1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec LINEAIRE ALGEBRA Eric Jespers Vrije Universiteit Brussel 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Referentie: David C. Lay, Linear Algebra and Its Applications, Fourth edition, Pearson International Edition, 2012, ISBN: 9781408287859 verplicht materiaal en online registreren, zie uitleg op pointcare bij wpo 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Evaluatie I 20%: taak (weken 8 en 12), moet online geregistreerd worden, een deel wordt elektronisch afgelegd I 80% examen: vooral schriftelijk, begrijpen van concepten en technische vaardigheden I WPO: verplicht deelname (telkens deelname bevestigen) 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Inhoud Cursus 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Inhoud Cursus 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Inhoud Cursus 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Inhoud Cursus 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Inhoud Cursus 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvectoren 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1.1 Systeem van Lineaire Vergelijkingen Definitie Lineaire Vergelijking in veranderlijken x1 , x2 , . . . , xn : a1 x2 + a2 x2 + · · · + an xn = b, met b en de coefficienten a1 , . . . an ∈ R of in C. Definitie Systeem van lineaire vergelijkingen, (lineair systeem) is een collectie van lineaire vergelijkingen. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie Een oplossing van een lineair systeem is een n-tal (s1 , . . . sn ) dat voldoet aan elke lineaire vergelijking. De verzameling die bestaat uit alle mogelijke oplossingen noemt men de oplossingenverzameling. Voorbeelden: x1 − 2x2 = −1 −x1 + 3x2 = 3 + x2 x1 − 2x2 = −1 −x1 + 3x2 = 3 + x2 Niet lineaire voorbeelden: 4x1 − x2 = x1 x2 x2 − √ x1 = 7 x1 − 2x2 = −1 −x1 + 2x2 = 1 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Mogelijk Aantal Oplossingen: 1. geen, inconsistent systeem 2. exact een, consistent systeem 3. oneindig veel consistent systeem 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Voorbeeld x1 + x2 = 10 −x1 + x2 = 0 twee snijdende rechten x1 − 2x2 = −3 2x1 − 4x2 = 8 twee parallelle rechten x1 + x2 = 3 −2x1 − 2x2 = −6 twee gelijke rechten 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Analoog in de ruimte R3 : drie vlakken (drie lineaire vergelijkingen in 3 veranderlijken) snijden in 1 punt, oneindig veel punten (een rechte of een vlak) of geen enkel punt. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Coefficientenmatrix van een lineair systeem en Uitgebreide Matrix van een lineair systeem Voorbeeld: x1 − 2x2 + x3 = 0 2x2 − 8x3 = 8 −4x1 + 5x2 + 9x3 = −9 1 −2 1 1 −2 1 0 0 2 −8 en 0 2 −8 8 −4 5 9 −4 5 9 −9 Een m × n-matrix is een rechthoekige lijst van getallen met m-rijen en n-kolommen. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Oplossen van een stelsel en elementaire rij operaties: Gauss eliminatie 1. Vervang een rij door een veelvoud van een andere rij erbij op te tellen (rij operatie) 2. Verwissel twee rijen. 3. Vermenigvuldig een rij met een niet-nul constante. Twee matrices zijn rij equivalent als de ene uit de andere verkregen wordt door opeenvolgende rijoperaties. Eigenschap Als de uitgebreide matrices van twee lineaire stelsels dezelfde zijn dan hebben beide stelsels dezelfde oplossing. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Voorbeeld: stelsel en matrixnotatie x1 − 2x2 = −1 −x1 + 3x2 = 3 x1 − 2x2 = −1 x2 = 2 (R2 → R2 + R1 ) x1 = 3 (R1 → R1 + 2R2 ) x2 = 2 1 −2 −1 −1 3 3 −→ 1 0 3 0 1 2 1 −2 −1 0 1 2 (R2 → R2 + R1 ) (R1 → R1 + 2R2 ) 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1.2 Rijreductie en echalonvorm Definitie Een matrix is in (rij) echelonvorm als er voldaan is aan de volgende voorwaarden: 1. alle niet nul rijen staan boven volledige nul rijen 2. elke kop positie (d.w.z. de eerste niet nul positie in een rij) in een rij is in een kolom rechts van de kop positie van de rij erboven. 3. alle posities in een kolom beneden een kop positie zijn nul 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie De matrix is in gereduceerde echalonvorm als er bovendien voldaan is aan 4. de kop positie in elke rij is 1 5. elke kop positie is de enige niet nul positie in een kolom. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Een matrix is rij equivalent met precies een gereduceerde echalon matrix. Spil (pivot) positie van een matrix A: eerste niet nul (en dus een) plaats in een rij. Spil (Pivot) kolom van een matrix A: een kolom van A die een spil (pivot) positie bevat 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Rijreductie algorithme vijf stappen om een matrix A om te vormen in een geruduceerde rijechalonvorm via rijoperaties: 1. Begin met de meest linkse niet nul kolom (spilkolom) 2. Kies een spil (pivot) element in de spil (pivot) kolom en door rijen te verwisselen breng het in de spilpositie. 3. Gebruik rij operaties om alle posities onder de spil nul te maken. 4. Vergeet de rij (en alle erboven) die de een spilpositie bevat. Pas stappen 1-3 toe op de overblijvende matrix. 5. Beginnende met de meest rechtse spil maak alle posities boven de spil nul (door rij operaties; en herhaal dit proces door naar links op zoek te gaan naar de volgende spil. Als een spil niet 1 is maak het dan 1 door een rij met een scalair te vermenigvuldigen. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Oplossen van een lineair stelsel Via rijreductie van de uitgebreide matrix. Gevolg ( basis veranderlijken en vrije veranderlijken): een parametrische beschrijving van de oplossingenverzameling. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Een lineair systeem is consistent als en slecht als meeste rechtse kolom van de uitgebreide matrix is geen spil (pivot) kolom. D.w.z. de uitgebreide matrix heeft GEEN rij van de vorm [0 0 · · · 0 b] met b 6= 0. Als een lineair systeem consistent is dan (1) is er een unieke oplossing als er geen vrije veranderlijken zijn of (2) er zijn oneindig veel oplossingen wanneer er tenminste een vrije veranderlijke is. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1.3 Vectorvergelijkingen Vectoren in Rn Een kolomvector (een vector) v is een n × 1-matrix met posities in R. (Dus een geordend n-tal in kolomvorm.) De nulvector 0 is de nulkolom. gelijkheid van vectoren v1 u1 v 1 = u1 v2 u2 v 2 = u2 v = . = u = . ⇐⇒ .. . . . . . vn un v n = un 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Bewerkingen met vectoren I SOM v + u == v1 v2 .. . + vn I SCALAIR VEELVOUD, c ∈ R, cv = u1 u2 .. . = cvn v 1 + u1 v 2 + u2 .. . v n + un un cv1 cv2 .. . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec In handgeschreven teksten schrijven wij v als v of als → − v 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Voor alle u, v, w ∈ Rn en alle scalairen c, d ∈ R: u + v = v + u commutatief c(u + v) = cu + cv (u + v) + w = u + (v + w) associatief (c + d)u = cu + du u+0=0+u=u u + (−u) = −u + u = 0 c(du) = (cd)u 1u = u met −u = (−1)u. Notatie: u + (−1)v = u − v. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Meetkundige Interpretatie punt in het vlak (a, b) = vector (a, b). a b in R2 = pijl van (0, 0) naar 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec scalair veelvoud cu= vector op zelfde rechte als u. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec som van vectoren= parrallellogram eigenschap 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec punt in ruimte (a, b, c) =vector in R3 =pijl in R3 . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Lineaire combinatie van vectoren v1 , v2 , . . . , vp ∈ Rn en c1 , c2 , . . . , cp ∈ R: y = c1 v1 + c2 v2 + · · · + cp vp is een lineaire combinatie van v1 , . . . , vp met gewichten (of coefficienten) c1 , c2 , . . . , cp . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Oefening Zij 1 4 3 −1 a1 = 0 , a2 = 2 , a3 = 6 en b = 8 3 14 10 −5 Bepaal of b een lineaire combinatie is van a1 , a2 en a3 . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie v1 , v2 , . . . , vp ∈ Rn . Span{v1 , v2 , . . . , vp } deelverzameling van Rn voorgebracht door v1 , v2 , . . . , vp . Dus alle elementen van de vorm c1 v1 + c2 v2 + · · · + cn vp , met c1 , c2 , . . . , cp ∈ R. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec De volgende voorwaarden zijn equivalent: I y ∈ Span{v1 , v2 , . . . , vp } I de vectorvergelijking x1 v1 + x2 v2 + · · · + xn vn = y heeft een oplossing voor x1 , x2 , . . . , xn . I het lineaire systeem met uitgebreide matrix v1 v2 · · · vn y heeft een oplossing. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1.4 Matrixvergelijkingen Definitie Het product van A en x is Ax = a1 a2 · · · an x1 x2 .. . xn = x1 a1 + x2 a2 + · · · + xn an 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling A = a1 a2 · · · an een m × n-matrix, b ∈ Rm . De oplossingen van de matrixvergelijking Ax = b en de vectorvergelijking x1 a1 + x2 a2 + · · · + xn an = b en het lineair systeem met uitgebreide matrix a1 a2 · · · an y zijn dezelfde. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling A = a1 a2 · · · an een m × n-matrix. De volgende eigenschappen zijn equivalent: 1. voor elke b ∈ Rm heeft de vergelijking Ax = b een oplossing 2. Elke b ∈ Rn is een lineaire combinatie van de kolommen van A. 3. De kolommen van A zijn voortbrengers voor Rm . 4. A heeft een spilelement in elke rij. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Rij=kolom vermenigvuldiging voor berekenen van Ax Als Ax gedefinieerd is dan is het element in de i-de plaats van Ax de som van producten van de corresponderende elementen in de i-de rij van A met de vector x. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Voorbeeld 2 3 4 x1 x2 = 2x1 + 3x2 + 4x3 x3 Stelling 5 A een m × n-matrix, u en v vectoren in Rn , c een scalair. De volgende rekenregels gelden: I A(u + v) = Au + Av; I A(cu) = c(Au). 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1.5 Oplossingverzameling van een lineair stelsel Definitie Homogeen lineair systeem Ax = 0 Triviale oplossing: 0 A0 = 0 Niet Triviale Oplossing Is een oplossing die niet 0 is. Eigenschap De homogene vergelijking Ax = 0 heeft een niet-triviale oplossing (is consistent) als en slechts als de vergelijking minstens een vrije veranderlijke heeft. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Parametrische Vectorvorm van Oplossing De oplossingen van Ax = 0 schrijven als lineaire combinaties van een eindig aantal oplossingen (zoveel als er vrije veranderlijken zijn). Voorbeeld: x = su + tv ∈ Span{u, v}, met u, v oplossingen van Ax = 0. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling: Oplossingen van een niet-homogene vergelijking Veronderstel dat de vergelijking Ax = b consistent is en zij p een oplossing. De oplossingverzameling van Ax = b bestaat uit alle vectoren van de vorm w = p + vh met vh een oplossing van de homogene vergelijking Ax = 0. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Algoritme voor de oplossingverzameling in parametrische vorm van een consistent lineair systeem 1. Rij reduceer de uitgebreide matrix naar gereduceerde echalon vorm. 2. Schrijf elke basis-veranderlijke als een lineaire combinatie van de vrije veranderlijken plus eventueel een constante. 3. Schrijf elke oplossing x als een vector waarvan de posities afhankelijk zijn van de vrije veranderlijken. 4. Schrijf x als een lineaire combinatie van vectoren (met numerische waarden) door gebruik te maken van de vrije veranderlijken als parameters. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1.6 Toepassingen van lineaire stelsels Voorbeelden Economie Chemische Vergelijkingen Network flow 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1.7 Lineaire Onafhankelijkheid Definitie Een verzameling vectoren {v1 , . . . , vp } is lineair onafhankelijk als de vectorvergelijking x1 v1 + x2 v2 + · · · + xp vp = 0 alleen de triviale oplossing heeft. Een verzameling vectoren {v1 , . . . , vp } is lineair afhankelijk als er gewichten c1 , c2 , . . . , cp , niet allen nul, zodat c1 v1 + c2 v2 + · · · + cp vp = 0 (een lineaire afhankelijksrelatie). 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Lineaire afhankelijkheid van matrixkolommen De kolommen van een matrix A = a1 a2 · · · an zijn lineair onafhankelijk als en slecht als de vergelijking Ax = 0 slechts de triviale oplossing heeft. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Karakterisatie van lineair onafhankelijke verzamelingen {v1 , . . . , vp } is lineair afhankelijk als en slechts als vj is lineair afhankelijk van v1 , . . . , vj−1 (voor een j > 1). Opmerking Als vj = 0 dan lineair afhankelijk. Bekijk het geval met p = 1 of 2. Stelling Als een verzameling meer vectoren bevat dan er posities zijn in de vectoren dan is de verzameling lineair afhankelijk. Een verzameling {v1 , . . . , vp } in Rn is lineair afhankelijk als p > n (meer vectoren bevat dan posities). 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1.8 Lineaire Transformaties Definition Een transformatie (of functie of afbeelding) T : Rn → Rm laat met elke x ∈ Rn precies een vector T (x) in Rm overeenkomen. domein van T is Rn codomein van T is Rm . T (x) is het beeld van x onder T beeld van T is T (Rn ): de verzameling van alle beelden T (x). 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Matrixtransformaties Definitie Matrixtransformatie A een m × n-matrix. Rn → Rm : x 7→ Ax Het beeld is alle lineaire combinaties van de kolommen van A. Voorbeelden 1 0 0 projectie : A = 0 1 0 Dan 0 0 0 x1 x1 1 0 0 x1 x1 R3 → R3 : x2 7→ x2 = 0 1 0 x2 = x2 x3 x3 0 0 0 0 0 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec afschuiving (shear) Voorbeeld: A = 1 3 0 1 T : R2 → R2 : x 7→ Ax en 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie Een transformatie T is lineair als voldaan is aan de volgende voorwaarden voor alle u, v in het domein van T en alle scalairen c: 1. T (u + v) = T (u) + T (v) 2. T (cu) = cT (u). (T bewaart de bewerking van som en scalaire vermenigvuldiging) Voorbeeld: een matrixtransformatie Eigenschap T een lineaire transformatie. Dan I T (0) = 0 I T (cu + dv) = cT (u) + dT (v) I T (c1 u1 + · · · + cp up ) = c1 T (u1 ) + · · · + cp T (up ) 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec rotatie 1 0 T = 0 1 0 −1 T = 0 1 1 1 0 0 −1 =T +T = + T 1 0 1 1 0 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Beschouw de volgende transformaties: 1. T : R → R : x 7→ 5x 2. f : R → R : x 7→ 5x + 4 Zijn T en f lineair? 1. T is lineair 2. f is niet lineair 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1.9 Matrix van een lineaire transformatie Stelling Zij T : Rn → Rm een lineaire transformatie. Dan bestaat een unieke matrix A (de standaard matrix van T ) zodat, voor alle x ∈ Rn , T (x) = Ax. Bovendien A= met T (e1 ) · · · 1 0 .. . e1 = T (en ) 0 .. , . . . , en = . 0 0 1 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Zij T : R2 → R3 een lineaire transformatie zodat 1 −3 T (e1 ) = 2 en T = (e2 ) = 7 3 5 Zonder enige andere informatie, bereken het beeld T (x) van een willekeurige x in R2 . x1 1 0 x= = x1 + x2 = x 1 e1 + x 2 e2 x2 0 1 1 −3 x1 − 3x2 T (x) = x1 T (e1 )+x2 T (e2 ) = x1 2 +x2 7 = 2x1 + 7x2 3x1 + 5x2 3 5 Dus 1 −3 T (x) = Ax met A = 2 7 = T (e1 ) T (e2 ) 3 5 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Meetkundige Lineaire Transformaties in R2 spiegeling (reflectie) 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec samentrekking (contractie), uitzetting (expansie); schaalverandering 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec afschuiving (horizontaal, vertikaal) 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec projectie (op x1 -as, op x2 -as) 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie Zij T : Rn → Rm een functie. I T is surjectief (onto) als elke b ∈ Rm het beeld is van minstens een x ∈ Rn . I T is injectief (one-to-one) als elke b ∈ Rm het beeld is van ten hoogste een x ∈ Rn . I T is bijectief als elke b ∈ Rm het beeld is van precies een x ∈ Rn . Stelling Zij T : Rn → Rm een lineaire transformatie met standaardmatrix A. I T is injectief ⇐⇒ T (x) = 0 heeft alleen de triviale oplossing ⇐⇒ de kolommen van A zijn lineair onafhankelijk. I T is surjectief ⇐⇒ de kolommen van A zijn voortbrengers voor Rm . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec blz 110 Opstellen van een Dieet Elektrische Netwerken Difference Vergelijkingen 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 2.1 Matrices en Matrixbewerkingen Een m × n-matrix (met coefficienten aij , of a11 · · · a1j · · · .. .. . . A = ai1 · · · aij · · · .. .. . . am1 · · · amj · · · componenten) a1n .. . a1n .. . amn 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Gelijkheid van matrices a11 · · · a1j · · · a1n .. .. .. . . . ai1 · · · aij · · · a1n .. .. .. . . . am1 · · · amj · · · amn b11 · · · .. . = bi1 · · · .. . bm1 · · · b1j .. . ··· bij .. . ··· bmj ··· b1n .. . b1n .. . bmn als en slechts als aij = bij voor alle 1 ≤ i ≤ m, 1 ≤ jn. De elementen a11 , a22 , a33 , . . . (diagonaalelementen) vormen de hoofddiagonaal. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Nulmatrix 0 ··· .. . 0= 0 ··· .. . 0 ··· 0 ··· .. . 0 ··· .. . 0 ··· Diagonaalmatrix Is een n × n-matrix hoofddiagonaal: a11 · · · 0 0 · · · a22 A= . .. .. . 0 ··· 0 0 .. . 0 .. . 0 met nullen buiten the 0 ··· 0 ··· .. . 0 0 .. . 0 ··· ann 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie: som van m × n-matrices (som van kolommen) A+B = a1 a2 · · · = a1 + b1 a2 + b2 an b1 b2 · · · · · · an + bn + bn Definitie: scalair veelvoud van een matrix c a1 a2 · · · an = ca1 ca2 · · · can 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Zij A, B, C m × n-matrices, en zij r , s scalairen. De volgende rekenregels gelden. A+B =B +A r (A + B) = rA + rB (A + B) + C = A + (B + C ) (r + s)A = rA + sA A+0=A=0+A r (sA) = (rs)A 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie Zij A een m × n-matrix en B = b1 b2 · · · bp een n × p-matrix. Dan is het product van A en B de m × p-matrix AB = A b1 b2 · · · bp = Ab1 Ab2 · · · Abp 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Opgelet 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Rij-Kolom Regel voor de Vermenigvuldiging Zij A een m × n-matrix en B een n × p-matrix. Zij (AB)ij de (i, j)-de positie van AB. Dan X (AB)i,j = ai1 b1j + ai2 b2j + · · · + ain bnj = aik bkj . 1≤k≤n 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling: Rekenregels Zij A, B, C matrices zodat alle volgende sommen en producten zin hebben. De volgende regels gelden. A(BC ) = (AB)C A(B + C ) = AB + BC (B + C )A = BA + CA r (AB) = (rA)B = A(rB) associativiteit links distributiviteit rechts distributiviteit voor elke scalair r Im A = A = AIm 1 0 ··· 0 0 0 1 ··· 0 0 .. met Im = , de identiteitsmatrix van graad m. ... . . 0 0 .. 0 1 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie: Machten Zij A een n × n-matrix en k een positief geheel getal. Dan is Ak = A · · · A (k keer). Ook A0 = In . Er volgt, voor k, l positieve gehele getallen: Ak+l = Ak Al en (Ak )l = Akl . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec commuterende matrices Zij A en B matrices. Als AB = BA dan zegt men dat A en B commuteren. Waarschuwing I In het algemeen AB 6= BA. I In het algemeen mag je NIET vereenvoudigen. D.w.z. uit AB = AC volgt in het algemeen niet dat B = C . I In het algemeen volgt uit AB = 0 NIET dat A = 0 of B = 0. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie: getransponeerde van een matrix De getransponeerde matrix van een n × m-matrix A, genoteerd AT , is de matrix waarvan de kolommen de rijen van A zijn. Dus (wij verwisselen rijen en kolommen) (AT )ij = Aji . Rekenregels Zij A en B matrices zodat de volgende sommen en producten zin hebben. Er gelden I (AT )T = A I (A + B)T = AT + B T I (ra)T = rAT , voor elke scalair r I (AB)T = B T AT . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 2.2 De inverse van een matrix Definite: inverteerbare matrix Een n × n-matrix A is inverteerbaar als er een n × n-matrix C bestaat zodat CA = In = AC . Men noemt C een inverse van A en als deze bestaat dan is die uniek en wordt genoteerd A−1 . Dus A A−1 = In = A−1 A. Een matrix die NIET inverteerbaar is noemt men singulier en een inverteerbare matrix noemt men niet singulier. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling a b een 2 × 2-matrix. Als ad − bc 6= 0 dan is A c d inverteerbaar en 1 d −b −1 A = ad − bc −c a Zij Als ad − bc = 0 dan is A singulier. Men noemt ad − bc de determinant van A, en men noteert det(A) = ad − bc. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling: rekenregels 1. Als A een inverteerbare matrix is dan is ook A−1 een inverteerbare matrix en (A−1 )−1 = A. 2. Als A en B inverteerbare n × n-matrices zijn, dan is AB inverteerbaar en (AB)−1 = B −1 A−1 . 3. Als A een inverteerbare matrix is dan is ook AT inverteerbaar en (AT )−1 = (A−1 )T . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Zij A een inverteerbare n × n-matrix. Dan heeft voor elke b ∈ Rn de vergelijking Ax = b een unieke oplossing x = A−1 b. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Elementaire Matrices Definitie Een elementaire matrix is een matrix verkregen uit de identitietsmatrix door er een elementaire rij operatie op uit te voeren. Er zijn drie types. Voorbeelden: 1 0 0 0 1 0 1 0 0 E1 = 0 1 0 , E2 = 1 0 0 , E3 = 0 −5 0 −7 0 1 0 0 1 0 0 1 Als men Ei A berekent dan voert men op A dezelfde elementaire rij operatie als men op In gedaan heeft om Ei te verkrijgen. Een elementaire matrix E is inverteerbaar. De inverse E −1 is van hetzelfde type als E (het vormt E om in In ). 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Zij A een n × n-matrix. Dan, A is inverteerbaar als en slechts als A rij equivalent is met In . In dit geval, elementaire rij operaties die A omvormen tot In hervormen ook In tot A−1 . Algoritme voor het berekenen van A−1 Zij A een n × n-matrix. Rij-reduceer de uitgebreide matrix [A In ] . Als is met In dan is [A In ] rijequivalent met A−1rijequivalent In A . Anders is A niet inverteerbaar. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec De inverteerbare matrix stelling Zij A een n × n-matrix. Zijn equivalent: I A is inverteerbaar I A is rij equivalent met In I A heeft n spil (pivot) posities I de vergelijking Ax = 0 heeft slechts de nul oplossing I de kolommen van A zijn lineair onafhankelijk I de lineaire transformatie x 7→ Ax is injectief I de vergelijking Ax = b heeft een unieke oplossing voor all b ∈ Rn I Rn is voortgebracht door de kolommen van A I de lineaire transformatie x 7→ Ax is surjectief I er bestaat een matric C zodat CA = In I er bestaat een matrix D zodat AD = In I AT is inverteerbaar 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie Een lineaire transformatie Rn → Rn is inverteerbaar als er een functie S : Rn → Rn bestaat zodat S(T x) = x en T (S(x)) = x voor alle x ∈ Rn . Stelling Zij T : Rn → Rn een lineaire transformatie met standaardmatrix A. Dan is T inverteerbaar als en slechts als A is een inverteerbare matrix. In dit geval is S : Rn → Rn met S(x) = A−1 x de enige functie die voldoet aan S(T x) = x en T (S(x)) = x voor alle x ∈ Rn . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 2.4 Matrixpartities Matrix in blokvorm A11 A21 .. . A12 A22 Am1 Am2 met elke Aij zelf een matrix ··· ··· .. . A1n A2n .. . Amn 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Voorbeeld: blokvorm bovendriehoesmatrix A11 A12 · · · A1n 0 A22 · · · A2n . .. .. . .. 0 0 . Ann Een blokvorm diagonaal matrix A11 0 · · · 0 A22 · · · . .. .. 0 0 . 0 0 .. . Ann Men kan rekenregels gebruiken voor blokvorm zoals voor gewone matrices (zolang de betrokken sommen en producten zin hebben). 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Matrixontbinding (Matrixfactorisatie) LU Factorisatie Veronderstel dat A een m × n-matrix is die kan gereduceerd worden tot echalonvorm door rijoperaties die een veelvoud van een rij bij een andere rij beneden deze rij optellen (dus GEEN rijverwisselingen) dan bestaan er (eenheids-benedendriehoeks) elementaire matrices E1 , . . . , Ep (m × m-matrices) zodat (Ep · · · E1 )A = U ( rijechalonvorm van A) A = LU met L een eenheids-benedendriehoeksmatrix en U een eenheids-bovendriehoekmatrix. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Algoritme [A | Im ] −→ [U | M] en [M | Im ] −→ [Im | L] −→ A = LU 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 2.6 en 2.7 Toepassingen 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec DOEL I Een nieuw criterium voor de inverteerbaarheid van een vierkante matrix A, I een formule voor A−1 en A−1 b, I een meetkundige interpretatie van een determinant. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 3.1 Determinanten Determinant van 2 × 2 en 3 × 3-matrices. Herinner a11 a12 det = a11 a22 − a12 a21 a21 a22 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Zij a11 a12 a13 A = a21 a22 a23 a31 a32 a33 Veronderstel a11 6= 0. Dan a11 a12 a13 A ∼ a11 a21 a11 a22 a11 a23 a11 a31 a11 a32 a11 a33 a11 a12 a13 ∼ 0 a11 a22 − a12 a21 a11 a23 − a13 a21 0 a11 a32 − a12 a31 a11 a33 − a13 a31 veronderstel (2, 2)-positie is niet nul (anders werk met (3, 3)-positie). 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec a11 a12 a13 A ∼ 0 a11 a22 − a12 a21 a11 a23 − a13 a21 0 0 ∆ met ∆ = a11 a22 a33 + + a13 a21 a32 − a11 a23 a32− a12 a21 a33− a13 a22 a31 a12 a23 a31 a22 a23 a21 a23 a21 a22 = a11 det − a12 det + a13 det a32 a33 a31 a33 a31 a32 = a11 det A11 − a12 det A12 + a13 det A13 met Aij verkregen uit A door de i-de rij en j-de kolom te schrappen. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie Zij A = [aij ] een n × n-matrix. De determinant van A is det A = a11 det A11 − a12 det A12 + · · · + (−1)1+n a1n det A1n n X = (−1)1+j a1j det A1j j=1 Men noemt Cij = (−1)i+j det Aij de (i, j)-de cofactor van A. Dus det A = a11 C11 + a12 C12 + · · · + a1n C1n , de cofactor expansie volgens de eerste rij van A . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Zij A een n × n-matrix. Dan det A = ai1 Ci1 + ai2 Ci2 + · · · + ain Cin cofactor expansie volgens i-de rij = a1j C1j + a2j C2j + · · · + anj Cnj cofactor expansie volgens j-de kolom 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Zij A een triangulaire matrix, dan is det A = a11 a22 · · · ann , het product van de diagonaal elementen. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec andere notatie voor determinant a11 a12 · · · a1n .. .. A = ... . . an1 an2 · · · ann a11 a12 · · · .. det A = ... . an1 an2 · · · a1n .. . ann 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 3.2 Eigenschappen van Determinanten Stelling Zij A een vierkante matrix. 1. Zij B verkregen uit A door bij een rij van A een aantal keer een andere rij van A op te tellen. Dan det B = det A. 2. Zij B verkregen uit A door twee rijen te verwisselen. Dan det B = − det A. 3. Zij B verkregen uit A door een rij van A te vermenigvuldigen met een scalair c dan det B = c det A. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Zij A en B vierkante n × n matrices dan 1. A een inverteerbare matrix als en slechts det A 6= 0. 1. 2. det A = det AT 2. det(AB) = (det A) (det B) 3. T : Rn → R met x 7→ T (x) = det a1 · · · aj−1 x aj+1 · · · an is lineair, d.w.z. T (x + y) = T (x) + T (y) en T (cx) = cT (x). 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 3.3 Regel van Cramer, Volume en Lineaire Transformaties Stelling: De regel van Cramer Zij A een inverteerbare n × n-matrix. Voor b ∈ Rn is de enige oplossing van Ax = b gegeven door xi = det Ai (b) det A (i = 1, . . . n) met Ai (b) = a1 · · · ai−1 b ai+1 · · · an 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling: Formule voor de inverse Zj A een inverteerbare n × n-matrix. Dan A−1 = 1 adjA det A met adj A = C11 C21 · · · C12 C22 · · · .. .. . . .. C C . 1n 2n Cn1 Cn2 .. . en Cij = (−1)i+j det Aij Cnn de adjunct matrix van A (adjoint matrix). 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Oppervlakte en volume Stelling De oppervlakte van het parallellogram bepaald door a1 = (a, c) en a2 = (b, d) is a b |det [a1 a2 ]| = det c d Bovendien |det [a1 a2 ]| = |det [a1 a2 + ca1 ]| (voor c 6= 0). Zij A een 3 × 3-matrix. Het volume van het parallellopipedum bepaald door de kolommen is |det A| . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Zij T : R2 → R2 : x 7→ Ax een lineaire transformatie. Zij S een parallellogram in R2 . Dan { oppervlakte van T (S)} = |detA| {oppervlakte van S} Zij T : R3 → R3 : x 7→ Ax een lineaire transformatie. Zij S een parallellopipedum in R3 . Dan { volume van T (S)} = |detA| {volume van S} 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 4.1 Vectorruimten en deelruimten Een vectorruimte V is een niet-lege verzameling objecten (vectoren) met twee operaties (optelling en vermenigvuldiging met scalairen) die voldoen aan 10 voorwaarden (voor alle vectoren u, v en w in V en alle scalairen c, d) 1. som van u en v, genoteerd u + v, is in V 2. u + v = v + u 3. (u + v) + w = u + (v + w) 4. er bestaat een nul vector 0 in V zodat 0 + u = u 5. voor elke v ∈ V bestaat een −v ∈ V zodat v + (−v) = 0 6. voor elke scalair c en voor elke v ∈ V is cv ∈ V 7. c(u + v) = cu + cv 8. (c + d)v = cv + dv 9. c(dv) = (cd)v 10. 1v = v 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Eigenschap Voor elke v in een vectorruimte V en elke scalair c geldt: 0v = 0 c0 = 0 −v = (−1)v 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Voorbeelden a b 1. M2,2 = { | a, b, c, d ∈ R}, alle 2 × 2-matrices. De c d nulvector is de nulmatrix. 2. de verzameling van alle m × n-matrices. 3. Pn alle veeltermen van graad ten hoogste n: r0 + r1 X + · · · + rn X n , met r0 , . . . , rn ∈ R. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie Een deelruimte van een vectorruimte V is een deelverzameling H van V zodat volgende eigenschappen gelden: 1. De nulvector 0 van V behoort tot H. 2. Voor elke u en v in H geldt: u + v ∈ H. 3. Voor elke v ∈ H en elke scalair c geldt: cv ∈ H. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Voorbeeld a H = 0 | a, c ∈ R c 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Voorbeeld van een niet deelruimte a H= 0 |a∈R a+1 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Zij V een vectorruimte, v1 , v2 , . . . , vp ∈ V , c1 , c2 , . . . , cp ∈ R. Dan is c1 v1 + c2 v2 + · · · + cp vp een lineaire combinatie. Span{v1 , v2 , . . . , vp } is de verzameling van alle lineaire combinaties van v1 , v2 , . . . , vp . Dit is een deelruimte van V , genoemd de deelruimte voortgebracht door v1 , v2 , . . . , vp . Zij H een deelruimte van V . Men zegt dat H voortgebracht is door w1 , w2 , . . . , wp ∈ V als Span{w1 , w2 , . . . , wp } = H. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 4.2 Nulruimten, Kolomruimten en Lineaire Transformaties Definitie De Nulruimte Nul(A) van een m × n-matrix A is Nul(A) = {x | x ∈ Rn en Ax = 0}. Eigenschap Nul(A) is een deelruimte van Rn . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie De Kolomruimte Col(A) van een m × n-matrix A = a1 a2 · · · an is Col(A) = Span{a1 , a2 , . . . , an } = {b | b = Ax, x ∈ Rn }. Dit is een deelruimte van Rm . Bovendien, Col(A) = Rm als en slechts als Ax = b heeft een oplossing voor elke b ∈ Rm . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Voorbeeld Bereken Nul(A) voor A = 3 6 6 3 9 . Dus 6 12 13 0 3 wij zoeken x zodat Ax = {0}. Oplossing: 3 6 6 3 9 0 3 6 6 3 9 0 ∼ 6 12 13 0 3 0 0 0 1 −6 −15 0 ∼ 1 2 2 1 3 0 1 2 0 13 33 0 ∼ 0 0 1 −6 −15 0 0 0 1 −6 −15 0 x1 −2x2 − 13x4 − 33x5 x2 x2 x3 = 6x4 + 15x5 x4 x4 x5 x5 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec x1 x2 x3 x4 x5 −2x2 − 13x4 − 33x5 x2 = 6x + 15x 4 5 x4 x5 −2 −13 −33 1 0 0 = x2 0 + x4 6 + x5 15 0 1 0 0 0 1 Dus Nul(A) = Span{u, v, w}, evenveel generatoren als vrije veranderlijken en deze vectoren zijn (via deze methode) ook onafhankelijk. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie Een lineaire transformatie T : V → W is een functie (d.w.z. een regel die met elke vector v ∈ V een unieke x ∈ W associeert) zodat 1. T (u + v) = T (u) + T (v), voor alle u, v ∈ V ; 2. T (cv) = cT (v), voor alle v ∈ V en scalairen c. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Kern De kern van T is kern(T ) = {v | v ∈ V en T (v) = 0} = Nul(A) (als A de geassocieerde matrix is van T ). Dit is een deelruimte van V . Het beeld (range) van T is T (V ) = {T (v) | v ∈ V } = Col(A), als A de geassocieerde matrix is van T . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 4.3 Lineair Onafhankelijke Verzamelingen en Basis Definitie Een stel vectoren v1 , v2 , . . . , vp in een vectorruimte V is lineair onafhankelijk als de enige oplossing van de vergelijking c1 v1 + c2 v2 + · · · + cp vp = 0 (een lineaire afhankelijkeidsrelatie) de nuloplossing is, d.w.z. c1 = c2 = · · · = cp = 0. Als er niet-nulle oplossing bestaat dat noemt men het stel lineair afhankelijk. Een verzameling die de nulvector 0 bevat is lineair afhankelijk. Een verzameling met twee vectoren is lineair afhankelijk als een van de twee vectoren een veelvoud is van de andere vector. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Voorbeeld In P2 beschouw p1 = x p2 = 2x 2 p3 = x + 4x 2 Dan p3 = p1 + 2p2 Dus {p1 , p2 , p3 } is lineair afhankelijk. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Een geı̈ndexeerde verzameling {v1 , v2 , . . . , vp } (met p ≥ 2 en v1 6= 0) is lineair afhankelijk als en slechts als vj een lineaire combinatie is van zijn voorgangers v1 , . . . , vj−1 , voor een j > 1. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie Zij H een deelruimte van een vectorruimte V . Een verzameling vectoren B = {b1 , b2 , . . . , bp } in V is een basis van H als 1. B is lineair onafhankelijk, 2. H = SpanB Een basis is een efficiënte voortbrengende verzameling, het bevat geen “onnodige vectoren”. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Voorbeeld Zij H het vlak in volgende figuur. Dan I Span{v1 , v2 } = H. I Span{v1 , v3 } = H. I Span{v2 , v3 } = 6 H. I Span{v1 , v2 , v3 } = H. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Zij S = {v1 , v2 , . . . , vp } een deelverzameling van een vectorruimte V en zij H = SpanS. 1. Als vk een lineaire combinatie is van de andere vectoren in S, dan is H = Span(S \ {vk }). 2. Als H 6= {0} dan is er een deelverzameling van S die een basis is van H. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Voorbeelden I de standaard basis van R3 is {e1 , e2 , e3 } met I 1 0 0 e1 = 0 , e2 = 1 , e3 = 0 0 0 1 de standaard basis van Pn is {1, x, . . . , x n }. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Voorbeeld Is 1 0 1 {v1 = 2 , v2 = 1 , v3 = 0 } 0 1 3 een basis voor R3 ? Oplossing Stel A = [v1 v2 v3 ] 1 0 1 A ∼ 2 1 0 ∼ 0 1 3 Dus is {v1 , v2 , v3 } een basis. Dan 1 0 1 1 0 1 0 1 −2 ∼ 0 1 −2 0 1 3 0 0 5 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec is geen basis van R3 is geen basis van R3 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling: bases voor Nul(A) en Col(A) I Elementaire rijoperaties op een matrix hebben geen invloed op de lineaire afhankelijkheid van de kolommen. I De spil (pivot) kolommen van A vormen een basis van Col(A). Reden: Lineair afhankelijkheid van de kolommen van een matrix A is bepaald door oplossingen van Ax = 0. Dus als A en B rij-equivalent zijn dan zijn de oplossingen van Ax = 0 and Bx = 0 dezelfde. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Vind een basis voor Col(A) met 2 0 4 4 −1 3 6 2 22 8 0 16 2 0 0 0 1 2 A = [a1 a2 a3 a4 ] = 3 4 Oplossing 1 0 [a1 a2 a3 a4 ] ∼ 0 0 0 1 0 0 4 5 0 0 Dus b2 = 2b1 , a2 = 2a1 ; b4 = 4b1 + 5b3 , a4 = 4a1 + 5a3 Dus Col(A) = Span{a1 , a2 , a3 , a4 } = Span{a1 , a3 }. {a1 , a3 } is een basis voor Col(A) 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 4.4 Coördinaatsystemen Stelling Zij B = {b1 , b2 , . . . , bn } een basis van een vectorruimte V en x ∈ V . Dan bestaan unieke scalairen c1 , c2 , . . . , cn zodat x = c1 b1 + c2 b2 + · · · + cn bn . Men noemt c1 , c2 , . . . , cn de coördinaten (gewichten) van x t.o.v. de basis B. Notatie: c1 c2 [x]B = . , . . cn de B-coördinaatvector van x. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Matrix van coördinaatwissel Zij B een basis van Rn . Stel PB = b1 b2 · · · bn , de coördinaatverandering matrix van B naar de standaardbasis in Rn . Dan de is de vectorvergelijking x = c1 b1 + c2 b2 + · · · + cn bn hetzelfde als x = PB [x]B Merk op dat PB inverteerbaar is omdat de kolommen van PB een basis vormen van Rn . De functie Rn → Rn : x 7→ PB−1 x = [x]B is een injectieve en surjectieve lineaire transformatie (een isomorfisme tussen Rn en Rn ). 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec De coördintaatafbeelding Zij B = {b1 , . . . , bn } een basis van een vectorruimte V . De coördintaatafbeelding V → Rn : x 7→ [x]B is een bijectieve lineaire transformatie. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Coördinaatfuncties laten ons toe om coördinaten in te voeren voor “ongewone” vectorruimten. Standardbasis voor P2 is B = {p1 , p2 , p3 } = {1, x, x 2 }. Veeltermen in P2 “gedragen” zich als R3 omdat a + bx + cx 2 = ap1 + bp2 + cp3 a a + bx + cx 2 B = b c a 3 2 P2 → R : a + bx + cx 7→ b 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec c2 = 4 en [x]B = 3 4 Dus c1 = 3 en 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 4.5 De dimensie van een vectorruimte Stelling Zij V een vectorruimte met een basis B = {b1 , b2 , . . . , bn }. Dan I Elke verzameling in V met meer dan n elementen is lineair afhankelijk. I Elke basis van V heeft exact n elementen. Men noemt n de dimensie van V ; notatie dim V = n. dim{0} = 0. Een vectorruimte die een eindige basis (eindige voortbrengende verzameling heeft) noemt men eindig dimensionaal. In het ander geval noemt men die oneindig dimensionaal. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Zij V een eindig dimensionale vectorruimte en H een deelruimte. Zij B 0 een lineair onafhankelijk deel van H, dan bestaat er een basis B van H met B 0 ⊆ B. Ook dim H ≤ dim V . Basis Stelling Zij V een n-dimensionale vectorruimte. Elke lineair onafhankelijke deelverzameling van V met n elementen is een basis van V . Elke deelverzameling B van V met n elementen en zodat SpanB = V is een basis van V . dim Rn = n dim Pn = n + 1 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Deelruimten H van R3 I dim H = 0, H = {0}. I dim H = 1, H is een rechte door de oorsprong 0. I dim H = 2, H is een vlak door de oorsprong. I dim H = 3, H = R3 . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Eigenschap Zij A een n × m-matrix. Dan I dim Nul(A) = aantal vrije veranderlijken in de vergelijking Ax = 0. I dim Col(A) = het aantal spil (pivot) kolommen in A. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 4.6 Rang van een Matrix Definitie en Stelling Zij A een m × n-matrix. De verzameling van alle lineaire combinaties van de rij vectoren van A noemt men rijruimte van A, genoteerd Row(A). Row(A) = Col(AT ). Als de matrices A en B rijequivalent zijn dan Row(A) = Row(B). Als B in echelonvorm is dan vormen de niet nul rijen van B een basis van Row(A). 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie en Stelling Zij A een m × n-matrix. De rang van een matrix A is rank(A) = dim Col(A). Bovendien I rank(A) = dim Col(A) = dim Row(A) = aantal spil (pivot) kolommen in A. I dim Nul(A) = aantal niet spil kolommen van A = aantal vrije veranderlijken. I rank(A) + dim Nul(A) = n. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Probleem Een wetenschapper lost een homogeen lineair systeem op van 50 vergelijkingen in 54 onbekenden en ontdekt dat er 4 vrije veranderlijken zijn. Kan de wetenschapper er zeker van zijn dat elk geassocieerd niet-homogeen lineair systeem (met dezelfde coefficiënten) een oplossing heeft? Oplossing Zij A de coefficiëntenmatrix. Dan rank(A) = dim col(A) = #spilkolommen dim Nul(A) = #aantal vrije veranderlijken = 4 Dus rank (A) + 4 = 54 of rank (A) = 50 = #vergeljkingen Dus elk systeem Ax = b heeft een oplossing. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec De inverteerbare matrix stelling Zij A een n × n-matrix. De volgende eigenschappen zijn equivalent. I A is inverteerbaar. I de kolommen van A vormen een basis voor Rn . I Col(A) = Rn I dim Col(A) = n I rank(A) = n I Nul(A) = {0} I dim Nul(A) = 0 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 4.7 Verandering van Basis Stelling Zij B = {b1 , b2 , . . . , bn } en C = {c1 , c2 , . . . , cn } basissen van een vectorruimte V . Dan bestaat er een unieke matrix PC←B (verandering van coördinaten matrix van B naar C) zodat [x]C = (PC←B ) [x]B . Bovendien PC←B = Voorbeeld in R2 . [b1 ]C [b2 ]C · · · [bn ]C 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 4.8 en 4.9 Toepassingen 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 5.1 Eigenwaarden en eigenvectoren 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Definitie Een eigenvector van een n × n-matrix A is een niet-nulle vector x ∈ Rn zodat Ax = λx, voor een scalair λ. λ noemt men een eigenwaarde. De verzameling van alle x die oplossingen zijn van (A − λIn )x = 0 is de nulruimte van de matrix A − λIn is een deelruimte van Rn , genoemd de eigenruimte van A corresponderend met λ. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 2 0 0 Voorbeeld Zij A = −1 3 1 en λ = 2 is een eigenwaarde. −1 1 3 Bereken de eigenruimte van λ = 2. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Oplossing 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Oefening Zij λ een eigenwaarde van een matrix A. Bepaal een eigenwaarde van A2 en A3 . Algemeen, wat is een eigenwaarde van An . Oplossing Zij x een eigenvector met eigenwaarde λ. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Eigenschap De eigenwaarden van een triangulaire matrix zijn de diagonaal elementen. Als v1 , . . . , vr eigenvectoren zijn met corresponderende verschillende eigenwaarden λ1 , . . . , λr van een n × n-matrix A dan zijn v1 , . . . , vr lineair onafhankelijk. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Eigenschappen van determinanten Zij A en B n × n-matrices. Dan I A is inverteerbaar als en slechts als det A 6= 0. I det(AB) = det A det B I det AT = det A. I Als A triangulair is dan is det A het produkt van de diagonaalelementen. I Een rij vervangen door een veelvoud van een andere rij op te tellen verandert de determinant niet. Een rijverwisseling verandert de determinant van teken. Een rij van A veranderen door een c veelvoud verandert de determinant in c det A. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 5.2 De karakteristieke vergelijking Stelling Zij A een n × n-matrix en zij U een echelon vorm van A (verkregen door rijverwisselingen en veelvouden van rijen bij andere rijen op te tellen; GEEN rijen vermenigvulidigen met een scalair). Dan (−1)r (produkt van spil elementen in U) als A inverteerbaar is det A = 0 anders Dus het produkt van pivot elementen is uniek, terwijl de echelonvorm niet uniek is. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Zij A een n × n-matrix. Dan zijn equivalent I A is inverteerbaar I 0 is geen eigenwaarde van A I det A 6= 0. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Een scalair λ is een eigenwaarde van een n × n-matrix A als en slechts als λ voldoet aan de karakteristieke vergelijking det(A − λIn ) = 0. Dit geeft een vergelijking van graad n in λ. De multipliciteit van λ is de multipliciteit van λ als een nulpunt (wortel) van deze vergelijking. Eigenschap Zij A en B n × n-matrices. Men noemt A en B equivalent als er een inverteerbare matrix P bestaat zodat P −1 AP = B. In dit geval, det A = det B. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 5.3 Diagonalisatie Definitie Een vierkant matrix A noemt men diagonaliseerbaar als A equivalent is met een diagonaalmatrix. D.w.z. A = PDP −1 , voor een inverteerbare matrix P en een diagonaalmatrix D. Dit is nuttig om bv gemakkelijk Ak te bereken voor een vierkante matrix A. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Oefening Zij A = A = PDP −1 Oplossing: P −1 = 6 −1 . Veronderstel dat 2 3 metD = 2 −1 −1 1 5 0 0 4 en P = 1 1 1 2 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Diagonalisatiestelling Zij A een n × n-matrix. Dan is A diagonaliseerbaar als en slechts als A n lineair onafhankelijke eigenvectoren heeft. Men noemt dit een eigenbasis. Bovendien A = PDP −1 (met D een diagonaalmatrix) als en slechts als de kolommen van P zijn n lineair onafhankelijke eigenvectoren van A. In dit geval zijn de diagonaalelementen van D de eigenwaarden van A die corresponderen met de respectievelijke kolommen. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Diagonaliseer indien mogelijk de matrix 2 0 0 A = 1 2 1 . −1 0 1 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Een n × n-matrix met n verschillende eigenwaarden is diagonaliseerbaar. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec Stelling Zij A een n × n-matrix met verschillende eigenwaarden λ1 , . . . , λp . I De dimensie van de eigenruimte van λi is kleiner dan of gelijk aan de multipliciteit van λ. I De matrix A is diagonaliseerbaar als en slechts als de som van de dimensies van de eigenruimten gelijk is aan n. Dit gebeurt slechts als de dimensie van de eigenruimte behorende bij elke λk gelijk is aan de multipliciteit van λ. I Als A diagonaliseerbaar is en Bk is een basis van de eigenruimte behorende bij λk (voor elke k) dan is B1 ∪ · · · ∪ Bk een basis van Rn . 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 5.4 Eigenvectoren en lineaire transformaties Zij V en W vectorruimten met dim V = n en dim W = m. Zij T : V → W een lineaire transformatie. Zij B = {b1 , . . . , bn } een basis van V en C een basis van W . Zij x ∈ V . Dan [x]B ∈ Rn en [T ([x])]C ∈ Rm . Schrijf x = r1 b1 + · · · + rn bn dan r1 [x]B = ... rn 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec en T (x) = T (r1 b1 + · · · + rn bn ) = r1 T (b1 ) + · · · + rn T (bn ) en dus [T (x)]C = r1 [T (b1 )]C + · · · + rn [T (bn )]C Bijgevolg [T (x)]C = M [x]B met M= [T (b1 )]C [T (b2 )]C · · · [T (bn )]C Men noemt M de matrix van T relatief t.o.v. de basissen B en C (of transitiematrix) 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 5.5 Complexe eigenwaarden Beschouw de matrix A = 0 −1 . De karakteristieke 1 0 vergelijking is λ2 + 1 = 0 Deze heeft geen reele nulpunten. Maar wel complexe nulpunten: i en −i. Elke n-de graadsveelterm heeft n nulpunten in de complexe getallen C = R + Ri. De theorie van matrixeigenwaarden en eigenvectoren is uiteengezet voor Rn , maar blijft gelden voor Cn . Dus men noemt een complex getal λ een eigenwaarde van A als det(A − λI ) = 0. Dit is equivalent met het bestaan van een niet nulvector x ∈ Cn zodat Ax = λx. 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 5.6 en 5.7 Toepassingen 1. Lineaire Vergelijkingen in Lineaire Algebra 2. Matrix Algebra 3. Determinanten 4. Vectorruimten 5. Eigenwaarden en Eigenvec 5.8 Iteratieve schattingen voor eigenwaarden