Participatie en ouderen met dementie Participatie en ouderen met dementie dementie = syndroom dementie syndroom DSM‐IV (1994) The essential feature of a dementia is the development of multiple cognitive deficits that include memory impairment and at least one of the following cognitive disturbances: aphasia, apraxia, agnosia, or a disturbance in executive functioning. The cognitive deficits must be sufficiently severe to cause impairment in occupational or social functioning and must represent a decline from a previously higher level of functioning. p p y g g APA, 1994 dementie = syndroom dementie syndroom DSM IV TR (2000) DSM‐IV‐TR (2000) Progressive decline in cognition or behavior from a prior level of functioning in one or more of: memory, reasoning, language, visual processes, executive i l i l ti functions, comportment, social‐interpersonal behaviors, personality Interferes with customary activities of daily life and social relationships, causing dependence, alienation Caused by brain disease Caused by brain disease DSM‐IV benadrukt functiestoornissen (symptomen) en legt geen verbanden. Effect op handelen wordt enkel vermeld Wicklund and Weintraub, Turkish Journal of Neurology, 2004 dementie = syndroom dementie syndroom • De cognitieve symptomen, die gepaard gaan met dementie zijn het meest gekend en wereldwijd bestudeerd. • De laatste jaren is er ook groeiend onderzoek naar de functionele veranderingen d i bij d bij dementie, inclusief studies naar verminderde ti i l i f t di i d d mogelijkheden in ADL. • Er is echter heel recent pas meer en meer te lezen over BPSD Er is echter heel recent pas meer en meer te lezen over BPSD (Behavioural and Psychological Symptoms in Dementia), die historisch gekend zijn als de “gedragsstoornissen bij dementie” Vaststelling: Vandenbon, 2007 handelen = sleutel tot participatie handelen sleutel tot participatie Essentie voor ergotherapie: g p dementie = proces dementie proces dementie = proces dementie proces coping met dementie dementie? sociale fase: • vergeetachtigheid, onrust; • onrealistische verklaringen; • buien van agressie; • beginnend besef thuiszorg psychische fase: • geheugenverlies neemt toe; • desoriëntatie in tijd / ruimte; • sterke emoties; • beschuldigen omgeving; • waanbeelden beslissingen thuisopvang opvang in ROB lichamelijke fase: • incontinentie; • verlies intellectuele functies; • sterke emoties; • eindeloos herhalen woorden/klanken; • bedlegerig dementie & handelen dementie & handelen omgeving persoon dementie & handelen dementie & handelen persoon handelt in evenwicht met omgeving well-being persoon met dementie handelt niet in evenwicht met omgeving Ill-being aanpak functies AANPAK PROCES aanpassen omgeving g g International Classification of Di Diseases ‐ ICD Mevrouw Mas Alzheimer Mevrouw Mas – ICD G30 1 ICD G30.1 International Classification of Diseases ‐ ICD I t International Classification of Functioning ‐ ti l Cl ifi ti f F ti i ICF Mevrouw Mas – Alzheimer Mevrouw Mas ICD G30.1 ICD G30.1 ICD - 10 Gezondheidstoestand Lichaamsfuncties en Lichaamsstructuren (Stoornissen) Activiteiten (Beperkingen) Participatie (Participatieproblemen) Menselijk functioneren ICF Omgevingsfactoren (Externe factoren) Persoonlijke factoren (Interne factoren) International Classification of F Functioning ‐ i i ICF Mevrouw Mas – Alzheimer ICD G30.1 Alzheimer ICD G30.1 Mevrouw Mas ICD - 10 Gezondheidstoestand Lichaamsfuncties en Lichaamsstructuren (Stoornissen) Activiteiten (Beperkingen) Participatie (Participatieproblemen) Menselijk functioneren ICF Omgevingsfactoren (Externe factoren) Persoonlijke factoren (Interne factoren) dementie begrijpen dementie begrijpen dementie begrijpen dementie begrijpen klinisch redeneren klinisch redeneren dementie begrijpen – 1 1° wetmatigheid dementie begrijpen GESTOORDE INPRENTING: GESTOORDE INPRENTING: Æ directe gevolgen: • • • • • • • • steeds dezelfde vragen stellen; recente gebeurtenissen vergeten; niets nieuws meer kunnen leren; spullen kwijtraken; spullen kwijtraken; geen nieuwe personen herkennen; nachtelijk dwalen; verdwalen; … Buijse 2008 Buijse,2008 dementie begrijpen – 1 dementie begrijpen 1° wetmatigheid GESTOORDE INPRENTING: GESTOORDE INPRENTING: Æ indirecte gevolgen: • • • • • • • • • • • contacten vermijden; apathie; somberheid – depressie; achterdocht; agressiviteit; hamsteren; smoesjes – leugentjes (confabuleren); wegvallen van remmingen (frontaalkwab); g g ( ); lichamelijke onrust: normale reactie op abnormaal groot verlies; ieder reageert op zijn manier : berustend – vechtend (cfr varkens) … Buijse 2008 Buijse,2008 dementie begrijpen – 2 dementie begrijpen 2° wetmatigheid HET OPROLLEND GEHEUGEN HET OPROLLEND GEHEUGEN vertrouwde personen niet meer herkennen; doden tot leven wekken terug naar een vorige levensfase l f personen verwisselen vervreemden van zichzelf rolverandering eigen omgeving niet meer herkennen – terug naar huis willen • communicatieproblemen te beginnen met woordvindingsproblemen • achteruitgang intellectuele vermogens achteruitgang intellectuele vermogens • • • • • • • Buijse,2008 International Classification of F Functioning ‐ i i ICF Mevrouw Mas – Alzheimer Mevrouw Mas ICD G30.1 ICD G30.1 ICD - 10 Gezondheidstoestand Lichaamsfuncties en Lichaamsstructuren (Stoornissen) Activiteiten (Beperkingen) Participatie (Participatieproblemen) Menselijk functioneren ICF Omgevingsfactoren (Externe factoren) Persoonlijke factoren (Interne factoren) International Classification of F Functioning ‐ i i ICF Mevrouw Mas – Alzheimer Veel voorkomende gedragsproblemen: • angstig gedrag • nachtelijk ronddwalen • weigeren van zorg of voedsel • niet‐voedsel eten (kamerplanten) • seksueel ongepast gedrag • dwalen – weg kwijt raken • ongepast toiletgewoonte • repetitief gedrag • rommelen – snuffelen • apathisch gedrag • slechte lichaamsverzorging • emotionele uitbarstingen • hamsteren • ongepast sociaal gedrag … International Classification of F Functioning ‐ i i ICF Mevrouw Mas – Alzheimer Mevrouw Mas ICD G30.1 ICD G30.1 ICD - 10 Gezondheidstoestand LICHAAMSFUNCTIES LICHAAMSSTRUCTUREN oriëntatie in tijd en ruimte geheugen pj pijn… nachtelijk ronddwalen Participatie (Participatieproblemen) Menselijk functioneren ICF (Stoornissen) OMGEVINGSFACTOREN medicatie, geluiden, geuren, vreemde kamer, controle verzorgende … PERSOONLIJKE FACTOREN: eetpatroon, mist (overleden) echtgenoot… Klinisch redeneren – ABCD Klinisch redeneren ABCD‐schema schema Mevrouw Mas – Alzheimer Mevrouw Mas Nieuwe situatie: Mevrouw Mas begint veel te klagen over de anderen. Het contact met het verzorgend personeel is kort en afstandelijk. Zij houdt elke toenadering van de kant van f d lijk Zij h d lk d i d k de verzorgenden af. Op haar kamer zijn de gordijnen steeds dicht. Zij begint etenswaren en kranten op haar kamer te verzamelen In de groep kan zij zomaar uitvallen kamer te verzamelen. In de groep kan zij zomaar uitvallen naar de medebewoners. Klinisch redeneren – ABCD Klinisch redeneren ABCD‐schema schema Mevrouw Mas – Alzheimer Mevrouw Mas A = Actie B = Beweger C = Consequentie Mevr. Mas doet de gordijnen dicht en begint etenswaren op haar kamer te op haar kamer te verzamelen Persoonlijk: Hoe reageren de Wat is er bekend verzorgende hierop? over haar verleden, oorlog? Halen ze het eten Halen ze het eten zomaar weg? Omgeving: Wat is er de laatste Wat zeggen de verzorgenden tegen tijd op de afdeling gebeurd dat dit Mevr. Mas? gedrag kan veroorzaken? Trekken ze de gordijnen steeds weer open? Hazelhof,2008 D = Denken Wat denkt men over de oorzaak van dit gedrag? klinisch redeneren klinisch redeneren klinisch redeneren klinisch redeneren klinisch redeneren klinisch redeneren klinisch redeneren klinisch redeneren klinisch redeneren klinisch redeneren klinisch redeneren klinisch redeneren klinisch redeneren klinisch redeneren klinisch redeneren klinisch redeneren dementie en ergotherapie dementie en ergotherapie Een ergotherapeut is een expert in het mogelijk h i i h lijk maken van handelen. Elk individu heeft recht op handelen en participatie HANDELEN • zelfzorg • productiviteit d ti it it • vrije tijd PARTICIPEREN • deelnemen in besluitvorming d l • deelnemen aan… take – home messages take home messages • • • • • Benadering van personen met dementie gebeurt best top‐down. We vertrekken vanuit het handelen (participatie) … kk i h h d l ( i i i ) Personen met dementie zijn in de eerste plaats mensen, mensen die zoals iedereen moeten wónen, eten, slapen, die sociale contacten hebben ontspanning nemen, maatschappelijke hebben, ontspanning nemen maatschappelijke verplichtingen hebben. Mensen die handelen én recht hebben op handelen (participatie) … De afgenomen functies van personen met dementie zijn niet trainbaar, hun leervermogen beperkt aanspreekbaar … voor hun stoornissen moet zeker aandacht zijn, maar niet in de eerste plaats. Ergotherapeuten in het bijzonder moeten zich hiervan bewust zijn indien zij de regie de regie zoveel mogelijk aan de oudere de oudere willen laten. laten Ergotherapeuten bewaken het kader waarin een optimaal handelen van de persoon met dementie mogelijk wordt. Met het adagium “de Met het adagium de client staat client staat centraal “ is op zich is op zich niets mis, mis, zolang ergotherapeuten maar niet bepalen waar het centrum ligt. Jan Valy Rudi Ghysels ergo‐ en kinesitherapeuten praktijklectoren ergotherapie PH praktijklectoren ergotherapie PHL