EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.7.2014 COM(2014) 463 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD BETREFFENDE HET GARANTIEFONDS EN HET BEHEER ERVAN IN 2013 {SWD(2014) 241 final} NL NL Inhoudsopgave 1. Inleiding ....................................................................................................................... 3 2. Financiële positie van het Fonds per 31 december 2013 ............................................. 4 2.1. Financiële stromen van het Fonds ................................................................................ 4 2.3. Belangrijke transactie na de verslagdatum ................................................................... 6 2.4. Presentatie van de rekeningen ...................................................................................... 6 2.4.1. Grondslag voor de opstelling ....................................................................................... 6 2.4.2. Enkelvoudige jaarrekening van het Fonds per 31 december 2013 .............................. 6 3. Middelen van het Fonds ............................................................................................. 12 3.1. Rechtsgrondslag voor een overmaking uit de algemene begroting aan het Fonds .... 12 3.1.1. Stortingen in het Fonds .............................................................................................. 12 3.1.2. Rente over de belegging van de liquide middelen van het Fonds .............................. 13 4. Passiva van het Fonds ................................................................................................ 15 4.1. Wanbetalingen............................................................................................................ 15 4.2. Vergoeding van de EIB .............................................................................................. 15 2 1. INLEIDING Bij Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 20091 (gecodificeerde versie) ('de Verordening') is een Garantiefonds ('het Fonds') ingesteld voor de terugbetaling van crediteuren van de Unie ingeval begunstigden van door de Europese Unie toegekende of gegarandeerde leningen in gebreke blijven. Overeenkomstig artikel 7 van de Verordening heeft de Commissie het financiële beheer van het Fonds toevertrouwd aan de Europese Investeringsbank (EIB) in het kader van een overeenkomst tussen de Gemeenschap en de EIB die op 23 november 1994 te Brussel en op 25 november 1994 te Luxemburg is ondertekend ('de Overeenkomst') en vervolgens is gewijzigd op 17/23 september 1996, 8 mei 2002, 25 februari 2008, 20 oktober 2010 en 9 november 2010. Artikel 8 van de verordening bepaalt dat de Commissie uiterlijk op 31 mei van het volgende begrotingsjaar een jaarverslag over de stand en het beheer van het Fonds tijdens het voorgaande begrotingsjaar moet toezenden aan het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer. In onderhavig rapport samen met het werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD) wordt deze informatie verstrekt. Het is, in lijn met de Overeenkomst, gebaseerd op van de EIB ontvangen gegevens. 1 PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10. 3 2. FINANCIËLE POSITIE VAN HET FONDS PER 31 DECEMBER 2013 De financiële positie van het Fonds is de som van alle financiële stromen sinds de oprichting van het Fonds in 1994. 2.1. Financiële stromen van het Fonds Het Fonds bedraagt 2.004.356.642,91 EUR (zie punt 3 van het SWD: Fund Financial Statements as at 31 December 2013, as provided by the EIB). Dit bedrag is de som sinds de instelling van het Fonds van de hierna vermelde stromen. Bedrag per 31.12.2013 Bedrag per 31.12.2012 3.598.826.794,00 3.540.394.500,00 58.432.294,00 Gecumuleerd nettoresultaat van de begrotingsjaren 878.284.248,11 846.343.661,55 31.940.586,56 Teruggevorderde bedragen van door het Fonds gedane betalingen voor in gebreke gebleven debiteuren 578.854.353,78 578.854.353,78 0,00 Overige schulden (inclusief nog niet betaalde opgevraagde garanties en EIBbeheersvergoedingen) 23.066.612,47 18.819.492,23 4.247.120,24 Ontvangen provisie op laattijdig geïnde bedragen (in 2002) 5.090.662,91 5.090.662,91 0,00 Opvragingen ten laste van de middelen van het Fonds (inclusief nog niet betaalde opvragingen) (584.704.389,46) (519.866.214,55) (64.838.174,91) Gecumuleerde terugstorting in de begroting (incl. de buitengewone terugboeking naar de begroting wegens de toetreding van nieuwe lidstaten) (2.531.726.712,72) (2.501.391.526,79) (30.335.185,93) Aanpassing van de waardering van de portefeuille volgens de IFRS-waardering 36.665.073,82 53.681.272,87 (17.016.199,05) 2.004.356.642,91 2.021.926.202,00 (17.569.559,09) Garantiefonds Bijdragen uit de begroting aan het Fonds Boekwaarde van het Fonds 4 Verandering De boekwaarde van het Fonds is in 2013 met ongeveer 18 miljoen EUR gedaald. Dit is te verklaren uit het volgende: Boekwaardeverhogend Bijdrage uit de begroting (voorzieningsbedrag) van 58 miljoen EUR om het Fonds met het streefbedrag van 9% in overeenstemming te brengen Netto-inkomsten uit financiële operaties ter grootte van 32 miljoen EUR Een wijziging van 4 miljoen EUR, voornamelijk schulden voor aan het Fonds opgevraagde garanties (betaling vond plaats begin 2014). Boekwaardeverlagend Optreden van het Fonds ter dekking van wanbetalingen door Syrië voor in totaal 65 miljoen EUR, waarvan 22 miljoen EUR nog te betalen op 31 december 2013 (andere schulden). Terugstorting in de begroting van 30 miljoen EUR wegens de toetreding van een nieuwe lidstaat (Kroatië) De daling van de waardering van de portefeuille met 17 miljoen EUR wegens de aanpassing van de waarde ervan voor waardering tegen marktwaarde. 2.2. Belangrijke transacties (1) Sinds november 2011 wordt de EIB geconfronteerd met betalingsachterstanden op Syrische overheidsleningen. Als gevolg hiervan en in overeenstemming met de garantieovereenkomst tussen de EU en de EIB heeft de EIB in 2012 4 keer een beroep gedaan op het Garantiefonds van de EU voor een totaalbedrag van 42 miljoen EUR (waarvan 2,15 miljoen EUR is terugbetaald) en in 2013 9 keer een beroep erop gedaan voor een bedrag van 64,83 miljoen EUR (zie punt 4.1 "Wanbetalingen"). (2) In februari 2013 is de bijdrage uit de begroting aan het Fonds berekend overeenkomstig de artikelen 3 en 5 van de verordening. In artikel 3 van de verordening2 is bepaald dat de middelen van het Fonds een streefbedrag moeten bereiken dat is vastgesteld op 9 % van het uitstaande bedrag in hoofdsom van het totaal van de verplichtingen die voortvloeien uit elke operatie, vermeerderd met de verschuldigde en niet-betaalde rente. Krachtens artikel 5 van de verordening is het uit de begroting aan het Fonds over te maken bedrag in het jaar n + 1 gelijk aan het aan het begin van het jaar n berekende 2 De verordening bepaalt dat door het Fonds gedekte leningen en garanties ten gunste van toetredingslanden ook na de toetredingsdatum door de EU-garantie gedekt blijven. Aangezien het vanaf die datum echter niet meer om een extern optreden van de EU gaat, worden deze leningen en garanties rechtstreeks gedekt door de algemene begroting van de Europese Unie en niet langer door het Fonds. 5 verschil tussen het streefbedrag en de waarde van de netto-activa van het Fonds aan het einde van het jaar n - 1. Om het Fonds met het percentage van 9 % van het uitstaande bedrag in hoofdsom in overeenstemming te brengen, is in de begroting voor 2014 een bedrag van 58,43 miljoen EUR opgenomen om in het Fonds te storten. Op 31.12.2012 bedroeg het streefbedrag 2.078,92 miljoen EUR, hetgeen overeenstemt met 9% van het uitstaande totaalbedrag aan gegarandeerde leningen (23.099,15 miljoen EUR). Het verschil tussen het streefbedrag en de netto-activa van het Fonds (2.020,49 miljoen EUR per 31.12.2012) was gelijk aan 58,43 miljoen EUR. Dit bedrag werd gevraagd voor de voorziening van het Fonds in 2014 en is in november 2013 door de Raad en het Europees Parlement in het kader van de goedkeuring van de begroting van 2014 goedgekeurd. Vervolgens is het geboekt als een vordering van het Fonds op de begroting. (3) Op 20.2.2013 is een met het voorzieningsbedrag voor 2013 overeenstemmend bedrag van 155,66 miljoen EUR uit de begroting in het Fonds gestort (voor nadere bijzonderheden, zie punt 3.2.1 "Stortingen in het Fonds"). 2.3. Belangrijke transactie na de verslagdatum Op 27 februari 2014 is een met de voorziening voor 2014 overeenstemmend bedrag van 58,43 miljoen EUR uit de begroting aan het Fonds overgemaakt. 2.4. Presentatie van de rekeningen 2.4.1. Grondslag voor de opstelling De jaarrekening van het Fonds is (evenals de enkelvoudige jaarrekening) opgesteld volgens de boekhoudregels die door de rekenplichtige van de Europese Commissie zijn vastgesteld, en met name boekhoudregel 11 (financiële instrumenten), zoals toegelicht in het SWD. 2.4.2. Enkelvoudige jaarrekening van het Fonds per 31 december 2013 De enkelvoudige jaarrekening van het Fonds wordt opgesteld om boekhoudoperaties op te nemen die niet in de door de EIB opgestelde jaarrekening van het Fonds zijn vervat (zie SWD). Dergelijke operaties moeten worden opgenomen wegens de opeenvolgende wanbetalingen die sinds het bestaan van het Fonds hebben plaatsgevonden. Indien de begunstigde van een door het Fonds gedekte lening in gebreke blijft, dient de enkelvoudige balans totdat de aan het Fonds verschuldigde bedragen volledig zijn terugbetaald, alle betalingsachterstanden, de te ontvangen achterstandsrente en andere overlopende posten te omvatten3. Op die manier wordt een volledige jaarrekening voor het Fonds aan het einde van het jaar verkregen, die in de geconsolideerde balans van de EU zal worden opgenomen. Op 31.12.2013 bedragen de wanbetalingen voor Syrische leningen die door het Fonds gedekt zijn en in de enkelvoudige jaarrekening als vlottende activa (gesubrogeerde leningen) zijn vastgelegd in totaal 85.462.796,16 EUR. De vlottende activa omvatten ook een tijdelijke vordering op de EIB van 22.039.281,70 EUR voor nog niet betaalde garantieopvragingen plus gerelateerde bedragen, waarbij de EIB crediteur van Syrië blijft tot betaling van de opvraging. De vlottende passiva omvatten een schuld aan de EIB van 22.839.314,22 EUR voor nog niet 3 Overige overlopende posten omvatten wisselkoersverschillen en aan de EIB te betalen terugvorderingsvergoedingen. 6 betaalde opgevraagde garanties plus gerelateerde bedragen. Het totaal van de enkelvoudige balans bedraagt 2.111.858.720,77 EUR. Opgemerkt zij dat de enkelvoudige jaarrekening een afspiegeling is van een aanbeveling van de Rekenkamer om de opgelopen rente van de als beschikbaar voor verkoop aangemerkte financiële activa van de Europese instellingen op te nemen aangezien verwacht wordt dat deze binnen de eerste twaalf maanden na de verslagdatum betaald moet worden. Ten behoeve van de vergelijkbaarheid is het onderscheid tussen vlottend en vast ook toegepast op de cijfers van 2012. 7 2.4.2.1. Garantiefonds: Enkelvoudige balans De enkelvoudige balans dient ter voorbereiding van de balans voor de consolidatie ervan in de geconsolideerde jaarrekening van de EU. De belangrijkste veranderingen worden in de toelichting bij de balans uitgelegd. Balans: Activa in EUR 31.12.2013 31.12.2012 NIET-VLOTTENDE ACTIVA Langetermijnbeleggingen 1.432.206.953,14 1.331.523.103,78 1.394.349.787,68 1.277.457.029,68 2.830.052,94 1.937.127,51 35.027.112,52 52.128.946,59 - - 1.432.206.953,14 1.331.523.103,78 361.614.283,35 284.047.864,76 345.762.688,23 265.916.314,50 -2.717.150,48 -2.383.541,31 1.635.647,34 1.540.460,39 16.933.098,26 18.974.631,18 - - 165.934.371,86 196.117.402,09 58.432.294,00 155.660.000,00 - 601.389,32 Overige: Garantieopvragingen (EIB-vorderingen) 22.039.281,70 17.982.385,53 Overige: Gesubrogeerde leningen (vorderingen op Syrië) 85.462.796,16 21.873.627,24 152.103.112,42 250.093.844,14 1.222.298,07 8.074.235,40 150.872.000,00 242.000.000,00 8.814,35 19.608,74 679.651.767,63 730.259.110,99 2.111.858.720,77 2.061.782.214,77 AFS-portefeuille – kosten AFS-portefeuille – actuarieel verschil AFS-portefeuille – aanpassing a/d reële waarde AFS-portefeuille – bijzondere waardevermindering Totaal niet-vlottende activa VLOTTENDE ACTIVA Kortetermijnbeleggingen AFS-portefeuille – kosten AFS-portefeuille – actuarieel verschil AFS-portefeuille – aanpassing a/d reële waarde AFS-portefeuille – overlopende posten AFS-portefeuille – bijzondere waardevermindering Kortetermijnvorderingen Overige: Uit de EU-begroting te ontvangen bijdragen Overige: Couponvorderingen Geldmiddelen en kasequivalenten Rekeningen-courant Kortetermijndeposito's – nominaal Opgelopen rente op kortetermijndeposito's Totaal vlottende activa TOTAAL ACTIVA 8 Balans: Passiva in EUR 31.12.2013 31.12.2012 EIGEN VERMOGEN Kapitaal (Garantiefonds) 1.067.100.081,26 1.039.002.973,21 58.432.294,00 155.660.000,00 1.008.667.787,26 883.342.973,21 36.665.073,82 53.681.272,87 2.313,96 11.865,89 36.662.759,86 53.669.406,98 950.218.191,35 906.288.860,95 950.218.191,35 906.288.860,95 33.562.793,32 43.929.330,40 2.087.546.139,75 2.042.902.437,43 24.312.581,02 18.879.777,34 22.839.314,22 17.982.385,53 Overige: Behandelingsvergoedingen (EIB-schulden) 598.367,37 60.285,11 Overige 874.899,43 837.106,70 24.312.581,02 18.879.777,34 2.111.858.720,77 2.061.782.214,77 Toegewezen maar nog niet gestorte bijdragen Overmaking uit de begroting Reserves Eerste toepassing – Reserve voor de reële waarde Verandering in de reële waarde van als beschikbaar voor verkoop aangemerkte activa Gecumuleerd surplus/tekort Overgedragen winst Economisch resultaat voor het jaar Totaal eigen vermogen VLOTTENDE PASSIVA Schulden Overige: Garantieopvragingen (EIB-schulden) Totaal vlottende passiva TOTAAL PASSIVA Toelichting bij de balans: In de post 'Kortetermijnvorderingen' is het begin 2014 uit de EU-begroting aan het Fonds over te maken voorzieningsbedrag voor 2014 opgenomen. Hij omvat ook de gesubrogeerde leningen plus gerelateerde bedragen, alsook bedragen van leningen die zijn opgevraagd maar nog niet betaald (betaling in januari/februari 2014), plus gerelateerde bedragen. Deze bedragen omvatten de hoofdsom, de rente en de achterstandsrente die in de begroting van de Europese Unie moeten worden gestort als gevolg van vrijgave van de garantie van het Fonds. Het verschil tussen het "Gecumuleerd surplus" als bestanddeel van het eigen vermogen en de in het SWD gepresenteerde stand van het Fonds is toe te schrijven aan de achtereenvolgende terugbetalingen aan het Fonds van opvragingen en de achterstandsbetalingen. In 2013 omvat de post "Schulden" de opgevraagde garanties die op de balansdatum nog niet waren betaald plus gerelateerde bedragen, de overlopende aan de EIB te betalen terugvorderingsvergoedingen, de EIB-beheersvergoeding en de honoraria voor de externe audit. In 2013 en 2012 heeft de Commissie geen bijzondere waardeverminderingen geboekt met betrekking tot de gesubrogeerde leningen en de EU-staatsobligaties en obligaties met EUstaatsgarantie die het Fonds in portefeuille had. 9 Het door het Fonds gelopen EU-landenrisico per land is te vinden in het SWD. Op 31/12/2013 waren de 3 grootste landen in termen van blootstelling aan overheidsrisico Frankrijk, Duitland en België, met een gewicht van respectievelijk ongeveer 21 %, 20 % en 12 %. 10 Garantiefonds: Enkelvoudige economische resultatenrekening Net als voor de balans het geval is, wordt de enkelvoudige economische resultatenrekening opgesteld met het oog op de opname ervan in de geconsolideerde jaarrekening van de EU. De belangrijkste aanpassingen worden in de toelichting bij de enkelvoudige economische resultatenrekening uitgelegd. 2013 Inkomsten uit financiële operaties 2012 35.234.727,71 47.722.795,64 208.412,77 2.152.817,58 31.299.159,53 36.869.194,02 Rentebaten Rentebaten op geldmiddelen en kasequivalenten Rentebaten op als beschikbaar voor verkoop aangemerkte activa Overige rentebaten (uitleen van effecten) Gerealiseerde baten op de verkoop van als beschikbaar voor verkoop aangemerkte activa 83.827,76 104.765,51 1.364.029,81 8.596.018,53 Overige: Gesubrogeerde leningen (oplopende rentebaten) 2.279.297,84 - -1.671.934,39 -3.793.465,24 - -2.781.347,56 -1.671.934,39 -1.012.117,68 -33.600,00 -31.800,00 -841.299,43 -805.306,70 -139.943,88 -114.725,87 -119.008,82 - -538.082,26 -60.285,11 33.562.793,32 43.929.330,40 Uitgaven in verband met financiële operaties Rentelasten Gerealiseerde verliezen op de verkoop van als beschikbaar voor verkoop aangemerkte activa Overige financiële lasten Overige: Auditvergoedingen van het GF Overige: Beheer- & behandelingsvergoedingen van het GF Overige: Overige financiële lasten Overige: Niet-gerealiseerde wisselkoersverliezen op gesubrogeerde leningen Overige: Beheers- & behandelingsvergoedingen voor terugvordering ECONOMISCH RESULTAAT VOOR HET JAAR Toelichting bij de enkelvoudige economische resultatenrekening: 'Overige financiële lasten' omvatten de beheersvergoedingen van de EIB, auditvergoedingen, niet-gerealiseerde wisselkoersverliezen op de gesubrogeerde leningen en de overlopende post van de terugvorderingsvergoedingen van de EIB. 11 3. MIDDELEN VAN HET FONDS In deze afdeling worden de financiële stromen van en naar het Fonds toegelicht. 3.1. Rechtsgrondslag voor een overmaking uit de algemene begroting aan het Fonds De verordening is in 20074 gewijzigd om efficiënter van de begrotingsmiddelen gebruik te kunnen maken door middelen aan het Fonds toe te wijzen op grond van de feitelijke bedragen van de uitstaande gegarandeerde leningen. Wanneer het bedrag van de uitstaande passiva stijgt, zal ook de EU-begrotingsbijdrage die vereist is om het streefbedrag voor het Fonds te handhaven stijgen. Daarom moet de EIB de garantie alleen gebruiken wanneer dit absoluut noodzakelijk is en voldoende gebruik maken van de mogelijkheid van operaties voor eigen risico. Het streefbedrag is 9% van het uitstaande bedrag van de verstrekte en gegarandeerde leningen, met inbegrip van alle soorten gedekte operaties (EIB-, MFB- en Euratomleningen) buiten de EU. Het verschil tussen het streefbedrag en de waarde van de netto-activa van het Fonds resulteert in een overmaking uit begrotingsonderdeel 01.03.06 "Voorziening van het Garantiefonds" aan het Fonds, dan wel in een terugboeking uit het Fonds naar de begroting in geval van een surplus. Het Fonds wordt gefinancierd uit begrotingsonderdeel 01.03.06 "Voorziening van het Garantiefonds", dat valt onder rubriek 4 (externe betrekkingen). 3.2. Overmaking uit of terugboeking naar de algemene begroting in de loop van het begrotingsjaar 3.2.1. Stortingen in het Fonds Op basis van het op 31.12.2011 uitstaande bedrag aan gegarandeerde leningen (21.234,34 miljoen EUR) is in de staat van uitgaven van de algemene begroting van de Europese Unie voor het jaar 2013 in begrotingsonderdeel 01.03.06 "Voorziening van het Garantiefonds" een bedrag van 155,66 miljoen EUR opgenomen. Dit bedrag is op 20 februari 2013 in één enkele transactie uit de begroting aan het Fonds overgemaakt. 4 Verordening (EG, Euratom) nr. 89/2007 van de Raad van 30 januari 2007 tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad tot instelling van een Garantiefonds, (PB L 22 van 31.1.2007, blz. 1). 12 3.2.2. Rente over de belegging van de liquide middelen van het Fonds 3.2.2.1. Beleggingsbeleid De liquide middelen van het Fonds worden belegd volgens de beheersbeginselen vervat in de bijlage bij de overeenkomst, als gewijzigd5. Dienovereenkomstig moet 20% van de middelen van het Fonds worden belegd in kortlopend papier (effecten met een looptijd van ten hoogste een jaar). Daaronder vallen variabel rentende effecten (ongeacht de looptijd ervan) en vastrentende effecten met een resterende looptijd van ten hoogste een jaar, ongeacht de oorspronkelijke looptijd ervan. Met het oog op een evenwichtige spreiding van de diverse instrumenten en het handhaven van de vereiste liquiditeit wordt ten minste 100 miljoen EUR in geldmarktinstrumenten belegd, met name in bankdeposito's. De lijst van banken waarbij gelden mogen worden gedeponeerd, wordt door de EIB voorgesteld en door de Commissie goedgekeurd. De lijst is regelmatig aan de wijzigingen in de bankratings aangepast. Alle banken op de lijst hebben een rating van Moody's van minimaal P1 voor kortetermijnbeleggingen, dan wel een gelijkwaardige rating van Standard & Poor's of Fitch. Voor beleggingen bij deze banken gelden regels om een concurrerend rendement te waarborgen en risicoconcentratie te vermijden. Ongeveer 80% van het Fonds zal worden geplaatst in een portefeuille van obligaties met een resterende looptijd van niet meer dan 10 jaar en 6 maanden vanaf de datum van betaling. De gemiddelde duur van de plaatsingen van alle activa van het Fonds mag niet meer bedragen dan 5 jaar. Bij de beleggingen in obligaties moeten een aantal specifieke criteria zoals liquiditeit, ratings, gerechtigdheid van de tegenpartijen en concentratielimieten worden gerespecteerd. Om voor een goede risicodiversificatie te zorgen, mag het totale bedrag dat per afzonderlijke emittent in de obligaties belegd is niet meer bedragen dan 10% van het totale nominale bedrag van de portefeuille. 3.2.2.2. Prestatie Het Fonds behaalde een absoluut rendement van +0,7914 % gedurende 2013 en presteerde 33,71 basispunten onder zijn benchmark. Gedurende de laatste 3 jaar had het Fonds een absoluut rendement van 9,3 % en presteerde het 2,2 % boven zijn benchmark. De benchmark van het Fonds is hoofdzakelijk samengesteld uit iBoxxindices (met name de indices "EUR Eurozone Sovereign" en "EUR Collateralized Covered") en Euribid voor de kortetermijnblootstellingen. Heel het jaar 2013 werd in het algemeen gekenmerkt door overmatige liquiditeit in het systeem om de marktdruk op de zwakke groei te verlichten, een situatie waardoor de kortetermijnrente extreem laag bleef. Hoewel positief, was de prestatie van het Fonds in 2013 in lijn met deze omgeving van lage groei (zie punt 2.4.2 'Prestatie' van het SWD voor nadere bijzonderheden). 5 Gewijzigd bij aanhangsel 1 van 17/23 september 1996, aanhangsel 2 van 26 april/8 mei 2002, aanhangsel 3 van 25 februari 2008 en aanhangsel 4 van 9 november 2010. 13 3.2.2.3. Inkomsten uit financiële operaties In 2013 brachten de geldmiddelen en kasequivalenten en de effecten voor een totaalbedrag van 35 234 727,71 EUR aan rente op, dat als volgt kan worden uitgesplitst: Beschrijving: 2013 Rentebaten op geldmiddelen en kasequivalenten 208.412,77 2.152.817,58 Ontvangen rente op kortetermijndeposito's 205.694,91 2.660.950,98 Verandering in de opgelopen rente op kortetermijndeposito's -10.794,39 -522.446,95 13.512,25 14.313,55 31.299.159,53 36.869.194,02 Ontvangen rente – portefeuille als beschikbaar voor verkoop aangemerkte activa 36.599.210,68 38.824.106,90 Verandering in de opgelopen rente – portefeuille als beschikbaar voor verkoop aangemerkte activa -2.642.922,24 -1.367.664,30 Agio/disagio -2.657.128,91 -587.248,58 83.827,76 104.765,51 Gerealiseerde baten op de verkoop van financiële activa 1.364.029,81 8.596.018,53 Opgelopen rente op gesubrogeerde leningen 2.279.297,84 - 35.234.727,71 47.722.795,64 Rente op rekeningen-courant bij banken Rentebaten op als aangemerkte activa beschikbaar voor verkoop Baten uit effectenuitleenactiviteiten Rente over de belegging van de liquide middelen van het Fonds 2012 3.2.2.4. Uitgaven in verband met financiële operaties De uitgaven in verband met financiële operaties bedroegen 1.671.934,39 EUR, bestaande uit de beheersvergoedingen van de EIB voor 841.299,43 EUR, overige financiële lasten voor 139.943,88 EUR, de vergoedingen van externe audits voor 33.600,00 EUR, niet-gerealiseerde wisselkoersverliezen op gesubrogeerde leningen voor 119.008,82 EUR en behandelingsvergoedingen voor 538.082,26 EUR. 14 4. PASSIVA VAN HET FONDS De passiva van het Fonds stemmen overeen met alle door het Fonds aangegane financiële verplichtingen. 4.1. Wanbetalingen Opvragingen aan het Garantiefonds wegens wanbetalingen Naar aanleiding van de verslechterende situatie in Syrië hadden de Raad Buitenlandse Zaken, het Europees Parlement en de Raad al in 2011 besloten tot maatregelen ten aanzien van dat land. Meer in het bijzonder verboden zij betalingen door de EIB in verband met lopende leningsovereenkomsten en schortten zij alle EIBovereenkomsten inzake de verstrekking van technische bijstand voor staatsprojecten in Syrië op. Dit besluit is vervolgens gecodificeerd in Besluit 2011/782/GBVB van de Raad van 1 december 2011 en Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012. Als gevolg hiervan zijn door de EIB sinds mei 2011 geen nieuwe financieringsoperaties meer uitgevoerd en zijn sinds november 2011 alle lopende betalingen en overeenkomsten inzake de verlening van technische bijstand aan de Arabische Republiek Syrië tot nader order opgeschort. Terwijl Syrië de laatste jaren de rente op zijn leningen volledig en tijdig aan de Bank had betaald, wordt de EIB sinds november 2011 geconfronteerd met achterstallige betalingen op Syrische staatsleningen. Als gevolg daarvan en in overeenstemming met de garantieovereenkomst tussen de EU en de EIB heeft de EIB in 2012 en 2013 13 keer een beroep gedaan op het EU-Garantiefonds voor een totaal bedrag van 107 miljoen EUR. In 2012 zijn twee betalingen gedaan (24 miljoen EUR waarvan 2,1 miljoen EUR werd teruggevorderd), in 2013 werden 8 betalingen gedaan (61 miljoen EUR). Betalingen voor de 3 andere opvragingen ten belope van (22 miljoen EUR) vervallen in het eerste kwartaal van 2014. Gebeurtenissen na de verslagdatum Tot 30 april 2014 is nog twee keer de garantie opgevraagd wegens wanbetalingen in Syrië voor een totaalbedrag van 12,1 miljoen EUR. 4.2. Vergoeding van de EIB De EIB-vergoeding bestaat uit de beheersvergoedingen en de terugvorderingsvergoedingen. De beheersvergoedingen dekken het beheer van het Fonds. De terugvorderingsvergoedingen dekken de terugvorderingsinspanningen van de EIB betreffende vorderingen na wanbetalingen die onder de EU-garantie voor EIB-financieringsoperaties buiten de Unie vallen. De beheersvergoedingen In het op 26 april en 8 mei 2002 ondertekende tweede aanhangsel van de overeenkomst is bepaald dat de vergoeding van de EIB wordt vastgesteld door op elke 15 tranche van de activa van het Fonds degressieve jaarlijkse provisiepercentages toe te passen. De berekening van deze vergoeding gebeurt op basis van de jaarlijkse gemiddelde activa van het Fonds. Voor 2013 is de vergoeding van de EIB vastgesteld op 841.299,43 EUR. Ze is in de economische resultatenrekening opgenomen en op de passiefzijde van de balans als overlopende post geboekt. De stijging met 35.992,73 EUR vergeleken met 2012 werd veroorzaakt door de groei van de jaarlijkse gemiddelde waarde van de activa van het Fonds in 2013. De aan de EIB verschuldigde terugvorderingsvergoedingen worden berekend op basis van de bestaande terugvorderingsovereenkomst die in november 2010 door de Commissie en de Bank is ondertekend. Eind 2013 bedroegen de lopende terugvorderingsvergoedingen 658.652,48 EUR. 16