HOOFDSTUK 11: PROCESMANAGEMENT 1. Inleiding Procesmanagement is een belangrijk thema geworden, ook in overheidsorganisaties. Het laat ons nadenken over de processen die nodig zijn voor een efficiënte dienstverlening, de organisatie van deze processen, welke informatie en kennis daarvoor nodig is, enz. Kennis en toepassing van procesmanagement, meer aandacht voor projectmatig werken en een juiste toepassing van verbetertechnieken maakt het voor organisaties eenvoudiger om bestaande processen en veranderingen op een uniforme, duidelijke en gestructureerde manier vorm te geven. Ook binnen overheidsorganisaties leidt een betere en efficiëntere werkwijze tot lagere kosten en een betere kwaliteit en snelheid van de dienstverlening. 2. Begrippen en concepten nader toegelicht 2.1 Proces 2.1.1 Input-proces-output Organisaties leveren bepaalde producten of diensten om in de behoeften van de klanten te voorzien. Hierdoor verrichten ze activiteiten en deze worden gegroepeerd in (bedrijfs)processen. “Een proces is een geheel van onderling samenhangende activiteiten, die moeten leiden tot een vooropgesteld resultaat”. Een proces transfereert ‘input’ naar ‘output’. Deze transformatie gebeurt met bepaalde middelen. Een proces start naar aanleiding van een zogenaamd event of trigger. Vaak dient ook aan bepaalde voorwaarden/reglementeringen voldaan te zijn voor een proces kan starten. Trigger, event Output: dienst, product, informatie Proces: productie, dienstverlening, gegevensverwerking Input: grondstof, personeel, hulpmiddelen, data Voorwaarden, reglementeringen Er proces kan maar optimaal verlopen als alle randvoorwaarden vervuld zijn: voldoende grondstoffen voorradig, voldoende mankracht aanwezig (met de juiste kwalificaties) en de benodigde hulpmiddelen. Een goed proces is effectief, efficiënt, flexibel, rechtmatig en relevant: Effectief: de vooropgestelde doelstelling wordt bereikt Efficiënt: de output wordt bereikt met zo weinig mogelijk middelen Flexibel: het proces kan inspelen op gewijzigde behoeften of reglementeringen Rechtmatig: de output wordt gerealiseerd conform de wetgeving Relevant: het proces is nodig om de vooropgestelde doelstelling te bereiken Effectieve processen zijn processen die de klantenverwachtigen maximaal beantwoorden of een adequaat effect hebben op de maatschappij. Efficiënte processen zijn processen die op de meest productieve manier worden uitgevoerd. Gebrek aan effectiviteit kan niet gecompenseerd worden door efficiëntie. We moeten eerst weten dat we de juiste dingen doen. Doelstellingen en processen moeten dus in overeenstemming zijn en blijven zodat processen bijdragen tot het gewenste resultaat. Als men de juiste dingen wil doen moet men eerst de doelstellingen formuleren (bepaald op verschillende niveaus in de organisatie). Ze moeten eveneens SMART zijn (zie prestatiemanagement). Hieronder de relatie tussen het proces en efficiëntie en effectiviteit: Geobserveerde effecten Noden Doelbereiking Beleidsinitiatief Doelstellingen Relevantie Input effectiviteit Processen Output Technische efficiëntie Kosteneffectiviteit In de overheidssector wordt het behalen van doelstellingen gemeten door: de mate waarin de afgesproken dienstverlening wordt bereikt, de tevredenheid van de gebruikers en het imago van de overheidsdiensten bij de gebruiker of stakeholders. 2.1.2 Soorten processen Primaire of kernprocessen: extern gericht ifv de klant of burger. Afhankelijk van de geformuleerde doelstelling van de organisatie. Bv. aflevering bouwvergunning in gemeente Sturende processen: zorgen voor de nodige controle en bijsturing. Bv. controle op tijdigheid afgeleverde bouwvergunning Ondersteunende processen: nodig om de primaire en sturende goed te laten verlopen (ondersteunende rol informatieverwerkingsproces). Bv. Registratie van gegevens Informatiesysteem Beheer Input: gegevens Gegevensverwerking Output: rapporten Beheer Fysische stroom Input: grondstof, personeel, hulpmiddelen Proces: productie, dienstverlening Output: dienst, product Gegevensstroom Informatiestroom Beslissingsstroom 2.1.3 Proces, subproces en activiteit Een proces kan opgedeeld worden in subprocessen. De output van één proces vormt hierbij de input van een volgend proces. Dit kan herhaald worden tot het gewenste niveau van detail is bereikt. Er ontstaat een proces-hiërarchie. Een proces op het hoogste niveau is het architectuurmodel. Een proces op het laagste niveau een activiteit of elementair proces. Een subproces kan al dan niet geautomatiseerd zijn (illustratie zie boek). 2.1.4 Procedure In een procedure worden de verschillende acties aangegeven, de manier waarop ze worden uitgevoerd en geregistreerd, het tijdstip van uitvoering, de uitvoerder en verantwoordelijke persoon en de manier waarop de informatie doorstroomt naar de verschillende actoren. Een procedure en is gedetailleerde beschrijving van een proces: WIE doet WAT, HOE, WANNEER en WAAROM. Een gedetailleerde beschrijving van alle kritieke processen en procedures is belangrijk voor kennisoverdracht. Alle procedures, richtlijnen/formele beschrijvingen kunnen gebundeld worden in een ‘kwaliteitshandboek’. Bij het uitschrijven van een procedure komen vaak hiaten of knelpunten naar boven (illustratie zie boek). 2.2 Procesmanagement Procesmanagement omvat het geheel van activiteiten nodig voor het beheersen, evalueren, sturen en verbeteren van processen binnen een organisatie. Het is geen doel op zich, de doelstelling is het verbeteren van de dienstverlening, hogere effectiviteit of efficiëntie hiervan. Een proces beheersen is ervoor zorgen dat het beoogde resultaat wordt bereikt. Een proces sturen is een controle of bijsturing al het effect niet voldoende wordt gehaald. Niet enkel de processen moeten beheerst en gestuurd worden, ook diverse andere kritische objecten en randvoorwaarden die het proces beïnvloeden (bv. belangengroepen, regels en wetgeving…). Monitoring en continue verbetering is de basis van procesmanagement. Men wil evolueren van een bestaande naar een gewenste toestand of de bestaande toestand te controleren en bij te sturen. Uitgangspunt is altijd procesbeheersing, als dit goed is moet men aandacht geven aan procesverbetering op ontwerp. Monitoring Bijsturing Planning Input: grondstof, personeel, Controle Proces: productie, dienstverlening, gegevensverwerking Output: dienst, product, informatie hulpmiddelen 2.3 Project en projectmanagement Project: een reeks van activiteiten nodig om een gewenste toestand te bereiken. Daar waar een proces een permanent karakter heeft, is een project gericht op een eenmalige uitvoering. Een project kan hierbij: Gericht zijn op veranderen of verbeteren van een bepaald proces Gericht zijn op het opzetten van een permanente activiteit (=proces) Gericht zijn op het realiseren van een éénmalige actie Projectmanagement bevat alle activiteiten nodig m een project tot een goed einde te brengen. Bv. het verwezelijken van een BPR 3. Procesmanagement, Business Process Management (BPM) en Business Process Reengineering (BPR) 3.1 Historische evolutie Procesmanagement kent haar oorsprong in de industrie. Sinds de opkomst van de automatisering en de industriële revolutie (midden 20e eeuw) aantal technieken geïntroduceerd. Men focust zich op economische principes met nadruk op verhoging productiviteit, vermindering doorlooptijd of vermindering kostprijs. TQM als voorloper van BPM is één van de westerse reacties op het economische succes van Japan. Van een verticaal, hiërarchisch georiënteerde organisatie naar een horizontale, proces-georiënteerde organisatie (’70) om zo een antwoord te kunnen bieden op de economische uitdagingen. Bv. globalisering. Organisatie niet meer hiërarchische aaneenschakeling van individuele functies, maar productieproces met input-proces-output als basismodel. Organisaties gaan daarom kritischer kijken naar eigen functioneren en zoeken mogelijkheden om te verbeteren. BPM is een oplossing voor het verbeteren van de bedrijfsvoering. 3.2 BPM versus BPR Beide zijn vaak gehoorde begrippen in procesmanagement: BPM: beheersen en continu verbeteren van processen als middel voor het managen van de ‘business’ (optimalisatie en herdefiniëring bestaande processen). BPR: eenmalig proces vanaf de probleemsituatie tot de implementatie van de verbeterstrategie (ontwerp nieuwe processen). Het belang van procesbeheersing wordt vaak onderschat. Vaak start men met procesverbetering. Met beheersing kunnen ook verbeteringen gerealiseerd worden met een geringe impact op de organisatie. Men moet hier continu mee bezig zijn. Als beheersing niet meer volstaat is het tijd voor procesverbetering. Optimaal beheersen (BPM) als basis voor beheerst optimaliseren (BPR): (illustratie zie boek) Impact op organisatie (HER)ONTWERPEN: nieuwe processen, aanbieden nieuwe diensten en producten BPM VERBETEREN: knelpunten opsporen en wegnemen BEHEERSEN: processen beschrijven BPR Impact op resultaat 3.3 Methoden voor procesverbetering Deze zijn gebaseerd op de PDCA-cyclus of Deming cirkel (Plan, do, check, act). Deze is gebaseerd op het eenvoudige prinicipe dat je om te verbeteren een plan moet maken, het plan moet uitvoeren (doen), de resultaten moet controleren en analyseren en actie moet ondernemen en bijsturen. Plannen: probleem definiëren, verbeterdoelen vastleggen, resultaat, kritische succesfactoren, verbeteracties, randvoorwaarden, timing, middelen. Management betrekken Doen: verbeterplan op beperkte schaal uitvoeren en de verbetermethoden en technieken testen Controleren: evalueer de resultaten ahv prestatie-indicatoren. Controleer in hoeverre de verbeterdoelen gerealiseerd worden en stuur plannen bij indien nodig Actie: implementeer oplossing, breng proces onder controle, standaardiseer proceswijzigingen, stel nieuwe procedures ter beschikking en train de betrokkenen in het gebruik hiervan. Communicatie en een draagvlak creëren voor verbetering is noodzakelijk. Enkele recente methodieken voor procesverbetering gebaseerd op PDCA zijn: Theorie Focus Primair effect Secundaire effecten SIX SIGMA LEAN THINKING THEORY OF CONSTRAINT van Managen van bottlenecks bottlenecks Snelle doorstroom Verminderen van variatie probleem Uniform proces output Minder verspilling snelle doorstroom Minder voorraad Meetbare fluctuatie Verhoogde kwaliteit Verwijderen verspilling doorstroom Verminderen doorlooptijd Minder variatie Uniforme output Minder voorraad Meetbare doorstroom Hogere kwaliteit Minder verspilling Minder voorraad Meetbare doorloop Hogere kwaliteit Aanleiding tot BPM of BPR zijn vaak pijnpunten in de organisatie. Vanuit de signalen die je hoort in de organisatie moeten de echte problemen gedetecteerd worden. Bij de analyse van een proces moet je oog hebben voor alle elementen die bij het proces betrokken zijn. Soms is verbetering bv. te realiseren door opleiding medewerkers... Fouten en moeilijkheden ontstaan vaak bij een overgang van een activiteit van dienst X naar andere activiteit in dienst Y. bv. levering goederen of gelden, informatie-gegevensstroom. Ook de doorlooptijd wordt bepaald door de overgang tussen diverse diensten en afdelingen. Een kritische succesfactor voor het slagen van een verbeteringsproject is het engagement van iedereen die betrokken is. voor het succes van het verbeteringstraject geldt: 80% mensen (bv. inzet, samenwerking) en 20% techniek (bv. procesmodellering). 4. Enkele technieken voor procesmodellering Procesmodellering is een hulpmiddel bij het vastleggen, visualiseren en analyseren van bedrijfsprocessen. Het eenduidig beschrijven van processen zorgt voor een duidelijke communicatie, dit doet men door in te gaan op alle procesonderdelen (doel, input, activiteiten, middelen en output). Modelleren en visualiseren is geen doel op zich, het biedt ondersteuning bij: het informeren (hoe het is), het ontwerpen (hoe het moet worden) en het beslissen (inzicht bieden in alternatieven). In de praktijk wordt procesmodellering beperkt tot een selectie van prioritaire te verbeteren processen/ één of meer verbeteropportuniteiten. Na het in kaart brengen van processen moeten de procesbeschrijvingen als basis worden gebruikt voor analyse voor procesverbetering. Tijdens die analyses worden vaak processen gezien die kunnen leiden tot ‘quick wins’ (eenvoudige verbeteringen). Kleine verbeteringen in ondersteunende processen zijn kunnen al een groot voordeel opleveren (bv. verspilling van een proces verminderen door onnodig transport af te schaffen). 4.1 Flowcharting als basistechniek van procesmodellering Stroomdiagram of flowchart is een gestructureerde voorstelling voor het beschrijven van het verloop van een proces volgens afgesproken symbolen. Het geeft ons antwoorden op: welke activiteiten worden uitgevoerd, wie zijn betrokken, welke gegevens/items worden gebruikt en wat is de samenhang tussen deze drie onderdelen? Er zijn veel tools op de markt om het maken van flowcharts te ondersteunen. Iedere tool heeft een eigen symboliek. Recente tools ondersteunen procesmodellering tot de implementatie van mogelijk te automatiseren processen. Illustratie zie boek. 4.2 Netwerkplanningstechnieken Hierin wordt de opeenvolging van de activiteiten, het tijdsaspect en de middeleninzet van een project schematisch weergegeven. Afhankelijk van de voorstellingswijze worden activiteiten weergegeven als rechthoeken (CPM: critical path method, kritieke pad methode) of als pijlen (PERT: program evaluation and review technique). Bij alle netwerkplanningstechnieken wordt op basis van tijdsramingen het kritieke pad bepaald. Dat is een reeks van activiteiten die de doorlooptijd van een proces domineert. Men kan een proces optimaliseren door zich te concentreren op die kritische activiteiten. Een toename van de uitvoeringstijd van een kritieke activiteit heeft direct een negatieve invloed op de totale doorlooptijd. Een daling door allocatie van bv. meer middelen of personeel impliceert meestal een korte doorlooptijd (niet altijd, impliceert bv. ook meer coördinatie/onderbenutting capaciteit). Aangezien het kritieke pad op basis hiervan bepaald wordt impliceert een wijziging van de uitvoeringstijd ook een wijziging van het kritieke pad. Tijdsduren van opeenvolgende activiteiten zijn bovendien vaak onderling afhankelijk. Illustratie zie boek. 4.3 Gantt-charts Een andere gestructureerde voorstellingswijze voor samenhangende activiteiten. X-as: tijd, Yas: diverse activiteiten. Illustratie zie paragraaf 7 in boek. 5. Procesmanagement in breder perspectief Procesmanagement en BPM is niet een op zichzelf staande stroming. Er zijn verbanden met bv. kwaliteitsmanagement, ICT, veranderingsmanagement, interne controle. Men focust meer op processen als kern van de organisatie: ICT HRM Veranderings management Administratieve organisatie Procesman agement Kwaliteitsmanagement Interne controle 5.1 Procesmanagement, ICT en administratieve organisatie Administratieve organisatie is de organisatie en structurering van administratieve processen binnen een organisatie. Informatiestromen staan centraal. Ze heeft als taak om de andere kernfuncties van de organisatie te ondersteunen. De uitdaging is om de onderliggende informatiestromen, gegevens, databanken, klassementen en procedures zo goed mogelijk te beheren zodat alle betrokkenen op elk niveau binnen de organisatie in staat zijn om de juiste beslissingen te nemen. Informatiestromen en gegevensprocessen zijn cruciaal in een organisatie. Goed gestructureerde gemeenschappelijke databanken en efficiënte ICT architectuur zijn essentiële randvoorwaarden voor een optimaal procesmanagement en organisatiebeheer. Verschillende entiteiten op diverse locaties moeten gebruik kunnen maken van dezelfde gegevens Informatie moet tijdig, correct en volledig te kunnen worden aangeleverd op verschillende niveaus Transparante e-loket toepassingen dienen een vlot contact burger-overheid mogelijk te maken Onderlinge gegevensuitwisseling tussen diverse overheidsorganisaties moet de kwaliteit van de dienstverlening naar de burger toe te verhogen. Gebruik van software, internet, verspreiding van informatie via mails, telewerk heeft vele voordelen maar moet in goede banen geleid worden. Management moet de mogelijkheden vertalen in acties die zinvol zijn voor de organisatie. Technieken en gereedschappen moeten ifv de organisatie te staan, zodat de toepassing kan leiden tot betere processen en dienstverlening. (enkele quick-wins mbt ICT en administratieve organisatie: zie boek). 5.2 Procesmanagement en interne controle Onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij een interne controle wordt de gewenste met de feitelijke toestand vergeleken. Bijsturing zorgt voor afstemming. Interne controle vereist ook tijdig betrouwbare beheersinformatie. Bv. geen vertrouwelijke info uitgewisseld? Kennis te veel geconcentreerd bij enkelen?... 5.3 Procesmanagement en kwaliteitsmanagement IKZ is in, veel bedrijven streven naar het behalen van een kwaliteitscertificaat of hebben er al één. Ook in de overheid vormt dit een uitdaging. Een continue verbetering van organisatieprocessen zorgt voor een hogere kwaliteit. Kwaliteit = de mate waarin een product of dienst voldoet aan de behoeften en verwachtingen van de gebruiker. Bij kwaliteitsverbetering staan de processen centraal, want deze bepalen kwaliteit die klant ervaart. 5.4 Procesmanagement en veranderingsmanagement Kritische blik op de werking van de organisatie is de basis van elke verandering. Verandering is niet altijd verbetering. Strategische doelstellingen en een strategisch plan is hierbij essentieel. Oplossing mag niet beperkt worden door wegcijferen manifeste disfuncties, maar vraagt naar een globale visie op langere termijn waarin de partiële oplossingen kunnen ingepast worden en cumulatief kunnen werken. Bij een confrontatie met beperkte middelen kan een prioriteitsschema ontwikkeld worden met een spreiding van acties in de tijd. Tegelijk moet men consistente organisatiestructuren en nieuwe aangepaste werkmethoden te ontwikkelen. Consistent: diverse eenheden van het systeem beïnvloeden het globale resultaat positief in hun wisselwerking. 6. Enterprise architectuur: een uitdaging voor de toekomst Een overzicht van alle processen in een organisatie=procesarchitectuur. Een bedrijfsarchitectuur of enterprise architectuur toont op een hoog, abstractie niveau de samenhang van producten, processen, structuur, informatiestromen, infrastructuur en externe actoren en dit vanuit de visie van de organisatie. Door inzicht in processen en organisatie kunnen projecten sneller worden opgestart/ beter verankerd in de organisatie. In de aanvangsfase van een project bepaald men wat de raakvlakken zijn van een proces en wie erbij betrokken moet worden. Via een impactanalyse kan dan de impact van wijzigingen op één proces op een ander proces worden nagegaan. Implementatie procesverbeteringen en projecten zal vlotter gaan. Voorbeeld zie boek. De diverse processen kunnen via top-down methode verder gedetailleerd worden obv een prioriteitenschema. Ook binnen overheidsorganisaties leidt dit tot een betere dienstverlening 7. Illustraties: lezen in boek 8. Vragen zie boek