26.1 a Grondstofkosten Arbeidskosten Overige variabele kosten Kosten van duurzame productiemiddelen Kosten van de grond Kosten van diensten van derden Kosten van belastingen Financieringskosten b Kosten van grondstoffen Kosten van materialen Kosten van halffabricaten Inkoopkosten c De kosten van personeel in vaste dienst zijn onafhankelijk van de pro- ductie- of afzethoeveelheid. d Bij koop: afschrijvings-, interest- en complementaire kosten. Bij huur of bij een leasecontract: huur- of leasekosten en complementaire kosten. e Belastingen waarbij de onderneming als incasseerder optreedt. Winstbelastingen. Kostprijsverhogende belastingen. 26.2 a 1 Constante en variabele kosten. 2 Directe en indirecte kosten. 3 Als er sprake is van één product zijn alle kosten direct. b 1, 2, 4, 5 en 7 zijn massaproducten. 3, 6 en 8 zijn stukproducten. in Balans • 5 26.3 a We berekenen eerst het normale aantal machine-uren. Voor 2007 is het 120.000 normale aantal machine-uren x 30 uur = 36.000 uur. 100 110.000 Het verwachte aantal machine-uren is 110.x 30 uur = 33.000 uur. 100 pialaq papuou2 Het machine-uurtarief wordt dan: Cs€ 216.000 € 99.000 += N 13„ 36.000 33.000 = € 6 + € 3 = € 9. b De standaardkostprijs per 100 stuks Buus is: Grondstoffenverbruik 80 kg à € 8 = Lonen 90 uur € 16 = Constante en overige variabele kosten: 30 machine-uren à € 9 = € € 640 1.440 € 270 € 2.350 €1002.350 De standaardkostprijs per product is ______ = € 23,50. 26.4 a Ook op de kosten van de betonfundering en elektrische installatie moet worden afgeschreven, want deze hangen samen met de aan schaf van de machine en gaan ook jaren mee. € 40.000 b Verkoopprijs van de machine na drie jaar € 2.000 Sloopkosten van de betonfundering Restwaarde c De afschrijving per jaar is € 38.000 € 80.000—€ 3 38.000 Het afschrijvingspercentage per jaar is = € 14.000. € 14.000 € 80.000 x 100% = 17,5%. d Het gedurende de levensduur gemiddeld in de machine geïnvesteerde 2 € 80.000 +€ 38.000 vermogen is: = € 59.000. e De interestkosten per jaar zijn 8% van € 59.000 = € 4.720. f De constante machinekosten in 2009 zijn: € 14.000 + € 4.720 + € 5.280 = € 24.000. 6• Management & Organisatie )1n4sp4o0H g De normale bezetting is 50 x 2 x 8 x 5 = 4.000 uur. 24.000 h Het machine-uurtarief is € 24. 4.000 € 41,20 = 47, 20. 26.5 a Omdat de kostprijs uitsluitend de toegestane of standaardkosten bevat. c De verspillingen worden ten laste van de winst van de onderneming gebracht: ze maken geen deel uit van de kostprijs. 26.6 a We passen de kostprijsformule toe: C s± V s _ € 30.000 + € 27.000 _ € 6 + € 6,75 = C 12,75. Np Bp 5.000 4.000 b De totale variabele kosten zullen stijgen; de variabele kosten per eenheid blijven gelijk. Kosten en resultaten in de industriële onderneming b Standaardkosten zijn kosten die de onderneming moet maken om het product voort te brengen wanneer de productie plaatsvindt onder normale omstandigheden (standaardkosten zijn onvermijdelijke kosten). c Dan zullen zowel de variabele kosten als de constante kosten stijgen (zowel in totaal als per eenheid). 26.7 De totale variabele standaardkosten zijn 30% van € 24.000 = € 7.200. V € 7.200 B De variabele kosten per stuk zijn dan s = 4.000 = € 1,80. P De totale standaardkosten van 5.000 stuks Robar zijn: Constante standaardkosten 70% van € 24.000 = Variabele standaardkosten 5.000 x € 1,80 = € 16.800 € 9.000 € 25.800 Conclusie: Als er meer geproduceerd wordt, nemen alleen de variabele kosten toe; de constante kosten blijven gelijk (zolang de productiecapaciteit niet vergroot wordt). in Balans •7 26.8 € € a Constante standaardkosten: € 10.000 + 5% = Variabele standaardkosten: (€ 13.200 + 10%) x 2.400 = 2.200 C e Andere berekeningswijze: Variabele standaardkosten per stuk in 2007: pa/aq papuou2 10.500 15.840 € 13.200 2.200 26.340 = € 6. Variabele standaardkosten per stuk in 2008: € 6 + 10% van € 6 = € 6,60. Totale variabele standaardkosten in 2008: 2.400 x € 6,60 = € 15.840. + b Standaardkostprijs: € 10.500 € 15.840 2.000 2.400 = € 5,25 + € 6,60 = € 11,85 26.9 € 1 a € 138.000 23.000 V b NC+' BS Np Bp + = C7 € 9 0 . 0 0 0 + € 12.000 + € 7 = € 3,40 + € 7 = € 10,40 c De kostprijs was 30.000 € 90.000 € 138.000 20.000 23.000 = € 4,50 + € 6 = € 10,50. Als we alleen kijken naar de verstrekte gegevens is het antwoord: ja. De kostprijs wordt lager. De winst zal nu toenemen door zowel de grotere afzet als de lagere kostprijs, tenzij de verkoopprijs lager wordt. 26.10 a De constante standaardkosten per artikel zijn 70% van € 65 = € 45,50. € 637.000 € 45,50; dus N p = 14.000 artikelen. NP Np b 12.000 x (€ 65 — € 45,50) = 12.000 x € 19,50 = C 234.000 c 14.000 x € 45,50 = € 637.000 (de constante kosten zijn gekoppeld aan de normale bezetting). 8Management & Organisatie 9z )imsploo 26.11 De normale productieomvang is 100%. De begrote productieomvang is 80% = 120.000 eenheden. De normale productieomvang is 100 80 x 120.000 = 150.000 eenheden. c, = € 50 --> ________ = € 50 --> Cs = 150.000 x € 50 = C 7.500.000 Np 150.000 a Om 600 producten te maken, is het toegestane grondstofverbruik 600 x 5 kg = 3.000 kg. In werkelijkheid is er 2.970 kg gebruikt, zodat er een voordelig hoeveelheidsverschil is van 30 kg. Het efficiencyresultaat op grondstof is het hoeveelheidsverschil omgerekend tegen de stan daardkostprijs. Dus 30 x € 8,20 = € 246 voordelig. b We gaan nu wat sneller te werk. Toegestane uren 600 x 7 = Werkelijk aantal uren 4.200 uur 4.320 uur 120 uur à € 16 = € 1.920 Nadelig efficiencyresultaat op lonen 26.13 a Om 4.000 artikelen te maken, is 1.180 kg grondstof verbruikt. Per artikel mag 0,3 kg grondstof worden verbruikt. Voor 4.000 artikelen is dat 4.000 x 0,3 kg = 1.200 kg (sh). Dat de normale productie 4.200 artikelen per maand is, heeft geen invloed. Dit is een overbodig gegeven. sh x sp = 4.000 x 0,3 kg x € 25 = 1.200 x € 25 whxsp= 1.180 x € 25 20 x € 25 = € 500 Voordelig efficiencyresultaat b sh x sp = - 23 X 4.000 x € 16 = whxsp= Nadelig efficiencyresultaat 2.666 x € 18 2.720 x € 18 53 s x € 18 = € 960 26.14 a Toegestaan verbruik 1.200 x 2 kg = Werkelijk verbruik Nadelig efficiencyresultaat 2.400 kg 2.440 kg 40 kg à € 5 = € 200 in Balans • Kosten en resultaten in de industriële onderneming 26.12 Of: sh x sp = wh x sp = 2.400 x € 5 2.440 x € 5 maiaq papuouN 40 x € 5 = - € 200 b Toegestaan was 2.440 x € 5 = € 12 .2 00 Er werd betaald € 11.956 Voordelig prijsresultaat € 244 € € 12.200 11.956 € 244 Of: sp x wh = € 5 x 2.440 = wp x wh = c Wanneer er een slechte kwaliteit grondstof wordt ingekocht (voordelig prijsresultaat), heb je meer grondstof nodig om het product te maken (nadelig efficiencyresultaat). Voor de loonkosten geldt dat een oudere, ervaren medewerker duur der is (nadelig prijsresultaat), maar hij presteert vaak meer dan een onervaren collega (voordelig efficiencyresultaat). 26.15 a Standaard loonkosten: 300 x 3 x € 22 = € 19.800 Werkelijke loonkosten € 19.624,80 Voordelig budgetresultaat € b sh x sp = wh x sp = 175,20 900 x € 22 884 x € 22 16 x € 22 = € 352 (voordelig) € 19.448 € 19.624,80 c sp x wh = € 22 x 884 = wp x wh = (€ 22,20 x 884 =) -€ 176,80 (dus nadelig) 10• Management & Organisatie De werkelijke machinekosten zijn € 36.700 + € 12.210 = € 48.910 Voordelig budgetresultaat b sh x sp = f 1.250j x € 80 = € 1. 09 0 625 x € 80 633 x € 80 wh x sp = Nadelig efficiencyresultaat 8 x € 80 = € 640 c Bij de normale productieomvang bedragen de toegestane constante kosten 600 x € 60 = € 36.000. De werkelijke constante kosten zijn € 36.700, zodat er een nadelig prijsresultaat op constante machine kosten is van € 700. d sp x wh = € 20 x 633 = wp x wh = € 12.660 € 12.210 € 450 -€ -€ € € 640 700 450 1.980 Voordelig prijsresultaat op variabele machinekosten e (W, - Nu) x C N = (633 - 600) x € 60 = € 1.980 voordelig f Efficiencyresultaat op machine-uren Prijsresultaat op constante machinekosten Prijsresultaat op variabele machinekosten Bezettingsresultaat Kosten en resultaten in de industriële onderneming 2 € 1.090 26.17 a De toegestane machinekosten voor december bedragen: 4.050 x x € 105 of 4.050 x € 7 = € 28.350 De werkelijke machinekosten zijn € 19.850 + € 8.250 = € 28.100 Nadelig budgetresultaat € 250 in faal ns, •11 b 1 In één uur kunnen 15 producten worden voortgebracht. Het norma le le aantal machine-uren per jaar is dan ______ = 3.000. 5 pplaq laapuou2 Dat is per maand 250 uur. -AIx NS= ( 270 - 250) x € 75 = € 1.500 voordelig. 2 Bij de normale bezetting bedragen de toegestane constante machinekosten: 250 x € 75 = € 18.750 Werkelijke constante machinekosten € 19.850 Nadelig prijsresultaat € 1.100 3 sp x wh = € 30 x 270 wp x wh = € 8.100 € 8.250 € Nadelig prijsresultaat op variabele machinekosten 150 Examenopgaven Maximumscore 2 1 Het bedrijfsresultaat bedraagt: Omzet 22.100 x € 100 = Bedrijfskosten: grondstofkosten l oo nkos te n machinekosten € 2.210.000 € 146.523 € 563.040 € 1.082.150 € 1.791.713 Bedrijfsresultaat Maximumscore 2 2 Bezettingsresultaat: (22.500 - 22.100) x € 37,50 = € 15.000 nadelig Maximumscore 4 3 Prijsverschil grondstoffen: (€ 5 € 146.523 x 28.730 = € 2.873 nadelig 28.730 ) Efficiencyverschil grondstoffen: 12• Management & Organisatie € 418.287 26.16 a Om 1.250 producten te vervaardigen zijn de toegestane machinekos )irnsp400H ten: 1.250 x 21 X € 80 = 625 x € 80 = € 50.000 (1,25 x 22.100 - 28.730) x € 5 = € 5.525 nadelig r•Z >j se 00 Maximumscore 2 1 (€ 6 € 311.100 ) x 51.000 = € 5.100 nadelig 51.000 Maximumscore 2 2 (5.000 x 0,3 - 1.440) x € 25 = € 1.500 voordelig 3 Normaal aantal machine-uren: 6.000 x 0,5 = 3.000 (3.000 - 2.500) x € 30 = € 15.000 nadelig III Maximumscore 2 1 Werkelijk bezettingsresultaat = (225.000 - 240.000) x € 5 = € 75.000 nadelig Maximumscore 2 2 Toegestane hoeveelheid grondstof voor 225.000 producten: 225.000 x 0,4 = 90.000 kg Werkelijk verbruik: 90.000 + 2.250 = 92.250 kg Maximumscore 2 3 Werkelijke grondstofprijs per kg € 553.500 92.250 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Maximumscore 2 =€6 Standaardprijs per kg 100%x € 6 = € 5 120% Maximumscore 2 4 Totaal resultaat: Efficiencyverschil: 2.250 x € 5 = Prijsverschil: 92.250 x (€ 6 - € 5) = € 11.250 nadelig € 92.250 nadelig Totaal resultaat grondstoffen € 103.500 nadelig IV Maximumscore 2 1 - Afschrijvingskosten: 15% van € 30.000 Overige constante kosten Totale constante machinekosten € € 4.500 5.000 € 9.500 9.500 - Constant deel machine-uurtarief € 9.= € 5 1.900 in Balans • 14 Maximumscore 3 2 - (W - 1.900) x 5 = -250 machine-uren en behoeve van B ten behoeve van A totaal werkelijk aantal ppiaq laapuouN Maximumscore 2 3 Werkelijk aantal machine-uren A Voordelig efficiencyverschil A Toegestane machine-uren A 1.850 t 1.000 850 850 50 900 Werkelijke productie: 900 x 10 stuks = 9.000 stuks A in Balans • 15 Voorcalculatie bij ondernemingen met hornogfPne prodffirtie Hoofdstuk 27 a cs € 2.450.000 € 1.530.000 = € 24,50 + € 17 = € 41,50 100.000 ± 90.000 Np+ Bp Standaardfabricagekostprijs Verkoopkosten: € 1.050.000 € 382.500 100.000 90.000 = € 10,50 + € 4,25 = € 41,50 € 14,75 € 56,25 Standaard commerciële kostprijs b De begrote variabele standaardkosten zijn: 20.000 x (€ 17 + € 4,25) = C 425.000. c De begrote constante standaardkosten zijn: 25.000 x (€ 24,50 + € 10,50) = C 875.000. € 3.500.000 Of: Voorcalculatie bij ondernemingen met homogene productie 27.1 - € 875.000. 4 27.2 a Door een toename van 2.000 artikelen stijgen de variabele kosten met € 2.400. De variabele kosten per eenheid zijn € 2.400 = 1,20. 2.000 b Totale standaardkosten bij 10.000 eenheden Standaard variabele kosten 10.000 x € 1,20 Constante standaardkosten € € 44.000 12.000 32.000 32 000 c De kostprijs is € 32.+ € 1,20 = € 3,87. . 12.000 100 d De verkoopprijs is —60 x € 3,87 = € 6,45. in Balans • 16 maiaq laapun uH 27.3 a De normale productie- en verkoopomvang is de productie- en ver- koopomvang die de onderneming onder normale omstandigheden kan realiseren (rekening houdend met de afgelopen en komende perioden). b De uitspraak is onjuist. Constante kosten kunnen veranderen door prijswijzigingen en door uitbreiding of inkrimping van de productiecapaciteit. c De standaardfabricagekostprijs is de kostprijs van een product, waa rin alle kostenfactoren tegen vooraf vastgestelde standaard (toegesta ne) prijzen en hoeveelheden worden opgenomen. d Fabricagekostprijs € 672. 000 € 416.000 € 44 € 28 € 16 = = + 24.000 26.000 € 144.000+ € 104.000 Verkoopkosten: 24.000 26.000 € 10 =€6+€4= € 54 Commerciële kostprijs e Standaard commerciële kostprijs € 54 Verkoopwinst 40% van € 54 = € 21,60 Verkoopprijs exclusief omzetbelasting Omzetbelasting 19% € 75,60 € 14,36 Verkoopprijs inclusief omzetbelasting € 89,96 27.4 a Kostprijs = Cs N p = € 20.000 € 50.400 + B p 4.000 b De standaardkostprijs is Winstopslag 40% = Omzetbelasting 6% = 4.200 € 5 + € 12 = C 17 € 1 7 € 6,80 € € 23,80 1,43 € 25,23 c Verwacht verkoopresultaat = 4.200 x (€ 23,80 — € 17) = 28.560 d Dekking van de constante standaardkosten 4.200 x € 5 = € 21.000 De constante standaardkosten bedragen voor 2007 € 20.000 Voordelig bezettingsresultaat 17• Management & Organisatie € 1.000 Voorcalculatie bij ondernemingen met homogene productie In formulevorm: (Bp- Np) x N = 4.200 - 4.000) x € 5 = € 1.000. S ( e Eerste manier Verwacht bedrijfsresultaat = verwacht verkoopresultaat + verwacht bezettingsresultaat = € 28.560 + € 1.000 = C 29.560 Tweede manier Verwacht bedrijfsresultaat = verwachte omzet - verwachte kosten = 4.200 x € 23,80 - (€ 20.000 + € 50.400) = € 99.960 - € 70.400 = C. 29.560 27.5 a De constante kosten hebben te maken met de capaciteit van de on- derneming. De productiecapaciteit is afgestemd op de normale productieomvang. De variabele kosten variëren met de werkelijke (begrote) productieomvang. b Massaproductie is de productie waarbij een producent een groot aantal identieke producten maakt, zonder rekening te houden met de individuele wensen van de consument. c - Prijsstijgingen van bijvoorbeeld machines, huur en interest - Uitbreiding van het bedrijf d De winst is 20% van € 120. Dit is € 20x 100% = 16 3 /0. € 120 e De constante kosten per product zijn € 30 + € 14,50 = € 44,50. Het verwachte bezettingsresultaat is (2.000 - 1.900) x € 44,50 = € 4.450 nadelig. f Het begrote verkoopresultaat is 1.900 x € 20 = € 38.000. g Begroot verkoopresultaat Begroot nadelig bezettingsresultaat Begroot bedrijfsresultaat over 2007 € € 38.000 4.450 € 33.550 in Balans •18 mapq papuvu2 Of: Verwachte omzet: 1.900 x € 120 = € 228.000 Verwachte constante kosten: € 60.000 + € 29.000 = € 89.000 Verwachte variabele kosten: € 95.000 + € 10.450 = € 105.450 Begroot bedrijfsresultaat € 194.450 € 33.550 27.6 a Constante kosten per jaar: € 500.000-€ 50.000 Afschrijving: _____________________________ x 5 = 6 Loonkosten vast personeel: 10 x € 25.380 = Overige constante kosten Variabele kosten: 68.400 kg grondstof à € 12 = Overige variabele kosten € € 375.000 16.200 € 0 645.00 € 820.80 0 € 1 76.700 € 0 997.50 De standaardkostprijs is: € 391.500 € 1251300= € 6.525 + € 21.95 = 60.000 57.000 Winst 48% € 28,48 € 20.19 Verkoopprijs exclusief omzetbelasting Omzetbelasting 19% € 42.14 8.02 Verkoopprijs inclusief omzetbelasting € 50.16 b Om de bijdrage aan het verwachte bedrijfsresultaat te berekenen, kun je op twee manieren te werk gaan. Eerste manier Verwacht bedrijfsresultaat = verwachte omzet - verwachte kosten. Verwachte omzet: 57.000 x € 41,81 = € 2.383.170 Verwachte kosten: € 645.000 + € 997.500 = € 1.642.500 740.670 19• Management & Organisatie Tweede manier Verwacht bedrijfsresultaat = verwacht verkoopresultaat zettingsresultaat Verwacht verkoopresultaat = 57.000 x € 13,56 = Verwacht bezettingsresultaat: + verwacht be- C (B p - Np) x s = (57.000 - 60.000) x € 10,75 = Ns — € 772.920 - € 32.250 € 7 40.670 27.7 !IP Voorcalculatorisc 0 inst-en-verliesrekening over 20 Omzet 12.000 x € 74 . Kosten: Constante kosten 12.500 x € 40 = Variabele kosten 12.000 x € 24 = 0 € 888.000 re. € 500.000 € 288.000 788.000 € Verwachte winst 0 0 € 100.000 ro ro co co 27.8 a Variabele fabricagekosten € 44.000 € 0 4 11.000 € 35.000 Constante fabricagekosten 10.000 0 € 3,50 € 7,50 re. 0 0 b Fabricagekostprijs € 7,50 € 1 € 1,50 € 11.000 Variabele verkoopkosten 11.000 Constante verkoopkosten € 15.000 10.000 c € 10 00 btw 180 Verkoopprijs exclusief x € 10 = € 12,50. Verkoopprijs inclusief btw 1,19 x € 12,50 = € 14,88. d 11.000 x € 2,50 = 27.500 e (11,000 - 10.000) x € 3,50 = € 3.500 voordelig in Balans •20 f (11.000 - 10.000) x € 1,50 -- € 1.500 voordelig g Begrote verkoopwinst Begrote voordelige bezettingsresultaten maiaq papuowd Begroot bedrijfsresultaat h Totale begrote opbrengst 11.000 x € 12,50 = Totale begrote kosten: variabele fabricagekosten variabele verkoopkosten constante fabricagekosten constante verkoopkosten € € € € € € 27.500 5.000 € 32.500 € 137.500 € 105.000 € 32.500 44.000 11 .0 00 35.000 15.000 Begroot bedrijfsresultaat 27.9 a De kostprijs is € 35 Variabele kosten per stuk: € 874.000 38.000 € 23 € 12 Constante kosten per eenheid Bij een nadelig bezettingsresultaat van € 24.000 zijn er € 24.000 € 12 = 2.000 stuks minder voortgebracht dan normaal. De normale productieomvang is 38.000 + 2.000 = 40.000. Alternatieve berekening: C (B p Np) X = -24.000 Np (38.000 - Np) x 12 = -24.000 38.000 - NP = = -2.000 -24.00012 NP = 38.000 + 2.000 = 40.000 - b De verkoopprijs is € 35 + 20% van € 35 = € 42. Verwachte omzet: 38.000 x € 42 = Begrote kosten: € 874.000 + (40.000 x € 12 =) C 480.000 = Verwacht bedrijfsresultaat 21• Management & Organisatie € 1.596.000 € 000 1.354. 242.000 € 266.000 - € 24.000 z )inlspjool_T Andere berekeningswijze: Verwacht verkoopresultaat: 38.000 x (€ 42 - € 35) Verwacht bezettingsresultaat € 242.000 Verwacht bedrijfsresultaat 27.10 a Vennootschap onder firma. 100 De kostprijs mag bedragen: 120 x € 36 = € 30. 27.11 100 De verkoopprijs exclusief omzetbelasting is __ x € 238 = € 200. 119 De winst is dan € 200 - € 160 = € 40. Dit is van de verkoopprijs: € 40x 100% = 20%. € 200 27.12 We kunnen de volgende opstelling maken. Afschrijvingskosten per jaar: Interestkosten per jaar 5% van A-€ 2.000 4 A + € 2 .10 0 0 2 Overige constante kosten per jaar c$ Np 40.000 1 Voorcalculatie bij ondernemingen met homogene productie 100 b De verkoopprijs exclusief omzetbelasting mag _____ x € 42,84 = € 36 119 bedragen. Omdat de winst 20% van de kostprijs (= 100%) is, is de verkoopprijs 120%. € 200.000 = € 12 (€ 40 - € 28) We gaan nu terugrekenen (dus van onder naar boven rekenen). De constante kosten mogen per jaar maximaal € 40 - € 28 = € 12 per stuk bedragen. De normale productie is 40.000 stuks, zodat de jaarlijkse constante kosten 40.000 x € 12 = € 480.000 mogen bedragen. De ove rige constante kosten bedragen al € 200.000, zodat er voor afschrijvings en interestkosten € 280.000 overblijft. in Balans • 22 De jaarlijkse afschrijvingskosten zijn: A-R A-€ 12.000_ 1 4 A-e 3.000 = 0,25A - € 3.000. n 4 De jaarlijkse interestkosten zijn: A+€ 12.000 2 malaq laapunuH 5% van = 0,05 x (0,5A + € 6.000) = 0,025A + € 300. Per jaar is voor afschrijvings- en interestkosten beschikbaar € 280.000. We krijgen de volgende vergelijking: 0,25A - € 3.000 + 0,025A + € 300 = € 280.000 0,275A = € 282.700 A = maximale aanschafprijs van de machine € 282.700 = € 1.028.000 0,275 27.13 x € 30,94 = € 26. a De verkoopprijs exclusief omzetbelasting is Stel het aantal producten op y. 119 100 De omzet is gelijk aan het totaal van de kosten + winst, dus: y x € 26 = y x € 7 + € 390.000 + € 180.000 y x € 19 = € 570.000 € 570.000 Y= = 30.000 stuks € 19 b Bij de eerste manier stellen we de opbrengst gelijk aan de totale kosten + de winst. Ook nu stellen we het aantal producten op y. De functie van de totale-opbrengstlijn is: 26y. Bij 0 producten is de opbrengst € 0. Bij 50.000 producten is de opbrengst 50.000 x € 26 = € 1.300.000. Met behulp van deze gegevens kunnen we de opbrengstlijn tekenen. Ook voor de kosten + winstlijn hebben we minimaal twee punten nodig. De functie van deze lijn is: 7y + € 570.000. Bij 10.000 producten is dat: 10.000 x € 7 + € 390.000 + € 180.000 = € 640.000. Bij 40.000 producten is dat: 40.000 x € 7 + € 570.000 = € 850.000. in Balans • 23 De grafiek wordt nu als volgt: TO, TK + winst x € 100.000 16 TO 12 ...- .. - TK + winst \ 8 . . - - - - - - - 1, ----------------------; \ 4 1 2 3 4 5 Afzet x 10.000 Bij de tweede manier maken we gebruik van de dekkingsbijdragelijn. De dekkingsbijdrage per product is € 26 — € 7 = € 19. De functie luidt: 19y. Bij 0 producten is de dekkingsbijdrage € 0. Bij 40.000 producten is de dekkingsbijdrage: 40.000 x € 19 = € 760.000. In totaal moet worden gedekt: Constante kosten € 390.000 Bedrijfsresultaat € 180.000 € 570.000 De lijn die de constante kosten + het bedrijfsresultaat weergeeft, is een rechte lijn die evenwijdig loopt aan de x-as. De grafiek wordt: Voorcalculatie bij ondernemingen met homogene productie 0 Dekkingsbijdrage DB, CK + winst x € 100.000 8 • 6 4 2 0 • / / / • • / / / / • Constante kosten + winst /• / 1 2 3 4 5 Afzet x 10.000 24• Management & Organisatie in Balans • 23 pplaq laapuou2 27.14 a We zoeken het snijpunt van de lijnen die voorstellen: — de omzet (de functie van de lijn is: 4,95y); — de totale kosten + € 140.000 winst (de functie van deze lijn is: 2,45y + € 560.000 + € 140.000 = 2,45y + € 700.000). Twee punten van de omzetlijn zijn: — bij 0 artikelen is de omzet € 0; — bij 500.000 artikelen is de omzet 500.000 x € 4,95 = € 2.475.000. Twee punten van de kosten + winstlijn zijn: — bij 0 artikelen: € 560.000 + € 140.000 = € 700.000; — bij 500.000 artikelen: 500.000 x € 2,45 + € 700.000 = € 1.925.000. De grafiek Omzet, 2,5 ziet er als volgt uit: Kosten + winst x € 1 min 2 Omzet Kosten + winst 1,5 0,5 100 200 300 400 500 Afzet x 1.000 b De tweede mogelijkheid om een grafiek te maken waaruit de afzet kan worden afgelezen, is met behulp van: — de lijn van de constante kosten + winst (functie: € 700.000); — de dekkingsbijdragelijn (functie 2,5y). De lijn van de constante kosten + winst is een horizontale lijn evenwijdig aan de x-as, ter hoogte van € 700.000. De dekkingsbijdragelijn vinden we door twee punten te bepalen, bijvoorbeeld: — 0 artikelen: dekkingsbijdrage € 0; — 500.000 artikelen: dekkingsbijdrage 500.000 x (€ 4,95 — € 2,45) = € 1.250.000. 24• Management & Organisatie DB, 1,5 CK + winst x € 1 min Voorcalculatie bij ondernemingen met homogene productie De grafiek wordt: Dekkingsbijdrage Constante kosten + winst 0,5 0 100 200 300 400 500 Afzet x 1.000 c Wanneer je je realiseert dat de omzet nu zodanig groot moet zijn dat én de constante kosten én de variabele kosten gedekt moeten worden en er bovendien € 140.000 winst moet worden behaald, dan kun je de volgende vergelijking maken: Omzet = variabele kosten + constante kosten + winst y x € 4,95 = y x € 2,45 + € 560.000 + € 140.000 y x € 2,50 = € 700.000 y= € 700.000 € 2,50 = 280.000 stuks Examenopgaven Maximumscore 3 1 Het aantal doosjes per machine-uur is 1.000 x —600 = 6.000 - normaal aantal machine-uren: 000 3.200 uur 6.000 19.200.000 000000. begroot aantal machine-uren: 18.000.000 = 3.000 uur 6.000 machine-uurtarief = € 15.360 + € 28.800 = € 4,80 + € 9,60 = € 14,40 3.200 3.000 in Balans •25 Maximumscore 3 2 Kostprijs per 1.000 doosjes: Materiaal 1,75 x € 1 Loon 0,05 x € 25 pafaq papuouid Machinekosten —10 x € 14,40 60 € € 1,75 1,25 € 2,40 € 0,30 € 5,70 = € 5.760 Constante verkoopkosten 19.200 Variabele verkoopkosten Commerciële kostprijs 95% 5% 100% 0 Commerciële kostprijs 10 95 x € 5,70 = € 6 Maximumscore 3 3 (sh - wh) x sp = (4.620 x 1,75 - 8.200) x € 1 = (8.085 - 8.200) x € 1 = - € 115 (nadelig dus). Bedragen van 4 deelresultaten x 100.000 1 Maximumscore 2 TCK Verkoopresultaat 2 tot Bezettingsresultaat 0 TCK is een horizontale lijn ter hoogte van € 300.000 van q = 0 en met q =110.000 Verwachte bezettingsresultaat en verkoopresultaat voor Fabrico nv in 2008 Productie + afzet (x 10.000) Maximumscore 2 2 Bij 80.000 stuks is de verkoopwinst € 200.000. Dus de winstmarge is € 2,50 per stuk. 48 De verkoopprijs zonder btw = € 8,= € 8 per stuk. in Balans •26