Personal finance Burgers moeten steeds meer voor zichzelf zorgen, en dus ook voor de eigen financiën. Maar kunnen ze dat wel? » Esther van Rijswijk A ls het aan Brussel ligt, krijgen kinderen naast wiskunde, geschiedenis en Engels voortaan ook financiën op school, zo viel twee weken geleden te lezen in deze krant. Dat is hard nodig, vindt eurocommissaris voor de interne markt Charlie McCreevy. Want als burgers beter bewapend de markt van financiële producten betreden, is er minder kans dat ze door eigen toedoen uitglijden, of in handen vallen van malafide aanbieders en tussenpersonen die er vooral op uit zijn hun eigen financiën te spekken. Is het dan zo slecht gesteld met die financiële kennis van burgers? Het antwoord luidt: ja. Uit onderzoek uitgevoerd door De Nederlandsche Bank (DNB) en de Universiteit van Utrecht blijkt dat de gemiddelde Nederlander weinig weet van rente en inflatie, laat staan van het effect dat die grootheden hebben op aandelen en obligaties. Zo weten velen niet welke van die twee eigenlijk de veiligste beleggingscategorie is. En als ze gevraagd wordt wat er met de prijs van een obligatie gebeurt als de rente stijgt, gaat het helemaal mis. En er zijn zelfs nog altijd mensen die ernaast zitten als hun wordt gevraagd of de stelling klopt dat de huizenprijzen in Nederland niet kunnen dalen. Toegegeven, die laatste vraag was voor de meeste ondervraagden een makkie: 87,4 procent weet dat de huizenprijzen ook omlaag kunnen. Maar toch: slechts één op de zeventien Nederlanders (5,9 procent) beantwoordt de acht basisvragen allemaal correct. Eén op de zeven had zeven vragen goed. Niet alleen eurocommissaris McCreevy vindt dat daar iets aan gedaan moet worden, maar ook de Nederlandse regering. Vorig jaar november richtte het ministerie van Financiën CentIQ op, een platform met deelnemers uit de financiële sector, de overheid, consumentenorganisaties en de wetenschap, dat als doel heeft de financiële kennis van consumenten te vergroten. De baan voor het leven is een uitzondering geworden en de — afgetopte — pensioenen bieden niet langer de zekerheid die mensen van vroeger gewend zijn. En wie een huis wil kopen en een hypotheekwinkel binnenstapt, komt tegenwoordig al snel met een lening, een beleggingsproduct en een verzekering weer naar buiten. Kunnen we het zelf? Kunnen burgers zelf hun financiële toekomst plannen? Zelf voor hun pensioen sparen? Zelf beleggen? En als het antwoord ‘nee’ is: helpt het dan om het financieel analfabe- tisme aan te pakken door mensen financieel te scholen? Overzicht ‘Natuurlijk kunnen we zelf beslissingen nemen over onze financiën’, zegt Rob Goedhart, financieel specialist van de Consumentenbond. ‘Maar mensen hebben daarbij wel hulp nodig.’ Niet alleen om te begrijpen hoe producten in elkaar zitten, maar vooral ook om te zorgen dat de totale financiële portefeuille consistent in elkaar zit, zodat je als consument je doelen kunt bereiken: van eten, kleren en een huis tot kinderen, het starten van een onderneming en een gezellige oude dag. En om te zorgen dat er geen onnodig risico wordt gelopen of sprake is van oververzekering. ‘Als iemand een beleggingshypotheek afsluit zonder er rekening mee te houden dat hij al beleggingen heeft, dan is dat niet handig’, aldus Goedhart. Overzicht dus, daar gaat het om. Maar wie moet dat overzicht dan houden? De gemiddelde consument kan het niet en heeft er geen zin in, stelt ‘EEN FINANCIEEL PLAN OPSTELLEN IN ÉÉN UUR? VERGEET HET MAAR’ Goedhart. De bank zou wat hem betreft een voor de hand liggende ‘financiële coach’ voor consumenten zijn. Die kent immers de financiële situatie van zijn klanten. Maar helaas gebruiken banken de klantgegevens die ze hebben nu vooral voor zichzelf. ‘Het zou mooi zijn als een bank iemand die een lening heeft terwijl zijn spaarrekening blijft groeien door de bank gebeld wordt met het advies om de lening af te lossen’, aldus Goedhart. ‘Maar dat gebeurt niet.’ Toch claimen banken steeds vaker dat ze hun klanten helpen met hun financiële planning. Elke zichzelf respecterende bank biedt tegenwoordig private banking-achtige diensten aan voor relatief kleine klanten. De boodschap is: kom maar hier met uw geld, en wij regelen alles. Maar volgens Goedhart is dat allemaal vooral marketing. ‘ABN Amro beweert dat ze een financieel plan voor je kunnen maken in één uur. Vergeet het maar. Het hoeft ook geen dagen te duren, maar een uur is veel te kort.’ Eigenlijk moet je bereid zijn om voor een goed advies te betalen, zegt Financieel doe- pagina 18, 13-04-2007 © Het Financieele Dagblad Goedhart. Gewoon, per uur. Maar voor veruit de meeste mensen is dat een brug te ver. ‘Een andere oplossing is al je geld langs één adviseur of tussenpersoon te laten lopen, die jou coacht en die — transparant — een deel van het geld krijgt dat langs hem gaat.’ En zelf financieel plannen dan? ‘Het is moeilijk’, zegt hoogleraar persoonlijke financiële planning Henriëtte Prast (Universiteit van Tilburg en De Nederlandsche Bank). Zij vroeg mensen of ze wel eens hadden geprobeerd uit te vogelen hoeveel ze voor hun pensioen zouden moeten (bij)sparen. Slechts 31 procent van de ondervraagden had wel eens een poging ondernomen. Slechts 21 procent was er ‘min of meer’ in geslaagd een plan op te stellen. En slechts 19 procent antwoordt dat het ze ‘altijd of meestal’ lukt om zich aan dat plan te houden. Geen basiskennis, geen discipline Niet alleen schiet de basiskennis van Nederlanders op het terrein van beleggen tekort, zoals ze uit het eerder genoemde onderzoek concludeerde, er is vooral ook een gebrek aan discipline. ‘Sparen is net als lijnen en sporten’, zegt ze. ‘Je weet dat het goed voor je is, maar toch stel je het elke dag weer uit.’ Een open deur? Zeker. Maar het cliché dat mensen zelfs als ze weten wat goed voor ze is, daar lang niet altijd naar handelen, is aan beleidsmakers niet besteed. ‘In de politiek domineert nog steeds het dogma dat alles goed komt als mensen maar zelf kunnen kiezen’, stelt Prast. Mensen worden gewaarschuwd en geïnformeerd via de financiële bijsluiter, een toezichthouder (de AFM) ziet daarop toe, en nu is er dus ook nog het pleidooi om mensen financieel te scholen. ‘Het is alsof je tegen mensen zegt dat ze voortaan zelf mogen kiezen welke medische behandeling ze nodig hebben, en om ze daarbij te helpen bied je ze allemaal een opleiding geneeskunde aan’, zegt Prast. Volgens haar is het veel zinvoller om mensen te leren wat risico en rendement nu echt voor begrippen zijn. ‘Mensen moeten begrijpen dat een kleine kans op een aandelencrash nog steeds een ramp kan betekenen als het om je pensioenbesparingen gaat.’ Iedereen opleiden tot arts en accountant is duur en zinloos, vindt Prast. Want ook hoogopgeleide economen maken een potje van hun financiële zaken. ‘Ik gooi mijn pensioenoverzicht ook altijd meteen in de kast’, zegt Prast. Daar komt bij: als e-het-zelven pagina 19, 13-04-2007 © Het Financieele Dagblad Personal finance iedereen alles moet begrijpen, dan ontstaat de roep om simpeler producten. En dat zou jammer zijn, aldus Prast, want de huidige financiële technologie is volgens haar juist in staat om de — ingewikkelde — producten te maken die we nodig hebben om garanties te bieden. ‘Zelf doen en zelf kiezen’ mag dan nog steeds de trend zijn in de beleidsvorming, in de wetenschap is steeds meer aandacht voor wat inmiddels libertair paternalisme is gaan heten. ‘Je moet mensen helpen om goed voor zichzelf te zorgen’, aldus Prast. Hoe? Bijvoorbeeld door ze verplicht voor hun pensioen te laten sparen, wat op zich in Nederland gebeurt. ‘Maar een steeds groter deel van de risico’s van een pensioenfonds wordt doorgeschoven naar de deelnemers’, aldus Prast. De aanspraken worden niet automatisch aangepast aan de inflatie, en veel bedrijven stapten de afgelopen jaren over op een ‘defined contribution’-systeem waarbij de inleg — de premies — voor de pensioenen wel gegarandeerd zijn, maar het bedrag dat ter zijner tijd wordt uitgekeerd niet. Zo ontstaat voor veel mensen de noodzaak om bij te sparen voor later, maar ermee beginnen valt niet mee. Morgen is vroeg genoeg, denken ze elke dag. Prast: ‘Die mensen weten ook wel dat ze zichzelf voor de gek houden. Ze willen graag geholpen worden.’ Prast is ervan overtuigd dat ze graag hun handtekening zetten onder een spaarrekening waar het ingelegde bedrag maandelijks groeit, zodat ze er langzaam aan kunnen wennen dat er geld opzij wordt gezet. En wat haar betreft bieden pensioenfondsen voortaan een basispensioen aan met veel meer zekerheden dan nu het geval is. Wie dat echt wil, kan daarvan afwijken en met — een deel van — hun inleg extra risico nemen. Want het nieuwe paternalisme is niet betuttelend: keuze is goed. ‘Maar je moet wel zorgen dat mensen die niet willen kiezen en niet zelf willen nadenken, toch een goed basisproduct krijgen’, zegt Prast. Emotie-economie Het libertair paternalisme van Prast vind zijn oorsprong in Behavioral Finance, ook wel emotie-economie, een stroming die lange tijd in de marge meedraaide, maar de laatste jaren aan terrein wint. De uitreiking van de Nobelprijs aan Daniel Kahneman, in 2002, betekende dat emotie definitief haar plek kreeg in de economische wetenschap. En Basistest voor de financiële consument 1 Is de volgende uitspraak volgens u waar of niet waar? ‘Aandelen zijn normaal gesproken risicovoller dan obligaties.’ 2 Welke belegging geeft normaal gesproken over een lange periode (bijvoorbeeld tien of twintig jaar) het hoogste rendement: een spaarrekening, obligaties of aandelen? 3 Welke belegging vertoont normaal gesproken in de loop van de tijd de grootste schommelingen: een spaarrekening, obligaties of aandelen? 4 Is de volgende uitspraak volgens u waar of niet waar? ‘Een aandeel van een bedrijf geeft normaal gesproken een zekerder rendement dan een beleggingsfonds dat alleen in aandelen belegt.’ 5 Wat gebeurt met het risico om geld te verliezen als een belegger zijn geld spreidt over verschillende soorten beleggingen: stijgt het, daalt het of blijft het hetzelfde? 6 Als de rente stijgt, wat zou er dan moeten gebeuren met de obligatiekoersen: stijgen, dalen of gelijk blijven? 7 Is de volgende uitspraak waar of niet waar? ‘Als je een 10-jaars obligatie koopt, betekent dit dat je de obligatie niet na vijf jaar kunt verkopen zonder een flinke boete te betalen.’ 8 Is de volgende uitspraak waar of niet waar? ‘Huizenprijzen in Nederland kunnen nooit dalen.’ Voor antwoorden zie einde artikel daarmee is de homo economicus, die jarenlang het debat onder economen en over de werking van markten domineerde, van zijn voetstuk gestoten. Ook economen erkennen inmiddels dat mensen niet altijd rationele wezens zijn die altijd beslissingen nemen die ‘JE MOET ZORGEN DAT MENSEN DIE NIET WILLEN KIEZEN EN NIET WILLEN NADENKEN TOCH EEN GOED BASISPRODUCT KRIJGEN’ hun het meeste opleveren, nu en in de toekomst. Maar ze zijn er natuurlijk wel. Mensen die kennis hebben van financiën, en die het overzicht hebben over hun eigen financiële zaken. En die zelfs in staat zouden moeten zijn om de juiste beslissingen te nemen. CentIQmodelmannen — en vrouwen — die begrijpen wat inflatie is, die de risico’s kennen van aandelen en opties. En die ook nog de nodige discipline hebben. Met zo iemand kan het niet misgaan, toch? Toch wel. Want als deze man of vrouw, na pagina 21, 13-04-2007 © Het Financieele Dagblad het opstellen van een financieel plan, dan eindelijk toekomt aan het spannendste van financiële planning, beleggen, gaat het volgens de emotie-economen alsnog mis. Opnieuw zullen allerlei psychologische factoren deze modelpersoon parten spelen. Zo maakt de afkeer van verlies die mensen hebben, en die door Kahneman uitvoerig is beschreven, dat beleggers in de ijdele hoop dat alles nog goed zal komen, veel te lang vasthouden aan verliesgevende investeringen. Die risicoaversie weerhoudt hen er ook van om het risico te nemen dat nu eenmaal nodig is om een hoog rendement te halen. Uit onderzoek blijkt dat mensen bij wie iets mis is met de hersenen, zodat ze risico’s niet meer goed kunnen inschatten, betere beleggingsresultaten halen. En aandelenhandelaren wie het zweet in de handen staat, zo bleek eveneens, scoren juist slechter. Het helpt om echt cool te zijn, als belegger. Langetermijnmythe En zelfs als deze belegger gelooft dat het onzin is om te proberen de markt te verslaan, dan nog kan hij er niet op rekenen dat zijn pensioen veilig is. Want de kans is groot dat hij gelooft in wat Zvi Bodie de ‘leugen van de lange termijn’ noemt, en flink in aandelen belegt. ‘De gangbare mening is dat aandelen op de langere termijn meer opleveren dan andere beleggingscategorieën, zonder dat daar een hoger risico tegenover staat’, zegt Bodie, hoogleraar economie aan de Boston University. Op die wetenschap is de hele beleggingsadvieswereld gebouwd, en ze is terug te vinden in kasten vol literatuur over beleggen. Ten onrechte, volgens Bodie. ‘Deze visie getuigt van overoptimisme. Het is misleidend en leugenachtig.’ Bodie schreef de bestseller Worry-Free Investing. A safe way to achieve your lifetime financial goals en werkt nu samen met Prast aan een versie die is toegespitst op de Nederlandse situatie. Het meest choquerende is misschien nog wel dat Bodies visie onder wetenschappers niet eens omstreden is. Op een bijeenkomst georganiseerd door De Nederlandsche Bank en Netspar, het kennisinstituut voor pensioenen en vergrijzing, was er weinig kritiek op Bodies tirade tegen de langetermijnmythe. Bodie ontkent niet dat de kans dat het rendement op een aandelenbelegging in waarde achterblijft bij een risicoloze belegging, afneemt naarmate de beleggingshorizon langer wordt. Maar de omvang van een tegenvaller, als die komt, neemt op de lange termijn juist toe. De combinatie van de kans op een tegenvaller en de omvang daarvan maakt dat het risico van aandelen op de lange termijn nog steeds groot is. Bodie: ‘Alleen al het feit dat de prijs van een putoptie, die je zou kunnen kopen om het risico op waardedaling af te dekken, met de looptijd stijgt, wijst erop dat het risico toeneemt.’ Volgens Bodie hebben mensen veel meer behoefte aan garanties en zekerheden dan de financiële sector en zelfs de gangbare financiële cursussen ze voorhouden. Prast is het daarmee eens. ‘Je moet mensen niet vragen hoeveel risico ze willen nemen. Vraag ze hoeveel zekerheid ze nodig hebben. ’ Als het aan Prast ligt, krijgen Nederlanders bij pensioenfondsen meer keus in de mate waarin ze hun pensioen zeker willen stellen. En de financiële sector zou veel meer garantieproducten moeten verkopen. Ingewikkelde, gestructureerde producten met opties waar zelfs de CentIQ-modelman niets van zal begrijpen. ‘Maar dat hoeft ook niet’, zegt Prast. ‘Als hem maar duidelijk wordt welke zekerheid hij koopt.’ Antwoorden: 1) waar, 2) aandelen, 3) aandelen, 4) niet waar, 5) daalt, 6) dalen, 7) niet waar, 8) niet waar.