VORMING GENDER MAINSTREAMING 1 ENGENDER VZW in opdracht van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen Dag 1: programma Timing 2 Inhoud 9.00-9.30 Voorstelling deelnemers + vrees en verwachtingen 9.30-11.00 Gelijkheid van vrouwen en mannen: concepten en doelstellingen 11.00-11.20 Pauze 11.20-11.50 Verschillen en ongelijkheden 11.50-12.30 12.30-13.30 Werken aan gelijkheid : een overzicht van de evoluties Vergelijking tussen strijd tegen discriminatie, specifieke acties en gender mainstreaming Lunch 13.30 – 14.00 Integratie van de genderdimensie in het beleidsproces: de verschillende fasen 14.00-14.45 Sleutelinstrumenten: statistieken en indicatoren 14.45-15.30 Hoe de genderdimensie integreren in de praktijk: voorbeeld 15.30-16.00 Inleiding tot de tweede vormingsdag en evaluatie; voorstelling federaal plan; bespreking van de te verzamelen documenten en informatie voor dag 2 16.00-16.15 Afsluiting dag 1 OVERZICHT 3 I. GELIJKHEID VAN VROUWEN EN MANNEN: DOELSTELLINGEN EN CONCEPTEN II. VERSCHILLEN EN ONGELIJKHEDEN III.VERSCHILLENDE BENADERINGSWIJZEN VAN GELIJKHEID IV. INTEGRATIE VAN DE GENDERDIMENSIE IN HET BELEID I. GELIJKHEID MANNEN EN VROUWEN: CONCEPTEN EN DOELSTELLINGEN 4 1. CONCEPTEN GENDER EN GESLACHT 2. BASIS VAN DE VERSCHILLEN Oefening gender race 5 Teken M/V Oefening gender race 6 Welke verschillen hebben te maken met gender, geslacht of beide? Gender en geslacht 7 Geslacht: Biologische verschillen tussen mannen en vrouwen (niet/moeilijk veranderbaar) Gender: culturele, maatschappelijke verschillen tussen mannen en vrouwen (wel veranderbaar) Verschillen op basis van geslacht en op basis van gender (1) 8 De meeste deeltijdse banen worden door vrouwen uitgevoerd. Verschillen op basis van geslacht en op basis van gender (1) 9 De meeste deeltijdse banen worden door vrouwen uitgevoerd. Vrouwen hebben 16 weken zwangerschapsverlof, vaders slechts 3 tot 10 dagen vaderschapsverlof. Verschillen op basis van geslacht en op basis van gender (1) 10 De meeste deeltijdse banen worden door vrouwen uitgevoerd. Vrouwen hebben 16 weken zwangerschapsverlof, vaders slechts 3 tot 10 dagen vaderschapsverlof. We hebben bijna enkel mannelijke burgemeesters. Verschillen op basis van geslacht en op basis van gender (1) 11 De meeste deeltijdse banen worden door vrouwen uitgevoerd. Vrouwen hebben 16 weken zwangerschapsverlof, vaders slechts 3 tot 10 dagen vaderschapsverlof. We hebben bijna enkel mannelijke burgemeesters. Mannen zijn beter in sommige fysieke inspanningen (voorbeeld : mannelijke hardlopers lopen sneller dan vrouwelijke). Verschillen op basis van geslacht en op basis van gender (1) 12 Voor vrouwen wordt vaker de diagnose van problemen inzake de mentale gezondheid opgesteld. Verschillen op basis van geslacht en op basis van gender (1) 13 Voor vrouwen wordt vaker de diagnose van problemen inzake de mentale gezondheid opgesteld. Vrouwen leven langer dan mannen. Verschillen op basis van geslacht en op basis van gender (1) 14 Voor vrouwen wordt vaker de diagnose van problemen inzake de mentale gezondheid opgesteld. Vrouwen leven langer dan mannen. Mannen krijgen na echtscheiding minder vaak het hoederrecht over de kinderen toegewezen. Verschillen op basis van geslacht en op basis van gender (1) 15 Voor vrouwen wordt vaker de diagnose van problemen inzake de mentale gezondheid opgesteld. Vrouwen leven langer dan mannen. Mannen krijgen na echtscheiding minder vaak het hoederrecht over de kinderen toegewezen. In Zweden wees een studie omtrent uitgaven inzake gezondheidszorg uit dat meisjes veel meer gebruik maken van orthodontie dan jongens. Verschillen op basis van geslacht en op basis van gender (1) 16 Voor vrouwen wordt vaker de diagnose van problemen inzake de mentale gezondheid opgesteld. Vrouwen leven langer dan mannen. Mannen krijgen na echtscheiding minder vaak het hoederrecht over de kinderen toegewezen. In Zweden wees een studie omtrent uitgaven inzake gezondheidszorg uit dat meisjes veel meer gebruik maken van orthodontie dan jongens. Dezelfde studie bracht ook aan het licht dat mindervalide mannen meer hulp krijgen en per uur een hogere uitkering krijgen dan vrouwen. Verschillen op basis van geslacht en op basis van gender: concepten 17 Verschillen op basis van geslacht = biologische verschillen tussen mannen en vrouwen (universeel). Verschillen op basis van gender = sociale en culturele verschillen tussen mannen en vrouwen (contextueel gebonden, variabel). Verschillen op basis van gender = een socio-culturele constructie die wordt afgeleid uit biologische verschillen. Quiz! 18 Oefening om de verschillen tussen vrouwen en mannen te illustreren. Verschillen op basis van geslacht en op basis van gender: theoretisch kader 19 Biologische verschillen tussen vrouwen en mannen => Opdeling van rollen en status volgens geslacht (genderverschillen). Schematisch: vrouwen geassocieerd met de ‘privé sfeer’ mannen actief in de ‘publieke sfeer’ Ondanks het feit dat er vooruitgang wordt gemaakt, zien we dit klassieke schema nog steeds terugkomen. II. VERSCHILLEN EN ONGELIJKHEDEN 20 OEFENING: NOTEER OP KAARTEN VERSCHILLEN TUSSEN MANNEN EN VROUWEN DIE VANDAAG DE DAG BESTAAN IN ONZE SAMENLEVING. Verschillen en ongelijkheden (1) 21 Op verscheidene domeinen bestaan er verschillen tussen mannen en vrouwen: ● ● ● ● ● Economie (Horizontale – verticale segregatie van V/M, halftijdse of voltijdse loopbaan, type contract, betaalde en onbetaalde arbeid, consumptiepatroon, ondernemingszin,…); Privé sfeer (verdeling huishoudelijke taken, inkomens, kinderopvang, partnergeweld); Politiek (politieke vertegenwoordiging, vertegenwoordiging bij topambtenaren,…); Civiele maatschappij (plaats in het verenigingsleven, academische wereld, media,…); Mobiliteit (gebruik van private en publieke transportmiddelen, traject type,…); Verschillen en ongelijkheden (2) 22 Op verscheidene domeinen bestaan er verschillen tussen mannen en vrouwen: ● ● ● Onderwijs (studierichting, schoolresultaten, diploma’s,…); Justitie (hoederrecht, type gepleegde misdaad/overtreding, aantal gedetineerde vrouwen en mannen,…); Veiligheid (gebruik van publieke plaatsen, soorten overlast/geweld (dader, slachtoffer), soorten accidenten op de weg (dader/slachtoffer)…). Ideaal gezien maakt elk departement een overzicht van de voornaamste bestaande verschillen tussen mannen en vrouwen in het beleidsdomein waar het bevoegd voor is. Verschillen en ongelijkheden (3) 23 Deze verschillen vormen niet noodzakelijk een ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Er wordt aangenomen dat er sprake is van ongelijkheid tussen vrouwen en mannen indien: de toegang van vrouwen en mannen tot middelen (inkomsten, werk, verantwoordelijkheid/macht, gezondheid/welzijn, veiligheid, kennis/onderwijs, mobiliteit,…) of hun uitoefening van fundamentele rechten (burgerlijke, sociale en politieke rechten) beperkt is naar gelang het geslacht en de daaraan toegeschreven rollen (gender). Verschillen en ongelijkheden (4) 24 De toegang van vrouwen en mannen tot middelen en hun uitoefening van fundamentele rechten zijn dus de twee criteria die toelaten een verschil tussen vrouwen en mannen als een ongelijkheid tussen vrouwen en mannen te kwalificeren. Verschillen en ongelijkheden (4) 25 Voorbeeld: Enkel vrouwen kunnen zwanger worden = biologisch verschil Vooral vrouwen wijden hun tijd aan de zorg voor en opvoeding van hun kinderen = genderverschil met gevolgen voor de situatie van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt: tewerkstellingsgraad bij mannen : 67%; ● tewerkstellingsgraad bij vrouwen : 57%; ● tewerkstellingsgraad bij mannen met kinderen ten laste : 91,4%; ● tewerkstellingsgraad bij vrouwen met kinderen ten laste : 62,4%. ● Deze verschillen beperken de toegang tot werk, tot inkomens, verantwoordelijkheden,… en vormen dus ongelijkheden tussen vrouwen en mannen. Verschillen en ongelijkheden (5) 26 Oefening : Welke van de verschillen tussen mannen en vrouwen die reeds werden aangehaald, zijn volgens jou ook ongelijkheden of geven aanleiding tot ongelijkheden? Globale beleidsdoelstelling op het vlak van gelijkheid van vrouwen en mannen 27 Definitie van de gelijkheid van vrouwen en mannen van de Europese Commissie: “Onder gelijkheid van geslacht wordt het feit verstaan dat alle mensen vrij zijn hun persoonlijke bekwaamheden te ontwikkelen en keuzes te maken zonder beperkingen opgelegd door strikte genderrollen; dat het gedrag, de ambities en de respectieve noden van vrouwen en mannen gelijk gewaardeerd en aangemoedigd worden.” Emancipatie van indivuen tav de belemmeringen verbonden aan de traditionele rollen van mannen en vrouwen. Voorbeelden van Europese beleidsdoelstellingen op het vlak van gelijkheid man - vrouw 28 Economische onafhankelijkheid van vrouwen (arbeidsdruk, kwaliteit van de arbeid, combinatie werk – gezin, ondernemen, kinderopvang, …) Gelijke verloning van vrouwen en mannen Gelijke participatie in besluitvorming (politiek en economisch) Waardigheid, integriteit en strijd tegen geweld III. VERSCHILLENDE BENADERINGSWIJZEN VAN GELIJKHEID 29 1. STRIJD TEGEN DISCRIMINATIE 2. SPECIFIEKE ACTIES 3 . G E N D E R M A I N S T R E A M I NG (GEÏNTEGREERDE AANPAK) 4. VERSCHILLEN TUSSEN DE BENADERINGEN Oefening 30 OEFENING IN SUB-GROEPEN: LEG DE KAARTEN OP EEN LOGISCHE MANIER OP FLIP EN TEKEN DE VERHOUDING WELKE ZAKEN HOREN BIJEEN? WAAROM? Verschillende benaderingen ivm gelijkheid 31 Strijd tegen discriminatie Specifieke acties Ongelijkheden verbieden Ongelijkheden wegwerken GELIJKHEID Vrouwen - mannen GENDER MAINSTREAMING Ongelijkheden vermijden 1. Strijd tegen discriminatie 32 Politieke domein X Verbieden van elke vorm van discriminatie tussen mannen en vrouwen 2. Specifieke acties 33 Politiek Domein X Specifieke corrigerende maatregelen treffen (voor mannen en vrouwen) 3. Geïntegreerde aanpak (GM) 34 Politiek Domein X, Y, Z Integratie van de gender dimensie in de inhoud alle beleidsdomeinen 3. Geïntegreerde aanpak (GM) 35 Gender mainstreaming betreft de integratie van de genderdimensie in de inhoud van beleidslijnen, niet in de de interne organisatie en werking van de eigen administratie (zoals HRM) 4. Verschillen tussen de benaderingen 36 Strijd tegen discriminatie A posteriori – curatief Een specifiek domein Gebaseerd op het gelijkheidsrecht Specifieke acties A posteriori – curatief Een specifiek domein Gebaseerd op een vaststelling van ongelijkheid Gender mainstreaming A priori - preventief Transversaal – alle domeinen Systematisch Deze benaderingen zijn complementair ! 5. GM en de doeltreffendheid van het beleid 37 Doelstelling van GM: gelijkheid vrouw-man bevorderen Positief neveneffect van GM: de kwaliteit en doeltreffenheid van het beleid verhogen. Hoe ? Door beleidsmakers bewust te maken van het feit dat de bevolking geen homogene groep is waarop het beleid eenzelfde effect heeft. IV. INTEGRATIE VAN DE GENDERDIMENSIE IN EEN BELEIDSDOMEIN 38 1. DE FASEN VAN DE ‘BELEIDSCYCLUS’ 2. DE PROCEDURE VOOR HET INTEGREREN VAN DE GENDERDIMENSIE 3. STATISTIEKEN EN INDICATOREN : SLEUTELINSTRUMENTEN 4. VOORBEELD 5. OEFENING TWEEDE DAG 1. De Fasen van de ‘beleidscyclus’ 39 1. Analyse (ex ante) van de situatie waarop de beleidsmakers willen inspelen 2. Formulering van het beleid 3. Uitvoering van de voorziene maatregelen en acties + controle 4. Evaluatie (ex post) van de reële impact van het gevoerde beleid 2. Integratie van gender dimensie in het beleid (1) 40 Integratie van de genderdimensie in het beleid = nadenken vanuit het genderperspectief tijdens de volledige beleidscyclus de resultaten van deze reflectie integreren in het beleid teneinde de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te verbeteren. Deze integratie betreft voornamelijk de beleidsfasen die voorafgaan aan de goedkeuring van het beleid (analyse- en formuleringsfase). 2. Integratie van gender dimensie in het beleid (2) 41 Een beleidslijn, maatregel, actie,… bevat een genderdimensie wanneer deze betrekking heeft op een domein waar mannen en vrouwen zich in verschillende situaties bevinden. Een beleidslijn, maatregel, actie wordt geanalyseerd vanuit genderperspectief wanneer men de potentiële impact ervan evalueert op de respectieve situatie van vrouwen en mannen. Een beleidslijn, maatregel, actie integreert de genderdimensie indien ze eventuele ongelijkheden tussen vrouwen en mannen vermijdt of corrigeert. 2. Integratie van de genderdimensie in het beleid (3) 42 Een beleidslijn, maatregel, actie,… bevat een genderdimensie wanneer deze betrekking heeft op een domein waar mannen en vrouwen zich in verschillende situaties bevinden. In principe heeft elke maatregel die (direct of indirect) betrekking heeft op mensen, een genderdimensie. Oefening 43 Welke thema’s worden in uw departement behandeld? Pas op, we praten hier over de inhoud van het beleid! Is er volgens u een genderdimensie aanwezig in deze thema’s? 2. Integratie van de genderdimensie in het beleid (4) 44 Een beleidslijn, maatregel, actie wordt geanalyseerd vanuit genderperspectief wanneer men de potentiële impact ervan evalueert op de respectieve situatie van vrouwen en mannen. Deze analyse baseert zich op: ● de naar geslacht uitgesplitste samenstelling van de doelgroep(en) waarop het beleid betrekking heeft; ● de eventuele verschillen bestaan tussen vrouwen en mannen in de betrokken domeinen; ● de eventuele ongelijkheden die verbonden zijn aan deze verschillen. => Evaluatie van de (potentiële) impact van de beoogde maatregel op de respectieve situatie van vrouwen en mannen. 2. Integratie van de genderdimensie in het beleid (5) 45 De integratie van de genderdimensie beoogt dus vooral te vermijden dat vrouwen en mannen op identieke wijze behandeld worden in situaties die verschillend of zelfs ongelijk kunnen zijn. 2. Integratie van de genderdimensie in het beleid (6) 46 Een beleidslijn, maatregel, actie integreert de genderdimensie indien ze eventuele ongelijkheden tussen vrouwen en mannen vermijdt of corrigeert. Indien de maatregel een of meerdere ongelijkheden creëert of versterkt: negatieve impact op M/V gelijkheid => maatregel moet worden aangepast Indien de maatregel nieuwe ongelijkheden vermijdt: neutrale impact op M/V gelijkheid => maatregel ok Indien de maatregel bestaande ongelijkheden vermindert: positieve impact op M/V gelijkheid => maatregel ok 3. Statistieken en indicatoren: sleutelinstrumenten 47 Naar geslacht opgesplitste statistieken en genderindicatoren zijn sleutelinstrumenten om de genderdimensie in de inhoud van het beleid te integreren. 3.1. Rol van genderstatistieken en -indicatoren 48 De situatie voorstellen en analyseren vanuit de gender invalshoek rekening houdend met de respectieve situatie van mannen en vrouwen (verschillen en ongelijkheden) De potentiële impact evalueren van maatregelen op de betreffende situatie van mannen en vrouwen. Eventuele aanpassing van de maatregel (indien negatieve impact op gelijkheid M/V) Opvolgen en evalueren van de genomen maatregelen. 3.2. Naar geslacht opgesplitste statistieken en genderstatistieken. 49 Opsplitsen naar geslacht van de statistieken = eerste stap om binnen een bepaald domein een idee te krijgen van de respectieve situatie van mannen en vrouwen Genderstatistieken = gegevens waarvan de verwerking het mogelijk maakt om de mogelijke verschillen en ongelijkheden tussen vrouwen en mannen duidelijk te maken. Kruising van genderstatistieken met andere variabelen (leeftijd, origine, familiale situatie ,…) => nauwkeurigere identificatie van verschillen en ongelijkheden Oefening: wissel uit per 2 50 Welke belangrijke statistieken worden op jou departement verzameld? ● ● ● ● Zijn ze uitgesplitst naar geslacht? Welke wel/niet? Wat kan er beter? Worden er specifieke genderaspecten opgevolgd in de statistieken? Met welke andere variabelen worden ze gekruist? Worden er conclusies uit getrokken die worden opgenomen in het beleid? 3.3. Indicatoren 51 Indicatoren zijn meestal cijfermateriaal (maar kunnen ook kwalitatief van aard zijn) Ze laten toe een sociale realiteit te vatten. Belang van indicatoren: ● ● ● Reduceren van cijfermateriaal (essentie eruithalen) Meten en vergelijken van situaties (vb: op EU niveau) Zichtbaarheid doen toenemen (communicatiemiddel) 3.4. Enkele gender sleutelindicatoren op Europees niveau 52 ● ● ● ● ● Arbeidsmarkt: tewerkstellingsgraad, werkloosheidsgraad; M/V sectoriële segregatie Combinatie werk - gezin: deeltijdse tewerkstelling; M/V verhouding tewerkstelling en aantal kinderen Onderwijs: M/V studieniveau Besluitvorming: aantal parlementsleden M/V; aantal bestuursleden M/V Armoede: M/V armoederisico bij senioren 4. Voorbeeld 53 Maatregels met betrekking tot de toegang tot het vervroegd pensioen Voorstel tot wetgeving met als doel oudere personen langer op de arbeidsmarkt te houden en de toegang tot het vervroegd pensioen te beperken tot 60+ werknemers door de de duur van de loopbaan noodzakelijk voor de toegang tot het vervroegd pensioen te verhogen. Uitzondering: werknemers die ‘zware’ arbeid verrichten kunnen vanaf 50 op vervroegd pensioen. 4.1. De betrokken personen 54 Op welke personen heeft het project (direct of indirect) betrekking en wat is de naar geslacht uitgesplitste samenstelling van deze groep(en) van personen? • • • • actieve bevolking (M: 54,6% - V: 45,4%); werknemers (M: 54,7% - V: 45,3%); werknemers 50+ (M: 57,3% - V: 42, 7%); werknemers die een ‘zwaar beroep’ uitoefenen (naar geslacht uitgesplitste situatie verbonden aan de inhoud van de definitie). 4.2. De verschillen tussen vrouwen en mannen 55 Wat zijn de verschillen die bestaan tussen vrouwen en mannen in het/de domein(en) waarop het project betrekking heeft? Op de arbeidsmarkt (cijfers beschikbaar via federale websites): activiteitsgraad van vrouwen is lager dan die van mannen; tewerkstellingsgraad van vrouwen is lager dan die van mannen, vooral onder de 50+ werknemers; vrouwen en mannen werken in verschillende sectoren; vrouwen en mannen hebben verschillende arbeidsregimes (deeltijdse arbeid, carrière-onderbreking); vrouwen en mannen hebben verschillende contracten (bepaalde of onbepaalde duur); vrouwen en mannen oefenen verschillende functies uit en hebben een ander niveau van verantwoordelijkheid. 4.2. De verschillen tussen vrouwen en mannen 56 Wat zijn de verschillen die bestaan tussen vrouwen en mannen in het/de domein(en) waarop het project betrekking heeft? Op het vlak van vervroegd pensioen (cijfers beschikbaar via federale websites): vrouwen komen minder dan mannen in aanmerking voor volwaardig vervroegd pensioen (onvolledige carrière); vrouwen zijn in de minderheid bij de vervroegd gepensioneerden; mannen verwerven veel meer directe pensioenrechten (want hij heeft zelf gewerkt); vrouwen hebben veel meer afgeleide pensioenrechten (want zij heeft niet of minder gewerkt); rechthebbenden op een pensioen met gezinsbedrag zijn bijna allemaal mannen. 4.3. Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen 57 Beperken bepaalde van deze verschillen de toegang tot middelen of de uitoefening van fundamentele rechten van vrouwen of mannen (ongelijkheden)? Algemeen gezien beperken deze verschillen redelijk duidelijk de toegang van vrouwen tot inkomsten, verantwoordelijkheden en welzijn. => Er bestaan ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de domeinen waarop het voorstel van wetgeving betrekking heeft. 4.4. De potentiële impact van het voorstel op de situatie van vrouwen en mannen 58 Er bestaat een risico dat de verhoging van de loopbaantijd die nodig is om toegang te krijgen tot vervroegd pensioen en de inhoud die aan het begrip ‘zware arbeid’ gegeven wordt, de ongelijkheden van vrouwen en mannen inzake vervroegd pensioen versterken. 4.5. Integratie van de genderdimensie 59 In dit kader zou erover gewaakt moeten worden dat: de toegang tot en het niveau van het vervroegd pensioen rekening houden met de soms onvolledige carrières van vrouwen (deeltijdse arbeid, carrièreonderbrekingen), via mechanismes van gelijkstelling. de definitie van ‘zware arbeid’ zich niet enkel beperkt tot de traditionele zware beroepen (bijvoorbeeld ook beroepen in de zorgsector opnemen). 5. Oefening tweede dag (1) 60 Voorstel van oefening: voorbereiden van de integratie van de genderdimensie in de verschillende beleidslijnen van het federaal plan gender mainstreaming. Wat zijn de beleidslijnen van het plan die op u betrekking hebben /waar u verantwoordelijk voor bent? Voorbereiding voor de tweede dag: ● een duidelijk beeld hebben van de voorziene beleidslijn; ● een maximum aan informatie verzamelen die relevant is voor de integratie van de genderdimensie (brochure statistieken); ● contact opnemen met eventuele andere betrokken deelnemers. 5. Oefening tweede dag (2) 61 Voor de departementen die niet direct betrokken zijn bij de beleidslijnen die in het plan vermeld staan, zijn er 3 mogelijkheden: ● werken aan een zelf gekozen beleidslijn van hun eigen departement; ● meewerken aan een beleidslijn van het plan met andere deelnemers; ● werken aan een beleidslijn die door Engender aangeleverd wordt (veiligheidsplan, algemene beleidsnota gezondheid 2008). => Samenstelling van de werkgroepen Programma dag 2 62 Timing 9.00 - 9.30 9.30 - 10.30 10.30 - 11.15 11.15 - 11.30 11.30 - 12.00 12.00 - 12.15 12.15 - 13.30 13.30 - 14.30 14.30 - 15.20 15.20 - 15.45 15.45 - 16.00 Inhoud Herhaling belangrijke concepten Programma van de dag en verdeling sub-groepen Oefening in sub-groepen: Aanwezigheid van de genderdimensie ; doelgroepen, bestaande verschillen en ongelijkheden Presentatie voor heel de groep Pauze Oefening in sub-groepen (vervolg): Aanbevelingen om rekening te houden met de verschillen en ongelijkheden? Mogelijke indicatoren Presentatie voor heel de groep Lunch Een procedure ontwikkelen om de politieke engagementen waar te maken. Werken in sub-groepen. Presentatie voor heel de groep Concrete planning om deze procedure waar te maken. Werken in sub-groepen. Presentatie voor heel de groep Weerstand bij gender mainstreaming Globale evaluatie van de vorming.