Rondom de Lauwerszee ‘Deze drie dingen zijn voor mij te wonderlijk (………) de weg van de arend in de lucht, de weg van een slang op een rots, de weg van een schip in het hart van de zee’. Spreuken 30:18 Als ik deze regels schrijf zijn wij allemaal weer veilig thuisgekomen, na ons reisje op vrijdag 23 mei. Met een mooi getal van gemeenteleden hebben we een prachtige tocht gemaakt over het Lauwersmeer. Wel ruim twee en een half uur kregen we gelegenheid om de aanblik van het wijde water met zijn boorden in ons op te nemen. De sympathieke schipper bracht ons onderweg het een en ander bij. Het mooiste daarvan vond ik dat hij ons wees op de bomen waarin de beroemde zee-arenden die in het Lauwersmeergebied zijn neergestreken wel eens worden waargenomen. Het was misschien in overeenstemming met de rust die ook die dieren behoeven, dat we ze dit keer niet te zien kregen. Maar in gedachten probeerden we ons voor te stellen hoe machtig groot die dieren wel moeten zijn. Vooraf in het verenigingsgebouw lazen we met elkaar uit Spreuken 30, met name de woorden die hier boven staan afgedrukt. In deze woorden drukt de spreukendichter uit dat er een aantal dingen zijn, die hij niet goed kan doorgronden. Ik denk dat hij vooral bedoelt dat hij er geen patroon in kan ontdekken. En dan noemt hij als voorbeeld: de weg van een arend in de lucht, de weg van een slang op een rots, en de weg van een schip in het hart van de zee. Hoewel de vlucht van een arend zonder meer een prachtig en fascinerend gebeuren is, waarbij heel de majesteit van die koning onder vogels zich vertoont, zal er in de koers die het dier kiest niet altijd een heldere en definieerbare lijn zijn aan te wijzen. Bij al zijn macht heeft het dier toch ook te maken met zoiets als termiek. En het zal bij alle ervaring onderweg zijn plannen ook wel eens bijstellen, als het zo uitkomt. Evenzo natuurlijk de weg van een slang op een rots, kronkelend in een wonderlijke, wringelende beweging, met vaart en onnavolgbaar. Wie begrijpt hoe een slang zich beweegt? Om tenslotte maar te zwijgen over de weg van een klein schip dat midden op zee in een storm belandt. Zo’n schip wordt heen en weer geslingerd, is meer bezig met overleven dan met het varen van een vaste koers. Van boven bekeken is er geen lijn te ontdekken. Drie beelden, door de Spreukendichter uitgekozen. Wat is zijn bedoeling? Dat ontdekken we in het vers dat er op volgt: ‘Zo is de weg van een overspelige vrouw: zij eet, wist haar mond af, en zegt: ik heb geen onrecht bedreven’. (Spr 30:20). Ook wanneer je je als mens aan de zonde verliest, verliest je weg zijn rechte lijn. De weg van de zonde is in zichzelf een kronkelpad. Bovendien: op het ene moment houd je je met de zonde bezig, en even later vertoon je weer een mooi gezicht, alsof je onschuldig bent. Is dat konsekwent? Het is als de vlucht van een arend: van boven bekeken zit er in onze levensweg vaak geen rechte lijn, integendeel. Om, al nadenkend in ons verenigingsgebouw, niet in de mineur te eindigen, en ook overeenkomstig het Evangelie met twee woorden te spreken, verplaatsten wij onze gedachten tenslotte naar de zee van Tiberias. Daar ging de Heere Jezus Zijn wonderlijke weg met de discipelen. Terwijl zij die nacht niets hadden gevangen, vroeg Hij hen, vanaf de oever, of zij niet ‘enige toespijs’ hadden. Toen zij Zijn raad volgden, het net aan de andere zijde uitwierpen, en daarna met een flinke vangst weer aan land wilden komen, bleek Hij al een kolenvuur te hebben aangestoken, met vis daarop, en brood! Wonderlijk is de weg waarin de Heere Jezus Zijn discipelen en u en mij leidt. Maar de uitkomst van de weg die Hij ons wijst, is: dat wij mogen ontdekken dat Hij overal in voorziet. Vis en brood, al wat wij nodig hebben, voor tijd en eeuwigheid, het ligt bij Hem op ons te wachten! Bij Hem, Die ook heel anders dan wij mensen, Zelf een rechte weg ging. Wiens levensschip in een diepe en fatale storm belandde, maar die niet afweek van de koers die was ingezet. In de storm van Zijn levenseinde heeft Hij zich opgeofferd, als een offer voor de zonden van Zijn volk. Genade, verzoening en vrede, bij de Heere Jezus zal erin voorzien worden! Voor ieder die in Hem gelooft, zal Hij de Weg zijn, de Waarheid en het Leven! Hoe groot dat wij, van al onze paden vandaan, worden geroepen om op deze Weg te wandelen. Doe dat! Een ieder die in Hem gelooft, die komt behouden aan. MK