instinctmatig dat het geen aanvalsgedrag of
agressief gedrag is en het niet hoeft te vluchten, maar dat het toenaderingsgedrag is.
Vrijwel altijd begint de haan met het baltsgedrag.
Het belangrijkste element van het baltsgedrag is het 'walsen' van de haan om de hen heen.
Walsgedrag houdt in dat de haan op korte afstand van de hen langzaam rond de hen loopt. Het
rondje kan heel kort zijn maar ook langer. Tijdens dit rondje houdt de haan de rug vrij horizontaal
met de kop vooruit gestrekt of licht omlaag gebogen. De schouder die afgekeerd is van de hen
wordt wat omhoog getrokken en de andere schouder wordt naar beneden gebogen. De haan staat
dus zijdelings scheef gekeerd naar de hen. De vleugel van deze opgeheven schouder wordt naar
beneden gestrekt (soms tot op de grond) en vaak ook nog geschraapt langs de poot. Dit geeft een
raspend geluid.
Het walsen wordt soms voorafgegaan door vleugelklappen met beide vleugels waarbij de haan
vaak op de tenen gaat staan. Voor, tijdens en na walsen pikt de haan soms kort maar heftig op de
grond. Dit grondpikken wordt soms ondersteund door een lokkende roep. Dit is geen eetgedrag,
maar gedrag om de hen te lokken naar de haan.
Het antwoord van de hen kan zijn dat ze wegloopt en meestal stopt dan het baltsgedrag van de
haan. Blijft de hen staan, dan zal de haan proberen om op de rug van de hen te stappen en zich
met de snavel vast te houden aan de kop- of nekveren van de hen. Dit noemen we het treden
van de hen.
De hen kan ook nog actiever tonen dat ze bereid is te paren. Dan gaat zij als antwoord op het
baltsgedrag van de haan zogenaamd 'hurken'. De hen zakt hierbij door de poten en zit als het ware
op de grond en spreidt meestal haar beide vleugels. Dit gedrag is een sterke prikkel voor de haan
om de hen te treden. Soms maakt de haan met beide poten nog stapbewegingen.
Als vervolg drukt de haan zijn cloaca op de cloaca van de hen.
(De cloaca is de lichaamsopening aan het achterlijf van de kip.)
Hierbij wordt heel kort een soort uitstulping (of papil) in de cloaca van de hen gebracht en het zaad
overgebracht in de cloaca van de hen. (Een normale gezonde haan produceert ongeveer
3.000.000.000 zaadcellen per etmaal; dit betekent ruim 35.000 zaadcellen per seconde.) Dit
moment duurt maar enkele seconden en dan stapt de haan van de rug van de hen. Meestal
schudden beide dieren even de veren en vervolgens gaat ieder zijns weegs. Hiermee is het
baltsgedrag en de paring afgelopen.
Meestal zeggen we dan dat de hen is bevrucht. Feitelijk is dit niet waar, want de zaadcellen van de
haan moeten nog een lange weg afleggen door de eileider van de hen naar een vrijgekomen eicel.
De echte bevruchting vindt plaats in de buikholte van de hen.
Van ei tot kuiken
-1-
2.
Van bevruchting tot een ei leggen
In de eierstok rijpt op een gegeven moment een eicel. Deze rijpe eicel komt voor korte tijd (slechts
15 minuten) vrij zwevend in de buikholte voor. De trechtervormige opening van de eileider ligt
dicht tegen de eierstok aan en vangt na korte tijd de eicel op.
Wil een eicel bevrucht worden, dan moet er in die 15 minuten dat de eicel vrij in de buikholte
voorkomt een zaadcel in de buurt zijn die in die korte tijd de eicel binnendringt en zorgt voor
bevruchting. De tijdspanne voor bevruchting is inderdaad zo kort omdat in de trechter al heel snel
de echte eivorming begint en de eicel dan niet meer bevrucht kan worden.
Zaadcellen zijn bij de bevruchting van de hen door de haan omhoog gezwommen door de eileider
tot aan de trechter en komen ook vrij zwevend in de buikholte van de hen.
Slechts één zaadcel kan een eicel bevruchten.
Na deze bevruchting verandert het vlies dat om de eicel zit en kan er geen andere zaadcel meer
binnendringen. Korte tijd hierna begint de eivorming en is bevruchting helemaal niet meer
mogelijk.
Direct na de samensmelting van zaadcel en eicel begint deze bevruchte eicel zich te delen en dit is
het echte begin van de groei van het embryo. Dit begin van het embryo vindt dus plaats in het
trechtervormige deel van de eileider en dus ruim 24 uur voordat het bevruchte ei door de hen
wordt gelegd.
Om correct te zijn duurt de broedproces dus niet 21 maar 22 dagen. Het is echter gebruikelijk om
de tijd in de eileider niet mee te tellen.
Op het moment van het leggen van het ei is de bevruchte eicel al door veel celdelingen gegroeid
tot een klompje cellen en is gemiddeld 3 - 4 millimeter in doorsnede. Op een dooier zien we dit als
een klein witachtig vlekje. Er zijn beslist nog geen typische kenmerken van het embryo te zien,
maar we hebben wel te maken met een levend embryo.
Ruim voordat het ei zich aankondigt (en dan praten we over een uur of zoiets) wordt de hen
onrustig en beweeglijk. Het lijkt vaak of zij een nestplaats loopt te zoeken, maar de keuze is al
lang bepaald. Tijdens deze onrustige periode laat zij ook vaak een kakelend geluid horen. Soms
klinkt dit geluid in onze oren wat klaaglijk of zeurend.
Na enige tijd gaat zij het legnest van haar keuze binnen en blijft gemiddeld tussen 30 minuten tot
2 uur in het legnest. Meestal zit zij heel rustig, maar zo nu en dan schuift zij met de snavel wat
nestmateriaal om zich heen of gooit dat op haar rug, zodat het ook rond om haar heen valt. Na
enige tijd komt het ei eraan door het samenknijpen van de spieren in de schaalklier en de vagina.
Dit moment kunnen we zelf waarnemen. Vlak voordat het ei via de cloaca naar buiten komt, neemt
de hen een andere houding aan. Vanuit de zittende houding gaat zij staan in een typische 'pinguinachtige' houding.
Het ei valt bij het leggen tenminste enkele centimeters naar beneden.. Het moment van leggen
gaat vaak weer gepaard met een kakelend geluid.
Kort na het leggen verlaat de hen het legnest en kijkt niet meer om naar het ei.
3.
Van eileg tot broeden
Een ei koelt na het leggen af van ruim 42 graden naar omgevingstemperatuur. Als deze
temperatuur onder de 27 graden ligt, houdt de celdeling in het embryo op en begint er een
rustperiode.
Deze rustperiode eindigt pas als de temperatuur weer boven de 27 graden komt, dus als we het ei
in de broedmachine plaatsen of onder een broedse hen leggen. Duurt deze rustperiode te lang, dan
sterft op een gegeven moment het embryo.
Van ei tot kuiken
-2-
4.
De embryonale ontwikkeling
Het embryo ontstaat uit de kiemschijf van het ei. De dooier wordt eerst als voedsel opgenomen.
Om het embryo ontwikkelen zich verschillende vliezen.
Dag 1
Na ruim 18 uur kunnen we met een microscoop de eerste onderdelen van het embryo al zien.
Als eerste worden de hersenen en het zenuwstelsel aangelegd. Wat later op deze dag zijn de ogen
ook al te onderscheiden en kun je ook al zien waar de kop wordt gevormd. Op deze dag is er ook
het eerste begin van het darmstelsel en verschijnen de eerste bloedcellen.
Dag 2
Op deze dag begint de ontwikkeling van het hart en de bloedvaten. Kleine bloedvaten maken
contact met het dooiervlies om de dooier en het hart begint te pompen.
Het embryo kan nu al voedingstoffen uit de dooier halen.
Typerend voor de tweede dag is de snelle groei van het zenuwstelsel en de hersenen. We zien ook
groepen cellen die zich gaan onderscheiden in het embryo. Deze groepen worden somieten
genoemd. Somieten zorgen later voor de aanleg van het skelet en de spieren.
Tot slot van deze tweede dag beginnen een paar belangrijke vliezen te groeien : amnion, chorion
en het allantois.
Dag 3
Dag 3 staat vooral in het teken van de groei van de genoemde drie vliezen.
De kleinste, het amnion, sluit zich helemaal om het kleine embryo.
De ruimte tussen het amnion en het embryo wordt gevuld met een vloeistof. Het kleine embryo
zweeft comfortabel in deze zak met vloeistof. Deze situatie lijkt sterk op een zoogdier-embryo in de
baarmoeder.
Om het embryo met de amnionzak heen groeit heel snel het tweede vlies, het chorion. Binnen
enkele dagen omsluit de chorion het embryo met de dooier en maakt contact met de
eischaalvliezen.
Aan het einde van dag 3 is er ook een kleine uitstulping ontstaan op de plaats waar later de cloaca
van het kuiken verschijnt. Deze kleine zak, de allantois, is bekleed met veel bloedvaten.
Het zenuwstelsel en de hersenen groeien snel door, inclusief de zintuigen. We kunnen de eerste
pigmenten in de ogen al zien. De geslachtsorganen en de nieren kunnen we in eerste aanleg ook al
waarnemen. Op het weefsel dat later de huid wordt, kunnen we de veerzakjes ook al zien. Uit deze
zakjes groeien later de veren.
Dag 4
Op de vierde dag groeit alles snel door.
Alle somieten zijn klaar en dat betekent dat de eerste beenderen gevormd gaan worden.
De eerste spieren ontstaan in de romp van het embryo en we kunnen met speciale meetapparatuur
vaststellen dat deze spieren ook al werken.
Aan het eind van dag 4 zijn de allantois en de chorion zo snel gegroeid dat deze twee vliezen met
elkaar versmelten en de chorio-allantois vormen.
Van ei tot kuiken
-3-
Dag 5
Op deze dag wordt het volledige bloedvatstelsel aangelegd. Het hart was tot deze dag in feite een
holle buis met kleppen die, door steeds samen te knijpen, het bloed rond pompte. Dit is niet
voldoende voor het embryo dat nu hard groeit. Daarom wordt het hart in snel tempo omgezet in
het vierkamerige hart dat vogels en zoogdieren kennen. Dit hart kan veel meer bloed rond
pompen. De nieren zijn op dag 5 helemaal klaar en de darmen functioneren ook al. De longen zijn
nog nauwelijks ontwikkeld. Dit is ook niet nodig omdat de longen pas hoeven te werken vanaf
ongeveer dag 19. De geslachtsorganen zijn ook al klaar en het geslacht is bepaald.
Dag 6
Op dag 6 groeien vele organen die tot nu toe zijn aangelegd snel door. De snavel is ook al klaar,
maar nog erg zacht. De verharding van de snavel volgt later. Alle ledematen zijn aangelegd en
kunnen ook al bewegen. Het zenuwstelsel en de hersenen zijn al zo ver dat zij bewegingen kunnen
coördineren. De eerste veren verschijnen.
Dag 7
Op dag 7 wordt op de nog zachte snavel de eitand aangelegd. Deze eitand is een onmisbaar maar
tijdelijk orgaan. Kuikens zonder eitand kunnen de eischaal niet aanpikken en ook niet uit het ei
komen. Vele van de hormonen die nodig zijn komen nu al voor in het embryo. Bijna alle veren
verschijnen op deze dag.
Dag 8
Het embryo is vrijwel helemaal klaar, maar nog erg klein. De volgende dagen zijn echte groeidagen. De veren zijn nu allemaal klaar. Tot deze dag bestaat het skelet helemaal uit kraakbeen,
een zacht en buigzaam materiaal. Op dag 8 is de eerste mineralisatie van kraakbeen te zien.
Mineralisatie betekent dat er kalk wordt afgezet in het kraakbeen. Deze afzetting zorgt voor
verharding van het kraakbeen tot echt been of bot.
Dag 9
Deze dag is ook een echte groei-dag. De amnionzak wordt steeds groter. Het embryo drijft nog
steeds in de zak met vocht.
Het chorion en het allantois, die op dag 3 al met elkaar versmolten, bedekken nu al de hele
eischaal, behalve bij de luchtzak. Deze chorio-allantois werkt op dit moment als de embryonale
long. Via deze long ademt het embryo door de eischaal. De echte longen werken nog steeds niet.
Het chorio-allantois zorgt ook nog voor de aanvoer van voedingsstoffen uit de steeds kleiner
wordende dooier en voor opslag van afvalstoffen van het embryo.
Dag 10
We zijn nu bijna op de helft van de broedtijd. Het embryo is ongeveer klaar en bijna alle organen
werken. Het embryo is echter nog te klein om zelfstandig te kunnen leven. De rest van het
broedproces staat dan ook in het teken van groeien, voorbereiding op longademhaling en het
uitkomen uit het ei.
Dag 11 – 18
Ook dit zijn groei-dagen voor het embryo. De verbening van het kraakbeenskelet wordt op hoog
tempo uitgevoerd. Het eiwit en de dooier in het ei worden vrijwel geheel verbruikt door het
groeiende embryo. Hierdoor ontstaat ook de ruimte in het ei voor het groeiende embryo. Aan het
einde van dag 18 is het embryo volgroeid en moet nu beginnen aan de voorbereidingen voor het
uitkom-proces.
Van ei tot kuiken
-4-
Dag 19, 20 en 21
Deze drie dagen staan in het licht van het 'uitkomen', dat wil zeggen dat het kuiken uit het ei moet
zien te komen.
Op dag 19 of 20 begint het kuiken met de snavel te drukken tegen de binnenkant van de luchtzak
in het ei. Zodra er een gat is gemaakt, kan het kuiken overgaan op long-ademhaling. Dat werd ook
tijd want de chorio-allantois kon via de eischaal niet langer voldoende zuurstof aanvoeren voor het
volgroeide kuiken.
De bloedvaten naar de chorio-allantois worden nu ook dichtgeknepen en als gevolg daarvan is dit
vliezensysteem niet langer werkzaam.
Op dit moment kan het kuiken beginnen met een gat maken in de eischaal.
Intussen is het kleine restant van de dooier via de cloaca naar binnen getrokken. Dit restant zorgt
nog voor voedingstoffen voor de komende dagen. Het kuiken draagt deze voeding dus bij zich voor
de eerste 24 uur na de geboorte.
Op dag 20 of soms dag 21 maakt het kuiken met de snavel en het onmisbare eitandje een gat in
de eischaal. Daarna moet het kuiken wel uitrusten van deze krachtsinspanning.
Soms duurt dat enkele uren tot wel een dag. Daarna draait het kuiken met hulp van de vleugels en
de poten langzaam in het ei rond en maakt zo een barst in de eischaal.
Tot slot na uren werken kan het kuiken met hulp van de poten zoveel druk uitoefenen dat er een
kapje van het ei afbarst en het kuiken uit het ei kan kruipen.
Het restant van het chorio-allantois met daarin nog de verzamelde afvalstoffen van het kuiken zien
we als een vlies met een geelgroene kleur. Vaak zit het kuiken als het net uit het ei is gekropen
nog vast aan deze chorio-allantois. Dit lijkt op de navelstreng bij de geboorte van zoogdieren.
Het vlies breekt vanzelf als het kuiken gaat bewegen.
Op dit moment is een ingewikkelde en wonderlijke ontwikkeling van kiemcel tot kuiken voorbij.
Van ei tot kuiken
-5-
Bronnen : http://www.zobk.nl
http://www.enchantedlearning.com
Van ei tot kuiken
-6-
5.
Vragen en opdrachten
5.1
Hieronder vind je een omschrijving van een aantal begrippen Zoek de juiste
term in de tekst !
A De haan stapt op de rug van de hen, terwijl hij zich met de snavel vasthoudt aan de kop- of
nekveren van de hen
B groepjes cellen die zich onderscheiden in het embryo en later skelet en spieren zullen
worden
C
Het vlies dat rond het embryo zit en de wand vormt van een met vloeistof gevulde zak
D deeltje op de snavel van het kuiken waarmee het een opening maakt in de schaal om eruit
te raken
E
gedrag van de hen waarbij ze door de poten zakt en aangeeft dat ze bereid is tot paren
F gedrag dat vertoond wordt tussen dieren van verschillend geslacht die in
voortplantingsconditie zijn
G
vlies ontstaan als samensmelting van 2 vliezen dat dienst doet als embryonale long
H Gedrag van de haan die wil paren en bestaat uit het rond de hen lopen in een typische
houding
A
D
B
E
C
F
5.2
Juist of niet ? Verbeter indien fout
Het moment van ei-leggen gaat gepaard met een kakelend geluid
Bijna alle veren verschijnen op de vijfde dag van de ontwikkeling
Op de eerste dag van de ontwikkeling zijn de ogen al te zien
Het grondpikken van de haan voor de paring is eetgedrag
De paring zelf duurt enkele minuten
Tijdens het walsen houdt de haan de kop naar boven
Het geslacht van het kuiken is pas bepaald op de 15de dag
De dooier wordt eerst verbruikt door het embryo, daarna het eiwit
Van ei tot kuiken
-7-
5.3
Verklaar :
-Eigenlijk is de ontwikkeling geen 21 maar 22 dagen
-Een eicel kan slechts door één zaadcel bevrucht worden, hoewel er miljoenen
zaadcellen aanwezig zijn
5.4
Waar of wanneer begint het embryo ? Leg uit
-in de eileider van de kip
-in het ei als het pas gelegd is
-in het ei als het bebroed wordt
..................................................................................................
..................................................................................................
5.5
Rangschik volgende gebeurtenissen in de embryonale ontwikkeling. (Er
kunnen meer gebeurtenissen plaatsvinden op één dag, of er kunnen dagen
zijn die niet vermeld worden!)
volgorde gebeurtenis
dag
alle veren zijn aanwezig
de longen functioneren als ademhalingsorgaan
het hart klopt
het chorionvlies groeit om het amnionvlies
praktisch alle organen werken maar moeten nog wel groeien
de ogen zijn te onderscheiden
de eerste bloedcellen verschijnen
de eerste beenderen worden gevormd
het amnionvlies sluit zich rondom het embryo
de eitand wordt aangelegd
er wordt kalk afgezet in het kraakbeen
de nieren zijn klaar
het embryo is volgroeid, het moet alleen nog uitkomen
de ledematen kunnen bewegen
het hart wordt omgevormd in een vierkamerhart
de spieren werken
de geslachtsorganen zijn klaar, het geslacht is bepaald
het hele bloedvatenstelsel wordt aangelegd
het kuiken kruipt uit het ei
het allantoïs ontstaat als een soort uitstulping
er verschijnen somieten
Van ei tot kuiken
-8-
5.6
Maak een grafische voorstelling van de evolutie van de massa van het embryo
in de loop van de broedtijd
Maak een werkblad in excel : zet de cijfers van de figuren in een kolom
en verwerk ze tot een grafiek waarbij je natuurlijk titel en juiste
legende verwerkt. Zorg dat de grafiek en de tabel mooi passen op één
bladzijde en dat alles goed leesbaar is en aanvaardbare afmetingen
heeft
5.7
Benoem de aangeduide delen op de figuren :
Figuur 1 : (72 uren) vleugelaanleg, pootaanleg, staartaanleg, ruggenmerg,
hart, allantois, oog, hersenen
Figuur 2 : (10 dagen), embryo, staart, vleugel, poot, eiwit, oog, amnionvlies,
chorio-allantois, dooierzak, buitenste schaalvlies, eiwitvlies, eischaal,
luchtkamer
Van ei tot kuiken
-9-
5.8
Hoe oud zijn volgende stadia van een kuiken ongeveer ?
5.9
Situeer de eierstok, de eileider en de cloaca van de kip
Van ei tot kuiken
-10-
Bijlage 3
http://www.exploratorium.edu/cooking/eggs/explore-text.html
You need an egg, a pot, some water—how complicated can it be? But when we asked members
of the Exploratorium staff how to hard cook an egg, every person we asked gave us a slightly
different answer.
Even a task as seemingly simple as hard cooking an egg involves making many choices. Here
are a few—and the science behind them:
Add salt to the water?
Egg white solidifies more quickly in hot, salty water than it does in fresh. So a little salt in your
water can minimize the mess if your egg springs a leak while cooking. The egg white solidifies
when it hits the salt water, sealing up the crack so that the egg doesn’t shoot out a streamer of
white.
To prick or not to prick?
Some people use a pin to make a small hole in the shell at the large end of the egg before they
put the egg in the water. At the large end of each egg is a small air space. When you hard cook
an egg, this air heats up, expands, and escapes through pores in the shell—but not before the
egg white sets. This leaves the egg with a flattened end. Pricking the egg provides a quick
escape route for the air, which gives you an egg with a smoothly rounded end. If you prick an
egg, watch for a jet of air shooting from the hole as the egg cooks.
Scientists disagree on the other possible benefits of pricking an egg. Some say that piercing the
eggshell with a pin lets water leak between the shell and the egg’s internal membrane, making
for an egg that's easier to peel. Others claim that providing a quick way out for expanding
gases makes the egg less likely to crack as it cooks, which may be particularly important for
older eggs with larger air sacs. Still others say that poking a hole in the shell weakens it,
making cracks more likely.
Hot water or cold?
Some people put their eggs in cold water; others heat the water to boiling, then drop in the
egg. Both methods have advantages and disadvantages.
When you drop an egg in boiling water, you heat it up quickly. When you start with cold water,
you heat it slowly. And the difference in heating makes a difference in the cooked egg white.
An egg white is about 10% protein and 90% water. It’s the proteins that cause the egg white to
solidify when you cook it. Egg white proteins are long chains of amino acids. In a raw egg,
these proteins are curled and folded to form a compact ball. Weak bonds between amino acids
hold the proteins in this shape—until you turn up the heat. When heated, the weak bonds break
and the protein unfolds. Then its amino acids form weak bonds with the amino acids of other
proteins, a process called coagulation. The resulting network of proteins captures water,
making a soft, digestible gel.
Do you know how to hard cook an egg?
-1-
If you keep the heat turned up too high or too long when you cook an egg, the proteins in the
egg white form more and more bonds, squeezing some of the water out of the protein network
and making the egg white rubbery.
Starting with cold water lets you heat the egg more slowly, which keeps the whites from
getting rubbery. But this method takes longer and gives you less control over the cooking time.
(How long it takes the water to reach boiling depends on the size and shape of your pot, among
other things.) Starting with boiling water offers more control over timing but this may cook the
whites into a rubbery state. And it has another disadvantage: The egg is more likely to crack
because the air in the egg has less time to escape as the egg heats up.
New egg or old?
The age of your egg affects your end result. Very fresh eggs tend to be more difficult to peel.
The more acidic the egg’s contents are, the harder the egg is to peel. As an egg ages, carbon
dioxide (which is a weak acid) leaks out through pores in the egg’s shell, making the egg white
less acidic.
Cold-water plunge?
If you don’t plunge your egg into cold water when you take it off the heat, it goes on cooking . .
. and cooking . . . and cooking. The longer you cook the egg, the more likely you are to end up
with a rubbery white and a green yolk.
Why does the yolk turn green? The green-gray color (and the whiff of sulfur smell that often
accompanies it) comes from the reaction of iron in the egg yolk and sulfur in the egg white.
When heated, the two can combine to make green-gray ferrous sulfide and hydrogen sulfide
gas. To avoid getting a green yolk, cook your eggs just long enough to reach the desired
doneness—no more. And quickly plunge the cooked eggs into cold water to stop the cooking
process and minimize the iron-sulfur reaction.
Some people also say that the cold-water plunge makes eggs easier to peel.
How do you hard cook an egg? What’s the right answer?
After experimenting with eggs in our own kitchens, we realized why people had so many
answers—and why hard cooking an egg is considered one of the most basic of culinary skills.
It’s hard to mess up completely. Sure, some methods resulted in egg whites that were more
tender and egg yolks that were yellow without a touch of green. But clearly there’s more than
one way to cook an egg successfully. Here is a recipe we like:
First, place the eggs in a saucepan. Add enough water so that there is an inch of water covering
the eggs. Heat the water until it's just about to boil, then take the pot off the heat and cover it.
Let the eggs sit in the hot water for 25 minutes, then plunge them in ice water.
-----
Do you know how to hard cook an egg?
-2-
Bijlage 4
Seminarie: wetenschappen
De kip of het ei ?
1. Het oog wil ook wat….
Vergelijk de meegebrachte gekookte eieren qua uitzicht, ligging van de dooier enz. Verklaar de
verschillen aan de hand van verschillen in kookwijzen.
..................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................
.......................................................................................................................................
.......................................................................................................................................
Zoek een verklaring voor de groenachtige kleur van de dooier van het “verkeerd” gekookte ei?
Geef de chemische stoffen die hierbij betrokken zijn en de reactie en leg uit wanneer deze
plaatsvindt
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………….
(Je kan dit o.a. vinden op http://www.exploratorium.edu/cooking/eggs/explore-text.html
zie tekst “do you know how to hard cook an egg”)
2 : Maak een “windei”
Een rauw ei werd overgoten met gewone keukenazijn. Het geheel is minstens 24 uur bij
kamertemperatuur blijven staan. Daardoor is de schaal langzaam opgelost. Wrijf de opgeloste
schaal langzaam weg zodat je een “windei” bekomt.
Verklaar waarom de schaal oplost in keukenazijn? Wanneer legt een kip een windei?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………..………..
Proefjes met eieren
-1-
3 : Het draaiende ei
Neem een rauw ei , leg het op een glad oppervlak en probeer het aan het draaien te krijgen door
er een slinger aan te geven. Let op de tijd die het duurt voordat het ei weer stilligt.
Doe hetzelfde met het gekookte ei. Let weer op de tijd die het gekookte ei blijft draaien.
Welk verschil stel je vast? Verklaar ?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………
Met het rauwe ei kan iets wat met een gekookt ei niet kan. Als men het rauwe ei een flinke slinger
geeft, en even daarna het ei remt door er even de vinger op te leggen, kan men soms merken dat
het ei na even stil gelegen te hebben weer opnieuw begint te draaien.
Na enige oefening slagen sommige mensen er ook nog in om een hardgekookt ei zodanig op zijn
kant te laten ronddraaien dat het ei zich opricht en op zijn spitse (of soms zijn stompe) kant
verticaal gaat staan ronddraaien. Dit lukt het best met eieren die men rechtopstaand heeft laten
koken. Door het ronddraaien ontstaat er in dit geval tussen het grondoppervlak en de bolronde
schaal een glijdende wrijvingskracht die het oprichten van het ei veroorzaakt, zoals bij een tol.
4 : Glijden of rollen ?
Neem een hardgekookt gepeld ei en maak het goed droog. Leg het op een bord en houd het bord
schuin, zodat het ei zich verplaatst. Bevochtig nu het ei en doe enkele druppels water op het
bord. Houd het bord weer schuin zodat het ei zich verplaatst. Welke verschillen stel je vast? Hoe
kan je dit verklaren?
.......................................................................................................................................
.......................................................................................................................................
Leg een verband met aquaplanning tussen autoband en wegdek ?
.......................................................................................................................................
.......................................................................................................................................
(Zie je ook het verband met uitglijden in een zwembad of in de badkamer? )
Hoe kan het ooglid over de oogbol bewegen zonder irritatie? ..................................................
Waarom slijten gezonde gewrichten (bijna) niet? ..................................................................
Je fietst makkelijker als je je fiets op tijd ……………………………………………………!
Proefjes met eieren
-2-
5 : Het ei in de fles
5.1.Neem een hardgekookt ei dat net niet door de hals van een fles (met brede hals) kan. Pel
het ei en probeer het ei erin te duwen, maar beschadig het ei niet! Je voelt een lichte
tegendruk waardoor het onmogelijk is om het ei er zonder beschadiging in te krijgen .
5.2.Plaats nu de open fles 5 minuten in kokend water, zet het ei op de hals en laat het geheel
afkoelen. Als je proef lukt floept het ei vanzelf de fles in.
5.3 Om het ei weer uit de fles te krijgen hou je de fles op zijn kop zodat het ei in de flessenhals
terechtkomt. Stop langs het ei een fijn rietje in de fles waardoor je lucht naar binnen
blaast. Als je krachtig genoeg blaast wordt het ei weer uit de fles geduwd!
Verklaar deze 3 verschijnselen die natuurlijk te maken hebben met de luchtdruk!
5.1……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………..
…………………………………………………………………………………………………..
5.2……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………..……………
…………………………………………………………………………………………………..
5.3.……………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………
………………………………………
…………………………………………………………………………………………………..
5.4.Een andere bekende manier om een ei in een fles te krijgen is door een stukje papier in de
fles in brand te steken en onmiddellijk het ei op de fles te zetten. Ook nu floept het ei
vanzelf in de fles. Geef ook hiervoor een verklaring ?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Proefjes met eieren
-3-
6 : Drijven en zinken
Leg verse en oudere eieren in kraantjeswater. Beschrijf wat je ziet en verklaar ?
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…
……………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
Neem een vers ei en breng het in lauwwarm gedestilleerd water. Voeg nu in stapjes gekende
massa’s (weegschaal!!!) keukenzout toe zodat het ei zich “anders” gaat gedragen. Zorg dat het
zout goed oplost door regelmatig te roeren.
Bepaal de concentratie van de zoutoplossing als het ei zich anders gaat gedragen : meet het
volume vloeistof , en noteer de totale massa zout toegevoegd.
Bereken de concentraties van de oplossing in gram/liter en mol/liter en geef uitgebreid, met de
juiste termen (grootheden en eenheden!) je berekeningen :
(Na : atoommassa 23, Cl atoommassa 35,5)
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
Verklaar het verschil in gedrag na toevoegen van de hoeveelheid zout?
……………………………………………………………………………………………………………………….…………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………………….
Proefjes met eieren
-4-
7 : De massadichtheid van een ei
De massadichtheid van een voorwerp kan berekend worden door de massa van het voorwerp te
delen door het volume.
De massa van een voorwerp wordt bepaald met behulp van…………………………………..
Hoe kan het volume van een voorwerp bepaald worden ?
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
Probeer een manier te bedenken om de massadichtheid van een ei te bepalen. Maak een tekening
van de proefopstelling en geef de resultaten van je metingen en berekeningen
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………
Proefopstelling :
Proefjes met eieren
-5-
Bijlage 5
Seminarie: wetenschappen
De kip of het ei ?
Een kip sprak peinzend tot een ei
'Wie was er eerder: ik of jij?’
De wijsbegeerte mag dan misschien
op deze vraag geen antwoord zien,
maar ik heb, wat men ook mag zeggen
nog nooit een ei een kip zien leggen
De vraag wie er het eerst was : de kip of het ei, is al zeer oud. Volgens sommige bronnen zou
Aristoteles reeds deze vraag gesteld hebben. Een andere bekende uitdrukking is “het ei van
Columbus”
Wat betekent dit en zoek eens op hoe deze uitdrukking ontstaan is ?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………….………………………………………………………………………………………………………….
Zoek de passende uitdrukking met “ei” of “kip” of “haan”
Iemand die er altijd het eerst bij is om mee te doen is een………………………………….
Vroeg gaan slapen noemt men ook ………………………………………………………………..……………………………
Als men met iemand nog een onaangename zaak op te lossen heeft, dan kan men zeggen : ik heb
nog een appeltje te schillen met jou, of
…………………………………………………………………………………………………...
Als iemand zich heel goed voelt dan voelt hij zich…………………………………….………..
Beter iets dan niets of……………………………………………………………………………
Daar merkt niemand iets van , dat komt niet uit, daar…………………………………………..
Kinderen of jongelui willen het vaak beter weten dan hun ouders
………………………………………………………………………………………………….
Wie veel praat wil hebben, moet ook tonen dat hij iets kan:
………………………………………………………………………………………………….
Alles willen weten, onbescheiden vragen stellen :
Spreekwoorden en gezegden
-1-
………………………………………………………………………………………………….
Ineens teveel voordeel willen hebben en daardoor zichzelf nadeel berokkenen is
………………………………………………………………………………………………….
Onrustig heen en weer lopen is lopen als………………………………………………………
Onnadenkend, in het wilde weg redeneren is (2 verschillende)
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………….
Er heel vlug bij zijn om zijn deel te krijgen is………………………………………………….
Een lelijk en onleesbaar geschrift noemt men ook …………………………………………….
Zeer vroeg in de morgen is voor………………………………………………………………..
Geef de betekenis
Alles is koek en ei
………………………………………………………………………………………………….
Eieren voor zijn geld kiezen
………………………………………………………………………………………………….
Dat is een zacht gekookt eitje
………………………………………………………………………………………………….
Met een ei zitten
………………………………………………………………………………………………….
Hij hangt de gebraden haan uit
………………………………………………………………………………………………….
Op eieren lopen
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………..
Spreekwoorden en gezegden
-2-
Bijlage 6
Seminarie: wetenschappen
De kip of het ei ?
Synthese van de problematiek
..................................................................................................................................................
........................................................................................................................................
........................................................................................................................................
........................................................................................................................................
..................................................................................................................................................
........................................................................................................................................
........................................................................................................................................
........................................................................................................................................
..................................................................................................................................................
........................................................................................................................................
........................................................................................................................................
........................................................................................................................................
..................................................................................................................................................
........................................................................................................................................
........................................................................................................................................
........................................................................................................................................
Kippenwelzijn
-1-
Download