EMBRYO'S MAKEN DEPLANT doorprof.dr. SaccodeVries Inaugureleredeuitgesproken op3juni 1999. Landbouwuniversiteit. EMBRYO'S MAKEN DE PLANT Meneer deRector Magnificus, damesen heren, Planten beginnen hun leven alsembryo.Tijdens de embryogeneseontwikkelt zichuit een enkelecel,de bevruchte eicel,eenplantenembryo dat uiteindelijk bestaat uiteen groot aantal cellen. Dezecellen worden gerangschikt volgenseen bepaald patroon, datkarakteristiekisvoorhettypeplant. Het vakgebied datzich bezig houdt metde vraag hoeeenindividu zich ontwikkelt uiteen enkelecelisdeontwikkelingsbiologie endit is het aandachtsgebied van de leerstoelgroep Moleculaire Biologie. Vanuit wetenschappelijk oogpunt isdevorming van het plantenembryo een zeerboeiend proces.Niet inhet minst omdat in planten de mogelijkheid bestaat omhet gehele proces vanembryogeneseooktelaten beginnen van een andereceldan debevruchte eicel. Passend inde traditievaneenondernemendeenopdepraktijk gerichte universiteit alsdeonze isdewetenschappelijke interesse niet deenigereden dat wij aanplantenembryo'swerken. Erbestaan een groot aantal toepassingen vanplantenembryo's, zoals vermeerdering vanplanten, alsmiddel omveredelingsprogramma'steversnellenenalsvoedingsmiddel.Daarmee ishetplantenembryo niet alleen een pijier vande Kenniseenheid Plant, maar als het ware 'corebusiness' van het geheleWageningen Universiteit en Research centrum. Onderzoek naar deembryogenèse van hogere planten. Plantenembryo'szijn normaal gesproken niet met het bloteoog zichtbaar omdat zeontstaan in het binnenste vaneen bloem,en wanneer zeontwikkeld zijn, keurig ingepakt en ingedroogd in een zaad verspreid worden door wind,waterof dier. Plantenembryo's leveren indirect een grotebijdrage aan onzevoeding.Inveel levensmiddelen zoalsrijst,mais enallegranenbestaatheteetbaregedeelteuitendosperm endit ishet reservevoedsel dat het plantenembryo mee krijgt in hetzaad. Inandere gevallen, zoalsbij peulvruchten bestaat heteetbare gedeelte zelfs uit het embryo zelf, aldan niet incombinatie met het zaaden degehelepeul. Plantenembryo's maken tijdens hunontwikkeling voor heteerst in hetnieuwe leven van eenplanttweebelangrijke groepen van cellen,hetprimaire wortel-en scheutmeristeem.Uitdeze meristemen ontwikkelen zichlater alleorganen vaneen volwassen plant, inclusief debloemen.Mogelijk later aante leggen organen zoals bijvoorbeeld zijtakken of knollen worden gemaakt met behulp van secundaire meristemen. Dit betekent datplanten het vermogen behouden ommeristemen temaken,endatdit niet alleen gebeurt in hetembryo.Primaire meristemen moeten dusniet alleen in staat zijn omnauwkeurig alle organen van eenplant te vormen, zemoeten datook zoals bijvoorbeeld bijbomen,eeuwenlang op dezelfde wijze blijven doen.Als nuhet primaire meristeem inhet embryo niet goed wordt aangelegd, dan kan dit ernstige gevolgen hebben voor het functioneren vandeplant gedurende degehele levenscyclus. Nogmaar vrij recent zijn deeerste series genen geidentificeerd die betrokken zijn bij het aanleggen van demeristemen in hetembryo. Plantenembryo's kunnen ook worden gemaakt uitgaande vananderecellendandebevruchteeicel.Integenstelling totdieren,kunnen somatische,of gewone lichaamscellen vanplanten ook uitstekend embryo's vormen. Deze somatische embryo's zijn in principe hetzelfde als denormale plantenembryo's enkunnen ook keurigtot volwassen planten uitgroeien. Hieropiseen bloeiende bedrijfstak gebaseerd die zichbezig houdt metdevermeerdering,oftewel hetklonen vanplanten volgensde zogenaamde reageerbuismethode. Het zalunadezekorteopsomming niet meer verbazen dat plantenembryo's sterk in debelangstelling staan als onderzoeksobject bij deLandbouwuniversiteit enhet DLO.Dit heeft ermedevoor gezorgd dat Wageningen een grotenaam heeft ophet gebied van de reproductie van planten. Ikwil ueerst laten zien hoehetplantenembryo gevormd wordttijdens denonnaleontwikkeling, en als illustratie gebruik ikdaarvoor de 'modelplant'Arabidopsis thalianaof zandraket.Vanwegedebeperkte grootte van het genoom (het erfelijk materiaal,DNA,zoals datbij eukaryoten in dekern ligt georganiseerd), dekortegeneratietijd, bevruchting door middel van zelfbestuiving en uitgebreidecollecties mutanten isArabidopsis het modelorganismebij uitstek geworden van ontwikkelingsbiologen.Wereldwijd vindt zeerveel onderzoek plaatsaan Arabidopsis, zodat mendebeschikking heeft over heel veel onderzoeksmethoden. Zobestaan er wereldwijd grotecollecties van mutanten en wordt het steedseenvoudiger om vaneen interessant mutant fenotype te komen tot het gen datbij hetfenotype hoort. Zygotische embryogenèse: Gametogeneseen bevruchting. Hetzygotische embryodankt denaam aan het woord zygote,dat isafgeleid van hetGriekse 'zugos'of 'zugon' hetgeen 'verbinding'of 'juk' betekent.De zygoteontstaat nadat defusie van dekern van deeicel endie van de spermacelcompleet is.Uit de zygote wordt vervolgens het embryo gevormd.Alvorens over hetembryo zelf te spreken wil ikukortinleiden inde ontstaansgeschiedenis vandeeicel. Devrouwelijke gametofyt of deembryozak bestaatin Arabidopsis uit 8haploide cellen1.Een daarvan isde eicel,geflankeerd doortweeanderecellen,deSynergiden, dekern vandecentralecelen drieantipodale cellen. Omdeze structuur heenbevinden zicheen aantal lagen weefsel, waaronder debinnenste en debuitenste integumenten.Deze lagen zullen latergezamenlijk dezaadhuid gaan vormen (Figuur 1). chaiazalpole antipodalcells embryosac centralcell polarnuclei synergids eggcell integuments micropytarpole Figuur1 Schematische voorstelling van deembryozak in Arabidopsis thaliana ophetmoment van de bevruchting. InArabidopsisbevindtzichdeembryozakmetdaaromheendeintegumentenenuiteindelijk dezaadhuid ineen hauw.Dezehauwisheteindresultaat vandeontwikkeling vandestamperindebloem. Stuifmeel datlandtopdestempel,vormtnaontkiemen eenpollenbuisdiedestijl ingroeitenuiteindelijk zijnweg vindtnaardeonderkantvanhetovulum,daarinbinnendringtviadezogenaamdemicropilaireopeningenzich vervolgenseenwegbaantdooreenvandeSynergiden. Uitdetopvandepollenbuiskomenervervolgenstwee spermacellen vrij. Integenstellingtotdieren,vindterbij plantendannieteenenkele,maareendubbelebevruchting plaats.Eénspermacelfuseert metdeeicel,omdezygote tevormen,eneentweedespermacelfuseert metdecentralecelkern.Decentralecelvormtuiteindelijk eenmultinucleairendosperm.Dezygotevormtuiteindelijk het embryo.InArabidopsisontwikkelen zichhetendosperm enhetembryominofmeergelijktijdig, zijhetdatde delingen inhetendosperm vaakietsvoorlopenopdievan hetembryo.Invergelijking metandereplanteniserin Arabidopsisweinigendospermenalshetembryovolwassenisgeworden lijkt hetvolledigverdwenen. Zygotischeembryogenèse:hetembryo. Enigeurennadebevruchtingbegintdezygotezichinde lengtetestrekken.Deeerstezygotischedelingresulteert danineenbasalecel,aandeonderzijde eneenapicalecel, aandebovenzijde.Ditisheteerstezichtbaretekenvande apicaal-basalepolariteit,dieuiteindelijk zalbepalenwaar zichdewortelenwaarzichdestengel zalontwikkelen.De basaleceldeeltzicheenaantalmalenindwarserichting, omeenlangerestructuurteverkrijgen dieuiteindelijk de suspensorwordt.Debovensteceldeeltzicheersttwee- maalindelengterichtingeneenmaaldwars,omhetzogenaamdeoctantof8-celligstadiumtebereiken.Behalveeen gedeeltevandeuiteindelijke wortel,dievandebovenste celvandesupensorafkomstig is,wordthetgehelevolwassenembryogevormduitdenakomelingen vandebovenste cel.Nahetoctantstadiumwordtviaeenbijzondere richtingindevolgendedelinghetzestien-celiigstadium bereikt.Nuhebbenzichvoorheteerstachtcellengevormd dienietmeerincontactzijn metdeoppervlakte,endaarmeeisheteerstezichtbaretekenvanhetradialepatroon vastgelegd.Hiernawordthetdelingspatroon watingewikkelderenonstaanmiddeninhetembryodeeerstevoorlopersvanhettransportweefsel, zodatnuhetradialepatroon uitdrieelementen,deepidermis,fp*ond-weefsel entransportweefsel bestaat.Hetapicaal-basalepatroonontwikkelt zichtegelijkertijd, enlangzamerhand beginnenzichde onderdelen vanhethypocotyl,hetwortelmeristeem,de voorlopersvanhetscheutmeristeem endetweekiemblaadjestevormen.Ditzietmeninhetzogenoemdehartstadium vandeembryogenese.Verdereontwikkelinginhettorpedostadiumleverteenstructuuropdieeralbehoorlijk als eenkiemplantje uitziet,enopditmomentzijndanookde meesteonderdelenvandeplantinaanlegklaar2(Figuur2). ü Ptmoamm & Gfound ttaaue L*vascular tissue cot Figuur 2Schematische voorstelling vande ontwikkeling van hetArabidopsis embryo. Veelvandekennisoverdeontwikkeling vanhet embryo isafkomstig van debestudering van mutanten die storingen hebben opgelopen inbijvoorbeeld deaanleg vaneen gedeelte van hetembryo3.Dergelijke mutanten worden vaak genoemd naar datgene wat zeniet meer maken,zoals in hetgeval vandestmof 'shootmeristernless' mutatie4.In deze mutant wordt geen scheutmeristeem meergemaakt, enditbetekent dat het gendatin deze mutant beschadigd isgeraakt ernormaal voor zorgt daterzichwel een scheutmeristeem ontwikkelt. Het STMgen blijkt tecoderen vooreen transcriptiefactor, behorende toteen groepvaneiwitten diebepalen welke gedeeltes van hetDNAgebruikt worden en welke niet. Hiermee is hetSTMgen eenvan deregelgenen voorde aanleg van het scheutmeristeem. Erzijn echter meer genenbetrokken bijbijvoorbeeld het aanleggen vanhet scheutmeristeem. Tweeanderegenen zijn interessant omdat een ervan, wuschet5,net alshetSTMgen betrokken isbij deaanleg van alle scheutmeristemen, terwijl een andergen,zwille,alleen betrokken isbij deeerste keerdat het scheutmeristeem wordt aangelegd inhet embryo.Het bestaan van dezemutatie laat zien dater een embryo-specifieke ontwikkelingsvariant bestaat van het scheutmeristeem6. Opdezewijze zijn nu een aantal genen geisoleerd die betrokken zijn bij deaanleg en devorming van het scheutmeristeem. Zoheeft een anderegroep vangenen juist eentegenovergesteld effect opdeaanleg van het scheutmeristeem, in diezin dat er 'teveel' van wordt gemaakt. Een van diemutanten,clavatal1 genoemd heeft een scheutmeristeem dat veel meer delende cellen bevat dan normaal Dit verschijnsel ziet men ook inde primordiatimingofpt mutant. Degevolgen hiervan zijn datervele vertakkingen ontstaan enveel meer scheuten gevormd worden.Het CLAVATAl gen isdus normaal betrokkenjuist bij hetonderdrukken van de celdelingen in het meristeem, encodeert voor een receptorkinase, behorend tot een groepvan eiwitten diebetrokken is bij het opvangen en omzetten van signalen. In dit geval dus een signaal dat deceldeling afremt. Zoontstaat ereenbeeld dat het scheutmeristeem dynamisch in stand wordt gehouden door de snelheid van celdeling teregelen maarook de snelheid waarmee de cellen verdwijnen uit het meristeem endifferentieren tot bijvoorbeeld blad.Dezecontrole lijkt vooreen groot gedeelteplaatstevinden vanuit deomringende reeds aanwezige weefsels. Ditbetekent ook dat deeerstekeer dat alleweefsels worden aangelegd inhetembryo,dit nogzonderde aanwezigheid van een meristeem gebeurt. Kennelijk wordter eerst een soort 'voorbeeld' patroon gemaakt,zodathetmeristeem vanuitditpatroondejuiste signalen kan krijgen. Een benadering diein onzegroepisgevolgd maakthet mogelijk omnaarontwikkelende patronen tekijken die je eigenlijk niet kunt zien ingewonedoorsneden.De techniekdiehiervoorwordtgebruiktlaathetaanschakelen van genen zien metbehulp vaneen merker, inditgeval eenblauwe kleur9. Opdezemanierkunnen we bekijken wat ervooropdelingen gemaakt worden in hetbegin van deembryogenese.Een van deze merkers geeft aan dat alzeer vroeg decellen indebovenste helft van het embryo anders worden dandiein het onderste gedeelte. Door middel vaneen kruising tussen een plant metdeze merkeren eenplant meteen mutatie inde aanleg van het scheutmeristeem iste volgen of erbijvoorbeeld meer of minder scheutmeristeemcellen aanwezig zijn. Dit 8 soort experimenten kan helpen omhet effect vaneen bepaalde mutatie nader te verklaren. Ik hoopdat uaan de hand van deze voorbeelden nueen beeld heeft van het soort vragen dat gesteld wordt bij hetbestuderen van dezygotische embryogeneseenhet soort antwoorden dat menkan krijgen uit de studievan mutanten enmerkers. Somatische embryogenèse. Embryo's kunnen inplanten ook gevormd worden zonderbevruchting engeheel in vitro vanuit gekweekte plantencellen. Ditbetekent dat het heleprocesvan gametogenese waarover ik ueerder vertelde,of niet per sénodig is voordeontwikkeling van hetembryo zelf,of dater anderecellen zijn diedefunctie ervan kunnen overnemen. Ditis een belangrijke vraag omtebeantwoorden,omdat hetkan helpen antwoord tegeven op vragen die verband houden metdeoorsprong van het plantenembryo. Dezogenoemde somatische embryogenesewordt inde praktijk gebruiktdoorstukjes vaneenvolwassenplantenonderdeelnabehandelingmethetplantenhormoon auxine cellen kunnen maken dieembryogeen zijn geworden. Ditbetekent dat zenavrij eenvoudige behandelingen in staat zijn omopnieuw een volledig embryote vormen10. Anders dan tijdens dezygotische embryogenese,dieper definitie start vanaf dezygote,ishet inde somatische embryogeneseveel moeilijker om te voorspellen welke cel uiteindelijk hetembryo zal vormen. Reeds inde jaren zestig was vastgesteld dat er ineen kweek van plantencellen enkele cellen aanwezig zijn, die het vermogen hebben om een embryote maken11. Dit waseen waarneming, diedevraag opriepof ergenen te vinden zijn diegebruikt worden indergelijke enkelecellenom embryo's te maken?Werk van onze groepheeft laten ziendat dit zois,eneen van deze genen codeert voor een eiwit, SERK (Somatische Embryogenese Receptor Kinase),genoemd enbehorende tot dezelfde groepvan eiwitten diebetrokken isbij het opvangen en verwerken van signalen zoals besproken bij het aanleggen vanhet scheutmeristeem. Voorwatbetreft SERK isalsvolgt bewezen dat het gen voorkomt injuist dieenkele cellen dieembryo's kunnen maken.De meeste genen bestaan uiteen stuk dat deinformatie bevat voor heteiwit dat door het gen gecodeert wordt en daarvoor een seriecontroleelementen dieervoor zorgen dat heteiwit ophet juiste tijdstip, in dejuiste cel en onder dejuiste condities gemaakt wordt. Deze elementen worden in demeest eenvoudige vorm samen depromoter genoemd.Wanneer wenu het SERK eiwit, dat weniet zondermeer kunnen zien, vervangen door een eiwit dat normaal gemaakt wordt doorvuurvliegjes, het luciferase, isde verwachtingdat de SERK promoter ervoor zorgt dat luciferase gemaakt wordt ophetzelfde moment enin hetzelfde celtype alshet SERK eiwit.Opdeze manier zijn planten gemaakt dielicht geven.Wanneer van die planten nu een celkweek gemaakt wordt, isdeverwachting dater ook enkele cellen zullen zijn die licht geven.Dat isook zo,entoen wedieenkelecellen volgden in hun ontwikkeling,bleek dat alleen de lichtgevende cellen embryo's konden maken12 (Figuur3). 10 lucifers»« day1 day1 day2 day3 day6 day9 6' é day13 *» Figuur3 Ontwikkeling van een SERKpromoter-luciferase bevattendecel toteen somatische embryo. Een tweede vraag luidde of hetproces van somatische embryogenesecel-autonoom is,m.a.w. of een enkele geisoleerde celeenembryo kan vormen zonder deaanwezigheid van andere cellen of deproducten vandeze cellen. Deze vraag isvoor watbetreft embryogenese vanuit enkele cellen nogniet rechtsstreeks beantwoord, maareen van demeest elegante experimenten opdit gebied is gedaan doordegroepvan Koop13,diemet behulp vaneen enkel-celskweek systeem vaststelde,dat alleen wanneer een tweede,niet delende cel aanwezig was,deeerstecelkondelen.Zoontstaat hetbeeld van een suspensiecultuur diebestaat uit een groot aantal verschillende en elkaar wederzijds beïnvloedende cellen waartussen continu communicatie plaatsheeft, (figuur 4) 11 Single-andtwo-cell culture experiment 'medium conditioning' C> isolate active factors Spangentergetal.1985 Figuur 4 Hetexperiment van Spangenberg etal.(1985)datde communicatie aantoont tussen plantenceilen. Opbasis vandezeeneen groot aantal anderewaarnemingen isduidelijk geworden datookde ontwikkeling vanplantenembryo's in weefselkweek afhankelijk isvan stoffen dieworden uitgescheiden door andereplantenceilen.Eenhoofdmoot vanonsonderzoeknaarsomatische embryogeneseis hetopzetten vantestsytemen omte kunnen vaststellen wat deze stoffen zijn. Intweevan dergelijke systemen blijkt dat zichbepaaldeeiwitten in hetkweekmedium bevinden diedejuiste ontwikkeling van hetembryo,maarook devorming van embryogene cellen bevorderen. Metbehulp van een cellijn gemaakt doordegroepvanTerzi in Italie,iseen van degevonden eiwitten geïdentificeerd alseen chitinase14.Ditenzym knipt debinding tussen twee suikers,N-acetylglucosa- 12 minedoor.Het verbazende van deze ontdekking wasdat het veronderstelde natuurlijke substraat van chitinases, chitine,alleen aanwezig is indecelwand van bepaalde schimmels endieren meteen exoskelet zoals bijvoorbeeld kreeften. Ineerste instantie leek dezoektocht naar de natuurlijke plantensubstraten van ditenzym een moeizame onderneming, maarerblijkt toch in ieder geval een kandidaat voor zo'n chitinase substraat te vinden tezijn. Dezekandidaat iseen ander eiwit dat behoort tot degroepvan uitgescheiden eiwitten meteen stimulerende activiteit opdeembryogenese,dearabinogalactan proteinen ofAGPs.Zoontwikkelde zicheen modelwaarbij iniedergevaltweeuitgescheiden eiwitten, hetchitinase en hetAGP,opdeeen of andere manier betrokken zijn bij hetproces van somatische embryogenese.Doortekijken waardeAGPs zichbevinden lijkt heteropdatzegemaakt worden doorcellen dienietzelf embryo's maken.Dit zou dus mooi passen inons model waarbij anderecellen betrokken zijn bij het maken van embryo's in weefselkweek. Devraag isnu of dergelijke helpercellen dan ook aanwezig zijn tijdens dezygotische embryogenese.Wij hebben dit naderonderzocht doornaar zowel hetAGP als het chitinase tekijken inontwikkelende zadenen vonden inderdaad datbeideeiwitten zichindeonmiddellijke omgeving van het embryo bevonden. Dit versterkteweerhetideedatveelvandefuncties diegebruikt worden bij denormale zygotische embryogeneseook gebruikt worden bij de somatische embryogeneseen andersom15. Moleculaire genetica in de somatische embryogenèse. Hoewel hetoverwegend biochemisch en celbiologisch 13 getinte onderzoek ons veel heeft opgeleverd, bleek gaandeweg dat debeperkingen van het werken met systemen voor somatische embryogenesewaarbij geen genetica mogelijk iseen groot nadeel is.Ditbracht onsertoeom een systeem voor somatische embryogeneseopte zetten incultures vanArabidopsis,want indezeplant is,zoals ikeerder vertelde degenetica zeer sterk ontwikkeld16. Dit wasineerste instantie gebaseerd opmutanten met een hoog regeneratievermogen, maaris nuook mogelijk in wild-types.Een vandetoekomstige elementen waar wij aandacht aangaan besteden betreft devraag hoeveel genen erbetrokken zijn bij het vermogen om somatische embryo'ste maken endieeen cel kunnen instrueren dat zenu niet meer behoren tot een bladof stengel,maar zich moeten voorbereiden opeen toekomst alsnieuw embryo. Vooralsnog lijkt heteropdatereen aantalgenen is waardoor het vermogen tot het maken van somatische embryo's onderdrukt wordt. Planten waarbij dezegenen zijn uitgeschakeld makenjuist meerembryo's, maar dezeplanten hebben vaak ook andere afwijkingen die eropduiden datdecontroleophet uitvoeren vanceldelingen inbijvoorbeeld het scheutmeristeem verstoord is geraakt.Zoblijken verrassed genoeg zowel dept alsde clavatal mutanten ook heel goed in staat om somatische embryo's duseen meer afgeleid effect16. Mogelijk zijn ernog veel meer vandergelijke genen,diein de normalesituatie dusbetrokken zijn bij het voorkómen van somatische embryogenese.Dit lijkt een voorbeeld van een negatief regulatiemodel, dat ook wordt gebruikt bij decontrolevanceldeling,hoewelookdaarde werkelijke situatie veel complexer is.Zokunt uzich voorstellen dat somatische embryogenesespontaan begint alserbepaal- 14 deremmende factoren worden verwijderd, maar hetzou ook goed kunnen dat dit slechtsdeeerste fase is,endat daarna in zulke 'vrijgemaakte' of competente cellen pas gericht een embryogeneseprogramma kan worden aangezet. Natuurlijke niet-zygotischeembryogenèseof apomixieen competentie voor embryogenese. Hetblijkt datin een aantal plantensoorten zaden met daarin normale levensvatbare embryo's worden gevormd zonderbevruchting. Omdat dezeembryo's van somatisch weefsel van deouderplant afkomstig moeten zijn, is hun genetische samenstelling exact gelijk aandievan demoederplant17. Dezeapomictische embryo'svertegenwoordigen een vorm van 'natuurlijk' klonen dievan groot belang isvoor deveredelingsindustrie. Apomixie zou, wanneer het geinduceerdkan worden in cultuurgewassen, een grotebijdrage kunnen leveren aan he bijvoorbeeld snel kunnen introduceren vanrassen met betere eigenschappen en het versneld kunnen inspelen opveranderde vragen uit demarkt. Erbestaan verschillende vormen van apomixie,diegekenmerkt worden door storingen indeméiose,zodat diploide gameten ontstaan. Deze gameten hebben geen bevruchting nodig omeen embryo tevormen, zedoen dat spontaan. Niet alleen degameten, somskunnen ook cellen van het omringende matemale weefsel geinduceerd worden om een embryote maken,diedan het normale zygotische embryo verdringt of wegcompeteert. Inaldeze gevallen blijken erdus behalve deeicel andere cellen tezijn die het maken vaneen embryo kunnen overnemen. Inde meeste van dezecellen komt heteerder genoemde SERKgen tot expressie,en hetblijkt dat ook in sitiu- 15 atieswaar natuurlijke apomixie optreedt de voorlopercellen van deapomictischeembryo's dit gentotexpressiebrengen. Ditondersteunt hetbeeld dat zo langzamerhand van dit gen isgevormd, dat hetdecompetentie van cellen aangeeft omeen embryo te vormen. Arabidopsis als modelsysteem:opweg naar het virtuele plantenembryo. Erdoen zich met hetgebruik vanArabidopsis als modelsysteem geheel nieuwe mogelijkheden voorom het proces van embryogenesete lerenbegrijpen. Het Arabidopsis genoom is meteen geschatte groottevan 120.000.000baseparen aan DNAongeveer een/dertigste van dat van demens.Deexacte basenvolgorde hiervan zal volgendjaar beschikbaar komen. Hetmoge duidelijk zijn dat hetomgaan metdeze informatie slechtskan plaatsvinden metbehulp vangeavanceerde volledig gecomputeriseerde gegevensbestanden. Dit brengt met zichmeedat intoenemende matedeze informatie uitsluitend nog in silico' aanwezig isenniet meer in bijvoorbeeld papieren vorm.Naar schatting zullen zichin hetArabidopsisgenoomongeveer25.0(H)genenbevinden, waarvan defunctie maar voor slechtseen gedeelte bekend zal zijn. Een vandemethoden die mennu toepast omer achterte komenwelkegenenbetrokken zijn bijeenbepaaldproces isommetbehulp van zogenoemde DNAmicroarrays,of DNAchips naarhet aan-en uitzetten van allegenenin een genoom tegelijk tekijken. Zo heeft een relatief simpel experiment waarbij gistcellen gekweekt werden inrijken in arm medium een indruk gegeven vande reactie van het gehele gist genoom (zo'n 6000genen)op een dergelijke behandeling,terwijl wij tot nutoe 16 gewend waren aanexperimenten met slechts enkeleof hooguittientallen genen tegelijk. Hierdoor kon men bepaalde metabolische routes volledig inkaart brengen, niet alleen deenzymen die vooreenbepaalde omzetting zorgen, maarookallecontrolegenen diezo'n routeaan of uit zetten. Wijhebben zelfonlangseeneersteDNAarrayexperiment uitgevoerd om naar het aanen uitzetten van 12.000 genen,ofongeveer de helft van hetArabidopsis genoom tekijken tijdens devorming van embryogene cellen in Arabidopsis. Met 11.400gebeurde niets,200werden er uitgezet en400andere aangezet tijdens deembryoinductie.Deidentiteit van aldezegenen isdirect bekend enkan viainternet meteen muisbeweging wordenopgezocht enindien gewenst direct on linebesteld omde echteversiethuisgestuurdtekrijgen.Eengrootprobleem opdit moment isdat wij nog nietbeschikken overgoede verwerkingssystemen omdergelijke grote hoeveelheden datatekunnen hanteren enteinterpreteren. Daarvoor is deontwikkeling van een nieuw terrein alsde bioinformaticanodig,waarin meneen steeds verdergaandeintegratie vanbiologische gegevens opgeslagen ininteractievedatabasesverwacht,omhethoofd tekunnenbieden aan deovermaat aan informatie dieernu geproduceerd wordt. Medeopgrond vandergelijke studies maakt menal computersimulaties van hele signaaltransductieroutes en biochemische pathways.Erbestaat sinds kort zelfs een gesimuleerde hypothetische minicel van 127genen die keurig "leeft' van glucose,energie genereert, eiwitten maakt en afvalstoffen uitscheidt. Men kan via Internet DNAchipexperimenten18 enbiochemische simulaties19 geheel in silico uitvoeren20. 17 Hetisteverwachten dat over niet alte langetijd de eerstegeheel virtueleceldeling zal plaatsvinden. Uiteindelijk kunnen dezeontwikkelingen ertoe leiden daternaast het zygotische en het somatische embryo ook het virtueleArabidopsis embryo komt. In eerste instantie moet zo'n virtueel embryo hetnatuurlijk nog hebben vaneen wiskundige nabootsing vanderegelmatige ontwikkelingspatronen in een echt embryo,maar uiteindelijk zullen intoenemende matedegenen ende ervoorcoderende eiwitten kunnen worden ingevuld die deze ontwikkelingspatronen sturen. Hoewel dit nogeen eind weg is,ishet aardig om aleens nakunnen denken overdemogelijkheden hiervan.Voorspeld zou dankunnen worden watergebeurt wanneerbepaalde groepen van genen uitgezet of ophet verkeerde moment weer aangezetwordenenwelkedelingenbijvoorbeeld cruciaal zijn en welkeniet.Ook hetinterpreteren van bestaande en nieuwe mutante embryofenotypes wordt mogelijk. Onmogelijk? Auto's en vliegtuigen worden nu al reeds vooreen flink gedeelte eerst virtueel gebouwd en getest, voordat ereen eersteechtemodel gemaakt wordt. De denk niet dat iemand dat hadvoorzien ophet moment dateen flink gedeelte van het huidigewagenpark nogop detekentafel stond. Eenbiologisch systeem is natuurlijk aanmerkelijk gecompliceerder enbevat veel meer verschillende onderdelen die metelkaar communiceren. Toch ishet aantal morfologische beslissingen dieeen cel kan nemen (delen,niet delen, strekken, differentieren) mogelijk beperkt genoeg alsuitkomst van alle moleculairecomplexiteit om een virtuele benadering mogelijk te maken. 18 Financiering en commercialisering van plantenondcrzoek. Onderzoek isduur,ergduur zelfs en zal indetoekomst alleen maarduurder worden.Totnutoezijn de Landbouwuniversiteit, destichting Nederlands Wetenschappelijk Onderzoek, deEuropese Unieeneen bekend veredelingsbedrijf in hetnoorden des lands financiers geweest van onsonderzoek endanmet name indevorm vanpersoneelsplaatsen. Deexperimenten die in detoekomst gedaan gaan worden zijn echter vaneen heel andere ordevan grootte.Het maken vaneen bescheiden DNAchipverbruikt het helejaarbudget van een NWOOnderzoeker-In-Opleiding.Het opzetten van sytemen voorhetgebruik vanbiologische gegevens is zoduurdat dit landelijke enEuropese initiatieven vereist. IndeVerenigde Staten wordtopdit moment al ruim 500miljoen dollargeinvesteerdin multidisciplinairecentra diezich gaanbezighouden met genoomanalyse enbioinformatica20. Perminuut worden er wereldwijd zoveel nieuweDNAsequentiegegevens gegenereerd, dat voorhet einde vandestudie vandehuidige eerstejaars deDNAvolgordes van gehele genomen inclusief dat vanonszelf bekend zal zijn. Indit veld geldt nog sterker dan in andereonderzoeksterreinen dat zonder investeringen eropkortetermijn groteachterstanden opgelopen worden.Wil mendusin Europabijblijven indezetak vanonderzoek dan moeterzeerveelgeinvesteerd worden in bioinformatica. Een voordehand liggende oplossing isom dezeinvesteringen te vergroten isdoor middel van exploitatie van kennis.Zelfs organisaties die van oudsher vrij toegankelijke biologische databases beheren zijn gedwongen omdeweg vande 'verzilvering'optegaan. Hoewel dit 19 grote risico's met zich meebrengt ten aanzien vande vrije uitwisseling van wetenschappelijke gegevens,is het aan deanderekant zodat grote investeringen nodig om voortgang teboeken alleen worden gedaan alsde commerciële belangen gewaarborgd zijn middels bescherming in devorm van bijvoorbeeld patenten. Een erggoedeontwikkeling vind ikdebloei diekleine Nederlandse bedrijven, gespecialiseerd in bijvoorbeeld moderne weefselkweektechnieken of in moleculaire diagnostiek, op het moment meemaken. De mogelijkheid diedezebedrijven bieden om werkgelegenheid te bevorderen entechnologietebehouden en medeteontwikkelen isuiterst belangrijk. Een flink gedeelte van de promovendi enpost-docsdie inonze groephebben gewerkt, werken nuin kleineen middelgrote bedrijven. DeEU,en met namedecollega's vanDGXIIdiezich bezighouden met deLevenswetenschappen, hebben in hetverleden een grote rol gespeeld bij het samenbrengen van collega's uit alle landen van deEU samen met bedrijven. Hierdoor isinde loopderjaren zowel een formele alseen informele infrastructuur ontstaan diewat betreft belang voor hetonderzoek ver uitgaat boven de directe doelstellingen van deprojecten. Een voorbeeld hiervan is hetdoor deEuropese Unie gefinancierde European Plant Embryogenesis Network dat inmiddels een internationale bekendheid heeft verworven inhet veld. Ook hier isgebleken, dat samenwerking tussen de 50universiteiten en 10bedrijven diedeelnemen resultaten oplevert. Misschien hetbelangrijkste aspect van deze netwerken isdat veel promovendi en post-docswerk vinden bij andere aangesloten groepen en uiteindelijk terecht kunnen komen in deelnemende bedrijven. Hierdoor blijft dekennisstructuur niet alleen in stand, 20 maarook binnen Europa. Het isvan hetgrootstebelang omtekomen tot nieuwe landelijke enEuropese initiatieven omArabidopsis onderzoek te stimuleren. In het bijzonder de vorming van hetArabidopsis thaliana embryo moet een speerpunt blijven in hetplantenonderzoek. Het leren begrijpen van hetfunctioneren vanplanten,en hetzogoed mogelijk gebruik maken van dekennis die alis bijeengebracht maken dat een sterkeArabidopsis gemeenschap ookbinnenWURdeenige weg isom optermijn concurrerend teblijven inhet plantenonderzoek. Zoals veel dingen isookfinancieringvan wetenschappelijk onderzoek onderhevig aan modeverschijnselen. Nog niet erg langgeleden waseralgemeen grotezorgover detoename in dewereldbevolking, uitputting van grondstoffen endeverwoesting vandenatuur en het milieu. Planten zijn een onmisbaar onderdeel van het herstel vandeopgelopen schade.Het laatste wat men danzou verwachteninNederlandisdesterktoegenomen tendens totafbrokkeling vandemiddelen enpositiesvoorplantenonderzoek. Helaas ishier sprake van een tendens die ookEuropees en zelfs mondiaal waarneembaaris. Hetzalookiedereen duidelijk zijn dat de onderwerpen universiteit enwetenschappelijk onderzoek zeerlaagop depolitieke agenda staan21,22.Gelukkig dient zichuitde hoek van het bedrijfsleven steeds meerongerustheid aan over voortzetting van ditbeleid. Ineen interview metde voorzitter van hetVNO-NCW,betoogt deze dat erveel meer nadruk moetkomen optechnologie en wetenschapsbeleid23. Ikhoopdatdeze signalen worden opgevangen en in klinkende euro'sten behoeve van hetplantenonderzoek zullen worden omgezet. 21 Onderwijs. Kort namijn indiensttreding bij Moleculaire Biologie werd ik naargoed gebruik van watpas veel later 'human resource management'genoemd zou worden, bij voorkeur ingezet bij onderwijselementen dieeen samenwerking met decollega's van Biochemie inhielden. Waardezegezamenlijke onderwijselementen tot voor kort nog steedsdegeest van detraditionele verschillen tussen beide disciplines weerspiegelden, zijn wijnu bezig met een herziening die meer zal aansluiten opde hedendaagsepraktijk, waarbijdezeverschillen vervagen. Onderwijselementen zoalsdegezamenlijke vakken Celfysiologie Ien IIzijn daargoede voorbeelden van. Hetisook een gelukkige omstandigheid om lid te zijn van derichtingsonderwijscommissie(ROC)T34 Biotechnologie.Deverantwoordelijkheid voorhet programma endegemakkelijke wijze van met elkaar omgaan enproblemen oplossen isbijzonder stimulerend. Ook derol van het Onderwijsinstituut Technologieen Voeding waardeze ROConder resorteert is doortrokken van dezelfde dadendrang en wilomonderwijs te blijven verbeteren. Indehuidige ontwikkelingen aandeWageningseuniversiteit ophet gebied van onderwijs valt veel positiefs teontdekken. Ophet eerstegezicht moet er steeds meer met steeds minder worden gedaan. Nu verdelingsmodellenuitsluitend opbasis van aantallen studenten tot het verleden behoren, isdit een stimulans om noodzakelijke stroomlijning enonderwijsvernieuwing juist nudoorte voeren. Basiskennis isnatuurlijk basiskennis, maar waar vakken zichontwikkelen zalook debasiskennis meemoeten ontwikkelen teneinde detotale hoeveelheid in 5jaar 22 meetegeven vaardigheden binnen deperken van het redelijke tehouden.Veelonderwijs inbasiskennis leent zich uitstekend voor hetaanbieden van stof ineen meer gevarieerde vorm,waarbij hoorcolleges afgewisseld worden met zelfstudie, simulaties via computerondersteund onderwijs in een Internet omgeving engeïntegreerd metpraktika.Dergelijke vormen lenen zichook beter voorprobleem gericht onderwijs (PGO). Een anderonderwijselement waarikmij zeer betrokken bij voel isdecursus Bioinformatietechnologie, eeninitiatief van leden vande sectieMoleculaire Genetica van Industriële Microorganismen. Bij dezecursus werken vier verschillende onderzoeksgroepen nauw samen.In dit vak,dat afgelopen jaar voor het eerst isgegeven, wordt inzicht gegeven indemanieren waaropDNA sequentiegegevens worden verzameld en via Internet toegankelijk worden gemaakt. Het belang van dit vak voordeopleiding van Wageningse ingenieurs isduidelijk onderkend en heeft aanleiding gegeven tot hetopzetten van een verdergaand curriculum samen met collega's van DLOendeKU Nijmegen. InWageningen wordtover het algemeen onderwijs verzorgd dat zichkan meten met het beste in Nederland. Ineen recente aflevering van het alumniblad vande RUGroningen, lasikineen interview meteen aande RUG afgestudeerde biologedat haareerste wensdestijds wasominWageningen tegaan studeren, maardat haarVWOexamencijfers daarvoor niet hoog genoeg waren24.Deze waarschijnlijk onbedoelde odeaan het niveau vanonzeopleidingen illustreert mijns inziens weldewegdiegevolgd moet worden. Onderwijs van hoog niveau isprima terealiseren in een universitaire 23 instelling vanbescheiden omvang zoalsdeLU,metde mogelijkheid van veel individueel contact tussen docenten en studenten. 24 Dankwoord. Aan het einde van deze rede wil ikgraag een aantal personen bedanken dieeen benoeming alsdeze mede mogelijk hebben gemaakt. Daar zijn alseerste mijn ouders.Opgeheel eigen wijze zijnjullie sterkbetrokken geweest bij mijn opleiding die viathuisonderwijs inhet Midden-Oosten enHBSin Leeuwarden uitmondde in een studie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Vanaf dezeplaats nogmaals mijn bijzondere erkentelijkheid voorjullie belangstelling en steun. JosWessels,mijn promotor, heeft mij geleerd hoemen een wetenschappelijk stuk in het Engels moet schrijven. Dit iseen vaardigheid dienooit onderschat moet worden en waarikveel aan hebin mijn verdere carrière. Harry Hoge die mij ophet groenepad gebracht heeft. Ton Bisseling,die mij in 1983aannam alspostdoc,en mij na slechts9 maanden alzagvertrekken. Sindsdien ben ikbezig omdit goed te maken enen hoopdatnog langtekunnen blijven doen. Moleculaire Biologie iseen geweldig labdat drijft opjouw vernieuwingsdrang en georganiseerde chaos. Abvan Kammen,die mij deverantwoordelijkheid voor wateerst nogdePenengroep heetteheeft toevertrouwd. Ab,erzijn alveel lovende woorden overje gesproken endaar wil ikernog een aantoevoegen. Het belangrijksteishet doen van aardigeproeven en daarproberen we ons aante houden. Maarten Koornneef voor zijn ondersteuning vande voordracht endeRaad van Bestuur vanWageningen UR voor hun vertrouwen dat geresulteerd heeft indeze benoeming. Collega'sbinnen enbuiten deLU zijn erte veel omoptenoemen. Ikhoopdat wenog lang inde 25 gelegenheid zullen zijn omdeze universiteit te blijven maken tot de unieke instelling in Nederland eninde wereld die hetis. DeEmbryogenesegroep orEmbryogenesis groupconsistsof awidely divergent andcontinuously changing collective of very different andtemperamental peopleto whom Iowealargepart of the successes wehad.I apologize tothem for thefact that itis only myself that hasbecome aprofessor. Ifeel that all of you have become onetoday. Ingrid, een betere steun,toeverlaat en vriendin kan niemand zich wensen. Dank zijjou, Nora en Peter heeft mijn leven glans. Ik heb gezegd. 26 Referenties 1 Drews GN,LeeD,Christensen CA(1998) Genetic analysis of female gametophytedevelopment and function. Plant Cell 10:5-17 2 LauxT,Jürgens G(1997)Embryogenesis:Anew start in life. Plant Cell 9:989-1000 3 Mayer U,Jürgens G(1998)Pattern formation in plant embryogenesis: areassessment. SemCellDev Biol 9:187-193 4 Long,J.A., Moan,E.I.,Medford, J.I. and Barton, M.K. (1996)Amember of the KNOTTED classof homeodomain proteins encoded bythe STMgeneof Arabidopsis.Nature 379,66-69. 5 Mayer, K.EX, Schoof,H.,Haecker,A.,Lenhard, M., Jürgens,G. andLaux,T.(1998).Role of WUSCHEL inregulating stem cell fate in theArabidopsis shoot meristem.Cell 95,805-815. 6 Moussian B,Schoof H,HaeckerA,Jürgens G,Laux T (1998)RoleoftheZWÏÏXE genein the regulation of central shoot meristem cellfate during Arabidopsis embryogenesis.EMBOJ 17:1799-1809 7 Clark SE,Williams RW,Meyerowitz EM (1997)The CLAVATA1geneencodes aputativereceptor kinase that controls shoot andfloral meristem sizein Arabidopsis.Cell 89:575-585 8 Steinmann,T.,Geldner, N.,Grebe,M.,Mangold, S., Jackson, C.L., Paris,S.,Gälweiler,L.,Palme, K., Jürgens,G. (1999)Arabidopsis GNOMprotein isan ARFGEFinvolved incoordinated polar localisation of auxin efflux carrier PIN1 (submitted) 27 9 Vroemen CW,Aarts N,InderRieden PMJ,Van KammenA,DeVries SC(1998)Identification of genesexpressed duringArabidopsis thaliana embryo genesis using enhancer trapand genetrapDs-transposons.In:Lo SchiavoF,Last RL,Morelli G, Raikhel NV(eds) Cellular integration of signalling pathways inplant development. Springer-Verlag, Berlin Heidelberg,pp 207-232 10 Reinert,J. (1959)Überdie Kontrolle der Morphogenese und die Induktion von Adventivembryonen inGewebekulturen aus Karotten. Planta 53, 318-333. 11 Backs-Hüsemann, D.,Reinert,J. (1970) Embryobildung durch isolierte Einzelzellen aus Gewebeculturen vonDaucus carota. Protoplasma 70, 49-60 12 Schmidt EDL,GuzzoF,Toonen MAJ,deVriesSC (1997)Aleucin-richrepeat containing receptor-like kinase marks somatic plant cellscompetent to form embryos.Development 124:2049-2062 13 Spangenberg, G., Koop,H.-U., Schweiger, H.-G. (1985)Different types of protoplasts from Brassica napusL.:Analysis of conditioning effects atthe singlecell level.Eur.J. Cell.Biol.39,41-45 14 DeJong,A.J., Cordewener, J., Loschiavo,F., Terzi, M.,Vandekerckhove,J., VanKammen,A.andDe Vries,S.C. (1992)Acarrot somatic embryo mutant is rescued by chitinase. Plant Cell 4,425-433. 15 VanHengel,A.J.,Guzzo,F.,VanKammen,A.and DeVries,S.C. (1998) Expression pattern of the carrot EP3endochitinase genes in suspension cultures and indeveloping seeds.Plant Physiol. 117, 43-53. 28 16 MordhorstAP,Voerman KJ,HartogMV,Meijer EA, vanWentJ, Koomneef M,deVries SC(1998) Somatic embryogenesis inArabidopsis thalianais facilitated by mutations ingenesrepressing meristematiccell divisions.Genetics 149:549-563 17 Koltunow,A.M. (1993)Apomixis -Embryo Sacs andEmbryos Formed Without Meiosis or Fertilization inOvules.Plant Cell 5, 1425-1437. 18 www.cmgm.stanford.edu/pbrown 19 www.e-cell.org en www.nrcam.uchc.edu 20 Shapiro,L. (1999)Exploring the systems of life, Science 284,80-83. 21 Rampjaar. Piet Borst. NRC,30jan. 1999. 22 Universiteit heeft geen markt. KasjaWeenink en Elsbeth Brouwer.DeVolkskrant, 22september 1998. 23 Concurrentiepositie van bedrijven is verslechterd. Verslaggeving.DeVolkskrant, 19mei 1999. 24 Broerstraat 5,Alumniblad RU Groningen, maart 1999 29