SYSTEEMTHEORIE VAN EASTON (1956) Invoer (input) het proces van politieke besluitvorming begint met wensen en eisen van burgers, vaak geholpen door pressiegroepen en aandacht van de massamedia. Deze 2 laatste politieke actoren worden door Easton poortwachters (gatekeepers) genoemd. Omzetting (throughput) verloopt in 3 deelfasen 1. Agendavorming: wensen en eisen uit de maatschappij worden serieus genomen door politici (parlementsleden en bewindslieden). Zij hebben het voornemen om actie te ondernemen. 2. Beleidsvoorbereiding (oftewel beleidsontwikkeling): het verzamelen, bestuderen, analyseren van relevante informatie en het vertalen hiervan in wetsvoorstellen. Dit gebeurt door beleidsambtenaren in opdracht van bewindslieden. 3. Beleidsbepaling: het wetsvoorstel wordt in het parlement besproken en in stemming gebracht. Uitvoer (output) de aangenomen wet wordt door uitvoerende ambtenaren uitgevoerd, onder verantwoordelijkheid van bewindslieden. Terugkoppeling (feedback) het in de praktijk uitgevoerde beleid (wetten) roept altijd reacties op in de maatschappij en in het parlement, bijvoorbeeld omdat het probleem blijft bestaan of omdat er onverwachte (negatieve) neveneffecten optreden. Ook bij positieve resultaten wordt er teruggekoppeld. De verantwoordelijke bewindslieden moeten weten of ze op de goede weg zitten en de burgers hebben vervolgens weer nieuwe wensen of eisen. Kanttekeningen: 1. Deze theorie beschrijft het politieke proces slechts en analyseert en verklaart niet. 2. Het politieke proces begint niet altijd en alleen bij burgers. Ook politici kunnen het initiatief nemen om een bepaald probleem op de politieke agenda te zetten. 3. Deze theorie veronderstelt dat het politieke proces een continue proces is zonder onderbrekingen. Dat is weinig realistisch. OPLOSSING: het barrièremodel ! 4. Deze theorie heeft geen oog voor de invloed van de omgeving op het politieke proces. Denk aan de wereldconjunctuur, de demografische ontwikkelingen en de stand van de informatie- en communicatietechnologie.