het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen beperken tot een

advertisement
het gebruik van
vrijheidsbeperkende
middelen beperken tot
een minimum
vzw az groeninge
zetel: Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk
t. 056 63 63 63 | f. 056 63 63 69 | www.azgroeninge.be
vu: Jan Deleu, Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk
doc. 25730 – juli 2015
ziekenhuis internationaal erkend door JCI voor veilige
zorg en kwaliteit: www.azgroeninge.be/kwaliteit
Geachte mevrouw
Geachte heer
Zijn vrijheidsbeperkende middelen
veilig?
Het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen
in de gezondheidszorg kan voor patiënt en
familie erg confronterend zijn. Vaak wordt dat
aangevoeld als een inbreuk op de autonomie
en de waardigheid van een persoon.
Hoewel we vrijheidsbeperkende middelen
gebruiken uit veiligheidsoverwegingen kan het
gebruik ervan leiden tot verhoogde
veiligheidsrisico’s. De gedwongen
immobilisatie van de patiënt maakt hem meer
afhankelijk van anderen. Hierdoor kunnen
problemen ontstaan zoals doorligwonden,
vermindering van de spiermassa, incontinentie,
toenemende onrust, cognitieve achteruitgang
(waarneming, taal- en denkvermogen), sociale
isolatie, depressie …
In az groeninge opteren we daarom om
vrijheidsbeperkende middelen zoveel mogelijk
te vermijden.
Wat zijn vrijheidsbeperkende
middelen?
Vrijheidsbeperkende middelen beperken de
patiënt in meerdere of mindere mate in zijn
bewegingsmogelijkheden en zijn door de
patiënt moeilijk of niet te verwijderen.
Voorbeelden hiervan zijn lendenbinders, polsen enkelbanden, vestjes, aangepaste
voorzettafel, geriatrische stoel, onrusthekkens,
verpleegdekens …
De motieven om die middelen in te zetten zijn
vrijwel overal gelijk:

Vrijheidsbeperkende middelen passen we
enkel toe bij gevaar op fysieke of
psychische schade en wanneer er geen
andere alternatieven zijn, bijvoorbeeld bij
sterke onrust, agressie of wegloopgedrag.

Vrijheidsbeperkende maatregelen
overwegen we ook bij een reëel gevaar op
het onderbreken van levensnoodzakelijke
therapie en wanneer er geen andere
alternatieven zijn, bijvoorbeeld om te
beletten dat de patiënt het infuus of de
blaassonde uittrekt.
Over fixeren bestaan ook heel wat misvattingen.
Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat
fixeren geen goede methode is om vallen bij
65-plussers te voorkomen. Vaak verhoogt het
zelfs de kans op vallen met letsels omdat de
patiënt alles probeert om zichzelf los te maken.
Gelukkig treedt stilaan een grotere
bewustwording op van de mogelijke negatieve
effecten van vrijheidsbeperkende middelen.
Ieder gebruik van een vrijheidsbeperkend
middel dient dan ook oordeelkundig en
weloverwogen te gebeuren.
Onze visie: fixatiearme
zorgverlening
Het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen
vormt een ingrijpende inbreuk op de
autonomie en de waardigheid van een persoon.
Tevens is geen enkel vrijheidsbeperkend
middel volledig zonder ongemak of gevaar
voor de patiënt.
Daarom nemen we in az groeninge maar
vrijheidsbeperkende maatregelen wanneer
strikt noodzakelijk.
Uitgaande van iedere concrete patiënt en
situatie zoeken we eerst naar alternatieven voor
vrijheidsbeperkende middelen.
In sommige situaties is fixeren echter nodig.
In dat geval volgen onze zorgverstrekkers een
protocol “correct gebruik van
vrijheidsbeperkende middelen”:




Het beslissingsproces om tot
vrijheidsbeperkende middelen over te
gaan, is formeel vastgelegd en gebeurt
multidisciplinair met toestemming van de
behandelende arts en in overleg met
patiënt en familie.
Steeds wordt gekozen voor de minst
ingrijpende interventie in functie van de
toestand van de patiënt.
De duur van de vrijheidsbeperkende
middelen wordt tot een absoluut
minimum beperkt door regelmatig na te
gaan of de fixatie nog langer
noodzakelijk is en/of niet leidt tot andere
risico’s.
In overleg met de familie kunnen de
vrijheidsbeperkende middelen
losgemaakt worden tijdens het bezoek.
Misschien kunnen door goede afspraken
tussen familieleden onderling de
bezoekmomenten zodanig gespreid
worden dat het fixeren tot een absoluut
minimum herleid kan worden.
Praat erover
Het is belangrijk om goed te begrijpen
waarom we zijn overgegaan tot fixatie, een
goede communicatie met de zorgverstrekker
is essentieel. Spreek daarom de
verpleegkundige op de afdeling er over aan.
Weet dat fixatie van patiënten heel wat
tegenstrijdige gevoelens opwekt, zowel bij de
patiënt als bij de familie maar ook bij de
zorgverstrekker. Er samen over spreken, helpt
om beter met die gevoelens om te gaan.
Download