Bericht controle op niet‐gereglementeerde producten Internationale verplaatsingen en handel nemen nog steeds toe. Bij deze verplaatsingen liften vaak voor planten schadelijke organismen mee die een negatieve impact hebben op de land‐ , tuin‐ en bosbouw en op onze natuurlijke omgeving (tuinen, parken, bossen …). Wanneer die schadelijke organismen zich hier kunnen vestigen, is hun uitroeiing meestal onmogelijk. De bestrijding en beheersing van uitbraken kosten de overheid, het beroepsleven en de consumenten jaarlijks miljoenen Euro’s. Om het EU‐grondgebied te beschermen tegen de insleep van schadelijke organismen legt Richtlijn 2000/29/EG (omgezet in Belgisch recht bij KB van 10/08/2005) en een reeks Beschikkingen en Uitvoeringsbesluiten beperkingen op aan de invoer van planten, plantaardige producten en andere materialen uit niet‐EU landen. Al deze regels samen vormen de fytosanitaire wetgeving. Meer informatie hierover is beschikbaar op : http://ec.europa.eu/food/plant/plant_health_biosecurity/legislation/index_en.htm Voor de meest risicovolle producten geldt een invoerverbod in de EU. Hoog risico‐producten mogen enkel ingevoerd worden als ze vergezeld zijn van een fytosanitair certificaat waarin het land van oorsprong verklaart dat de zending grondig werd geïnspecteerd, vrij is van quarantaine‐organismen en praktisch vrij van andere schadelijke organismen en voldoet aan de invoereisen van de EU. Deze producten moeten aangemeld worden voor controle op het eerste punt van binnenkomst in de EU. In België gebeuren deze fytosanitaire invoercontroles door het FAVV. In de fytosanitaire wetgeving staan de schadelijke organismen vermeld waartegen opgetreden wordt bij invoercontroles. Indien een schadelijk organisme wordt aangetroffen dat niet in de wetgeving is vermeld, en dat niet gekend is voor te komen in de EU, dient beoordeeld te worden of het een acuut gevaar kan opleveren. In de praktijk blijkt dat regelmatig schadelijke organismen worden aangetroffen op planten, plantaardige producten en andere materialen die niet als hoog‐ risico in de wetgeving zijn opgenomen (en dus niet voor controle moeten aangemeld worden). Richtlijn 2000/29/EG verplicht de lidstaten om ook op die producten steekproefsgewijze controles te verrichten. In afwachting van een nieuwe plantengezondheidswetgeving die door de Europese Raad en het Europees Parlement wordt voorbereid en tot doel heeft het beschermingsniveau tegen de insleep van schadelijke organismen te verhogen, neemt de Europese Commissie de laatste tijd bijkomende initiatieven om de naleving van de EU‐invoereisen af te dwingen. Enerzijds worden acties ondernomen tegen de landen met een historiek van non‐conformiteiten (o.a. recente invoerverboden voor producten uit India en Ghana) en anderzijds worden de fytosanitaire invoercontroles aangescherpt. Maandelijks publiceert de Europese Commissie een “Non‐EU Trade Alert List” met de handelsstromen (product‐oorsprong combinaties) die het meest onderschept worden door de lidstaten en Zwitserland omwille van de aanwezigheid van schadelijke organismen. Deze lijst kan geraadpleegd worden op : http://ec.europa.eu/food/plant/plant_health_biosecurity/non_eu_trade/alert_list/index_en. htm Met ingang van 01/01/2016 zal het FAVV haar fytosanitaire controles op niet‐ gereglementeerde (en dus niet‐aanmeldingsplichtige) planten, plantaardige producten en andere materialen intensifiëren, met bijzondere aandacht voor de soorten vermeld in de “Non‐EU Trade Alert List”. Invoerders of hun vertegenwoordigers dienen hiervoor geen bijkomende formaliteiten te vervullen, deze controles zijn ook niet onderhevig aan retributies. De gecontroleerde producten zullen wel aangehouden en onder toezicht van het FAVV geplaatst worden in geval van verdenking. Ze zullen aan officiële maatregelen (vernietiging, terugzending, …) onderworpen worden in geval van bevestiging van de aanwezigheid van een schadelijk organisme dat in de wetgeving vermeld is of waarvan de beoordeling heeft uitgewezen dat het een acuut gevaar kan vormen.