Termen Service encounter:1 In de service management literatuur wordt de interactie tussen dienstverlener en klant, de zogenaamde ‘service encounter’, centraal gesteld. De ‘service encounter’ kan vanuit drie onderzoeksdomeinen uit service management bestudeerd worden: de organizationele theorieën, die het gedrag van de dienstverlenende medewerkers bestuderen, de operationeel management theorieën, die de dienstverleningsprocessen analyseren en service marketing, waarin het consumentengedrag centraal staat. Er is tot op heden onvoldoende inzicht en empirisch onderzoek naar de wisselwerking tussen de organizationele kenmerken van de organisatie (vb. de organisatie van de dienstverleningsprocessen die eventueel leiden tot lange wachttijden en de mate van controle over de activiteiten van de medewerkers), de reacties op deze organizationele kenmerken en persoonlijkheidskenmerken van de dienstverlenende medewerkers (vb. jobsatisfactie en klantgericht gedrag) en de reacties van de klant (vb. klantenevaluaties van de dienstverlening in de vorm van percepties van kwaliteit van dienstverlening en klantentevredenheid). De focus van dit doctoraat ligt op de impact van organisatiekenmerken en het gedrag van de dienstverlenende medewerkers op de klanten, met daarbij speciale aandacht voor de klantenevaluaties van de wachtervaring van de klanten. Kwaliteit service encounter:2 Recovery o Adaptability o Hoe gaan medewerkers om met onverwachte vragen en eisen van een klant Coping o Hoe gaan medewerkers om met onvoorziene bezwaren en gebeurtenissen / F-ups in de verkoop Hoe gaan medewerkers om met probleemklanten Spontaneity o Wat en hoe doen medewerkers zonder dat hen dat hen dat gevraagd wordt HRM:3 Humanresourcesmanagement (Engels: human resource management, letterlijk "beheer van menselijke productiemiddelen"), afgekort HRM, is een veelgebruikte term die zoiets betekent als 1 http://www.feb.ugent.be/nl/Ondz/Proefschriften/Abstracts/deman_abstract_ned.pdf PPT’s van Mevr. Vos 3 http://nl.wikipedia.org/wiki/Humanresourcesmanagement 2 "personeelsbeleid", (afdeling) "personeelszaken" of "strategisch personeelsmanagement". Vaak echter wordt humanresourcesmanagement gezien als een specifieke invulling van het personeelsbeleid. Marketingplan:4 Nu u weet hoe uw doelgroep en uw markt eruit zien, kunt u het totale marketingplan opstellen. Dat hoeft overigens niet meteen een volledig uitgewerkt document te zijn. Een ruw concept volstaat al. Voorwaarde is dat het kan worden voorgelegd aan uw medewerkers en eventueel in te huren deskundigen. Het plan moet antwoord geven op de volgende vragen: Waar staan we nu? Wat zijn onze ruwe doelstellingen? Wat willen we in detail en in een bepaalde tijd bereiken? (bijvoorbeeld minstens 10 procent winstgroei in komend boekjaar) Welke doelgroepen, subdoelgroepen en niches willen we bereiken? Welke communicatiekanalen gaan we gebruiken om onze doelgroep te bereiken en de doelstelling te halen? Hoeveel gaat het plan kosten en welke opbrengsten zijn te verwachten? Met welke scenario's reageren we op acties van de concurrentie, zoals een prijsverlaging? Briefing:5 OM TE BEGINNEN Titel/naam: hoe noemt u het project? (Bijvoorbeeld: voorjaarscampagne, productintroductie, corporate brochure, uitnodiging symposium) (Eind)verantwoordelijken: wie zijn er binnen uw organisatie betrokken bij dit project? OMSCHRIJVING OPDRACHT/PRODUCT/DIENST/ORGANISATIE Opdrachtomschrijving: hoe luidt de concrete opdracht? (Bijvoorbeeld: ontwikkel een campagne die ons nieuwe product introduceert.) Profiel: geef een inhoudelijke omschrijving van product, dienst en/of organisatie. SWOT-analyse: noem de twee sterkste en twee zwakste kanten (t.o.v. concurrentie). Marktpositie: waar staat uw product/dienst/organisatie? (Beschrijf bijvoorbeeld levenscyclusfase, concurrentie en trends.) PROPOSITIE, BOODSCHAP, DOEL(GROEP) Propositie: wat kan product/dienst/organisatie voor uw klant betekenen? (Denk aan relevantie, uniekheid, consistentie en geloofwaardigheid.) Bewijsvoering: welke harde en zachte bewijzen zijn er ter ondersteuning van de propositie? (Denk aan onderzoeksresultaten en klantenquêtes.) Boodschap: wat moet worden overgebracht? (Tip: houd maximaal één centrale boodschap aan.) 4 http://www.microsoft.com/netherlands/artikelen/marketing/marketingplan.aspx http://www.brinkerink.nl/bureau/kennisbank/11-samenwerken/26-checklist-voor-uw-briefing-goedvoorbereid-aan-tafel 5 Doelgroep: voor wie is de boodschap bestemd? Doelstelling(en): wat moet de boodschap bij de doelgroep bewerkstelligen? (Bijvoorbeeld naamsbekendheid, shortlist of koopgedrag.) CREATIEVE UITWERKING Randvoorwaarden: met welke specifieke eisen en wensen moet rekening worden gehouden in de creatieve fase? (Denk aan huisstijl, kleurgebruik, logo's, (pagina)formaten, spotlengtes e.d.) 'Tone of voice': hoe moet de doelgroep worden aangesproken? (Serieus of met humor? Met u of met je?) MIDDELEN, MEDIA EN BUDGET Middelen en media: is er een voorkeur en/of bestaan er verplichtingen voor specifieke middelen en media? (Bijvoorbeeld advertenties in publieks-/vakbladen, tv-/radiocommercials op bepaalde zenders, billboards langs bepaalde routes, online, flyers etc.) Budget: is er een budget vastgesteld? Zo ja, welk? En is er een apart mediabudget? PLANNING Periode: wanneer moet het klaar zijn/beginnen/eindigen? Zijn er zaken zoals beurzen waarmee in de planning rekening moet worden gehouden? Gewenste levensduur: hoe lang moet het 'mee kunnen'? SWOT:6 6 http://nl.wikipedia.org/wiki/Sterkte-zwakteanalyse Dienstenaanbod:7 Productaanbod: expertise, werkkracht, gebruik/ verhuur materiaal, netwerk/ introductie / associatie Markt : verzameling potentiële klanten Segmenten: homogeen naar aankoopproces Factor product: convenience, shopping, Factor: achtergrond Omstandigheden Doelsegment - grootte, bereikbaar, koopkracht, goesting Missie, visie. - doelstelling. 7 PPT Mevr. Vos