Hoofdstuk 10 : Van DNA tot eiwit De code van het leven Het centraal dogma replicatie informatie DNA transcriptie boodschapper RNA Translatie (vertaling) functie eiwit De genetische code Eiwit DNA Nucleotidesequentie 4 letters GENETISCHE CODE RNA en ribosomen Aminozuursequentie 20 aminozuren • 1 nucleotide voor 1 aminozuur? Maar vier codes = te weinig! • 2 nucleotiden voor 1 aminozuur? 42 = 16 codes = te weinig! • 3 nucleotiden voor 1 aminozuur? 43 = 64 codes = genoeg (teveel) De genetische code Eiwt DNA Nucleotidesequentie GENETISCHE CODE 4 letters Aminozuursequentie 20 aminozuren • Het DNA-alfabet van 4 letters vormt drieletterige woorden (=tripletten) • Elk woord (triplet) zal door de ribosomen vertaald worden in 1 AZ – Vb: AAA staat voor het aminozuur phenylalanine GCC staat voor het aminozuur glycine …… • Elk AZ heeft meerdere woorden (tripletten) die ervoor coderen (de genetische code is degeneratief) – Vb: Er zijn twee woorden voor serine (ACT en GCT) Andere hebben er zelfs zes (vb.: leucine) De genetische code Eiwt DNA Nucleotidesequentie GENETISCHE CODE 4 letters Aminozuursequentie 20 aminozuren • Een triplet op het DNA = codogen • Slechts 2 % van het DNA codeert voor eiwitten Functie van de rest: ???? • De genetische code is: – Universeel – Degeneratief – Ongelooflijk eenvoudig De genetische code • 1 startcodon • 3 stopcodons Zie ook: http://www.digischool.nl/bioplek/animaties/moleculaire_genetica/gencode.html DNA-transcriptie • DNA messenger RNA (mRNA) • RNA: – Ribose ipv Deoxyribose – Uracyl ipv Thymine • RNA-polymerase: – Bouwt RNA op basis van DNA • Op basis van complementariteitsregels • 5’ 3’ – Start? – Controle? – Meerdere RNA-polymerase kunnen tegelijkertijd één gen kopiëren • Triplet op RNA = codon • mRNA cytosol langs de kernporiën DNA-transcriptie 3’ 5’ 3’ 5’ 3’ 5’ Translatie • De werkpaarden van de translatie: 1. Het ribosoom: – – Bestaat uit een groot deel en een klein deel Opgebouwd uit eiwit en RNA (rRNA) Translatie • De werkpaarden van de translatie: 1. 2. Het ribosoom Het t-RNA: – – – Vertaalt nucleotide-code in het gepaste eiwit Voor elk codon is er een apart t-RNA Klaverbladstructuur met: – – Bindingsplaats voor AZ Anticodon: complementair aan het codon van het AZ dat aan dit tRNA hangt Translatie • De werkpaarden van de translatie: 1. 2. 3. Het ribosoom Het t-RNA Aminoacyl-tRNA-synthetasen – Koppelen het juiste AZ aan het juiste tRNA Translatie • Het proces: 1. 2. Klein stuk van ribosoom + start tRNA gaan op zoek naar startcodon (AUG) Bij startcodon: koppeling groot en klein stuk van ribosoom – Ribosoom heeft twee plaatsen: – – – 1 P-plaats: van proteïne A-plaats: van aminozuur Start tRNA zit nu in P-plaats 2 Translatie • 3 Het proces: 3. 4. 5. 6. Het correcte tRNA nestelt zich in de A-plaats De peptide-binding wordt gevormd Het tRNA uit de P-plaats gaat weg, de groeiende eiwitketen zit nu op het tRNA in de A-plaats Het ribosoom verschuift 3 nucleotiden naar de 3’ kant – – 7. Het t-RNA met de groeiende eiwitketen zit nu in de P-plaats De A-plaats is nu terug vrij Het proces wordt herhaald tot in de A-plaats een stopcodon verschijnt 4 5 6 Translatie • Het proces: 8. Als er een stopcodon verschijnt in de A-plaats stopt de translatie 9. De eiwitketen wordt losgekoppeld van het tRNA en 10. Het groot en klein stuk van het ribosoom lossen ook het mRNA 9 8 10 Translatie • Zie ook: http://www.digischool.nl/bioplek/animaties/moleculaire _genetica/transcriptie.html – Hier vind je een animatie van het hele transcriptie- en translatieproces Eiwitstructuur • Primair: opeenvolging van de AZ • Secundair: α-helix en β-plaat • Tertiair: gehele 3D-structuur van het eiwit • Quaternair: verschillende tertiaire structuren (ewitketens) samen