Ontwikkeling en opvoeding Thema 1 Thema 2 Thema 3 Thema 4 Thema 5 Thema 6 Inleiding op ontwikkeling en opvoeding Ontwikkeling en opvoeding van baby’s en peuters Ontwikkeling en opvoeding van kleuters en schoolkinderen Ontwikkeling en begeleiding van pubers en adolescenten Ontwikkeling en begeleiding van volwassenen en ouderen Ontwikkeling en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking Thema 7 Ontwikkeling en begeleiding van mensen met een lichamelijke beperking 1 2 3 Kennisopdrachten ............................................................................................................................................................................................. 3 Inzichtopdrachten .............................................................................................................................................................................................. 3 Opdracht Van kleuter naar brugpieper ........................................................................................................................................................ 5 Opdracht Taal als sleutel tot succes ........................................................................................................................................................... 6 Opdracht Meer dan spel................................................................................................................................................................................ 6 Opdracht Omgaan met elkaar ...................................................................................................................................................................... 7 Integratieve opdracht ........................................................................................................................................................................................ 7 Opdracht Kind in beeld ................................................................................................................................................................................. 7 Vul hier je naam in. Vul hier de groep in. Vul hier de datum in. Vul hier de versie in. Ontwikkeling en opvoeding van kleuters en schoolkinderen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl., dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.cedar.nl/pro). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. 2 Ontwikkeling en opvoeding van kleuters en schoolkinderen 1 3 Kennisopdrachten In dit thema hebben we ervoor gekozen om geen aparte kennisopdrachten op te nemen. De kennisopdrachten zijn verwerkt in de inzichtopdrachten. 2 Inzichtopdrachten De inzichtopdrachten bestaan uit vier opdrachten die nauw met elkaar samenhangen. Lees voordat je met de opdrachten begint de hele inleiding goed door! Inleiding De pedagogisch medewerkers van buitenschoolse opvang De Vrijbuiters merken dat er bij ouders veel opvoedingsonzekerheid is. Ze besluiten dat dit een geschikt thema is voor een ouderavond. Al brainstormend zien ze dat het een omvangrijk thema is. Daarom besluiten ze er een serie van vier thema-avonden van te maken: – van kleuter naar brugpieper; – taal als sleutel tot succes; – meer dan spel; – omgaan met elkaar. De opzet is voor elke avond hetzelfde. Je gaat in een groep en individueel of in tweetallen materialen maken voor de ouderavond. Het is de bedoeling dat je door deze opdracht te maken, leert hoe de ontwikkeling van kinderen tussen vier en twaalf jaar verloopt en hoe je hierop kunt inspelen bij de opvoeding. – Maak vooraf goede afspraken over wie wat doet en wanneer wat klaar is. – Leg het voorstel voor aan je docent. – Tussentijds bespreek je de resultaten, zodat de onderdelen goed op elkaar zijn afgestemd en alles op tijd af is. – Ook de tussentijdse resultaten leg je voor aan je docent. Elke avond begint met een algemene inleiding. Daarin krijgen ouders antwoord op de volgende vragen: – Waar gaat het vanavond over? – Waarom is dit belangrijk? – Hoe zie je de ontwikkeling bij je kinderen? – Wat betekent het voor de opvoeding? De inleiding begint met een prikkelende introductie. Zo zijn alle ouders er met hun aandacht bij. De onderwerpen worden kort en helder behandeld, met veel beeldmateriaal ter ondersteuning. Ook ouders met een laag opleidingsniveau of ouders die het Nederlands minder goed spreken, moeten het immers kunnen volgen. Je kunt daarbij foto’s, een video of een website gebruiken. Je kunt die zelf maken, of bestaand materiaal gebruiken. Daarna volgen de ouders een workshop. Per thema kunnen ze kiezen uit vier workshops. De workshops zijn praktisch gericht. Er is veel ruimte voor discussie en voor het uitwisselen van ervaringen. Uitgangspunt is dat ouders als ervaringsdeskundigen veel van elkaar kunnen leren. Ook voor de workshops bedenk je een prikkelend begin. Daarna bedenk je een vorm om het onderwerp van de workshop zo te behandelen, dat ouders er wat van leren en dat ze er met elkaar over in gesprek gaan. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een kwartetspel, stellingen of korte videofragmenten. Ontwikkeling en opvoeding van kleuters en schoolkinderen Maak bij elke workshop een lijstje met tips (maximaal een A4’tje). Dat kunnen praktische tips zijn, informatieve boeken of websites die passen bij het onderwerp van de avond en die voor de ouders interessant zijn. De avond wordt informeel afgesloten met een drankje. Bij het weggaan krijgen alle ouders iets mee dat ervoor moet zorgen dat ze thuis nog iets met de informatie gaan doen. Dat kan een informatieve folder zijn waarin nog eens kort het belangrijkste van de avond wordt samengevat. Maar het kan ook een spel zijn, een cd, of iets heel anders. Bedenk een origineel en aansprekend idee dat past bij het onderwerp van de thema-avond. Eisen Het gaat om vier opdrachten: één bij elk thema/elke ouderavond. Elke opdracht heeft dezelfde opzet. Bij de voorbereiding van de opdrachten maak je gebruik van verschillende bronnen: – je studiemateriaal; – vakliteratuur; – internet. Voordat je aan de opdrachten begint, heb je de theorie bij de volgende onderwerpen bestudeerd: – ontwikkeling van kinderen van vier tot twaalf jaar: lichamelijk, verstandelijk, sociaal-emotioneel, persoonlijkheid; – taalontwikkeling: taal als communicatiemiddel, lezen en schrijven, tweetaligheid, taalstimulering; – spelontwikkeling: type kind en spel, spel vier tot acht jaar, spel acht tot twaalf jaar, spelcomputer, spelbegeleiding; – sociale vaardigheid: welke zijn dat en hoe leren kinderen die; – pesten: kenmerken en aanpak. Houd bij elke opdracht een logboek bij over: – hoe je aan de opdracht hebt gewerkt; – welke informatiebronnen je hebt gebruikt; – hoeveel tijd je eraan hebt besteed; – welke problemen je bent tegengekomen; – wat je ervan hebt geleerd. Op basis hiervan maak je een verslag. In het individuele verslag leg je vast: – wat jouw individuele leerdoel is bij deze opdracht; – hoe je hieraan gaat werken; – hoe dit in de praktijk is verlopen (heb je je leerdoel bereikt, waarom wel/niet?). De opdrachten leveren per thema/avond de volgende producten op: – de inleiding voor de thema-avond en de bijbehorende materialen; – de opzet en uitwerking van de workshops; – het product dat ouders aan het eind van de avond meekrijgen; – een korte handleiding bij het door jullie gemaakte materiaal voor degenen die de ouderavond gaan uitvoeren. Als je alle vier de opdrachten hebt gedaan, lever je ook nog de volgende producten op: – een verslag op basis van een logboek; – een individueel verslag. 4 Ontwikkeling en opvoeding van kleuters en schoolkinderen 5 Stappenplan Oriënteer je eerst individueel op de opdrachten. Stel voor jezelf vast wat je van de opdrachten wilt leren. Kijk hierbij zowel naar de inhoud (wat weet ik al van de verschillende onderwerpen en waar zou ik meer van willen weten?) als naar de vaardigheden om de opdrachten uit te voeren (informatie zoeken, verwerken en mondeling of schriftelijk presenteren). Kies bij het verdelen van de taken een taak die past bij jouw persoonlijke leerdoel. Ga bij het maken van de opdrachten methodisch te werk. Het volgende stappenplan geeft je daarbij houvast. Stap 1: Oriënteer je met je groepje op de opdrachten. Bestudeer de theorie. Stap2: Stel bij elk thema (of het thema dat jouw groepje gaat uitwerken) in grote lijnen vast welke vorm de inleiding krijgt, hoe de workshops uitgewerkt worden en wat de ouders aan het eind van de avond meekrijgen. Stap 3: Maak een overzicht van de verschillende materialen die je gaat ontwikkelen. Welke taken vloeien hieruit voort? Stap 4: Maak een plan van aanpak en verdeel de taken. Leg het plan voor aan je docent. Stap 5: Werk het onderdeel uit waar je verantwoordelijk voor bent. Stap 6: Evalueer het product dat er nu ligt. Leg het voor aan je docent en pas het zo nodig aan. Stap 7: Evalueer het eindproduct. Stap 8: Evalueer met je groepje het proces: hoe hebben jullie deze opdrachten aangepakt en hoe is dat verlopen, wat ging goed en wat zou je de volgende keer anders doen, wat hebben jullie ervan geleerd? Stap 9: Evalueer je persoonlijke leerdoel: heb je je persoonlijke leerdoel bereikt? Wat ging goed? Waar moet je nog aan werken? Stap 10: Maak een kort verslag van deze opdrachten en voeg dit samen met de verslagen toe aan je portfolio. Opdracht Van kleuter naar brugpieper Het resultaat van de opdracht is een overzicht van de ontwikkeling van vier tot twaalf jaar, waarbij alle ontwikkelingsaspecten aan bod komen en wat dit betekent voor de opvoeding. Informatie vind je onder meer in de artikelen ‘Ontwikkeling van vier tot twaalf jaar’ en ‘Jezelf als opvoeder overbodig maken’. Leg steeds zo veel mogelijk een verband tussen ontwikkeling en opvoeding(svragen). 1 Voor de inleiding werk je individueel of in tweetallen de volgende onderwerpen in woord en beeld uit: – de introductie: kennis over ontwikkeling geeft handvatten bij de opvoeding; – lichamelijke veranderingen tussen vier en twaalf jaar: lichaamsvorm, motoriek; – verstandelijke ontwikkeling tussen vier en twaalf jaar: fantasie en werkelijkheid, informatie verwerken, van spelen naar leren; – sociaal-emotionele ontwikkeling tussen vier en twaalf jaar: sociaal begrip, vriendjes, emoties; – persoonlijkheid: zelfbeeld, geweten. 2 Voor elk van de vier ontwikkelingsaspecten bedenk je een workshop. Je kunt hier zelf keuzes in maken. Belangrijk is wel dat een essentieel onderdeel van de ontwikkeling en de opvoeding aan bod komt. Hier volgen wat suggesties: – lichamelijke ontwikkeling: groei, voeding, sport en beweging; – verstandelijke ontwikkeling: afspraken maken, grenzen stellen en de leeftijd van de kinderen; – sociaal-emotionele ontwikkeling: inleven, sociaal begrip, helpen, omgaan met ruzies, tv; – persoonlijkheid: zelfbeeld, zelfvertrouwen, geweten, normen en waarden. Ontwikkeling en opvoeding van kleuters en schoolkinderen 6 Opdracht Taal als sleutel tot succes Het resultaat van de opdracht is een overzicht van de taalontwikkeling: – mondelinge taal, lezen en schrijven; – de betekenis van taal voor de ontwikkeling; – suggesties voor het stimuleren van de taalontwikkeling, bijvoorbeeld praten met je kind of voorlezen. Informatie vind je onder meer in het artikel ‘Steeds competenter in taal’. Leg steeds zo veel mogelijk een verband tussen kennis over taal en wat ouders hier in de praktijk mee kunnen doen. 1 Voor de inleiding werk je individueel of in tweetallen de volgende onderwerpen in woord en beeld uit: – de introductie: alles draait om taal; – het belang van taal; – taalontwikkeling tussen vier en twaalf jaar; – taalstimulering. 2 Voor de volgende onderwerpen bedenken jullie een workshop: – taal als communicatiemiddel: praten met je kind, luisteren, lichaamstaal; – tweetaligheid: gevolgen voor ontwikkeling, voordeel of nadeel, thuistaal; – lezen en voorlezen: welk boek voor welke leeftijd, voorlezen; – taalstimulering: corrigeren of niet, ruimte voor gesprekken, taalspelletjes die je overal op elk moment kunt doen. Opdracht Meer dan spel Het resultaat van de opdracht is een overzicht van spelvormen, de betekenis ervan voor de ontwikkeling en suggesties voor het stimuleren van spel. Hoe kies je het juiste speelgoed voor je kind en hoe begeleid je kinderen bij hun spel? Informatie vind je onder meer in het artikel ‘Spelontwikkeling van vier tot twaalf jaar’. Leg steeds zo veel mogelijk een verband tussen kennis over spel en wat ouders hier in de praktijk mee kunnen doen. 1 Voor de inleiding werken jullie individueel of in tweetallen de volgende onderwerpen in woord en beeld uit: – de introductie: spelen is meer dan vermaak; – het belang van spel; – rauwers, douwers, schouwers en bouwers; – spelontwikkeling tussen vier en twaalf jaar; – stimulatie van rijk spel. 2 Voor de volgende onderwerpen bedenken jullie een workshop: – SpeelgoedWijzer: welk speelgoed past bij mijn kind (type kind en leeftijd, voor alle ontwikkelingsaspecten spelmateriaal); – gezelschapsspelen waarvan je wat kunt leren (onderbouw, bovenbouw, alle leeftijden); – computerspellen: wat past bij welke leeftijd, risico’s, hoe houd je er zicht op; – spelbegeleiding: ruimte om te spelen (letterlijk en figuurlijk), mijn kind kan niet spelen. Ontwikkeling en opvoeding van kleuters en schoolkinderen 7 Opdracht Omgaan met elkaar Het resultaat van de opdracht is een overzicht van de spelvormen, de betekenis ervan voor de ontwikkeling en suggesties voor het stimuleren van spel. Hoe kies je het juiste speelgoed voor je kind en hoe begeleid je kinderen bij hun spel? Informatie vind je onder meer in de artikelen ‘Werken aan sociale vaardigheid’ en ‘Pesten komt bij ons niet voor’. Leg steeds zo veel mogelijk een verband tussen kennis over sociale vaardigheid en wat ouders hier in de praktijk mee kunnen doen. 1 Voor de inleiding werk je individueel of in tweetallen de volgende onderwerpen in woord en beeld uit: – de introductie: sociaal competent; – waarom sociale vaardigheid zo belangrijk is; – ontwikkeling sociale vaardigheid tussen vier en twaalf jaar; – omgaan met elkaar; – plagen en pesten. 2 Voor de volgende onderwerpen bedenken jullie een workshop: – vriendjes: sociale contacten, vriendjes maken; – hoe maak ik mijn kind weerbaar: wat kan ik zelf, sociale vaardigheidstraining, sport; – ruzie: wel of niet ingrijpen en hoe; – pesten: wat doe je eraan. 3 Integratieve opdracht Opdracht Kind in beeld In deze opdracht breng je uitgebreid een kind in beeld. Op basis van de informatie die je hebt verzameld over het kind, geef je bij elk ontwikkelingsaspect een aantal tips voor de opvoeding van dit kind. Het is de bedoeling dat je door deze opdracht te maken, leert hoe je de ontwikkeling van kinderen systematisch kunt volgen en hoe je met deze informatie de kinderen beter kunt begeleiden. Kies zelf een kind tussen vier en twaalf jaar in een situatie die bij je opleiding, werk of stage past. Het gaat in principe om een ‘gewoon’ kind waar niet iets bijzonders mee aan de hand is. Je verzamelt informatie op verschillende manieren: – de indrukken die je tijdens het spel en de begeleiding opdoet; – systematische observatie; – een vragenlijst of een toets van een kindvolgsysteem. Je kunt deze opdracht in een groepje voorbereiden. Elk groepslid kiest een eigen kind, brengt dit in beeld en maakt de verslagen. Het verwerken van de gegevens kun je wél in overleg met elkaar doen. Het materiaal verwerk je in: – een verslag voor de begeleiders; – een aansprekend dagboekverhaal voor de ouders. Eisen Bij de voorbereiding van de opdracht gebruik je verschillende bronnen: – je studiemateriaal; – vakliteratuur; – internet; – protocollen, vragenlijsten en observatiemethoden die eventueel op je werkplek aanwezig zijn. Ontwikkeling en opvoeding van kleuters en schoolkinderen 8 Voordat je aan de opdracht begint, heb je de volgende onderwerpen bestudeerd: – ontwikkeling van kinderen van vier tot twaalf jaar: lichamelijk, verstandelijk, sociaal-emotioneel, persoonlijkheid; – taalontwikkeling: taal als communicatiemiddel, lezen en schrijven, tweetaligheid, taalstimulering; – spelontwikkeling: type kind en spel, spel vier tot acht jaar, spel acht tot twaalf jaar, spelcomputer, spelbegeleiding; – sociale vaardigheid: welke vaardigheden zijn dat en hoe leren kinderen die? Houd tijdens het maken van de opdracht een logboek bij over: – hoe je aan de opdracht hebt gewerkt; – welke informatiebronnen je hebt gebruikt; – hoeveel tijd je eraan hebt besteed; – welke problemen je bent tegengekomen; – wat je ervan hebt geleerd. Op basis hiervan maak je een verslag. In dit individuele verslag leg je vast wat jouw individuele leerdoel is bij deze opdracht, hoe je hieraan gaat werken en hoe dit in de praktijk is verlopen (heb je je leerdoel bereikt, waarom wel/niet?) In je verslag komen de volgende onderwerpen in ieder geval aan de orde: – een algemeen beeld van het kind; – het ontwikkelingsniveau; – specifieke belangstelling en spelvoorkeuren; – aandachtspunten; – suggesties voor begeleiding en ontwikkelingsstimulering; – de wijze waarop je de informatie hebt verzameld. De opdracht levert de volgende documenten op: – een verslag voor de begeleiders; – een dagboekverhaal voor de ouders; – een verslag op basis van een logboek; – een individueel verslag. Stappenplan Oriënteer je eerst individueel op deze opdracht. Stel voor jezelf vast wat je met deze opdracht wilt leren. Kijk hierbij zowel naar de inhoud (wat weet ik al van de verschillende onderwerpen en waar zou ik meer van willen weten?) als naar de vaardigheden om de opdracht uit te voeren (informatie zoeken, verwerken en mondeling of schriftelijk presenteren). Kies bij het verdelen van de taken een taak die past bij jouw persoonlijk leerdoel. Ga bij het maken van de opdracht methodisch te werk. Het volgende stappenplan geeft je daarbij houvast. Stap 1: Oriënteer je met je groepje op de opdracht. Bestudeer de theorie. Stap 2: Stel vast welke vorm het verslag en het dagboekverhaal krijgen. Stel vast wat de leeftijd is van het kind dat ieder groepslid in beeld brengt. Voor de keuze van methodieken is het handig als de kinderen niet te veel van elkaar verschillen in leeftijd. Spreek ook af of je als groep alleen de voorbereiding van de opdracht samen doet of dat je ook samenwerkt bij het verwerken van de individueel verzamelde gegevens. Stap 3: Stel vast hoe je het kind in beeld brengt. Gebruik verschillende methodieken om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen. Maak een overzicht van de verschillende methodieken die je gaat gebruiken en van de materialen die je hiervoor nodig hebt. Welke taken vloeien hieruit voort? Stap 4: Maak een plan van aanpak voor het gezamenlijk deel van de opdracht en verdeel de taken. Leg het voor aan je docent. Ontwikkeling en opvoeding van kleuters en schoolkinderen Stap 5: Maak een planning voor het individuele gedeelte van de opdracht. Maak afspraken met de personen die verantwoordelijk zijn voor het kind dat je gaat volgen. Plan de momenten waarop je informatie verzamelt over het kind en het verwerken van de gegevens in de verslagen. Stap 6: Voer de opdracht uit. Stap 7: Evalueer het product dat er nu ligt. Leg het voor aan je docent en pas het zo nodig aan. Stap 8: Evalueer met je groepje het proces: hoe hebben jullie deze opdracht aangepakt en hoe is dat verlopen, wat ging goed en wat zou je de volgende keer anders doen, wat hebben jullie ervan geleerd? Stap 9: Evalueer je persoonlijke leerdoel: heb je je persoonlijke leerdoel bereikt? Wat ging goed? Waar moet je nog aan werken? Stap 10: Maak een kort verslag van deze opdracht en voeg dit samen met de verslagen toe aan je portfolio. 9