Samenvatting Hoofdstuk 1: Napoleontische oorlogen

advertisement
Samenvatting Hoofdstuk 1: Napoleontische oorlogen
1. Natievorming/verhoudingen in Europa
Tessa Spek, Bjorna Niesing, Ozan Arikan, Zico Bot, Denise Braber, Donya Otaredien
Oorzaken Napoleontische oorlogen
In de 18e eeuw was Frankrijk erg machtig. Er ontstond onvrede over deze macht
Bestorming van de Bastille (tegen de Koning en de Adel, het Ancien Regime. Niet tegen
Frankrijk!)
Nieuwe grondwet: koning mocht blijven, maar moest zich houden aan de grondwet
constitutionele monarchie. Koning was het hier niet mee eens en vluchtte. Een oorlog was
onvermijdelijk. Revolutionair Frankrijk raakt in oorlog met Oostenrijk en daardoor ook met de
Pruisen. Dit maakte een slechte indruk. Revolutionaire politici propageerden een kruistocht
van de universele vrijheid Oorlog om de revolutie te verspreiden. Deze oorlog werd
definitief verklaart op 20 april 1792.
Onthoofding Lodewijk XVI in januari 1793 laatste zetje naar algemene Europese oorlog
7 coalitieoorlogen Napoleon komt aan de macht (doordat Frankrijk arm en in chaos is). Hij
wil gelijkheid en vrede door 1 groot rijk te stichten. Voor het stichten van 1 groot rijk is oorlog
nodig.
Aanleiding van natievorming: De Franse Revolutie was de aanleiding voor het nationalisme
(Franse soldaten werden nationalistisch omdat ze geloofden in de Franse idealen)
De revolutionairen probeerden een nieuwe staat op te bouwen gebaseerd op gelijkheid voor
de wet, volkssoevereiniteit, grondwetten en grondrechten. De revolutie ging gepaard met
veel geweld en onderdrukking, maar bracht ook veel enthousiasme met zich mee. Er kwam
een nieuw verschijnsel op in de politiek: nationalisme (d.w.z. trots op het vaderland, geloof in
de eigen natie).
Na de revolutie streden de Fransen dus niet voor de belangen van de heersende elites, maar
voor de verdediging van hun revolutie en hun vaderland. Leger en volk gingen samenvallen.
Bij de slag van Valmy bleek voor het eerst welke krachten hierdoor vrijkwamen. Er was een
nieuw tijdperk begonnen: het tijdperk van massale nationale legers, die werden gedreven
door nationaal elan en de wil om ten kosten van alles te overwinnen.
Niet alleen in Frankrijk ontstond het nationalisme, ook in andere landen die geen eigen staat
hadden(?), was het nationalisme gericht op de stichting van een eigen staat. Bij volkeren die
al een eigen staat hadden, kwam het nationalisme neer op verheerlijking van het eigen volk
en de eigen staat.
Verloop van de oorlogen
Op 20 april 1972(?) verklaarde Frankrijk de keizer van Oostenrijk de oorlog. De oorlog
verliep slecht voor de Fransen. Door de nederlaag, kregen de radicale politici in Frankrijk
meer macht. Velen edelen en generaals werden vermoord of gevangen gezet.
Er onstond een revolutionair leger dat hun eerste overwinning behaalde in Valmy. Dat was
een keerpunt voor Frankrijk.
Het Franse parlement beloofde broederlijke hulp aan volkeren die hun vrijheid willen
herstellen. België werd in november bevrijdt door de Franse troepen. Nederland en Engeland
vonden dat onaanvaardbaar. (in Nederland was er een sterke stroming vóór: de patriotten)
Frankrijk had ruim 20 jaar oorlog met Engeland, dat in wisselende coalities tegen Frankrijk
vocht. Er waren in totaal zeven coalitieoorlogen. De eerste leidde tot een forse Franse
machtsuitbreiding. Dankzij Napoleon won Frankrijk de eerste coalitieoorlog. Na de vrede met
Oostenrijk richtte Napoleon zich op Engeland. Om de Engelse handel in het Midden-Oosten
en India te treffen, stak Napoleon over de Middellandse zee en bezette Egypte.
Toen Napoleon keizer werd en Rusland zich uit de oorlog terug trok, herveroverden de
Fransen alle verloren gebieden. Napoleon sloot daarna vrede met Oostenrijk (?) en
Engeland, maar die vrede was tijdelijk. Hij wilde Europa tot één eenheid maken en Parijs als
hoofdstad. Daarvoor was eerst een oorlog nodig. Napoleon verklaarde weer de oorlog aan
Engeland, maar omdat de Britse vloot machtiger was, verloor Frankrijk de strijd. (Jaartallen
of een tijdlijn zoals die op pagina 8 toevoegen?)
Napoleon wilde Engeland ruïneren met een handelsblokkade, maar dat mislukte
(Continentaal stelsel?). Rusland hielp niet mee met de blokkade’s daarom viel Napoleon met
600 duizend man in 1812 Rusland binnen. Die strijd mislukte ook, omdat de Russen zich
steeds terug trokken. Napoleon wist niet wat hij moest doen en wilde terugkeren naar
Frankrijk. Tijdens de terugmars gingen heel veel soldaten dood door kou, uitputting en
honger. Het Grote Leger was daardoor vernietigd. Er kwam weer moed in andere landen en
zij brachten Napoleon in oktober 1813 een beslissende nederlaag toe in de Volkerenslag bij
Leipzig. Napoleon verbannen naar Elba. Wener Congres (p15). Napoleon gaf zich niet
gewonnen en pleegde een verrassingsaanval in België. Daar werd hij op 18 juni 1815 in de
slag van Waterloo verslagen door de Britse, Nederlandse en Pruisische troepen. Na de
nederlaag verbanden de geallieerden hem naar Sint Helena.
Gevolgen
Door de Franse revolutie en doordat Napoleon zoveel landen aanviel en er daardoor landen
onrustig werden creëerde Frankrijk een groot aantal vijanden in Europa. Het kwam er
uiteindelijk zelfs op neer dat Frankrijk heel Europa tegen zich had. Tijdens het congres van
Wenen werd afgesproken een Europees machtsevenwicht te handhaven. Men noemde
Europa toen: een concert van staten. Het doel was om Europa samen in orde te houden,
zodat er geen oorlog meer zou uitbreken.
Toen bleek dat Napoleon terug was gekeerd sloten veel soldaten zich bij hem aan. De
oorlogen begonnen opnieuw. Frankrijk voerde de oorlog om de rest van Europa te bevrijdden
van hun leiders en onderdrukking. In alle landen woekerde het nationalisme aan, mensen
werden opgeroepen om voor hun land te vechten. Het uiteindelijk gevolg van de oorlogen
voor Europa was dat het gehele economische stelsel was ontwricht.
De Zuidelijke Nederlanden als deel van het Franse Rijk in 1811. Zie ook pag 8
in je boek.
Kaartje Europa na 1815: zie bron 5 op pagina 23 in je boek
Over het geheel genomen goed gedaan. Gebruik bij dit onderwerp tijdlijnen en kaartjes, dat
is duidelijker dan een heel verhaal. Wat ontbreekt nog in deze samenvatting:
Duitse Bond(Pruisen, Oostenrijk, 33 vorstendommetjes), Heilige alliantie (Vorsten op initiatief
van tsaar Alexander 1 willen vrede handhaven op basis van christendom), Von Metternich
(Oostenrijkse minister van buitenlandse zaken), liberalisme (stroming die zich hevig verzette
tegen de terugkeer van de conservatieve vorsten).
OPDRACHT 5?
2 Het verloop, oorlogvoering en soldaten in de oorlog.
Laura Batenburg, Laura van Vliet, Christiaan Mooiman, Brenda Benard , Mike Goedknegt
Paragraaf 1.0 (blz.9):
Vooral Oostenrijk en Pruisen vonden het niet leuk dat in Frankrijk de adellijke stand werd
afgeschaft. Het Franse leger was erg slecht vlak na de revolutie hierdoor stonden de Pruisen
in september (1792) voor de deur van Parijs. Toen werd het Pruisische leger tot staan
gebracht door de nieuwe strijdkrachten van het Franse leger. De Franse soldaten waren
gemotiveerde vrijwilligers in plaats van huurlingen, en zij streden voor de verdediging van de
revolutie en hun land. Deze vrijwilligers wilden winnen, koste wat het kost. Hierdoor moesten
de Pruisen zich terugtrekken en hiermee is een nieuw tijdperk begonnen: het tijdperk van
massale nationale legers, die werden gedreven door nationaal elan en de wil om ten koste
van alles te winnen.
Paragraaf 1
In juli 1789 was de bestorming op de Bastille. Dit was het begin van de Franse revolutie. Een
gekozen burgerparlement, de Nationale Vergadering, trok de macht naar zich toe. De
voorrechten van de adel en de geestelijkheid werd afgeschaft. Frankrijk werd een
constitutionele monarchie. De koning was het er niet mee eens dat hij zich aan de grondwet
moest houden en probeerde te vluchten. Voor de grens werd hij gearresteerd. In een reactie
daarop spraken de Oostenrijkse en de Pruisische keizer af om de oude orde in Frankrijk te
herstellen als de andere grote mogendheden meededen. Oorlog werd onvermijdelijk. Op 20
april 1792 verklaarde de keizer van Frankrijk de keizer van Oostenrijk de oorlog.
Automatisch kwam het ook in oorlog met Pruisen, dat een definitief verbond met Oostenrijk
had. De oorlog verliep aanvankelijk slecht voor Frankrijk. Bij een inval in de Oostenrijkse
Nederlanden (België) werd het Franse leger afgeslacht en in het najaar trok het Pruisisch
leger op naar Parijs. In Parijs groeide de onrust en honderden edelen en geestelijken werden
afgeslacht. Bij Valmy behaalde het revolutionaire leger een onverwachte overwinning
(dankzij hun enorme motivatie) .
In november ‘bevrijden’ Franse troepen België. Engeland en Nederland voelden zich
bedreigd en noemden de bezetting van België onaanvaardbaar. De onthoofding van
Lodewijk de XVI in januari 1793 gaf het laatste zetje naar een algemene Europese oorlog.
Het zou ruim twintig jaar oorlog blijven. Tot 1815 was Frankrijk op één jaar na in oorlog met
Engeland. Engeland vocht in afwisselende coalities tegen Frankrijk. Er waren 7
coalitieoorlogen in de jaren 1792-1815. De eerste leidde tot een forse machtsuitbreiding van
Frankrijk. In Nederland, Zwitserland en Italië werden zusterrepublieken uitgeroepen.
Frankrijk had hier de macht. België en de Duitse vorstendommen ten westen van de Rijn
werden bij Frankrijk gevoegd. Als de grote mogendheden ( Engeland, Oostenrijk, Pruisen en
Rusland) samen ten strijde tegen Frankrijk waren getrokken, was het waarschijnlijk nooit
zover gekomen. Rusland bleef echter buiten de eerste coalitieoorlog. Pruisen trok zich in
1795 terug. Engeland vocht bijna alleen op zee, dus Oostenrijk stond er alleen voor op het
land. In december 1979 moest Oostenrijk vrede sluiten met Frankrijk. Daarbij moest
Oostenrijk België en zijn Italiaanse gebieden afstaan. Deze gebieden werden verassend snel
veroverd door Napoleon. In 1796 kreeg Napoleon de leiding over een schamele
troepenmacht in Italië. Hij veroverde binnen de kortste keren heel Italië. Na de vrede met
Oostenrijk richtte Napoleon zich op Engeland. Hij stak de Middellandse zee over, Bezette
Egypte en tok naar Syrië. Hij wilde door marcheren naar India, maar dat mislukte. Hij ging
weer terug naar Egypte. Daar hoorde hij dat in Europa een nieuwe oorlog was uitgebroken.
De Britten hadden de Middellandse zee geblokkeerd, dus liet hij zijn troepen achter in de
woestijn en ging in zijn eentje terug naar Frankrijk. (zie ook tijdlijn op pagina 8)
Paragraaf 2
Napoleon bracht rust in Frankrijk (want het land was arm en in chaos) en wilde vrede en
harmonie creëren maar hier was eerst nog een oorlog voor nodig. Napoleon verklaarde
Engeland de oorlog en wilde de Britten over het kanaal uitschakelen. De Franse vloot werd
vernietigd en de Britse superioriteit op zee veiliggesteld. Op het land overwonnen de
Fransen:

Napoleon verpletterde een Russisch-Oostenrijks leger bij Austerlitz, in Tsjechië. Hij
kreeg daardoor een groot deel van Duitsland in handen.

Pruisen verklaarde Napoleon hierdoor de oorlog. Napoleon versloeg Pruissen en
verjoeg daarna de Russen en Oostenrijkers uit Polen

Napoleon was heer en meester op het continent, hij heerste over verschillende
landen:

Nederland, België, Kroatië en delen van Italie en Duitsland waren ingelijfd

Pruisen was van hem afhankelijk

In de rest van Duitsland was een federatie van vazalstaten (wat is dat?)

Polen was een franse vazalstaat

In Spanje zat een broer op de troon.

Rusland was bondgenoot geworden na een serie nederlagen
Frankrijk deed het dus erg goed en boekte de ene overwinning na de andere. Behalve tegen
Engeland. Napoleon wilde een handelsblokkade opzetten (Continentaal stelsel 1806, zie
begrippen) maar Rusland werkte niet mee dus viel Napoleon in 1812 het land binnen. In
Moskou besloot Napoleon om terug te gaan en de russen achtervolgde hen.
Honderdduizenden soldaten van Napoleon overleefden dit niet. Napoleon bouwde na deze
nederlaag een nieuw leger op maar de vijanden hadden moed gekregen en er kwam een
coalitie van alle grote mogendheden tot stand. In Oktober 1813 leed Napoleon de
beslissende Nederlaag in de Volkerenslag bij Leipzig. Deze coalitie drongen Napoleon terug
en in 1814 stonden ze in Parijs. Napoleon was verslagen. De orde in de landen werd
hersteld en Napoleon werd verbannen naar het eiland Elba. Tijdens het Wener Congres
(vredesregelingen tussen grote mogendheden) dook Napoleon ineens weer op. De koning
vluchtte en hij nam plaats op de troon. Veel mannen sloten zich bij hem aan en om de
geallieerden voor te zijn pleegde hij een aanval op België. Napoleon werd daar verslagen bij
de Slag bij Waterloo door Britse, Nederlandse en Pruisische troepen. Dit was zijn laatste
veldslag. De geallieerden brachten de koning terug en verbanden Napoleon naar Sint
Helena. Hierna begon er een tijd van restauratie.
Napoleon voerde oorlog met grote legers. In 1803 bracht hij een invasiemacht naar het
Kanaal om de Britten aan te vallen. Met zijn leger veroverde hij talloze gebieden en op 25
juni 1812 viel hij met 600 duizend man Rusland binnen. Zijn leger heette Grande Armée.
Doordat Napoleon vrede schiep gingen veel soldaten met hem mee. Hij had een sterk leger.
Er was een snelle opmars en Napoleon was op veel voorbereid en zijn leger kon veel aan.
De soldaten van Napoleon zagen hem als de grote leider. Hij bracht vrede en dus gingen ze
met hem mee. De soldaten waren erg sterk want in het begin veroverden ze het ene gebied
na het andere. Maar toen ze Rusland binnenvielen keerde het om. Veel soldaten stierven
door uitputting, honger en kou. Dat laat zien dat de medische zorg en voedselvoorziening
minimaal waren. De soldaten hadden het erg zwaar. Tijdens de terugkeer naar Frankrijk
werden er veel soldaten gedood. Maar een klein deel kwam weer terug in Frankrijk.
Paragraaf 3
Het leger van Napoleon was het allergrootste leger aller tijden. De ‘Grande Armée’ bestond
uit verschillende nationaliteiten.
Voor de Franse Revolutie waren de officiers van adel en het leger bestond uit
beroepssoldaten en huurlingen. Na de revolutie werden alle officiers, die tijdens de revolutie
onthoofd waren, vervangen door jonge officiers van burgerlijke afkomst.
Deze officiers waren capabele militairen. Met een grote geldingsdrang, die veel agressiever
optraden dan de traditioneel voorzichtige adellijke officieren. Omdat de nieuwe officieren
erop gebrand waren zicht te bewijzen, namen ze risico’s en kozen ze gemakkelijk voor de
aanval.
Ook de soldaten waren gemotiveerder dan voorheen. De beroepssoldaten gingen verder,
maar het leger werd aangevuld met vrijwilligers. Het leger was gebaseerd op nationalisme en
idealisme.
Nadat Frankrijk bijna verloor van de eerst coalitie, voerde ze de levée en masse in,
dienstplicht voor ongehuwde mannen tussen 18 en 25. Hierdoor was het leger snel groot en
krachtig.
Het leger van Napoleon werd naarmate het imperium groeide steeds internationaler.
De soldaten waren trots dat ze hun vaderland dienden en geloofden dat ze in heel Europa
vrijheid brachten en de tirannie bestreden. Soldaten waren vrije burgers die met respect
werden behandeld. Napoleon betaalde ze goed en ze werden onderscheden en beloond
voor hun overwinningen.
De kracht van het Franse leger lag in de kracht van de artillerie en hun snelheid. Napoleon
legde de nadruk op de artillerie en vormde mobiele artillerie eenheden, die zelfstandig
opereerden en met hevige kanonsbeschietingen de vijandelijke troepen vernietigden.
Een belangrijke vernieuwing in de Napoleontische tijd waren de enorme aantallen
slachtoffers, in de korte maar hevige veldslagen.
De kanonnen van de artillerie richten enorme bloedbaden op, de cavalerie hakten met hun
zwaarden op de infanterie van de vijand. Infanteristen schoten met hun musketten op de
vijandelijke ruiters en regen hun vijanden aan hun bajonetten.
De meeste doden vielen in Spanje en Rusland. In Spanje kreeg Napoleon te maken met
Spaanse Guerrillastrijders en in Rusland stierven veel soldaten door uitputting, honger en
kou.
Opdracht 7
A
als de regering zich er zo min mogelijk mee bemoeit.
B
Door de Franse revolutie had de regering zijn macht verloren, zo kon de legermacht
zich uitbreiden en werd het leger onoverwinnelijk. Tenminste dat dachten ze.
C
De soldaten plunderden en daarom hoefde Napoleon ze niet zo veel te betalen. Het
was dus goedkoper voor Napoleon.
D
Argument voor: als je ergens in gelooft, is de kans van slagen vele malen groter dan
wanneer je er van te voren al niet in geloofd.
Argument tegen: je kunt overmoedig raken en denken dat je de buit al binnen heb, de
tegenslag kan dan hard aankomen .
Goede samenvatting. Wat ontbreekt:
-
artillerie (iedereen te voet, weinig bepakking, dat zorgt voor snelheid),
-
grote aantallen slachtoffers (door korte hevige veldslagen)
-
dat Oostenrijk en Pruisen het idee van dienstplicht overnamen en zo over grote
reserves beschikten
-
de minimale medische zorg waardoor ongelooflijk veel soldaten stierven.
3) Massaliteit van de oorlog (industrie); Economie van de oorlog
Kirsten, Annabel, Joey, Denise en Milou
In de 18e eeuw merkten de burgers en boeren weinig van oorlogen. Ze hoefden niet mee te
vechten en hadden zelden last van plundering. Na de Franse revolutie grepen oorlogen diep
in het dagelijks leven in. De algemene dienstplicht maakte de oorlog tot een plicht voor
miljoenen mannen. En ook burgers die geen wapens droegen waren verplicht ‘het vaderland
te dienen’: zij moesten harder werken om de weggevallen arbeidskrachten in landbouw en
industrie te vervangen en het leger te bevoorraden met wapens, kleding en voedsel. De
lange duur en de grootschaligheid van de oorlogen en de gebruikte tactieken veroorzaakten
in heel Europa economische schade en verarming. In alle oorlogvoerende en ingelijfde
landen stegen de belastingen. Landen als Nederland moesten als dank voor hun ‘bevrijding’
enorme geldbedragen afstaan.
Bovendien werd ook daar de dienstplicht ingevoerd. De gebieden waar de legers doorheen
trokken, leden zwaar onder plundering. De regeringen verboden plundering, maar vonden
ook dat de legers voor een deel zichzelf moesten bevoorraden. Ze moesten ter plaatse
levensbehoeften kopen. In de praktijk leidde dit ‘leven van het land’ tot uitbuiting en roof. De
legers stuurden langs de marsroute speciale eenheden uit die steden, dorpen en boerderijen
uitkamden en meenamen wat ze nodig hadden. Er reisden met het leger ondernemers mee
– vaak marketentsters (?) – die eigen dieven en plunderaars hadden om hun voorraden aan
te vullen. De legers hadden daardoor veel weg van een zwerm sprinkhanen die het gebied
waar ze doorheen trokken kaal achterlieten.
Grote economische schade veroorzaakte het Continentaal Stelsel, de handelsblokkade die
Napoleon vanaf 1806 Engeland op de knieën wilde dwingen. Deze economische
oorlogvoering moest Engeland van zijn Europese afzetgebieden beroven. Maar het stelsel
had een averechts effect. Onder meer via smokkelpartijen bleef er wel degelijk handel met
Engeland plaatsvinden. Engeland kon zich bovendien door zich meer op Amerika en zijn
koloniën in Afrika en Azië te richten. Het Britse koloniale rijk werd in deze jaren uitgebreid en
versterkt doordat de Britten Franse en Nederlandse koloniën zoals Ceylon en de
Kaapkolonie overnamen. Het gevolg van het Continentale Stelsel was dat juist de economie
op het continent werd ontwricht en geruïneerd. De Nederlandse overzeese handel en de
zeevisserij vielen stil en de verarmde Hollandse bevolking trok uit de steden weg naar het
platteland.
OPDRACHT 3?
Kijk uit voor het overnemen van samenvattingen (dit geldt ook voor het groepje hierna). Je
doet dit niet voor mij, het gaat er om na te denken over de leerstof. Wat moet de rest van de
klas echt weten over dit onderwerp? Je kunt best stukjes tekst van samenvattingen
overnemen als het maar wel een goed verhaal wordt op basis waarvan anderen kunnen
leren. Denk ook aan afbeeldingen, die kunnen heel verhelderend zijn, gebruik ze als
voorbeeld. En maak alinea’s en tussenkopjes.
4 Samenvatting Burgers en Propaganda
Esther, Pieter, Tessa, Ruben en Hamza
De revolutie en oorlogen grepen diep in in het leven van de burgers. De algemene
dienstplicht maakte niet alleen veel jonge mannen soldaat, maar liet de mensen die geen
wapens droegen ook harder werken om de leegte van de soldaten op te vullen. Ze moesten
harder werken om de weggevallen arbeidskrachten te vervangen. (en belastingdruk)
Wie was voor de Fransen, wie was tegen (zie pag 19 eerste kolom)
Om de burgers te overtuigen van de successen die Napoleon boekte (of soms ook niet) werd
propaganda ingezet. Deze propaganda was geen uitvinding van Frankrijk, Napoleon of de
Franse revolutie, maar in de jaren van de coalitieoorlogen werd het wel op grotere schaal
uitgeoefend dan eerst. Er verscheen een grote stroom aan pamfletten, cartoons, posters,
schilderijen, beeldhouwwerken en muziek. (voorbeelden? De Marseillaise? )
Veel van de revolutionaire propaganda was gericht op de volksklassen, berucht was de krant
van Jacques Hébert, die haat tegen de rijken opzweepte. (afbeelding?)
Wat ontbreekt?
- Samenleving in dienst van de oorlog. Dus moet je die erbij betrekken.
-
tegenstanders van Napoleon gebruikten ook propaganda
-
conservatieve monarchien juist niet, waarom niet?
Opdracht 6:
A
Burger bevrijdt zich uit de ketens met allemaal wapens om zich heen. De
bevoorrechte mannen zijn bang voor de ontketende burger. Ook is er op de achtergrond een
leger te zien, dat natuurlijk symbool staat voor de oorlog.
B
moet je nu antwoord op kunnen geven. Wat was er aan de hand in die periode, wie
was er aan de macht
C
De burgerij kwam in opstand tegen de rijken, ze waren het zat om onderdrukt te
worden en wilden zelf de macht. Er werden legers ingezet.
Download