Voortplanting - Biologie met Mevrouw Smit

advertisement
Basisstof 3: het voortplantingsstelsel van een vrouw
 Vanaf de puberteit vindt in de eierstokken de ontwikkeling
van eicellen plaats.
 Ongeveer 1x per 4 weken een eisprong (ovulatie)
 Bij de eisprong komt een eicel vrij uit een eierstok
 Na de eisprong wordt de eicel via die eileider vervoerd naar
de baarmoeder.
 De eicel blijft 12 tot 24 uur in leven
 Als de eicel niet binnen die tijd bevrucht wordt, dan wordt
het afgebroken en opgenomen in het bloed.
 Alleen als een zaadcel de eicel na de ovulatie bevrucht, kan
de eicel langer in leven blijven.
 Bij geslachtsgemeenschap kan sperma in de vagina komen.
In sperma zitten spermacellen.
 De spermacellen ‘zwemmen’ richting de baarmoeder en
eileiders.
 Als de kern van de zaadcel met de kern van de eicel
samensmelt, dan spreken we van bevruchting.
 Na het samensmelten van de kernen gaat de bevruchte
eicel zich delen.
 Het kompje cellen wat ontstaat, wordt vervoerd naar de
baarmoeder.
 Hier zet zich vast in het baarmoederslijmvlies. Dat heet
innesteling.
 De vrouw is zwanger.
In 9 maanden tijd groeit het
klompje cellen uit tot een
kind.
Download