Erbij horen of niet, dat is de kwestie! [Commentaar: is dat echt de kwestie?] Uit zichzelf wil zij nog wel eens wat zeggen. Al is het niet veel. Ze kijkt dan bij je langs alsof je mijlen verderop staat. [Commentaar: is met iemand praten niet tussen de regels door zeggen dat je dezelfde taal spreekt en dat je alleen daarom al bij elkaar hoort?] Hoewel haar ouders met haar willen praten, laat zij zich niet aanspreken. Als haar vrienden haar aanspreken, zegt zij iets dat nauwelijks te verstaan is, maar veelomvattend lijkt. Heeft zij vrienden? Zij spreekt nauwelijks de taal van haar omgeving. Zo lijkt ze nergens bij te horen. Het lijkt wel alsof ze zelfs onze taal niet gebruikt om na te denken. [Commentaar: kunnen we zonder taal nog wel nadenken?] Er hangt een indringende stilte om haar heen. Soms zegt ze wat. Zij verstaan haar dan nauwelijks. Als ze vragen ‘wat zeg je’ is het al te laat. Er komt geen woord meer. Ze kijkt alsof ze haar zojuist een natte dweil in het gezicht hebben geslagen. Soms zegt ze iets in het Engels! Dan spreekt ze duidelijke taal. Dan gaat het over de hele, hele wereld, over alles, over iedereen. [Commentaar: waarom kiezen we een vreemde taal om onze eigen mensen aan te spreken?] Laatst zei ze in het Engels (ik vertaal het maar even) ‘als je iets moois zegt, dan heb je al iets lelijks gedacht’. En ze verraste me ook met de zin ‘elke uitspraak is een verraad aan je eigen zuiverheid’. Niet dat ze die woorden uitsprak. Nee, ze had ze ergens opgeschreven, had het papier verfrommeld en weggegooid. Het was kennelijk buiten de prullenmand terechtgekomen en het prul was opgeraapt door haar moeder, een hartelijke vrouw die soms zulke mooie dingen kon zeggen. Veel mensen in haar omgeving houden zielsveel van haar. Maar soms is de zwijgende afwijzing die van haar uitgaat groot. Soms zelfs wereldomvattend. [Commentaar: kan het zijn dat iemand zonder woorden de rest van de héle wereld het gevoel kan geven er niet bij te horen?] Gepijnigd, teleurgesteld en soms woedend wenden zij zich dan af. Je hoort hun haast denken ‘zijn we dan zo slecht?’ Zij voelen dat ze boos is op de hele wereld. De wereld doodt dieren en mensen, laat ze sterven van honger en dorst en door haat. De wereld laat anderen uitzichtloos lijden. [Commentaar: welk woord weegt op tegen dit eindeloos leed?] Zij wil zo heel erg intens niet bij die wereld horen dat haar ouders soms het ergste vrezen. En toch, als je er niet bij wilt horen is het verlangen er wel bij te horen heel dichtbij. Als het ruisen van de wind.