cursus gesteenten deel 2

advertisement
Aan de duinen en aan het strand vinden we alweer een andere grondsoort. Onderzoek ook dit
en trek er een besluit uit.
Dit staal is representatief voor heel het gebied aan de kust (een strook van enkele tientallen
meters). Duid dit nu aan op de referentiekaart van Brugge.
2. Gesteenten en hun gebruik in België.
1. Losse gesteenten van industrieel belang.
zie handboek bladzijde 39
2. vaste gesteenten van industrieel belang.
3. gesteenten en landschap.
1. Grondsoorten, dragers van het landschap.
Landbouwers gebruiken grote delen van ons grondoppervlak voor de
landbouw. Bij de keuze van de teelten moeten ze rekening houden met de
waarde van de bodem. De waarde van de bodem wordt bepaald door de
grondsoort (oppervlaktegesteente) en de vochtigheid. Die vochtigheid
wordt bepaald door de doorlaatbaarheid of vochtgehalte van het
gesteente; en die hangt dan weer af van de korrelgrootte.
Dit kunnen we aan de hand van een simpele proef duidelijk maken: we
gieten bij vier verschillende gesteenten een gelijke hoeveelheid
vloeistof.
Cursus aardrijkskunde eerste jaar
hoofdstuk 3 bladzijde 4
vul nu de volgende tabel in.
kenmerk
grind
zand
leem
klei
korrelgrootte
doorlatendheid
vochtigheid
Besluit:
Bijgevolg kunnen we de landbouwbodems van België indelen in 3 grondsoorten.
Cursus aardrijkskunde eerste jaar
hoofdstuk 3 bladzijde 5
De bodemgesteenten van België. Werk op de kaart op de volgende bladzijde.
Noteer bij de hoogtelijnen de juiste hoogte
Noteer in het eerste, bovenste kadertje de bodemsoort
Noteer bij D de doorlaatbaarheid
Noteer bij G het overwegend grondgebruik
Cursus aardrijkskunde eerste jaar
hoofdstuk 3 bladzijde 6
D
G
of
D
D
G
G
D
G
D
G
D
G
Teken nu de mentale kaart van België met daarop de hoogtelijnen van 5, 50 en 200 meter.
Duid er de verschillende bodemgesteenten op aan.
Cursus aardrijkskunde eerste jaar
hoofdstuk 3 bladzijde 7
2. Het landschap getekend door de ontginning van gesteenten.
Door het gebruik/misbruik van gesteenten, die meestal gewonnen worden in groeven, blijven
in het landschap littekens achter. Soms worden die “littekens” nu gebruikt voor andere doelen.
Ken je voorbeelden uit de eigen streek?
Handboek
Blz. 34-43
Niet blz. 35 punt 3.2.
Niet blz. 39 punt 3
Atlas
Kaart 9
Kaart 12
Kaart 9b
Cursus aardrijkskunde eerste jaar
Leerstof.
Herkennen van bodem en
oppervlaktegesteenten.
Kunnen benoemen van losse en vaste
gesteenten aan de hand van een
determineertabel.
Relatie gesteenten – bouwmaterialen
De waarde voor de landbouw van de
gesteenten.
Mentale kaart van België.
hoofdstuk 3 bladzijde 8
Download