Samenvatting In dit experimentele onderzoek is onderzocht of een positieve en negatieve denkstijl invloed hebben op stress. Tevens is onderzocht of er een modererend effect bestaat ten aanzien van sekse. Er werd een vragenlijst opgesteld. Deze is voorgelegd aan persoonlijke contacten en contacten via social media. Op deze wijze zijn 109 respondenten verkregen. De hypothese, naarmate men een meer positieve denkstijl heeft ervaart men minder stress, is getoetst met een correlatieanalyse. Deze blijkt significant te zijn. De hypothese, naarmate men een meer negatieve denkstijl heeft ervaart men meer stress, is ook getoetst met een correlatieanalyse. Ook deze hypothese blijkt significant te zijn. De hypothese, sekse heeft een hoofdeffect op positieve denkstijl, negatieve denkstijl en stress , is getoetst met de onafhankelijke t-toets. Dit blijkt significant, vrouwen scoren op al deze drie domeinen hoger dan mannen. De hypothese, sekse modereert het verband tussen positieve en negatieve denkstijl en stress, is getoetst met de hiërarchische multiple regressie analyse. Sekse blijkt geen modererende invloed te hebben op stress. ertrouwelijk Pagina 220-7-20171111111111 1 2 1 2 De invloed van positieve en negatieve denkstijl op stress, gemodereerd door sekse We leven tegenwoordig in een hoog tempo, in een jachtige maatschappij. Velen ervaren hierdoor stress. Volgens Lazarus en Folkman (zoals geciteerd in Herrero, Saldana, Radrigues, Ritzel, 2012) is stress een “process of constantly changing cognitive and behavioral efforts to manage specific external and/or internal demands or conflicts appraised as taxing or exceeding one’s resourcing”. Als stress te lang aanhoudt, kunnen allerlei klachten ontstaan. Het voorkomen van stress is daarmee een belangrijke factor. Dit kan op verschillende manieren. Een manier is je denkstijl. Uit onderzoek van Ingram en Wisnickis (zoals geciteerd in Boyraz & Lichtsey, 2012) blijkt dat de PAT (Positive Automatic Thoughts) een stress buffer kan zijn. Negatieve denkpatronen daarentegen laten een significante toename van stress zien (Wong, 2010). Hieruit blijkt dat de denkstijl van invloed is op stress. Mannen en vrouwen verschillen in het ervaren van stress. Vrouwen scoren significant hoger op psychologische stress dan mannen (Matud, 2003). Tevens scoren vrouwen lager op rational coping style (Matud). Vrouwen neigen meer naar verbale expressie of zoeken vaker emotionele steun. Ze piekeren meer over problemen en gebruiken vaker positieve ‘peptalk’ (Tamres, Janicki & Hegeson, 2002). Uit bovenstaande blijkt dat een positieve en negatieve denkstijl invloed heeft op stress. Sekse verschillen ten aanzien van stress en coping style bestaan eveneens. De doelstelling van dit onderzoek is om de invloed van positieve en negatieve denkstijl op stress te onderzoeken en de modererende invloed van sekse hierop. Dit leidt tot een beter inzicht van denkstijl en sekse op stress waardoor er beter geanticipeerd kan worden op persoonlijke behoeften ten aanzien van stresspreventie. De vraagstelling die hieruit voortvloeit: is er een significant verband tussen positieve en negatieve denkstijl en stress en heeft sekse hier een significante modererende invloed op? Dit leidt tot de volgende hypothesen: 1. Naarmate men een meer positieve denkstijl heeft, ervaart men minder stress. 2. Naarmate men een meer negatieve denkstijl heeft, ervaart men meer stress. 3. Sekse heeft een hoofdeffect op positieve denkstijl, negatieve denkstijl en stress. Vrouwen scoren op deze drie domeinen significant hoger dan mannen. 4. Sekse modereert het verband tussen positieve en negatieve denkstijl en stress. Vrouwen laten een grotere samenhang zien tussen negatief en positief denken en stress dan mannen. ertrouwelijk Pagina 320-7-20171111111111 1 2 1 3 Methode Respondenten In totaal deden 109 respondenten mee aan dit onderzoek (M leeftijd = 45,6 en sd = 11.7). De respondenten werden benaderd via Facebook en de discussieruimte van de Open Universiteit. Tevens zijn vrienden en kennissen via de mail gevraagd om deel te nemen aan dit onderzoek. In totaal deden er 83 vrouwen mee ( M Leeftijd = 45,1 en sd = 11,1) en 26 mannen ( M leeftijd = 47,4 en sd = 13,60). Procedure Op Facebook is een link geplaatst die gekoppeld is aan een vragenlijst ( Parantion Web Servey). Hierbij is ook een testinstructie geplaatst (zie bijlage 1). Deze link is ook gedeeld met vrienden, kennissen, collega’s en deelnemers van de discussieruimte van de Open Universiteit. Er hebben 350 respondenten op de link geklikt waarvan er 109 daadwerkelijk de vragenlijst hebben ingevuld. De respondenten hadden de mogelijkheid om tijdens het invullen van de vragenlijst even te pauzeren of te stoppen. De respondenten hadden de mogelijkheid om het onderzoek in te zien. Meetinstrumenten Het onderzoek bestaat uit een vragenlijst. De eerste 24 vragen bestaan uit stellingen die op een 5-punts Likertschaal beantwoord kunnen worden. Hierin zijn de variabelen stress (de vragen 1, 4, 7, 10, 13, 16, 19, 22), positieve denkstijl (de vragen 2, 5, 8, 11, 14, 17, 20, 23) en negatieve denkstijl (de vragen 3, 6, 9, 12, 15, 18, 21, 24) weergeven (zie bijlage 1). Een voorbeeld van een stelling over stress is: “ik pieker heel vaak”. Een voorbeeld van een positieve denkstijl is: “ik zie een uitdaging als een leerervaring”. Een voorbeeld van een negatieve denkstijl is: “ik ben erg gevoelig voor spot”. Alle stellingen kunnen beantwoord worden met (1) helemaal mee oneens tot (5) helemaal mee eens. De variabelen positieve denkstijl en negatieve denkstijl komen uit de SPoNDs test (Appello & Rombouts, 2005). Volgens Apello en Rombouts hebben deze een Cronbach’s alpha van .84 voor positieve denkstijl en .95 voor negatieve denkstijl. In dit onderzoek bedraagt de Cronbach’s alpha voor positieve denkstijl .64. Na het verwijderen van een item stijgt Cronbach’s alpha naar .65, hetgeen nog steeds aan de lage kant is. Voor de negatieve denkstijl bedraagt Cronbach’s alpha .84 en dit is voldoende voor de betrouwbaarheid en interne consistentie. De variabele stress heeft een Cronbach’s alpha van .66. Na het ertrouwelijk Pagina 420-7-20171111111111 1 2 1 4 verwijderen van twee items stijgt Cronbach’s alpha naar .70, wat ook voldoende is voor de betrouwbaarheid en interne consistentie. Na de item analyse zijn er twee stellingen van het domein stress verwijderd: “ik heb een uitstekende band met mijn familie” en “ik ga vaak iets leuks doen met mijn vrienden en/of vriendinnen”. Beiden hadden meerdere correlaties die lager zijn dan .02 met de overige items (zie bijlage 2). Uit het domein positieve denkstijl is de vraag “ik kan goed vertrouwen op mijn eerste indrukken” verwijderd. Dit item had een negatieve correlatie met een ander item (zie bijlage 2). De laatste twee vragen bestaan uit de nominale variabele geslacht (man of vrouw) en de variabele leeftijd. Dataverwerking en analyse De gegevens van het onderzoek zijn met behulp van SPSS verwerkt en geanalyseerd. Twee positief geformuleerde stellingen uit het domein stress (item 13 en 16) zijn hercodeerd. Per domein is er een itemanalyse uitgevoerd. Onvoldoende correlerende items zijn verwijderd. Er zijn totaalscores gemaakt voor stress, positieve denkstijl en negatieve denkstijl. De samenhang tussen positieve denkstijl en stress is uitgevoerd met correlatieanalyse. De samenhang tussen negatieve denkstijl en stress is eveneens uitgevoerd met een correlatie analyse. Het hoofdeffect van sekse op stress, positieve gedachten en negatieve gedachten is uitgevoerd met een onafhankelijke t-toets. Of sekse een modererend effect heeft op denkstijl en stress is uitgevoerd met hiërarchische multiple regressie analyse. Hiervoor is de dummy variabele sekse gemaakt en zijn de positieve en negatieve denkstijlen gestandaardiseerd. Vervolgens zijn de dummy variabele sekse en de gestandaardiseerde positieve en negatieve denkstijl afzonderlijk vermenigvuldigd met elkaar. Resultaten In tabel 1 zijn de afhankelijk en onafhankelijke variabelen weergegeven. De tabel geeft het aantal items, de gemiddelden (M), de standaarddeviatie (SD) en Cronbach’s Alpha (α ) weer. Tabel 1 Beschrijving van de variabelen Items M SD α Stress 7 2.53 .63 .70 Positieve denkstijl 6 3.31 .38 .64 Negatieve denkstijl 8 2.88 .72 .83 ertrouwelijk Pagina 520-7-20171111111111 1 2 1 5 Uit tabel 2 blijkt dat de samenhang tussen positieve denkstijl en stress significant is: r(109) = -.296, p < .01. De correlatie is negatief, dat wil zeggen dat hoe meer men over positieve gedachten beschikt hoe minder men stress ervaart. De samenhang tussen negatieve denkstijl en stress is eveneens significant r(109) = 5.66, p < .01. Dat wil zeggen dat hoe meer men negatieve gedachten heeft, hoe meer men stress ervaart. Zowel hypothese 1 als hypothese 2 worden aangenomen. . Tabel 2 Correlaties tussen de variabelen Variabele Stress Stress Positieve gedachten -.296* Positieve Gedachten Negatieve gedachten Negatieve gedachten .566* -.266* .566* -.266* *p<0.01 Tabel 3 laat het hoofdeffect van sekse op de variabele stress, positieve denkstijl en negatieve denkstijl zien. Het effect van sekse op stress is significant, t(107) = -2.32, p = 0.01. Het effect van sekse op positieve denkstijl is ook significant, t(107) = -3.18, p = 0.002. Het effect van sekse op negatieve denkstijl is ook significant, t(107) = -3.39, p = .0005. Op al deze drie domeinen scoren vrouwen gemiddeld hoger dan mannen. Hypothese 3 wordt aangenomen. ertrouwelijk Pagina 620-7-20171111111111 1 2 1 6 Tabel 3 resultaten van de onafhankelijke t- toets Groep M sd Man stress 2,28 0.63 Vrouw stress 2,61 0.62 Man pos 3.12 0.34 Vrouw pos 3.37 0.34 Man neg 2.50 0.63 Vrouw neg 3.00 0.71 t p -2.32 .01 -3.18 .002 -3.39 .0005 Tabel 4 geeft de resultaten weer van de multiple regressie analyse. Stap 1 laat zien dat 34,9% van de variantie in stress verklaard wordt door positieve denkstijl, negatieve denkstijl en sekse. Dit is significant ( p < .01 ). Bij Stap 2 worden de hoofdeffecten en de interacties getoetst. Deze hebben geen effect op stress (R²change = 0). Dit is niet significant (p > .05). Sekse heeft geen modererend effect op stress: hypothese 4 wordt verworpen. Tabel 4 Resultaten hiërarchische multiple regressie analyse van stress (N = 109) Onafhankelijke variabele Stap 1 (R², R² adj) B SE B (.34*, .33) Positief denkpatroon .22* .09 Negatief denkpatroon .46** .09 Sekse .34 .21 Stap 2 (R², R² adj, R²change) (.34, .32, 0) Positief denkpatroon -.20 .21 Negatief denkpatroon .47* .21 Sekse .33 .26 Sekse x positiefdenken -.02 .24 Sekse x negatiefdenken -.02 .23 Note. * p < .05, ** p < .01 ertrouwelijk Pagina 720-7-20171111111111 1 2 1 7 Discussie Voor de eerste hypothese, naarmate mensen meer positief denken ervaren ze minder stress, is significante ondersteuning gevonden. Dit komt overeen met de verwachting van de theorie van Ingram en Wisnickis (2012): positief denken kan een stress buffer zijn. In dit onderzoek is echter niet getoetst of mensen die minder stress ervaren en positief denken bij blootstelling aan stressoren beter bestand zijn tegen stress en de gevolgen daarvan dan mensen die negatief denken. Voor de tweede hypothese, naarmate mensen meer negatief denken ervaren ze meer stress, is ook significante ondersteuning gevonden. Dit is geheel conform het onderzoek van Wong (2012). Voor de derde hypothese, sekse heeft een hoofdeffect op positieve denkstijl, negatieve denkstijl en stress is ook significante ondersteuning gevonden. Tamres, Janicki & Hegeson (2002) gaven al aan dat vrouwen meer piekeren en vaker ‘peptalk’ gebruiken. Matud (2003) constateerde dat vrouwen hoger scoren op psychologische stress. Voor de vierde hypothese, sekse modereert het verband tussen positieve negatieve denkstijl en stress is geen significant bewijs gevonden. Zowel voor mannen als vrouwen zorgt een verandering in hoogte van de positieve denkstijl en negatieve denkstijl een verandering in hoogte van het ervaren van stress. Deze verandering in het ervaren van stress verschilt niet significant tussen mannen en vrouwen. Dat kan komen omdat er relatief weinig mannen aan dit onderzoek hebben deelgenomen. Een andere bepalende factor kan de type vraagstelling zijn: dit onderzoek meet niet specifiek psychologische stress, maar een andere meer algemene vorm van stress. Voor toekomstig onderzoek is het noodzakelijk om de populatie groter te maken en niet alleen via Facebook of via persoonlijke contacten respondenten te werven. Dit zorgt voor een betere externe validiteit.. De vragenlijsten kunnen aangescherpt worden met specifiekere domeinen. Tevens kan de vragenlijst voor positief denken verbeterd worden ten aan zien van de betrouwbaarheid. Ook heeft het weglaten van de twee vragen bij stress een negatieve invloed op de inhoudsvaliditeit. Dit geldt ook, in mindere mate, voor de positieve denkstijl. Verder is het mogelijk dat mensen de lijst niet serieus invullen of sociaal wenselijke antwoorden geven. ertrouwelijk Pagina 820-7-20171111111111 1 2 1 8 Literartuurlijst Appelo, M.T., & Rombouts, R. (2005). Schaal voor Positieve en Negatieve Denkstijl (SPoNDs); handleiding. Cure & Care Publishers. Nijmegen. Boyraz, G., & Lighttsey, O.R. ( 2012). Can Positive Thinking Help? Positive Automatic Toughts as Moderators of the Stress-Meaning Relationship. American Journal of Orthopsychiatry ,82(2), 267-277. doi: 10.1111/j.1939-0025.2012.0115.x. Herrero, S.G., Saldana, M.A.M., Rodriguez, J.G., & Ritzel, D.O. (2012). Influence of task demands on occupational stress: Gender differences. Journal of safety Research, 43, 365374. doi:10.1016/j.jsr.2012.10.005. Matud, M.P. (2004). Gender differences in stress and coping styles. Personality and Individual Differences, 37, 1401-1415. doi: 10.1016/j.paid.2004.01.010. Tamres, L.K., Janicki, D., & Helgeson, V.S. (2002). Sex Differences in Coping Behaviour: A Meta-Analytic Revieuw and an Examination of Relative Coping. Personality and Social Psychology Revieuw, 6(1), 2-30. Wong, S.S. (2012). Negative thinking versus positive thinking in a Singaporean student sample: Relationships with psychological well-being and psychological maladjustment. Learning and Individual Differences, 22, 76-82. doi:10.1016/j.lindif.2011.11.013