Basisondersteuning-Midden-Uitwerking-2014-10

advertisement
Document1
Kwaliteitsaspect
BASISKWALITEIT
Indicator
Toezichtskader
Inspectie
HOOG NIVEAU
De school voert een
VAN
helder beleid op het
ONDERSTEUNING gebied van leerlingenAAN DE BASIS.
ondersteuning
Praktijken
TZK
Zie beschrijving in het Ondersteuningsprofiel van de school.
De school kent en volgt de in het Ondersteuningsplan beschreven
ondersteuningsroute.
De school hanteert een interne ondersteuningsstructuur met duidelijk belegde
taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
De school heeft een effectief Ondersteuningsteam.
Leerlingen
ontwikkelen zich in
een veilige
schoolomgeving
De school beschikt over de volgende beleidsstukken/ protocollen en past deze toe:
I. Ouderbeleid
II. Verzuimbeleid (waaronder schorsings/verwijderingsprotocol)
III. Klachtenprotocol
IV. Pest/gedragsprotocol
V. Protocol voor medische handelingen
VI. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
VII. Veiligheidsplan
VIII. Verwijsindex ivt
IX. Dyslexieprotocol
X. Dyscalculieprotocol
XI. Protocol aangepaste Leerroutes
XII. VVE Protocol (ivt)
TZK (4.2, 4.4, 4.5, 4.7)
Teamleden werken volgens een effectieve pedagogische aanpak om goed gedrag
te bevorderen.
De school hanteert een LOVS waarmee de sociaal-emotionele ontwikkeling van
leerlingen wordt gevolgd.
De school beschikt over een anti-pestprotocol.
1
Verwijzingen
Zie Integraal /
KH / WMK ..
Zie Integraal,
Schoolgids,
Schoolplan of
site
Zie notitie OT
voor inrichting
en werkwijze
Zie Integraal /
KH / WMK ..
Ja
Nee
Document1
De school werkt
handelingsgericht en
opbrengstgericht
De school draagt
leerlingen zorgvuldig
over
PREVENTIEVE
De school monitort de
ONDERSTEUNING ontwikkeling van de
IN DE GROEP
kinderen continu
TZK (9.1, 9.2, 9.3, 9.4, 8.3, 8.4, 9.5, 9.6)
Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van
de kinderen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam.
Alle teamleden communiceren transparant naar collega’s, kinderen en ouders over
het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij
inzichtelijk gemaakt.
Alle teamleden werken en leren in teamverband aan hun handelingsgerichte
vaardigheden.
Schoolbesturen ondersteunen handelings- en opbrengstgericht werken en
stimuleren hun scholen hierin.
De school kan aangeven waarvoor de ondersteuningsmiddelen worden ingezet.
De school evalueert jaarlijks de inzet en opbrengst van de ondersteuning aan
kinderen.
Voor elke (tussentijdse) aanmelding vindt een gesprek met ouders en eventueel
kind plaats. Wederzijdse verwachtingen en rollen worden gedeeld.
Bij alle kinderen vindt overdracht plaats met de voorschoolse voorziening (of de
vorige school) en bij de overgang naar een andere school.
Kinderen met extra ondersteuningsbehoeften worden middels een gesprek
overgedragen. Dit geldt zowel voor de overdracht met voorschoolse voorzieningen
als bij de overgang naar een andere school.
Alle kinderen binnen de school worden middels een gesprek overgedragen bij de
overgang naar een volgende groep of een volgende leerkracht.
Ouders worden actief betrokken bij de schoolkeuze en overgang naar een andere
school. Ouders ontvangen een (digitale) kopie van het onderwijskundig rapport en
het leerlingdossier.
TZK (7.1, 7.2, 7.3, 8.1)
Leerkrachten verkennen en benoemen de sterke kanten, interesses en
onderwijsbehoeften van kinderen o.a. door observatie, kind- en oudergesprekken
en het analyseren van toetsen.
Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de
leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en
daarop af te stemmen.
2
Zie Integraal /
KH / WMK ..
Document1
Ouders (en leerlingen)
zijn nauw betrokken
bij de school en
ondersteuning
Leerkrachten
stemmen het
onderwijs af op
verschillen in
ontwikkeling tussen
kinderen
Leerkrachten kunnen opvoed- en opgroeibehoeften van kinderen signaleren en
ondernemen de nodige stappen.
De school registreert en analyseert verzuim van kinderen.
Voor een leerling die meer ondersteuning nodig heeft dan de basisondersteuning,
stelt de school in overleg met ouders een ontwikkelingsperspectief vast.
De ontwikkelingsperspectieven voldoen aan de wettelijke criteria en omvatten in
elk geval een omschrijving van de te verwachten uitstroombestemming, de
onderbouwing van de verwachte uitstroombestemming en de te bieden
ondersteuning.
Het ontwikkelingsperspectief wordt tenminste een keer per schooljaar met ouders
geëvalueerd.
TZK (4.1)
De school betrekt ouders als ervaringsdeskundige en partner bij de ontwikkeling
van het kind.
Leerkrachten zijn dagelijks beschikbaar voor kortdurende contactmomenten met
ouders.
Leerkrachten en ouders informeren elkaar tijdig en regelmatig (minimaal drie keer
per jaar) over de ontwikkeling van het kind.
In oudergesprekken komen ervaringen, vragen en verwachtingen van ouders met
betrekking tot de ontwikkeling en de ondersteuning van hun kind aan bod.
Leerkrachten betrekken kinderen bij de analyse, formuleren samen doelen en
benutten de ideeën en oplossingen van kinderen.
TZK (5.1, 5.2, 5.3, 6.1, 6.2, 6.3, 6.4)
Leerkrachten stemmen het onderwijs (de aangeboden leerinhouden, instructie,
verwerkingsopdrachten en onderwijstijd) af op de verschillen in ontwikkeling
tussen leerlingen.
Leerkrachten werken met een doelgericht (groeps)plan, tenminste voor de vakken
rekenen, Nederlands en sociaal-emotionele ontwikkeling (waaronder gedrag),
waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, subgroepen en mogelijk een
individuele leerling beschrijven.
Binnen de school is sprake van een positieve grondhouding om leerlingen met
extra onderwijs- of ondersteuningsbehoeften op te vangen. Dit geldt bijvoorbeeld
ten aanzien van de afstemming en differentiatie in het onderwijs, maar ook voor
de fysieke mogelijkheden van het schoolgebouw.
3
Document1
LICHTE
De school signaleert
ONDERSTEUNING vroegtijdig extra
IN DE GROEP
behoeften op het
gebied van onderwijs,
opvoeden en
opgroeien.
De school beschikt
over kennis,
vaardigheden en een
aanbod op het gebied
van (lichte) onderwijsondersteuning
TZK (8.2, 1.4)
De onderwijs-, opvoedings- en opgroeibehoeften en mogelijkheden van het kind,
de groep, de leerkracht, de school en het gezin staan centraal in elke casus.
Leerkrachten observeren de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de
groep, de leerstof en de thuissituatie.
Leerkrachten signaleren (op basis van basiskennis en vaardigheden) vroegtijdig
specifieke ondersteuningsbehoeften bij leerlingen met
- (lichte) ondersteuningsvragen op terreinen als Nederlands en rekenen
(zoals dyslexie en dyscalculie);
- (lichte) ondersteuningsvragen van leerlingen met een meer of minder dan
gemiddelde intelligentie
- (lichte) ondersteuningsvragen op sociaal-emotioneel gebied en
gedragsondersteuning
- (lichte) ondersteuningsvragen op (senso)motorisch en logopedisch gebied
Leerkrachten signaleren (op basis van basiskennis en vaardigheden) vroegtijdig
opgroei- en opvoedproblemen en werken hiertoe samen met
opvoedondersteuners.
Leerkrachten gaan een partnerschap aan met ouders, om zodanig vroegtijdig
specifieke behoeften te signaleren op terreinen als onderwijs, opvoeden en
opgroeien.
Leerkrachten stellen op basis van een handelingsgerichte analyse van de
verzamelde gegevens (observatie, gesprekken, toetsanalyses) vast wat de
specifieke ondersteuningsbehoeften van de leerling zijn op basis van stimulerende
en belemmerende factoren en handelen daar naar.
Leerkrachten stellen op basis van de onderwijsbehoeften van de leerlingen hun
persoonlijke ondersteuningsbehoefte en ontwikkelambitie vast.
TZK (1.4, 8.1, 8.2, 8.3, 8.4)
Alle leerkrachten beschikken over basiskennis en vaardigheden op het gebied van:
(lichte) ondersteuningsvragen op terreinen als Nederlands en rekenen (zoals
dyslexie en dyscalculie) en leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde
intelligentie;
(lichte) ondersteuningsvragen op sociaal-emotioneel gebied en
gedragsondersteuning.
Binnen het team zijn specifieke kennis en vaardigheden aanwezig over:
4
Document1
-
ondersteuningsvragen op terreinen als taal, lezen, rekenen (zoals dyslexie
en dyscalculie) en leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde
intelligentie;
- (lichte) ondersteuningsvragen op sociaal-emotioneel gebied en
gedragsondersteuning;
- (lichte) ondersteuningsvragen rondom medische ondersteuning en
(senso)motorisch en logopedisch gebied.
De school heeft een kwalitatief ondersteuningsaanbod bij ondersteuningsvragen
op het gebied van:
- (lichte) ondersteuningsvragen op terreinen als Nederlands en rekenen
(zoals dyslexie en dyscalculie) en leerlingen met een meer of minder dan
gemiddelde intelligentie;
- (lichte) ondersteuningsvragen op sociaal-emotioneel gebied en
gedragsondersteuning;
- (lichte) ondersteuningsvragen rondom medische ondersteuning en
(senso)motorisch en logopedisch gebied.
De leerkracht beschikt over organisatorische competenties voor de begeleiding
van leerlingen met specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften.
De leerkracht beschikt over pedagogische competenties voor de begeleiding van
leerlingen met specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften.
Op school kan tegemoet gekomen worden aan specifieke onderwijsbehoeften van
leerlingen met:
- een ontwikkelingsperspectief
- een IQ rond 80 à 85 enerzijds en 130 à 140 anderzijds en/of een
disharmonisch intelligentieprofiel
- (enkelvoudige) leerproblemen
- een vertraagde lees- taalontwikkeling
- dyslexie, die conform het dyslexieprotocol op school begeleid kunnen
worden
- een vertraagde rekenontwikkeling
- dyscalculie, die conform het dyscalculieprotocol op school begeleid
kunnen worden
5
Document1
-
EXTERNE
De school werkt
ONDERSTEUNING samen met relevante
partners in en om de
school
EXTRA
De school vraagt extra
ONDERSTEUNING ondersteuning aan in
de vorm van
arrangementen
(enkelvoudige) gedragsproblemen, zoals: aandachts- en
concentratieproblemen, hyperactiviteit, werkhoudingsproblemen,
onderprestatie en verminderde taakgerichtheid
- (enkelvoudige) sociaal-emotionele problemen, zoals: faalangst,
verminderde weerbaarheid, beperkingen in sociale vaardigheden,
beperkingen in de communicatieve vaardigheden (waaronder interactie)
- een afwijkende motoriek. Kenmerken: slecht handschrift, houterigheid,
onhandigheid, slechte sportprestaties, verminderde oriëntatie in de
ruimte.
TZK (8.5)
De school weet waar informatie en advies rondom opvoeden en opgroeien
beschikbaar is en maakt hier indien nodig gebruik van.
De schakelfunctionaris / opvoedondersteuner / SMW-er is voor de school een
belangrijke partner voor advies en samenwerking op het gebied van opvoeden en
opgroeien.
De schakelfunctionaris / opvoedondersteuner / SMW-er is voor de school een
belangrijke partner voor advies en samenwerking bij specifieke
ondersteuningsbehoeften binnen het onderwijs.
De school weet welke expertise op andere scholen binnen het
samenwerkingsverband beschikbaar is en maakt hier indien nodig gebruik van.
De school meldt verzuim van kinderen conform regionale afspraken bij de
leerplichtambtenaar.
Als de school langdurig of frequent ziekteverzuim signaleert voert deze altijd een
gesprek met ouders. Indien nodig, volgt bespreking in het ondersteuningsteam.
De school verwijst in haar schoolgids en website tenminste naar het swv Berséba,
de samenwerking met externe deskundigen en de verwijsindex.
De school weet wat nodig is om een licht, medium of intensief arrangement aan te
vragen bij Het Loket van het samenwerkingsverband.
6
Documenten
Het Loket
Download