Informatie voor de Leerkrachten WELKOM BIJ DE ROMEINEN _ 1 Informatie voor de Leerkrachten WELKOM BIJ DE ROMEINEN _ INHOUD Inleiding 3 Doelstelling en doelgroep 4 Museumbezoek 5 Praktisch 5 Achtergrondinformatie 6 In de klas 7 Inleiding Dit lespakket is bedoeld voor een bezoek aan Welkom bij de Romeinen, de Romeinse afdeling bij het Allard Pierson Museum. De afdeling is thematisch ingedeeld en per thema zijn drie objecten uitgelicht. De objecten die zijn opgesteld zijn afkomstig uit het hele Romeinse rijk, waarbij onderscheid is gemaakt tussen objecten uit de Lage Landen, Romeins Egypte en het Klassieke Rome. Daarnaast wordt extra informatie ontsloten door het gebruik van een digitale sleutel, een keycard, die de leerlingen kunnen ophalen aan het begin van de tentoonstelling. De voorbereidende les gaat kort in op de geschiedenis van het Romeinse Rijk. Aan de hand van een selectie van thema’s die gebruikt zijn in de tentoonstelling zijn interactieve opdrachten geformuleerd voor in de klas. Mocht u dingen ter verbetering aantreffen, laat het ons weten. 3 Doelstelling en doelgroep Dit lespakket is bestemd voor leerlingen uit de eerste twee klassen van het voortgezet onderwijs voor de vakken Grieks, Latijn, geschiedenis en/of CKV. Aan de hand van opdrachten over de archeo­ logische voorwerpen in het museum krijgen de leerlingen een indruk van de omvang van het Romeinse Rijk, de verschillende aspecten van de Romeinse samenleving én de geografische verscheidenheid. Het lespakket bestaat uit twee lessen: een voorbereidingsles en een museumles. Het lespakket sluit aan bij de kerndoelen 36 t/m 41 van het voorgezet onderwijs binnen het domein Mens en Maatschappij. 4 Het museumbezoek Het museumbezoek duurt ongeveer een uur. Per thema is één opdracht geformuleerd. Per 10 leerlingen is minimaal één begeleider vereist in het museum. De opdrachten kunnen zowel individueel als in groepjes worden gemaakt. De informatie in het museum is deels toegankelijk met behulp van iPads waarvoor de leerlingen een digitale sleutel krijgen. Praktische zaken Een bezoek aan het museum dient u van te voren te reserveren. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk om een rondleiding aan te vragen bij het museum. Eventueel kunt u doorgeven welke thema’s bijzondere aandacht behoeven, in verband met de voorbereiding door de rondleider. 5 Achtergrondinformatie De geschiedenis van het Romeinse Rijk De keizer werd bijgestaan door de senaat, waar 600 mensen uit de hogere klasse inzaten. Deze De stad Rome werd volgens de mythe in de mensen werden senatoren genoemd. Zij hielpen achtste eeuw voor Christus gesticht door de keizer in Rome bij het regeren van het rijk. Romulus, de eerste koning. In die periode Sommige rijke Romeinen werden naar één van de was de stad nog klein en kwetsbaar. provincies gestuurd om daar leiding te geven en Meerdere malen probeerden invallers de stad te belasting van de lokale bevolking te innen. veroveren, maar de Romeinen wisten hun stad toch te behouden. Aan het einde van de zesde Niet iedereen had het geluk om tot de hogere eeuw voor Christus werd de laatste koning klassen te behoren. Een groot deel van de verdreven en werd Rome de eerste republiek bevolking was arm en had weinig invloed op ter wereld. In een republiek was er geen koning de manier waarop het rijk bestuurd werd. die beslissingen nam over de stad, maar Daarnaast waren er ook veel slaven, en die werden beslissingen genomen door een kleine hadden geen rechten. Het grootste deel van groep mensen uit de rijke bovenklasse. In de de armere bevolking en slaven woonde en vierde eeuw besloten de Romeinse leiders hun werkte op een boerderij op het platteland of in gebied uit te breiden en vanaf 270 voor Christus een werkplaats in de stad. hoorde heel Italië bij Rome. De steden waren de belangrijkste centra van In de eeuwen daarna werd het leger uitgebreid het Romeinse Rijk. De Romeinse stad had in en werden stukje voor stukje nieuwe gebieden het midden altijd een groot plein, het forum. veroverd. Op het hoogtepunt van de macht Aan dit plein waren tempels te vinden, een strekte het Romeinse Rijk zich uit van Engeland raadhuis, kantoren, winkels en een gebouw tot aan het Nabije Oosten. Bij elkaar woonden er waar vergaderingen, rechtszittingen en veilingen in die tijd waarschijnlijk tussen de vijftig en zestig werden gehouden. De Romeinen vonden miljoen mensen verspreid over het hele rijk. ontspanning erg belangrijk en grote steden De bewoners van het Romeinse Rijk waren konden dan ook niet zonder een badhuis, heel verschillend, maar hadden één een theater en een renbaan. overeenkomst: alle inwoners van het rijk luisterden naar één man, de keizer. 6 In de klas Hieronder is een selectie gemaakt uit de acht thema’s die terugkomen in de tentoonstelling. Ter voorbereiding op het bezoek aan het museum kunnen deze thema’s in de klas worden besproken. Deze les duurt ongeveer 45 minuten. Romeinse leger De Romeinen hadden een goed georganiseerd wegennetwerk, niet alleen op het land maar ook op zee. Dit was nodig, want boodschappers, handelaren, soldaten etc. moesten zich snel te voet, per paard, per kar of per schip van de ene plaats naar de andere kunnen verplaatsen. Er werden landkaarten gemaakt en langs de wegen stonden mijlpalen zodat reizen door het rijk overzichtelijker werd. Interactie in de klas • Toon de kaart van het Romeinse Rijk. Kun je aanwijzen waar Nederland ligt? • Er waren nog geen auto’s, dus iedereen moest lopend, te paard of met de boot van de ene plaats naar de andere. Gaan jullie wel eens op reis en hoe dan? • Kun je je voorstellen dat je op vakantie gaat naar Frankrijk, Duitsland, Italië en dan helemaal zou moet lopen? Hoe ver kom je op een dag? Eeuwenlang had het Romeinse Rijk een leger van burgers. Deze burgersoldaten werden alleen opgeroepen als er oorlog was, in het dagelijks leven hadden zij andere beroepen. Toen het Romeinse Rijk groter werd en de grenzen steeds vaker werden aangevallen kwam er een beroepsleger. Dit bestond uit de legioenen (Romeinse soldaten), de hulptroepen (nietRomeinse soldaten) en de soldaten op zee. Op het hoogtepunt van de Romeinse Rijk, in de tijd van keizer Augustus, telde het leger meer dan één miljoen soldaten. 7 Eten en drinken Veel van de archeologische voorwerpen die nu nog over zijn bestaan uit bekers, schalen en ander vaatwerk gemaakt van aardewerk en glas. Materiaal dat goed bewaard blijft. Het kan ons iets vertellen over de persoon die het heeft gebruikt. Vaatwerk werd voor verschillende doeleinden gebruikt. Zo werd in grote amforen (kruiken) wijn bewaard. Drinkbekers kennen we ook in alle soorten en maten, zoals je in het museum zult zien. In de Romeinse keuken stond een verhoogde haard waar het vuur in gestookt werd. Uiteraard waren er grote verschillen tussen arm en rijk. De rijken beschikten over een keuken met stromend water en hadden meerdere haarden waaronder een oven, terwijl de arme bevolking meestal geen keuken in huis had. De Romeinen aten drie maaltijden op een dag: ientaculum (ontbijt), prandium (lunch) en cena (avondeten). Door handel en contact met verre oorden beschikten de Romeinen over veel verschillende producten en specerijen, die werden toegepast in de Romeinse keuken. over koken met Agrippina en Lovina. Aflevering Ovidius Bij de Romeinen 4.12–5.54 gaat over Agrippina en Lovina die op straat koken voor de mensen die niet thuis kunnen koken! www.schooltv.nl/video/welkom-bij-de-romeinen-ovidius Ontspanning en vermaak In de Romeinse steden waren ontspanning en vermaak erg belangrijk. Iedere stad van betekenis beschikte over bouwwerken die gebruikt werden voor feesten, wedstrijden en toneelstukken. De Romeinen bouwden enorme theaters. Toneelstukken werden meestal door mannelijke acteurs uitgevoerd, ook als ze een vrouw moesten spelen. De acteurs droegen vaak maskers. Een van vormen van vermaak voor de Romeinen was het kijken naar gladiatorenspelen in een arena. Gladiatoren waren meestal slaven of gevangenen, die daarvoor een speciale training kregen. In de arena vochten zij dan vaak op leven of dood. Ook wagenmennen was een populair vermaak. Op de renbaan werden zeven rondjes gereden op een wagen die door paarden getrokken werd. Toeschouwers hielden vaak weddenschappen en gokten welke paarden zouden winnen. Ook waren er badhuizen; daar kwamen de mensen niet alleen om zich te wassen, maar ook om te ontspannen, te sporten of in de bibliotheek te lezen. Mannen en vrouwen gingen naar gescheiden ruimtes. Interactie in de klas • Laat de leerlingen nadenken over hoe het zou zijn als er thuis geen badkamer is. In de stad zou je dan altijd naar het badhuis moeten. Op het platteland waren geen badhuizen en was het dus nog moeilijker om zichzelf schoon te houden. • Laat de leerlingen een aantal spelletjes verzinnen die je kunt spelen als er geen computer of ander elektronisch speelgoed is Interactie in de klas • Armere mensen hadden geen keuken. Kun je je voorstellen om te leven zonder keuken? Hoe zou je dan je eten moeten koken? Als een Romein er geld voor had, kon hij eten op straat kopen. Bekijk het filmpje van Welkom bij de Romeinen • Vraag de leerlingen of zij wel eens mee hebben gedaan met een weddenschap. 8 Handel en economie Al vanaf het begin van de Romeinse keizertijd waren sommige Romeinse steden zo groot dat het platteland niet genoeg voedsel en materialen kon produceren om de stad te voorzien. Daarom werd in Rome op grote schaal graan geïmporteerd uit Sicilië, Cyprus, Egypte en het Zwarte Zeegebied. Wijn en olijfolie kwam uit Griekenland, Spanje en Klein-Azië (hedendaags Turkije). Maar ook andere benodigdheden zoals wol, hout, koper, papyrus, enz. werden vrijwel allemaal over zee aangevoerd. Na een lange reis over land of zee werden de goederen afgeleverd op markten op diverse plaatsen in het rijk. Om de handel te vereenvoudigen stelden de Romeinen in bijna heel het rijk één muntstelsel in; alleen Egypte hield vast aan zijn eigen munteenheid. Niet alleen voor de handel werden (zee)routes ingesteld, maar ook voor de verplaatsing van soldaten of belangrijke Romeinen (magistraten). De oudste landweg is de Via Appia, die liep van Rome naar Brindisi in het zuiden van Italië. Ook in Nederland loopt een bekende Romeinse weg: de Limes. Deze weg vormde een onderdeel van de noordelijke grens van het Romeinse Rijk en deze liep van de Noordzee, langs de Rijn en Donau naar de Zwarte Zee. De weg werd voornamelijk gebruikt voor het transport van soldaten en kwam langs Romeinse legerplaatsen en wachttorens. Interactie in de klas • Vraag de leerlingen of ze wel eens naar de markt gaan. Hoe weten ze dan hoeveel ze kopen? In Rome werd alles ook gewogen op een weegschaal. Daar was speciaal een weegsysteem voor dat lijkt op wat wij nu hebben. • In het begin van de Romeinse tijd was er nog niet overal een muntensysteem. Vraag de kinderen hoe ze dan iets konden kopen. Dan moest men ruilen. Bijvoorbeeld een schaap ruilen voor een zak met graan. Uiterlijk vertoon Een bijzonder aspect van de Romeinse cultuur is de portretkunst. Niet alleen binnen de hogere kringen maar ook in de lagere klasse lieten Romeinen zichzelf graag afbeelden. Zo werden zij niet vergeten als zij dood gingen. Ook keizers lieten zichzelf portretteren. Zo wist iedereen in het rijk wie de baas was. Net zoals in deze tijd hielden Romeinen ervan zichzelf zo mooi mogelijk te maken. Zij deden dat bijvoorbeeld met sieraden. De meest gedragen sieraden waren ringen, oorringen, halskettingen en kledingspelden. Mannen droegen soms een zegelring, waarmee een ‘handtekening’ kon worden gezet. Ook gebruikten Romeinen kammen om hun haar in model te brengen en parfum om lekker te ruiken. Interactie in de klas • Heb je wel eens een portret gemaakt? Laat de leerlingen een portret van elkaar maken en leg uit dat rijke Romeinen dit graag deden zodat ze niet vergeten zouden worden als ze dood gingen. • Laat de leerlingen hun eigen sieraad ontwerpen. 9 10