(Standaard) Commissie voorbladen griffi - Provincie Noord

advertisement
Commissie voor
volksgezondheid, ouderen en jeugd
Datum commissievergadering: 12 december 2001
DIS-stuknummer
Secretaris
Doorkiesnummer
Behandelend ambtenaar
Dienst/afdeling
Nummer commissiestuk
Status
Datum
Bijlagen
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
797605
mw. J.M.C. de Kort
073 6812289
F.Glorius
REW/Zorg
VOJ-0280
ter advisering
ter bespreking
ter kennisneming
ter vaststelling
28 november 2001
2
Onderwerp:
Begeleiding van jonge asielzoekers
Voorstel aan commissie:
Ter advisering
Eventuele nadere opmerkingen:
Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant genomen besluit,
namens deze,
mw. J.M.C. de Kort, secretaris
Commissie voor volksgezondheid, ouderen en
jeugd
Bijlage:
1. Leden Ronde Tafelgesprek jonge asielzoekers en vluchtelingen.
2. –Initiatiefvoorstel begeleiding jonge asielzoekers.
Notitie ten behoeve van de commissie voor Volksgezondheid, Ouderen en Jeugd
inzake provinciale rol in de oplossing van de problematiek jonge asielzoekers en
vluchtelingen.
Aanleiding en doel.
De provincie heeft twee maal een Ronde Tafeloverleg georganiseerd over de
huidige problemen van jonge asielzoekers onder wie de Ama’s (alleenstaande
minderjarige asielzoekers). Dit naar aanleiding van een initiatiefvoorstel van
de provinciale fracties Groen Links/SGP-Christenunie. (zie bijlage)
Zoals uit de bijgaande deelnemerslijst blijkt was de belangstelling om dit thema
op te pakken groot. Tijdens het eerste overleg (12 oktober 2001) is de huidige
stand van zaken binnen onze provincie geïnventariseerd. Ook is ingegaan op de
mogelijke consequenties van de recente wijzigingen van het Rijksbeleid.
Tijdens het tweede overleg (14 november 2001) is ingegaan op mogelijkheden om
vanuit de provincie een bijdrage te leveren aan de oplossing van de huidige
problemen. In goed overleg met de betrokken provinciale organisaties (zie
deelnemerslijst) bieden wij u hierbij de thans voorliggende notitie aan.
1.
Samenvatting Rijksbeleid m.b.t. toelating, opvang en begeleiding van Ama's
Het beleid van het Ministerie van Justitie was er tot voor kort op gericht om
jeugdige minderjarige asielzoekers vanuit centrale asielzoekerscentra zo spoedig
mogelijk over te brengen naar Kleinschalige Woon Eenheden (K.W.E.) waarbij
vanuit jeugdhulpverleningsinstellingen de nodige begeleiding plaats vindt. De
landelijke Stichting de Opbouw treedt hierbij tot het 18de jaar als voogd op.
Als jongeren de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt houdt deze voorziening op
terwijl het voor jongeren tussen 18 en 23 jaar in de praktijk nog uiterst
moeilijk is een eigen weg te vinden. Voor de 18-jarigen die nog geen status
hebben blijft de Opbouw de leefgelden betalen en resteert een beperkte
begeleidingstaak. Gezien de duur van de asielprocedure kan dit in de praktijk
nog meerdere jaren duren.
Onder verantwoordelijkheid van de voormalige staatssecretaris Cohen is een
ingrijpende beleidswijziging voorbereid dit inmiddels door staatssecretaris
Kalsbeek is afgerond en momenteel met steun van de Tweede Kamer wordt
uitgevoerd. Achtergrond is dat het eerdere beleid in de praktijk geleid heeft
tot een forse instroom. De eerste vier maanden van dit jaar bedroeg de instroom
nog 2000 waarmee binnen Europa het Nederlands aandeel onevenredig groot is
geworden (55%).
Het rijk heeft het Ama-beleid inmiddels gewijzigd. Ama’s die vanaf 4 januari
2001 binnenkomen zullen of moeten integreren of moeten vertrekken. Aan de poort
(bij het Aanmeldcentrum of het Onderzoekscentrum) zal bepaald worden welke Ama's
in Nederland mogen blijven en welke bij het bereiken van de leeftijd van 18 het
land moeten verlaten. In beide gevallen houdt de Opbouw de voogdij. In de nieuwe
situatie verzorgt de Opbouw alleen de opvang van Ama’s die in de
integratievariant zitten. Alleen jongeren tot 15 jaar zullen hiervoor in
aanmerking komen. De opvang van Ama’s in de terugkeervariant komt onder de
verantwoordelijkheid van het COA (Centraal Opvang orgaan Asielzoekers).
2002 wordt een overgangsjaar. Ama’s die voor 4 januari 2001 binnen kwamen worden
volgens de oude regeling behandeld. Naar verwachting zal in de loop van 2002 de
groep 21+ die is uitgeprocedeerd en de groep 21+ in procedure hun leefgeld en
begeleiding vanuit de Opbouw kwijtraken. Een zogenoemde ‘stappenplan voor
beëindiging van Ama-voorzieningen’ is (nog) niet door het Ministerie van
Justitie vastgesteld. In het kader van de Nieuwe vreemdelingenwet (VW2000) wordt
daarbij uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid van de uitgeprocedeerde
asielzoeker om binnen 28 dagen na de aanzegging het land te verlaten.
-1-
3.
Stand van zaken provincie Noord-Brabant
18 In Noord-Brabant zijn momenteel onder verantwoordelijkheid van De Opbouw
ongeveer 1250 Ama’s in begeleiding. Van deze groep is circa 80% in de leeftijd
15 tot 18 jaar. Zij worden in een onderaannemerconstructie door
jeugdhulpverleningsinstellingen begeleid, meestal in Kleine Woon Eenheden
(KWE's). Daarnaast worden Ama's opgevangen in pleeggezinnen, bij familie,
verwanten of zelfstandig op kamers. In Brabant zijn er 7 contractpartners van de
Opbouw:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
BJ Brabant met woonprojecten in Helmond, Someren en Deurne;
St. Troje/Bama met Woonprojecten in Eindhoven, Veldhoven en Geldrop.
De Oosterpoort met woonprojecten in Den Bosch, Veghel, Ravenstein, Oss,
Erp en Cuijk
St. Kompaan/project Maat met woonprojecten in Tilburg en Waalwijk.
De Zuidwester met woonprojecten in o.a. Bergen op Zoom, Breda en
Roosendaal.
St. Jeugdzorg West-Brabant met woonprojecten in Breda en Oosterhout.
In totaal hebben deze projecten een capaciteit van circa 400 plaatsen.
Het project Interculturalisering van de Jeugdzorg (BOZ en Palet) is gericht op
instroom van allochtone medewerkers in de jeugdzorg. Vele deelnemers in dit
programma zijn als begeleider in de KWE’s gaan werken. Tevens bevordert dit
project de interculturalisering van de instellingen.
Humanitas organiseert i.s.m. De Opbouw vakantiekampen voor Ama's.
De jongeren volgen (taal)onderwijs veelal bij Internationale Schakelklassen
(ISK's).
18 +
De afgelopen periode zijn circa 350 Ex-Ama's met status in Brabant
doorgestroomd naar de samenleving. Voor deze jongeren heeft De Opbouw geen taken
meer. Zij moeten arbeid, onderwijs en huisvesting vinden en een sociaal netwerk
opbouwen.
De ex-Ama’s zonder status (daarbij gaat het momenteel om ongeveer 400 jongeren)
ontvangen momenteel leefgeld vanuit De Opbouw.
Daarnaast is er sprake van een “neveninstroom” van jonge asielzoeker die nooit
van de AMA-regeling gebruik hebben gemaakt. De aantallen zijn niet bekend maar
gemeenten hebben wel aangegeven dat deze groep aandacht vergt.
2.
Oriëntatie op huidige knelpunten.
Sociale integratie
Ex-AMA's met status hebben behoefte aan contacten en netwerken, die hen kunnen
steunen bij de integratie in de samenleving. Zij hebben een verhoogd risico op
vereenzaming en sociaal isolement. Uit onderzoek (o.a. de Hogeschool Den Bosch)
bleek weinig tot geen deelname aan buurtactiviteiten en problemen met huis, geld
en school. De vergoedingen zijn aan de krappe kant. Er blijft zo geen geld over
voor bijvoorbeeld deelname aan verenigingen.
Huisvesting
-2-
Een belangrijk knelpunt is dat AMA’s na de periode van voogdij bij de Opbouw
aangewezen zijn op de vrije huisvestingsmarkt. Woningcorporaties hebben een
autonome positie op de huisvestingsmarkt. AMA’s zonder status kunnen niet huren
van een woningcorporatie. Als ze een status hebben, kunnen zij zich wel
inschrijven, maar in vele gemeenten hebben zij geen voorrang en geldt de
gebruikelijke wachttijd (soms enkele jaren). Zij zijn namelijk al bij aankomst
in de gemeente meegeteld voor de taakstelling voor huisvesting van
statushouders, die de gemeenten moeten halen. De corporaties zijn vaak
terughoudend voor het verhuren aan deze jongeren, die zij als een risicogroep
zien. De sociale diensten zijn niet altijd bereid een inrichtingskrediet te
verstrekken voor huisvesting in een woning.
De jongeren zijn dus veelal aangewezen op kamerbewoning (bij particulieren).
Door de krapte op de markt is het moeilijk een kamer te vinden. In een aantal
gemeenten bestaan restricties op het aantal vergunningen voor kamergewijze
verhuur. De krapte wordt verder verergerd doordat uitzendbureaus gebruik maken
van de mogelijkheid in VW2000 om Oost Europeanen kortlopende contracten aan te
bieden en voor de huisvesting van deze uitzendkrachten contracten aangaan met
kamerverhuurders.
Indien een kamer wordt gevonden worden de jongeren geconfronteerd met problemen
als: slechte huisvesting, intimidatie door verhuurders, buitensporig hoge huren;
het ontbreken van contracten en betalingsbewijzen en daardoor ontbreken van
huurbescherming.
Onderwijs
Ten aanzien van 18 - zijn er knelpunten in het onderwijs die betrekking hebben
op de capaciteit. In het onderwijs wordt een teldatum gehanteerd. Voor
leerlingen die na deze datum binnen komen wordt geen vergoeding ontvangen. De
instroom vanuit de KWE’s loopt slechts bij toeval gelijk met de teldatum. Omdat
het soms om flinke aantallen kan gaan, zit het onderwijs met een relatief
tekort. In Helmond is het voorgekomen dat (leerplichtige) leerlingen uit de
KWE’s niet naar school konden.
Uit de beschikbare onderzoeken blijkt dat (ex) AMA’s over het algemeen laag
opgeleid zijn. (Ex-) AMA’s hebben te kampen met achterstanden, waardoor zij
kwalificerende trajecten moeilijk kunnen volgen. De moeilijkste groep is de
categorie 16-18 jaar.
Tot de statustoekenning hebben AMA's geen werkvergunning en zij mogen hierdoor
geen beroepsopleiding volgen in het kader van de duale leerroute en betaalde
stages volgen.
Problematisch is dat ex-AMA's met status niet onder het inburgeringbeleid
nieuwkomers (WIN) vallen van gemeenten. Daardoor kunnen zij geen taallessen en
opleiding volgen. Met veel moeite kunnen AMA’s die binnen beroepsonderwijs zijn
daar worden gehouden. Die krijgen soms ook een studiebeurs. Het onderwijs zelf
heeft met name behoefte aan een duidelijk aanspreekpunt wanneer er
aandachtpunten zijn m.b.t. de jongere; de jongere ontvangt echter na het 18e
levensjaar geen begeleiding meer (zie boven). In zover deze zich nog
aangesproken voelen heeft het (regionaal) onderwijs te maken met instellingen in
diverse plaatsen, iets dat wordt versterkt door de sterke mobiliteit van exAMA’s.
Jeugdzorg.
Een deel van de jongeren heeft behoefte aan reguliere jeugdzorg (naar
verwachting ongeveer 3%).De hulpvraag van deze jongeren worden door de Bureaus
Jeugdzorg vaak vooral als een behoefte aan huisvesting gezien en dit is voor de
jeugdzorg in het algemeen geen prioritaire hulpvraag. In praktijk komen ex-AMA,s
niet zo snel bij de Bureaus Jeugzorg. Problemen met betrekking tot het
ontbreken van sociale contacten of problemen in relatie tot inkomen worden
hierdoor niet zichtbaar tot het te laat is. Om deze problemen eerder zichtbaar
te maken is een meer outreachende benadering vanuit de jeugdzorg op Ex AMA’s
gewenst.
-3-
Ex-AMA's zonder status
Te verwachten valt dat een deel van de uitgeprocedeerde jongeren vroeg of laat
naar een ander land uitwijkt of terugkeert naar het land van herkomst.
Uitgeprocedeerden die niet vertrekken (illegalen) komen niet in
bevolkingsgegevens voor. Echter hun aanwezigheid is echter wel een
aandachtspunt. Deze groep komt vaak zonder huisvesting te zitten en maakt
gebruik van de crisis- en maatschappelijke opvang, familie en (on)bekenden. Er
worden alternatieve bronnen van inkomsten gezocht middels zwart werk en
(overleef) criminaliteit. Er zijn aanwijzingen dat een ernstige probleemjongeren
groep in de maak is.
Een groot deel van de jongeren zit al lange tijd in procedure. Zij zijn
teleurgesteld over het negatieve resultaat daarvan en over de Nederlandse
samenleving. Zij hebben weinig contacten, zijn slecht gehuisvest en moeten een
opleiding afbreken omdat zij niet de verblijfsstatus hebben die de
praktijkvorming mogelijk maakt. De teleurstelling wordt vaak afgereageerd op de
opvanginstellingen.
Extra problematisch bij het motiveren van deze groep voor terugkeer is dat een
groot deel enkele jaren in Nederland verbleef, Nederlands spreekt en zich in een
aantal opzichten meer verwant met Nederland voelt dan met andere landen. De
terugkeerfaciliteit werkt niet voor ieder als alternatief. Voor een aantal
jongeren is het moeilijk reispapieren te krijgen. Sommige landen ontkennen dat
deze jongeren uit hun land komen. Anderen geven niet tot moeizaam reispapieren
af.
Bij een recente landelijke conferentie is gebleken dat bovengenoemde problemen
in waarschijnlijk alle gemeenten met AMA’s spelen.
4. Inventarisatie activiteiten m.b.t. (Ex-)AMA's
Deze inventarisatie is niet volledig maar er is wel getracht een zo goed
mogelijk beeld te geven van de huidige activiteiten binnen onze provincie.
Samenwerking tussen instellingen
Op initiatief van BOZ zijn in Tilburg, Den Bosch en Eindhoven zorgnetwerken rond
vluchtelingen georganiseerd. Deze netwerken betreffen instellingen op het gebied
van o.a. welzijn, zorg, huisvesting onderwijs en arbeid die met vluchtelingen
werken. Deze zorgnetwerken komen met een frequentie van ongeveer tweemaal per
jaar bij elkaar. Effect van de zorgnetwerken is dat functionarissen van
instellingen elkaar ook gemakkelijker buiten de vergaderingen om weten te
vinden. AMA's worden hier ook besproken.
Sociale integratie
In Tilburg wordt door Stichting Nieuwkomers en Vluchtelingen (SNV) een 18 +
maatjesproject uitgevoerd, tezamen met de Opbouw en Kompaan/project Maat (KWE).
SNV voert een intake uit en koppelt een Ex-AMA aan een vrijwilliger, e.e.a.
afhankelijk van de vraag van betrokkene. Project in Tilburg wordt door gemeente
gesubsidieerd tot half 2002. Het vervolg hangt mede af van de evaluatie en
ontwikkelingen.
Een voorstel om een Foyer de Jeunesse project te starten in Tilburg stuitte op
het ontbreken van voldoende huisvesting.
In Eindhoven zijn initiatieven bekend van Loket W/Buurtwerk en
Vluchtelingenwerk, BAMA Troje (KWE), Humanitas en de Opbouw.
 Buurtwerk/Vluchtelingenwerk hebben een coachingsproject (maatjesproject)
uitgevoerd met steun van de gemeente. Na afronding van het project was de
inbedding een probleem. Inmiddels is het aantal begeleiders van 25 naar 7
teruggelopen.
 BAMA van Troje heeft een Foyer de Jeunesse project uitgevoerd met steun van
gemeente/provincie (GSB-middelen), gericht op verlengde opvang in een
doorstroom woning. Dit project liep echter vast op het niet kunnen aanbieden
van huisvesting aan de uit-begeleide AMA's. Hierdoor bleef de
opvangcapaciteit bezet. Troje wil dit project ombouwen tot een ambulante
-4-
nazorgprogramma voor 18 +.
In Eindhoven biedt Humanitas in samenwerking met De Opbouw een 18 +
spreekuur. Beraden wordt op een nazorgprogramma.
Genoemde initiatieven zijn in overleg om tot een bundeling te komen.

In Den Bosch wordt een maatjesproject uitgevoerd voor Ex-AMA’s. De gemeente
bekostigt dit. Laborel heeft Ex-AMA’s in haar projecten.
In Bergen op Zoom en Roosendaal is Prisma Brabant door de Zuidwester gevraagd
een breed programma voor sociale participatie van AMA’s (18 -) te ontwikkelen.
Dit project staat nog in de steigers.
Stichting Nieuwkomers + VluchtelingenWerk Breda heeft initiatief genomen om met
een aantal samenwerkingspartners (De Opbouw, Nederlandse Rode Kruis, GGZ) een
"Maatjesproject" op te starten. Het project is bedoeld voor ex-AMA's die in de
regio Breda komen wonen en een ondersteuning nodig hebben. In september 2001 is
een Concept Projectplan opgemaakt waarop de Rode Kruis (als belangrijkste
samenwerkingspartner in het project) nog moet reageren.
Huisvesting
Het is van belang met corporaties afspraken te maken over prioriteit in de
huisvesting van ex-AMA’s. In Tilburg is bijvoorbeeld vanaf het begin van de KWE
de overeenkomst met de woningbouwverenigingen geweest dat als jongeren 18
worden, een status hebben en uit de KWE vertrekken, zij binnen drie maanden
vervolghuisvesting krijgen.
Door afspraken te maken over begeleiding kan huiver bij corporaties voor het
huisvesten van ex-AMA's worden weggenomen. Aedes (landelijke vereniging
corporaties) heeft een handleiding opgesteld hoe met eenvoudige aanpassingen aan
de gemeente verhuurde woningen in eenheden doorverhuurd kunnen worden. Ook in
deze variant is een begeleidingsaanbod voor de bewoners belangrijk.
Woningcorporaties in Tilburg zijn bereid gevonden de uitstroom van 18 + met
status uit de KWE met een wachttijd van drie maanden huisvesting aan te bieden.
Verder ligt er een initiatief om gebruikersovereenkomsten aan te bieden. De
gemeente Tilburg wil de begeleiding bekostigen t.b.v. de jongeren waarmee zo’n
gebruikersbijeenkomst wordt aangegaan.
Onderwijs
Ten aanzien van beroepsonderwijs voor AMA’s zonder status kan geconstateerd
worden dat sommige ROC’s creatieve oplossingen komen, zoals inschrijving in de
volwasseneneducatie onder de noemer “risicojongere”. In Tilburg mogen AMA’s, die
op hun 18e jaar een status hebben wel meedoen met de inburgering indien ze nog
een taaltraject volgen of nodig hebben en begeleiding behoeven. Andere ROC’s
houden weer strikt vast aan de regels.
Het PSW is actief in het uitzetten van het project Back Up in samenwerking met
ROC’s. Dit is een niet-kwalificerend leer-werk traject, gericht op jongeren die
moeilijk te motiveren zijn als het om het volgen van reguliere onderwijs gaat.
Ook (ex-)AMA’s nemen hieraan deel. PSW is verder bezig met de ontwikkeling van
een specifiek op (ex) AMA’s gericht arbeidtoeleidingsproject.
Op het Zoomvliet College in Bergen op Zoom is een dergelijk traject reeds
ontwikkeld en in het tweede jaar van uitvoering.
Ex-AMA's zonder status
In Eindhoven wordt met deze groep contact onderhouden via het Humanitas
spreekuur. De Opbouw kan deze groep leefgeld bieden en minimale
begeleidingscapaciteit beschikbaar stellen. Deze worden door het ministerie van
Justitie tegen een lager tarief vergoed.
Het Vreemdelingeninformatiepunt (VIP) probeert een perspectief te creëren voor
vreemdelingen zonder recht op voorzieningen door middel van informatie en
advies. dat kan ook inhouden dat betrokkene wordt gemotiveerd terg te keren. Zij
-5-
maakt onder meer gebruik van de terugkeerfaciliteiten van IOM. Het VIP ontvangt
ook uitgeprocedeerde AMA's. Hiervoor is echter tijd nodig en deze tijd is langer
dan de 28 dagen die de uitgeprocedeerden krijgen om het land vrijwillig te
verlaten.
In Den Bosch heeft het Wereldhuis een huiskamerprogramma en een programma
“Surfen naar de toekomst”. De programma’s zijn gericht op psychologische
voorbereiding op terugkeer en het aanreiken van educatieve tools. Dit laatste
programma wordt met Laborel uitgevoerd. Deze programma's richten zich niet
specifiek op ex-AMA's.
De gemeente Den Bosch is bezint zich op vormen van crisisopvang voor
uitgeprocedeerden. De gemeente wil echter voorkomen dat de reguliere opvang
wordt verlengd.
In Helmond zijn er bepaalde mogelijkheden voor crisisopvang van
uitgeprocedeerden door de gemeente ingericht.
In verschillende plaatsen in Brabant vangen (semi-) kerkelijke initiatieven
vreemdelingen zonder recht op voorzieningen op, waaronder ex-AMA's.
5
Mogelijke actiepunten voor intensivering provinciaal beleid.
De huidige problemen kunnen alleen worden aangepakt indien alle partijen op
basis van eigen verantwoordelijkheden activiteiten voortzetten. Aanvullend op de
inzet van andere partijen is een provinciale inbreng onmisbaar. Zoals hiervoor
is aangegeven is de provincie Noord-Brabant reeds vanuit meerdere
beleidsterreinen bij het thema betrokken (mede door de inzet van provinciale
steunfuncties). Op de volgende aandachtspunten wordt voorgesteld de provinciale
inzet te intensiveren.
5.1 Verspreiding en versterking van coaching projecten
De provincie zou projecten waarbij gebruik wordt gemaakt van maatjes of
coachesmethodiek financieel kunnen stimuleren en versterken. Gedacht wordt aan
projecten van vrijwilligers die op termijn lokaal worden ingebed.
5.2 Lokale aanspreekpunten
Er kan worden ingespeeld op de behoefte aan contacten en informatie bij Ex-AMA’s
door lokale aanspreekpunten te organiseren. Deze aanspreekpunten kunnen tevens
de eerder gesignaleerde behoefte aan outreachende aandacht vervullen. Hierbij
wordt gedacht aan een gecoördineerde inzet van alle bestaande activiteiten op
het gebied van wonen, welzijn, zorg en arbeid. In overleg met gemeenten kunnen
nadere afspraken worden gemaakt over de vormgeving van deze aanspreekpunten.
5.3 Stimuleren van nazorgprogramma voor ex-AMA's
De provincie zou de totstandkoming van nazorgprogramma's voor ex-AMA's
financieel kunnen stimuleren. Gedacht wordt dan aan projecten waarbij preventie,
outreachend werken en woonbegeleiding elementen vormen. Belangrijk is dat de
alleenstaande jongere vanaf de volwassenwording tot het zelfredzaam worden, bij
een begeleider een duidelijk aanspreekpunt heeft. Betrokkenheid van provinciale
jeugdhulpverleninginstellingen zou aangemoedigd kunnen worden teneinde de
gewenst afstemming tot stand te brengen.
5.4 Onderwijs en arbeid
O.a. Het PSW is bezig met de ontwikkeling van een innovatieve specifiek leerarbeid traject voor (ex) AMA’s. Ook het Zoomvlietcollege heeft speciale aandacht
voor deze groep. Indachtig het nieuwe AMA-beleid van het Rijk, zou het onderwijs
vanuit haar vormende en beroepsvoorbereidende taak er op in kunnen spelen dat
-6-
voor een deel van de AMA’s een toekomst in Nederland er niet in zal zitten, en
zou vroegtijdig –voor de beslissing over de verblijfsstatus- kunnen bijdragen
aan voorbereiding op terugkeer.
5.5 Huisvesting aan de orde stellen bij gemeenten en corporaties
Woningcorporaties hebben een autonome positie op de huisvestingsmarkt. De
mogelijkheden voor de overheid om op deze markt invloed uit te oefenen zijn
beperkt. Door woonbegeleiding in het kader van de nazorgprogramma's te
financieren kan vanuit de (locale en provinciale) overheid aan de oplossing van
het knelpunt een bijdrage worden geleverd. Problematiek jonge asielzoekers kan
via provinciale nota’s volkshuisvesting onder de aandacht worden gebracht.
De provincie speelt een rol in het spreidingsbeleid van vluchtelingen en opvang
van asielzoekers. In de lijn tot dit beleid kunnen openingen worden gevonden.
Bij corporaties (o.a. via Aedes) en gemeenten kan aandacht gevraagd worden voor
de problematiek van stagnerende huisvesting en de krapte op de kamermarkt.
Kernpunt hierbij is dat begeleiding en wonen aan elkaar worden gekoppeld. Voor
deze begeleiding kan aan ondersteuning door de Bureaus Jeugdzorg worden gedacht.
5.6 Pleitbezorging bij het rijk



De provincie zou in overleg met gemeenten aan het rijk (ministeries van
Justitie, OC&W en BZK) aandacht kunnen vragen voor de oplossing van diverse
bureaucratische knelpunten in het onderwijs ten behoeve van (ex-) AMA’s. Zij
zou kunnen vragen om Ex-AMA's toe te laten tot WIN-programma's.
Knelpunten met betrekking tot huisvesting zouden bij VROM onder de aandacht
gebracht kunnen worden.
Verder zou zij aandacht kunnen vragen voor de positie van uitgeprocedeerden.
Het COA zou de begeleiding van deze groep over kunnen nemen. Omdat naar
verwachting ook van de groep in procedure een grote deel zal worden
afgewezen, zou gedacht moeten worden aan activiteiten in een zo vroeg
mogelijk stadium gericht op voorbereiding afwijzing en toerusting voor
terugkeer.
6.
Voorstel vervolgprocedure
6.1. Afstemming met gemeenten.
Voorstel is als provincie in overleg te treden met de B5 en M5 gemeenten om tot
concretisering van dit beleid te komen. Aan de gemeenten zou aangeboden kunnen
worden om in de kosten van programma's genoemd onder punten 1-4 te delen,
bijvoorbeeld voor 50% in het kader van cofinanciering. In principe zou aan
gemeenten de ruimte moeten worden gelaten om zelf te komen met voorstellen ter
subsidiëring door de provincie. Na overleg met de gemeenten zullen nadere
afspraken worden gemaakt over een provinciale subsidiëring. In afwachting
hiervan zal vanuit het budget zorgvernieuwing jeugdbeleid een bijdrage van
maximaal € 45378 (f 100.000,-) beschikbaar worden gesteld. Expertisecentrum
Jeugd en Palet zijn bereid vanuit de steunfunctierol gemeenten te ondersteunen.
6.2.
Voortzetting provinciaal Ronde+ Tafelgesprek.
Aansluitend op het voorgestelde overleg met Rijk en gemeenten zal er ook in de
toekomst behoefte blijven bestaan aan een provinciale afstemming van
activiteiten op dit terrein. Hierbij denken wij aan pragmatische oplossingen.
De ervaringen met een Ronde Tafelgesprek waarvoor alle betrokkenen worden
uitgenodigd zijn positief. Het Ronde Tafelgesprek over dit thema zou jaarlijks
kunnen worden herhaald.
’s-Hertogenbosch, 27 november 2001
Gedeputeerde staten van Noord-Brabant
-7-
Bijlage
Leden Ronde Tafelgesprek jonge asielzoekers er vluchtelingen.

Immigratie- en Naturalisatiedienst (Ministerie Justitie):
Waterstraat 16, 5211 JD ’s-Hertogenbosch: de heer Van Dijk (073-6495487)

De Opbouw, L. Gasselstraat 7, 5611ST Eindhoven, mevr Links, 040-2930458, W.
Vink, Stadhouderslaan 57, 3583 JD Utrecht, 030-2516016

COA, Postbus 3002, 2280 ME Rijswijk

De Zuidwester, E. Poppelaan 12, 4874 NA Etten-Leur

Stichting BJ Brabant, Molenstraat 134-136 5701 KK Helmond
536700


Vluchtelingenwerk, Lage Landstraat 19, 5213 CP Hertogenbosch, Els Baks
Vluchtelingenwerk Tilburg, Postbus 700, 5000 AS Tilburg, Mariëtte Baars

B5 : wethouder Van Gurp gemeente Tilburg. Postbus 90155, 5000 LH Tilburg.
013-5428811

BSJ/Expertisecentrum:
614177

PON, Postbus 90123, 5000 LA Tilburg

Prisma Brabant, Spoorlaan 460, 5038 CH Tilburg (mevr. B. Dijkhuizen) 0135441440

PSW, Lombardje 711, 5211 HN Den Bosch, de heer R. van Hooren en mevr. M.
Beute.

Palet,

BOZ, WillemIIstraat 23, 5038 BA Tilburg, de heer W. Ruygrok.


Provincie Noord-Brabant:
L.J.J. van Nistelrooij, gedeputeerde, Postbus 90151, 5200 MC’s-Hertogenbosch.
Voorzitter.
Mevr. N. van den Akker-Kroes (VVD), Midakkers 31, 5521 GL Eersel.
P. Boel (PvdA), Aalkensland 6, 5632 PR Eindhoven.
Mevr. J. Cardinaals-Noz (GL) Klepperen 7, 5683 KM Best.
Mevr. S. van Haaften-Harkema (CDA), Burg. Van Erplaan5, 5171 JZ Kaatsheuvel.
L. van der Kallen, (BOF), Nieuwstraat 4, 4611 RS Bergen op Zoom.
F. Le Hane (ASP), Van Wassenhovestraat 43, 5613 LK Eindhoven.
Mevr. R. Verhoef-Bouwknegt, (D66), Batelaar 8, 4907 KJ Oosterhout.
M. van Langevelde, (SGP/CU) Wijnruit 45, 4907 HC Oosterhout.
Mevr. P. van Wijk (GL), Middelburglaan 20, 5424 VB ’s Hertogenbosch.
F. Glorius, afdeling zorg provincie.










C. Helmons 076-5021650
Jan Berkens 0492-
(R. Constant), Postbus 2347, 5202 CH Hertogenbosch ,
(J. Wielers) 013-5351535
Willemstraat 59, 5611 HC Eindhoven. De heer W. Kop, H. Rijgersberg.
-8-
Download