Detailhandel, de dupe van veranderingen? Adriaan Heijboer 334217 Bachelorscriptie Economie en bedrijfseconomie Capaciteitsgroep Toegepaste Economie R. Thurik Rotterdam 07-2012 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 5 2. Techniek 8 3. Politiek 13 4. Maatschappij 15 5. Economie 19 6. Conclusie en discussie 22 7. Aanbevelingen 25 Literatuurlijst 26 2 Samenvatting In deze scriptie wordt ingegaan op de vraag of de traditionele detailhandel overbodig wordt gezien de veranderingen op het gebied van techniek, politiek, maatschappij en economie. In de literatuur is verschillende malen gekeken naar het effect van veranderingen binnen de detailhandel op het gedrag van de consument. Het voortbestaan van de detailhandel is echter nog niet vaak besproken. Door de recente ontwikkelingen op het gebied van techniek, politiek, maatschappij en economie is het goed het voortbestaan van de detailhandel ter discussie te stellen. De detailhandel genereert veel werkgelegenheid en is sterk verbonden met het consumentenvertrouwen. Om antwoord te geven op de vraag over het voortbestaan van de detailhandel heb ik onderzoek gedaan naar de effecten van technologische veranderingen op het consumentengedrag en daarmee ook op de detailhandel. In de literatuur heb ik aanwijzingen gevonden dat de technologie het gedrag van de consument behoorlijk beïnvloedt. Hierbij kan gedacht worden aan de verbetering van de transparantie als gevolg van internet. Deze transparantie zal zorgen voor kritische consumenten. Wanneer de detaillist niet in zal spelen op de technologische veranderingen, zal de detaillist als schakel verdwijnen uit het traject van producent tot consument. Voor nieuwe technieken geldt echter wel dat deze geaccepteerd moeten worden door de consument. Zoals uit onderzoek blijkt (Heide & Weis, 1995) zal deze geaccepteerd worden op basis van kosten, gemak, noodzaak en eenvoud. Ook heb ik gekeken naar de rol die de politiek speelt bij het voortbestaan van de detaillisten. Aan de hand van de literatuur heb ik geconcludeerd dat het beleid van de overheid van materieel belang kan zijn. De detailhandel wordt immers beïnvloed door keuzes die de overheid maakt met betrekking tot belastingen op goederen en inkomen en door bestemmingsplannen en regelgeving. Ik concludeer dat de overheid een grote rol speelt in het voortbestaan van de detailhandel omdat ze enerzijds de koopkracht van de consument beïnvloedt en anderzijds invloed heeft op de kosten, beperkingen en mogelijkheden van de detaillist. Om de detailhandel geen overbodige bedrijfstak te laten worden, waardoor veel banen verloren gaan, dient de overheid in het beleid enerzijds de consument te voorzien van voldoende koopkracht en anderzijds de detaillist niet te veel te beperken. 3 De maatschappij is zelf ook verantwoordelijk voor veranderingen die de detailhandel beïnvloeden. Mede door demografische ontwikkelingen is de traditionele detailhandel genoodzaakt te veranderen, om het niet af te leggen tegen bijvoorbeeld webwinkels. Uit literatuuronderzoek (Bakker, 1992) komt naar voren dat sociaal maatschappelijke factoren erg belangrijk zijn voor het renderen van een winkel. Wanneer deze factoren door de tijd heen veranderen, dient de detaillist mee te veranderen om het hoofd te kunnen bieden aan de concurrentie in de vorm van onder andere webwinkels. Uit de literatuur blijkt eveneens dat hedonistische en utilitaristische motieven van groot belang zijn voor de beslissingen die de consument neemt (To et al., 2007). Deze factoren worden beïnvloed door de normen en waarden van de samenleving. We kunnen daarom concluderen dat de maatschappelijke ontwikkelingen effect hebben op het gedrag van de consument en dat de detaillist genoodzaakt is hierin mee te gaan om het substitueren van de consument te voorkomen. Tenslotte speelt ook de economische situatie een rol in het voortbestaan van de detailhandel. Uit de literatuur blijkt dat patronage van klanten wordt beïnvloed door onder meer de prijs (Kim et al., 2007) Wanneer de economische vooruitzichten slecht zijn, uit zich dat vaak in een lager consumentenvertrouwen en neemt de patronage af. Hieruit blijkt dat de economische situatie het gedrag van de consument richting de detaillist beïnvloedt. Daarnaast zorgen veranderingen in de economie voor gedragsveranderingen van andere partijen uit het verkoopkanaal, omdat ze toch hun omzet willen halen. Na het behandelen van de verschillende beïnvloedende aspecten komen we tot de conclusie dat de traditionele detailhandel overbodig zal worden, als er niet ingespeeld wordt op veranderingen op het gebied van technologie, politiek, maatschappij en economie. 4 1. Inleiding Er is al veel onderzoek gedaan naar de belangrijke aspecten van de detailhandel. In deze scriptie ga ik verder waar anderen gestopt zijn. Ik geef antwoord op de vraag of de verschillende ontwikkelingen op het gebied van techniek, politiek, maatschappij en economie invloed hebben op het gedrag van de consument. Hierdoor geef ik antwoord op de vraag of de traditionele detailhandel zal verdwijnen. Het voortbestaan van de detailhandel is essentieel voor de werkgelegenheid. Daarnaast heeft de detailhandel ook een sociale functie. In het verleden is er vaak onderzoek gedaan naar het consumentengedrag. Er is echter weinig bekend over de consequenties van dit gedrag voor de detailhandel. Dit geldt ook voor de factoren die een rol spelen in dit proces. Door mijn werk bij een fabrikant van luxe woonartikelen heb ik ervaren welke veranderingen er zijn voor de detailhandel en wat de gevolgen daarvan zijn. In mijn ogen is de detailhandel een kwetsbare branche omdat ze afhankelijk is van meerdere dominante partijen. De consumenten hebben bijvoorbeeld grote invloed op de detailhandel, omdat ze de rol van de detailhandel kunnen beïnvloeden door hun consumptiepatroon. Daarnaast is de detailhandel erg afhankelijk van de toeleveranciers. De detailhandel is van oorsprong de schakel tussen de groothandel en de consument. Er worden geen zelfvervaardigde goederen verkocht aan consumenten. De detailhandel bedient in de meeste gevallen geen bedrijfsmatige gebruikers (definitie CBS). Met andere woorden; de detailhandel verkoopt goederen die bij een groothandel of fabrikant zijn gekocht. De detailhandel overbrugt zodoende onder andere verhoudingsverschillen. Ook verschillen met betrekking tot tijden en plaatsen worden door de detailhandel overbrugd. De consument wenst immers niet te grote partijen af te nemen. Daarnaast moet de afstand tot de winkel zo klein mogelijk zijn. Zo blijkt uit documenten van de Hoofdbedrijfschap Detailhandel (2007). Bij de verkoop van goederen is de actie van de consument leidend. Wanneer de consument geen interesse heeft voor een product, zal de verkoop niet doorgaan. 5 Wanneer de consument rechtstreeks in wil kopen bij de fabrikant, kan de detailhandel niets anders doen dan toezien. Dit zijn slechts een paar voorbeelden om aan te tonen dat de keuze van de consument volgens het “consumer decision model” leidend is. De term is bekend uit het boek van Blackwell et al. (2005). Met deze uitdrukking wordt het proces bedoeld dat de consument doorloopt bij het kopen van goederen. Dit proces start met noodzaak herkenning en eindigt bij de “after-sales” evaluatie. De factoren die behandeld worden beïnvloeden dit “consumer decision model”. Het gedrag van consumenten wordt bepaald door de genoemde factoren en is zodoende een afhankelijke variabele, waarbij de veranderingen in de techniek, maatschappij, economie en politiek als prikkels voor bepaald gedrag gezien kunnen worden. Zoals in figuur 1 is afgebeeld zal ik de traditionele detailhandel analyseren aan de hand van de factoren die het gedrag beïnvloeden, om vervolgens de gevolgen van dat gedrag samen te vatten in de conclusie en daarmee antwoord te geven op de vraag of de detailhandig overbodig is. Technologische veranderingen Politieke veranderingen Gevolgen voor gedrag Gevolgen voor gedrag Traditionele detailhandel De detailhandel overbodig? Sociaal/maatschappelijke veranderingen Economische veranderingen Afbeelding 1: de structuur van deze scriptie 6 Wanneer we de traditionele detailhandel aan de hand van de verschillende factoren die invloed hebben op het gedrag van de consument onderzoeken, kan er een conclusie worden getrokken over het voortbestaan van deze bedrijfstak. Gedurende deze scriptie zal ik me laten leiden door nader te benoemen deelvragen waarmee ik antwoord wil geven op de volgende hoofdvraag: “Wordt de traditionele detailhandel met het oog op veranderingen in techniek, maatschappij, economie en politiek overbodig?”. Om deze hoofdvraag te kunnen beantwoorden wil ik de volgende deelvragen formuleren. Hierbij zal ik ingaan op de gevolgen voor het gedrag van de consument. 1. Welke gedragsgevolgen hebben de veranderingen op het gebied van de techniek voor de detailhandel? 2. Welke gedragsgevolgen hebben de veranderingen op het gebied van de politiek voor de detailhandel? 3. Welke gedragsgevolgen hebben de veranderingen op sociaal maatschappelijk gebied voor de detailhandel? 4. Welke gedragsgevolgen heeft een veranderende economische situatie voor de detailhandel? Om antwoord te geven op de deelvragen zal ik literatuur gebruiken die betrekking heeft op de genoemde aspecten bij de deelvragen. Ik verwacht met deze deelvragen nagenoeg alle aspecten van de hoofdvraag te hebben behandeld. Ook zal ik cijfers gebruiken (in de meeste gevallen van het CBS of gespecialiseerde brancheorganisaties) om de deelvragen te onderbouwen en conclusies te kunnen trekken. Ik zal eerst de deelvragen beantwoorden om vervolgens op basis van deze antwoorden een antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag in de vorm van een conclusie. Vervolgens zal ik een aantal aanbevelingen geven. 7 2. Techniek In deze deelvraag zal ik ingaan op de vraag welke gedragsgevolgen de veranderingen op het gebied van de techniek voor de detailhandel hebben. Om antwoord te kunnen geven op deze vraag zal ik de veranderingen op het gebied van de techniek analyseren, om vervolgens conclusies te trekken aan de hand van de literatuur of de detailhandel op basis van deze veranderingen overbodig is geworden. Uit het verleden blijkt dat de techniek een belangrijke rol speelt bij het consumentengedrag (HBD, 2007). Daar waar de invoering van zelfbediening met behulp van technieken voor grote veranderingen zorgden, zijn er nu andere technieken die het consumentengedrag hebben beïnvloed of zullen gaan beïnvloeden. De invoering van de zelfbediening heeft voor branchevervaging gezorgd (HBD, 2007). Door deze branchevervaging was het mogelijk goederen te kopen op plaatsen waar ze eerst niet te koop waren, omdat de detaillist zicht richtte op een ander segment. Branchevervaging kan een gevaar zijn voor de detaillist, omdat ze zich moeilijker kunnen onderscheiden. Daarnaast zorgt de branchevervaging voor grotere winkels. Uit de cijfers van het HBD (Hoofdbedrijfschap Detailhandel) blijkt dat het gemiddelde winkeloppervlak de laatste 10 jaar is gestegen met meer dan vijf vierkante meter. Zullen de nieuwe technieken ook zorgen voor een verdere vervaging en zal dat de detailhandel ten goede komen of juist niet? Het antwoord op deze vraag bepaalt mede de houdbaarheid van de detailhandel als bedrijfstak. Gedragsveranderingen van consumenten zijn afhankelijk van verschillende factoren. Ook de adaptatie van nieuwe technieken wordt door verschillende elementen bepaald. Allereerst moet de koper af zien te rekenen met de onzekerheden zoals het tempo van de technologische veranderingen, maar ook met de technologische heterogeniteit en het tekort aan ervaring. Wanneer deze aspecten zijn overwonnen, ligt de weg open voor een nieuwe technologie. Daarnaast zal een consument ook altijd rekening houden met de kosten van het wisselen van verkoopkanaal en de kosten van de techniek. Ook de situationele 8 factoren zoals het gemak van het aanschafproces en de noodzaak van aanschaf zullen de revue passeren. Zo blijkt uit onderzoek van Heide et al. (1995). In geval van het internet kan gesteld worden dat de adaptatie inmiddels heeft plaatsgevonden. Er is ervaring met het gebruik van computers en de kosten zijn te overzien aangezien vrijwel elk huishouden in het bezit is van een computer. Ook uit de cijfers blijkt dat het winkelen met behulp van internet steeds vaker gedaan wordt. Zo blijkt uit onderzoek van de ING dat 35 procent van de omzet in de detailen groothandel inmiddels wordt verkregen uit webwinkels. Hieruit kunnen we opmaken dat het internet steeds meer als alternatief wordt gezien voor fysieke winkels. Daarnaast blijkt uit onderzoek van CBW-MITEX dat bijna de helft van de consumenten geen voorkeur heeft met betrekking tot online dan wel offline kopen. We mogen stellen dat internet een goed voorbeeld is van een techniek die tot grote verandering heeft geleid in de afgelopen 20 jaar. Uit cijfers van de International Telecommunication Union blijkt dat de internetpenetratie in die periode is gestegen van 0,3 procent tot 90 procent (HBD, 2010). Door de adaptatie is er veel veranderd. Het gebruik van internet heeft verschillende gevolgen voor de consument en daarmee ook voor de detailhandel. Internet heeft ervoor gezorgd dat de kloof tussen verkoper en koper kleiner is geworden. De kloof is in sommige gevallen zo klein geworden dat verschillende schakels uit een bedrijfstak overgeslagen worden en de consument zelfs direct zaken doet met de fabrikant. Een voorbeeld hiervan is Nike, de consument kan daar rechtstreeks online bestellen. Daarnaast heeft de consument de mogelijkheid om allerhande informatie te verkrijgen. De consument is hierdoor beter en algemener geïnformeerd. Daar waar vroeger de consument een kanaal gebruikte om het consumer decision model te doorlopen en een product aan te schaffen, gebruikt een consument nu vaak meerdere kanalen (HBD, 2011). Dit houdt in dat de consument bijvoorbeeld zijn informatie vergaart op het internet en het product in de winkel koopt en andersom. Deze mogelijkheid heeft grote gevolgen voor het consumentengedrag. Natuurlijk zullen niet alle consumenten ervoor kiezen om de nieuwe technologieën te gebruiken, maar toch zorgen deze technieken wel voor een andere benadering van de detailhandel. Door de mogelijkheden die het internet biedt is het eenvoudig om goederen te kopen buiten de detailhandel om. 9 Daarnaast is het eenvoudig om op internet specifieke informatie te vinden over producten. Hierdoor is de consument steeds beter geïnformeerd. Dit heeft tot gevolg dat de knowledge gap tussen consument en verkoper kleiner is geworden met als gevolg een kritische en concrete klant (Tichenor et al., 2012). Ook wordt er op het internet veel informatie gedeeld en ervaringen uitgewisseld. Deze informatie speelt een grote rol in het “consumer decision proces”. Het onderzoek van CBW-MITEX toont aan dat meer dan de helft van de consumenten reviews van andere consumenten gebruikt om een goede keuze te kunnen maken. Dit wordt bevestigd door onderzoek van Linthorst (2011). Doordat deze reviews van groot belang zijn voor de beslissingen van potentiële klanten is het zaak dat er vanuit de onderneming goed wordt gereageerd op klachten, aangezien deze vaak worden beschreven in reviews. Uit onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de klanten met klachten sterke negatieve gevoelens overhouden door het niet goed afhandelen van klachten (Kelly, 1993). Webwinkels versus fysieke winkels Er is een aantal belangrijke verschillen tussen de kanalen die deel uit kunnen maken van het koopproces. Voordelen van het kopen bij webwinkels zijn geen beperkte openingstijden, geen “nee-verkopen” en geen huilende kinderen. De nadelen van het kopen bij webwinkels en tevens voordelen van fysieke winkels zijn het persoonlijke contact, emotie, beleving, voelen, proeven en passen. Gesteld kan worden dat de webwinkels vooral geschikt zijn voor doelgerichte aankopen van standaardproducten (HBD, 2011). Door de technische mogelijkheden worden deze verschillen steeds kleiner, aangezien de beleving ook bij de webwinkels een steeds grotere rol gaat spelen. Ook voelen, proeven en passen wordt makkelijker doordat de logistiek van het retourproces goed gestroomlijnd is. Voor de detaillisten is het belangrijk om mee te bewegen met de technische mogelijkheden en daar waar mogelijk toe te passen in hun processen. Daarnaast is het zaak om de voordelen van een fysieke winkel te benadrukken en de voordelen van een webwinkel te ontkrachten. 10 Concurrentie Ook is het door de mogelijkheden die het internet en andere technologische veranderingen bieden eenvoudiger geworden om te concurreren met bestaande traditionele detaillisten. Door de logistieke mogelijkheden is het niet meer nodig de voorraadrisico’s te nemen. Dit was voorheen een kenmerkend onderdeel van het takenpakket van de detaillist. Het “just-in-time” leveren is vanwege de voorraadrisico’s erg belangrijk geworden (Larson & Lusch, 1990). Ook de service gaat een steeds grotere rol spelen. Dit heeft ook te maken met de demografische verschillen. In deel 4 zal ik daarover meer vertellen. Door de technologische mogelijkheden is het mogelijk om veel eerder op veranderingen in te spelen. Juist de snelheid van veranderingen is een probleem voor de meeste detaillisten, omdat ze vaak goederen op voorraad hebben liggen. Door deze veranderingen zijn de detaillisten niet meer goed te onderscheiden van andere partijen zoals de groothandel en de fabrikant uit de bedrijfstak. Aangezien groothandels en fabrikanten steeds vaker rechtstreeks door de consument te benaderen zijn. Door de mogelijkheden die de techniek biedt is het eenvoudiger om te kunnen concurreren met de detaillist. De detaillist heeft het competitieve voordeel deels verloren (Bakker et al., 1992). Er bestaat bijna geen voordeel meer op het gebied van product, prijs, promotie en plaats (locatie). Doordat deze vier aspecten weinig verschil meer kunnen maken, mogen we misschien wel stellen dat de Marketing mix (Borden, 1984) bij de groothandel, fabrikant en detailhandel vergelijkbaar wordt. De techniek heeft ervoor gezorgd dat de benodigdheden overal verkrijgbaar zijn voor dezelfde prijs, waardoor er meer concurrentie mogelijk is. Deze nivellering van de markt heeft ook verstrekkende gevolgen voor de omgeving. Er zijn minder winkels nodig en de winkels zullen hun assortiment uitbreiden. Daarnaast heeft internet er ook voor gezorgd dat de noodzaak van het zich in clusters verenigen steeds meer wegvalt. Het is lange tijd noodzakelijk geweest te participeren in een cluster om zodoende gebruik te kunnen maken van schaal- en omgevingsfactoren zoals de infrastructuur. Clusters van winkels zijn belangrijk om de juiste klant te bereiken en om zodoende informatie te verzamelen van de desbetreffende klanten (Maskell, 2001). De goede infrastructuur en de vele faciliteiten zorgen daarnaast ook voor een leefbare omgeving. 11 We kunnen stellen dat er door het gebruik van allerhande technieken veel is veranderd binnen de detailhandel. Het explosieve gebruik van nieuwe technologieën zorgt voor een revolutie in de retail omgeving (Meuter et al., 2003). Door deze veranderingen is het gedrag van de consument veranderd, in die zin dat ze de geboden middelen gebruiken om er hun voordeel mee te doen. Wat de detailhandel het meest kwetsbaar maakt, is dat er tegenwoordig meerdere partijen zijn die onder andere het voorraadrisico over kunnen nemen. Deze partijen kunnen vaak een efficiëntere manier van voorraadbeheer bewerkstelligen door goedkope opslagruimtes. Daarnaast bieden ze vaak ook een meerwaarde in de vorm van bijvoorbeeld leveringen en montage. Terugkomend op de vraag welke gedragsgevolgen de veranderingen op het gebied van de techniek voor de detailhandel hebben kunnen we stellen dat vrijwel iedere ontwikkeling op het gebied van techniek de detailhandel direct of indirect beïnvloedt. Deze invloed hangt af van de adaptatie van de techniek. Op basis van de meest recente veranderingen kan gesteld worden dat de detailhandel niet overbodig is zolang ze de nieuwe technieken blijft implementeren en zich blijft onderscheiden. Wanneer er geen aandacht wordt besteed aan nieuwe technologische ontwikkelingen zal de techniek ervoor zorgen dat de detaillist door de consument of de fabrikanten/groothandels wordt geëlimineerd. 12 3. Politiek In deze deelvraag ga ik in op de vraag welke gedragsgevolgen de veranderingen op het gebied van politiek voor de detailhandel hebben. Om antwoord te kunnen geven op deze vraag zal ik de (mogelijke) veranderingen analyseren en bepalen hoe de detailhandel er momenteel voor staat. Daarnaast zal ik aan de hand van verschillende voorbeelden de gevolgen van de politiek voor de detailhandel weergeven. De detailhandel is voor de politiek een belangrijke branche, omdat er veel mensen werkzaam zijn. Naar schatting zijn er 822.200 mensen werkzaam in de detailhandel (website HBD). Wanneer het gedrag van consument en detaillist niet in goede banen zal worden geleid, kan dit gevolgen hebben voor de banen in de retailsector. Het is zaak voor de overheid om de detailhandel te beschermen voor gedragsveranderingen van consumenten die een negatieve invloed hebben. Dat wil zeggen dat de detailhandel vrijgelaten moet worden om zo efficiënt mogelijk te kunnen functioneren. Wanneer de overheid echter een beleid voert dat detailhandel verplicht zich in de stadscentra te vestigen, zoals in Engeland gebeurt (Adams et al., 2002), zal de detailhandel door de hoge kosten de concurrentie moeilijk de baas kunnen. Daarnaast is het zaak dat de consument in alle gevallen profiteert van politieke veranderingen, omdat zij degene is die uiteindelijk de beslissing neemt met betrekking tot de consumptie van goederen. Wanneer de overheid de detaillisten te veel uit de wind houdt, zullen de consumenten de goederen gaan substitueren of op een andere manier proberen te verkrijgen (Blackwell et al., 2005). Door alle technologische veranderingen en het opheffen van grensbarrières is het eenvoudiger geworden om een product in het buitenland te kopen. De techniek heeft zodoende ook invloed op de kracht van het overheidsbeleid. Een beperkende factor van de detailhandel is wetgeving en andere politieke aangelegenheden. Politieke veranderingen kunnen verstrekkende gevolgen hebben. Zo kan de politiek besluiten over te gaan tot een verhoging van de BTW zoals in Nederland is gebeurd. Dit beïnvloedt direct de koopkracht van de consument. Daarnaast zijn er veel politieke issues die de detailhandel (in)direct raken. Dat de detailhandel snel wordt geraakt door politiek ingrijpen, is te verklaren uit het feit dat 13 de detailhandel een middenstation is in de bedrijfstak. Hierdoor is ze afhankelijk van de groothandels, dan wel de fabrikant en worden zodoende geraakt door politieke veranderingen die de groothandel of fabrikant aangaan. Daarnaast is de detailhandel erg afhankelijk van de consument. Wanneer de consument wordt beïnvloed door politieke veranderingen wordt de detailhandel in veel gevallen indirect beïnvloed. Zodoende wordt de detailhandel sterk beïnvloed door politiek handelen (Clifford & Bennison, 2002). In Nederland is sprake van een overbewinkeling. Dat wil zeggen dat het aantal vierkante meters dat een detaillist in gebruik heeft in de meeste gevallen te groot is en daarmee niet in verhouding staat tot de inkomsten (HBD, 2007). Deze overbewinkeling is ontstaan doordat de kosten voor bedrijfshuisvesting zijn gedaald als gevolg van de vele nieuwbouw ten tijde van grote economische groei. Dat er overbewinkeling is ontstaan is te wijten aan de bestemmingsplannen, de makkelijke financiering en het euforische gedrag van detaillisten. Door de crisis zijn de kosten voor huisvesting wel verder gedaald, maar ook de inkomsten zijn erg gedaald. Deze ontwikkeling is een grote bedreiging voor het voortbestaan van de detailhandel. We kunnen stellen dat overheidsbeleid en daarmee de politiek veel invloed heeft op het gedrag van consumenten. Aan de ene kant in de vorm van onder andere bestemmingsplannen met betrekking tot detaillisten en aan de andere kant in de vorm van besteedbaar inkomen via onder meer belastingen voor de consument. Geconcludeerd kan worden dat de gedragsgevolgen van politieke beslissingen groot zijn en dat direct of indirect de detailhandel wordt benadeeld, dan wel bevoordeeld. Het is aan de overheid om een goed beleid uit te zetten wat strijdt tegen overbewinkeling, gezonde koopkracht bevordert, banen in de detailhandel creëert en een goede concurrentiepositie nastreeft. 14 4. Maatschappij In deze deelvraag zal ik ingaan op de vraag welke gedragsgevolgen de veranderingen op sociaal, maatschappelijk gebied voor de detailhandel hebben. Om antwoord te kunnen geven op deze vraag zal ik de veranderingen analyseren en bepalen hoe de detailhandel er nu voorstaat. De detailhandel is belangrijk, omdat ze een grote maatschappelijke functie heeft. Ze voorziet immers consumenten van de door hen gewilde producten en daardoor is de detailhandel een belangrijke voorziening in een verzorgingsgebied. De detailhandel draagt ook bij aan de sociale cohesie en leefbaarheid, doordat mensen elkaar ontmoeten tijdens het winkelen. Daarnaast is de detailhandel een grote werkgever, want naar de schatting van het HBD (Hoofdbedrijfschap Detailhandel) zijn 822.200 mensen werkzaam in de detailhandel. Sociale factoren spelen een grote rol in het beslissingsmodel voor consumptie en bepalen zodoende ook deels de bestedingen in de detailhandel. In veel gevallen is het belangrijk wat anderen van de aankoop vinden. Juist omdat de mening van anderen bepalend is, worden reviews veel gebruikt bij aankoopbeslissingen (HBD, 2007). De sociale factor kan van doorslaggevend belang zijn voor de detailhandel, aangezien de sociale factor zorgt voor langere bezoeken aan winkels zo blijkt uit het onderzoek van Bakker et al. (1992). Daarnaast is het sociale aspect belangrijk, omdat er over de producten gesproken wordt. Zodoende wordt een bepaalde herkenning gecreëerd, waardoor mensen zich verbonden voelen met het product. Ook zullen deze mensen, wanneer er een dergelijk product ter sprake komt, de naam van het product herinneren. Dit heeft met de “top of mind awareness” te maken. Herhaling doet herinneren. Wellicht moeten we tegenwoordig spreken van top of internet awareness door alle technologische mogelijkheden. Demografie Ook andere maatschappelijke factoren spelen een belangrijke rol in maatschappelijke gedragingen. Hierbij kan gedacht worden aan veranderingen in gezinsstructuur, de rol van de vrouw en werkgelegenheid. Om met de veranderingen van gezinsstructuur en de rol van de vrouw te beginnen. Uit cijfers van het CBS blijkt dat de gezinsstructuren de laatste jaren erg zijn 15 veranderd. Dit heeft ingrijpende (gedrags)gevolgen voor de consumptie en dus ook voor de detailhandel. Daar waar voorheen de gezinnen de traditionele structuur hadden, zijn er nu steeds meer eenpersoonshuishoudens. Door deze stijging is het aantal huishoudens ook gestegen. Uit cijfers van de HBD blijkt dat het aantal eenpersoonshuishoudens is gestegen van 10 naar 40 procent in de afgelopen 60 jaar. Daarentegen is het aantal meerpersoonshuishoudens in deze periode gedaald van 90 naar 60 procent. Door het grote aandeel van eenpersoonshuishoudens is het gedrag van de consument ook veranderd. Daar waar voorheen in een meerpersoonshuishouden er nagenoeg altijd iemand beschikbaar was (in de meeste gevallen de vrouw) om inkopen te doen, is dat nu niet meer geval. Doordat de consument minder tijd heeft om over te gaan tot besteding, is zij steeds meer op gemak voorzien. Hierdoor is de nadruk meer komen te liggen op service, langere openingstijden en gemak. Mede hierdoor doen de webwinkels het goed. De detaillisten dienen hierin mee te gaan om geen omzet mis te lopen. Het internet speelt ook in op een ander maatschappelijk aspect. Het direct kunnen bezitten van goederen is een prettig idee voor veel consumenten. Consumenten waarderen producten meestal volgens het uit de gedragseconomie bekende concept van hyperbolisch disconteren. Bij hyperbolisch disconteren worden eigendommen nu hoger gewaardeerd dan eigendommen in de toekomst. Het verdisconteren zal zeker verband hebben met het lage vertrouwen in de economie (CBS). Aangezien grote onzekerheid zich uit in een ander consumptiepatroon. Mede door het verdisconteren van de toekomst wordt het hedonisme en het utilitarisme extra gestimuleerd bij het gebruik maken van internet voor aankopen zo blijkt uit onderzoek (Childers et al., 2001). Hedonistische motivatie heeft een directe invloed op de intentie om te gaan zoeken naar goederen en een indirecte invloed om daadwerkelijk over te gaan tot het kopen van goederen. Uit onderzoek (To et al., 2007) blijkt dat ook utilitaire motivatie een sterke voorspeller is van de zoek- en koopintentie. Deze motivatie wordt beïnvloed door het gemak, de kostenbesparing en de beschikbaarheid van informatie en het assortiment. Hedonisme wordt beïnvloed door avontuur, gezag en status. De studie van To et al. (2007) toont daarmee aan dat internetwinkelen grote gedragsgevolgen zal hebben, omdat het gebruikmaken van webshops bijna alle 16 besproken factoren raakt. Dit sluit aan bij de getrokken conclusie met betrekking tot de techniek. Ook geeft het gelijk kunnen beschikken over producten een zekere status en gezag, daarnaast heeft het wat avontuurlijks. Zodoende zal het kopen op internet vanuit hedonistisch oogpunt erg interessant zijn. Vanuit utilitaristisch oogpunt is het kopen op internet ook erg interessant, omdat het zorgt voor gemak en met het oog op veranderde gezinsstructuren is dat een groot voordeel. Daarnaast is het in de meeste gevallen goedkoper om via het internet te kopen. Hier kom ik nog op terug wanneer ingegaan zal worden op de economische aspecten. Een ander voordeel is de beschikbare informatie en het grote assortiment. Een webwinkel verkoopt veelal geen nee aan haar klanten, daar waar in een fysieke winkel goederen uitverkocht kunnen zijn. Ook het milieu aspect is de laatste jaren steeds belangrijker geworden. De consument hecht steeds meer waarde aan maatschappelijk verantwoord ondernemen en milieukenmerken. De huidige consument voelt zich verantwoordelijk voor de komende generaties. Dit blijkt uit het onderzoek van Q&A Research & Consultancy in opdracht van het HBD (HBD, 2010). Door de grote verscheidenheid in de maatschappij is er overal markt voor. Deze verscheidenheid is mede veroorzaakt door de multiculturele samenleving. Het openstellen van de grenzen en de technologische mogelijkheden heeft de consument kennis laten maken met andere gewoonten en producten. De grote verscheidenheid in de maatschappij zorgt ook voor een verdere branchevervaging. Iedere burger zal op zijn of haar manier aan het door hem of haar geambieerde product proberen te komen. Dit verklaart de toename van het aantal gespecialiseerde winkels en de grote variatie in detaillisten. Deze toename biedt ook mogelijkheden voor startende kleine ondernemers. Er is steeds meer vraag naar nichemarkten voor bepaalde goederen. Bij het behandelen van de economische aspecten kom ik hier nog op terug. Op basis van de genoemde onderzoeken en literatuur kunnen we concluderen dat de detailhandel moet reageren op sociaal maatschappelijke veranderingen om interessant te blijven voor de consument. 17 Wanneer de detaillisten nalaten met deze veranderingen mee te bewegen, zal de consument een andere manier zoeken om aan de gewenste goederen te komen. De detailhandel moet ingericht zijn om de consument te bedienen op de manier waarop de consument dat wil en met de goederen die men wil. 18 5. Economie In deze deelvraag zal ingegaan worden op de effecten van economische veranderingen op het gedrag van de consument en daarmee op de detailhandel. De consumptie van de consument is te allen tijde verbonden met de economische situatie. Een beperkende factor voor consumptie is in veel gevallen een gebrek aan financiële middelen. In economisch mindere tijden is er minder geld beschikbaar voor consumptie. Zodoende heeft de economie grote invloed op de detailhandel. Concurrentie Een onderdeel van de detailhandel is het voorraadrisico. Risico nemen is nooit prettig, helemaal niet, wanneer de tijden onzeker zijn en risico nemen funest kan zijn. Het voorraadrisico is kenmerkend voor de traditionele detaillist. Dit risico wordt in de prijzen doorberekend. Door de grote prijzenslag, vaak mede veroorzaakt door onzekere tijden, wordt dit risico steeds vaker overgenomen door andere partijen (bijvoorbeeld webwinkels). Daarnaast worden andere structuren geïntroduceerd, waardoor dit risico wordt geminimaliseerd. Hierbij kan gedacht worden aan het op internet bestellen om het vervolgens in de winkel te kopen of op te halen. Ook is de concurrentie erg toegenomen als gevolg van buitenlandse toetreders. Buitenlandse concurrentie is een stuk eenvoudiger geworden door de bij deelvraag 1 besproken technische veranderingen. Daarnaast heeft de politiek een aantal barrières opgeheven voor buitenlandse concurrenten. De marges staan zodoende onder enorme druk, aangezien de consument haar keuze in veel gevallen laat afhangen van de prijs. Dit blijkt uit onderzoek van ING (ING, 2011). Dat de marges onder druk staan heeft ook gevolgen voor de beslissingen van de fabrikant. Volgens de cijfers van Rabobank stappen producenten steeds vaker in het directe verkoopkanaal (Rabobank, 2012). Deze beslissing van de fabrikant heeft nadelige gevolgen voor de detaillist, aangezien de fabrikant de marges meer kan beïnvloeden dan de detaillist. Consument Ook het gedrag van de consument is door de jaren heen erg veranderd. Daar waar eerst de fabrikanten beslisten wat er geproduceerd moest worden, ligt die macht nu 19 nagenoeg volledig bij de consument. Deze machtsverschuiving is mede veroorzaakt door veranderingen in de economie en de eindeloze technische mogelijkheden om aan de klantbehoefte tegemoet te komen. Door de grote welvaart en sterk verbeterde industrie vanaf de 20 e eeuw ontstond er meer vrije tijd en was er meer vrije bestedingsruimte. Daar waar vroeger de hele week gewerkt werd voor het dagelijkse bestaan, bleef er vanaf toen geld over voor andere (luxe) bestedingen. Door dit luxe “probleem” ontstonden er steeds meer markten en omdat de consument het geld had, werd datgene geproduceerd wat door de consument gewenst was. Dit blijkt uit documenten van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (2007). Door deze veranderingen is er steeds meer vraag ontstaan naar unieke producten. In het onderzoek van Q&A Research & Consultancy (HBD, 2010) geeft meer dan de helft van de consumenten aan meer te willen betalen voor een gepersonaliseerd product (een goed voorbeeld hiervan is NIKEid). Daarnaast geeft driekwart van de consumenten aan dat het belangrijk is dat het product aangepast kan worden aan hun wensen. De vraag naar unieke producten zal ook bepaald worden door de maatschappelijke standaarden, maar deze vraag biedt wel de mogelijkheid voor kleine bedrijven om nichemarkten te creëren. Uit de cijfers van het HBD blijkt dat het aantal starters in de detailhandel nog nooit zo hoog is geweest. Dit kan verklaard worden uit het feit dat er meer vraag is naar producten uit nichemarkten. Aangezien er meestal veel toetreders zijn wanneer er veel omzet wordt gemaakt (Carree & Thurik, 1994). Grote bedrijven kunnen niet aan deze vraag voldoen en zullen zich hierdoor steeds meer toe moeten leggen op prijs en service. Een ander issue met betrekking tot de consument is het veranderde bestedingspatroon als gevolg van de huidige economische crisis. De consument is hierdoor in de meeste gevallen genoodzaakt meer aandacht te besteden aan de hoogte van de uitgaven. De prijs is ten tijde van een kleinere bestedingsruimte een van de grootste concurrentiefactoren. De prijs is samen met service, locatie, prijsstrategieën en het assortiment belangrijk voor patronage van klanten zo blijkt uit onderzoek (Kim, 2007). Een consument zal in het algemeen niet zomaar naar een 20 concurrent gaan, maar wanneer er veel verschil in prijs is, neemt de gunfactor af en daarmee ook de patronage. Detaillist Daarnaast heeft de huidige economische situatie gevolgen voor het gedrag van de detaillist. De omzet loopt in de meeste gevallen terug, soms meer dan 30 procent (cijfers HBD). Deze omzetdaling heeft ingrijpende gevolgen voor de marketing uitgaven en andere uitgaven met betrekking tot de winkel. Daar waar juist het verschil gemaakt kan worden op gebied van service, locatie, beleving en de winkelomgeving. Een mooie winkel beïnvloedt de gemoedstoestand van de consument en zorgt in de meeste gevallen voor meer omzet op het moment zelf, maar ook een positieve service evaluatie achteraf. Dit is gebleken uit onderzoek van Babin & Darden (1996). We kunnen concluderen dat de detailhandel aan de ene kant te maken heeft met stijgende inkoopprijzen en aan de andere kant met dalende koopkracht van consumenten. Wanneer de economie weer zal aantrekken zal dit verschil minder worden, maar niet verdwijnen. Het wijst erop dat er twee verschillende soorten bedrijven actief zullen zijn in de detailhandel. Aan de ene kant de megastores waar uitsluitend wordt geconcurreerd op prijs en aan de andere kant de gespecialiseerde detaillisten die zich hoofdzakelijk richten op de nichemarkten. Hier zal geconcurreerd worden op service, kwaliteit en beleving. Deze verdeling wordt veroorzaakt door verschillen in prijselasticiteit, transparantie, marktmacht, product differentiaties en verschil in gestelde doelen, zo blijkt uit onderzoek van Nooteboom et al. (1988). In deze deelvraag is ingegaan op de effecten van economische veranderingen op het gedrag van de consument en daarmee de detailhandel. Aan de hand van de gebruikte literatuur en cijfers kunnen we stellen dat de detailhandel op basis van economische veranderingen niet overbodig is geworden. Economische veranderingen hebben voortdurend invloed op de detailhandel. Wel is het voor de detailhandel noodzakelijk in te spelen op economische veranderingen. Om in te spelen op economische veranderingen dient de focus te liggen of efficiency en lage vaste kosten. 21 6. Conclusie en discussie In deze scriptie heb ik antwoord gekregen op de vraag of de traditionele detailhandel met het oog op veranderingen in techniek, maatschappij, economie en politiek overbodig wordt. Door in te gaan op de veranderingen met betrekking tot de techniek, maatschappij, politiek en economie is het mogelijk om antwoord te geven op de gestelde hoofdvraag. Deze factoren beïnvloeden elkaar ook onderling. We kunnen concluderen dat er op het gebied van techniek veel is veranderd. De techniek waaronder internet zorgt voor veel veranderingen. Het heeft ook effect op alle andere factoren die het consumentengedrag beïnvloeden en daarmee ook de detailhandel. Internet heeft de consument goed geïnformeerd, kritisch, lui, hebberig, veeleisend en machtig gemaakt. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de inrichting van de traditionele detaillisten. Het personeel moet erg kundig zijn, aangezien het aantal gerichte aankopen zal stijgen. Er zullen minder consumenten in de winkel komen, maar een groot deel daarvan zal ook daadwerkelijk overgaan tot de aanschaf van producten. Door de grote hoeveelheid informatie die overal te krijgen is, is het noodzakelijk transparant te zijn richting de consument en deze te wijzen op de meerwaarde van een eventueel bezoek aan een fysieke winkel. Met andere woorden de detailhandel moet technieken gebruiken, waarbij het gedrag van de consument richtinggevend dient te zijn. Ook de politiek dient het gedrag van de detaillist en de consument in goede banen te leiden. De consument dient te profiteren van de maatregelen, maar de detaillisten moeten er niet door benadeeld worden. Detaillisten creëren immers veel banen en zorgen voor de nodige faciliteiten. Politieke beslissingen kunnen een bedreiging vormen voor het voortbestaan van de detailhandel. Hogere belastingtarieven op inkomen en goederen, beïnvloeden de koopkracht van de consument en daarmee indirect de detailhandel. Belastingen, bestemmingsplannen en vaste kosten zijn een bedreiging voor de detailhandel. Het is voor de detailhandel belangrijk niet te grote risico’s te nemen met betrekking tot grote kostenposten. Daarnaast is het de vraag of het stimuleren van investeringen door middel van bijvoorbeeld aftrekposten een 22 positieve uitwerking heeft op de detailhandel. Voor de detailhandel is het zaak om de bedrijfsvoering zo in te richten dat de invloeden van veranderingen gevolgd kunnen worden. Op maatschappelijk gebied is er ook veel veranderd, waardoor de detailhandel zich zal moeten aanpassen om het niet te verliezen van de internetwinkels. Daarnaast is er op demografisch gebied veel veranderd wat gevolgen heeft voor het consumentengedrag. Op basis van de genoemde onderzoeken en literatuur kunnen we concluderen dat de detailhandel moet reageren op sociaal maatschappelijke veranderingen om interessant te blijven voor de consument. Wanneer de detaillisten nalaten met deze veranderingen mee te bewegen, zal de consument een andere manier zoeken om aan de gewenste goederen te komen. De detailhandel moet ingericht zijn om de consument te bedienen op de manier waarop de consument dat wil. We hebben ook gezien dat door de economische achteruitgang er het een en ander is veranderd. Daar waar in hoogtijdagen de consument erg loyaal was, zal in moeilijkere tijden meer gelet worden op de meerwaarde die een detaillist biedt. Om deze meerwaarde te bieden kan een winkel “met beleving” van doorslaggevend belang zijn. Door de grote welvaart van de afgelopen eeuw, is de consument gewend geraakt aan luxe goederen. De klant zoekt steeds vaker een uniek product. Dit biedt mogelijkheden voor flexibele detaillisten die zich in nichemarkten begeven. Maar ook de megastores spelen een rol met betrekking tot prijsconcurrentie. Bij de detaillist moet alles op het voordeel van de consument gericht zijn, want de consument beslist uiteindelijk over de aankoop. Concluderend kunnen we stellen dat de detailhandel erg veranderd is als gevolg van het gedrag van de consument en zal moeten blijven veranderen om deze veranderingen het hoofd te kunnen bieden. De detailhandels behouden hun meerwaarde, maar de consument moet wel bereid zijn daarvoor te willen betalen. Wanneer we letten op de technologische veranderingen is de detailhandel niet overbodig geworden. Deze technologische veranderingen hebben er ook voor gezorgd dat de detailhandel een stuk efficiënter is geworden. De webwinkels vormen in zekere zin een bedreiging voor de fysieke winkels, maar door met deze 23 webwinkels samen te werken en gebruik te maken van meerdere kanalen zullen de gevolgen te overzien zijn. Het grootste probleem voor de detailhandel is dat de marges onder druk staan door aan de ene kant een daling van de koopkracht en aan de andere kant een stijging van de inkoopprijzen. Doordat de meeste detaillisten hoge vaste kosten hebben, zijn de gevraagde verkoopprijzen noodzakelijk. De webwinkels met relatief lage vaste kosten kunnen veel lagere verkoopprijzen hanteren. De politiek heeft de belangrijke taak om met goed beleid de bestemmingsplannen zo in te vullen dat de consument hiervan kan profiteren, zonder de detailhandel schade toe te brengen. Het grote gevaar als gevolg van overheidsbeleid is de overbewinkeling. Jarenlang waren de kosten te overzien, maar door teruglopende omzet is de huur de molensteen om de nek van de detaillisten geworden. Wanneer de politiek op een correcte manier ingrijpt, zal de detailhandel niet verdwijnen. Door de veranderingen op maatschappelijk gebied dient de detailhandel zich aan te passen aan de nieuwe leefpatronen. Dit kan gevolgen hebben voor de openingstijden en de service. Omdat er meer eenpersoonshuishoudens zijn, is er minder tijd om boodschappen te doen en zullen de openingstijden een grote rol spelen. De economie zal altijd een rol blijven spelen in het consumentengedrag. De detaillist zal altijd de veranderingen in koopkracht blijven merken. De combinatie van de genoemde factoren zorgt voor de zorgelijke situatie in de detailhandel. Wanneer de detailhandel niet mee zal bewegen en de politiek niet voldoende aandacht besteed aan de gevolgen van het beleid zal dat zorgen voor een strijd onder de detaillisten. We kunnen stellen dat de detailhandel zeker niet overbodig is geworden, maar wel zal moeten veranderen om niet overbodig te worden. 24 7. Aanbevelingen Om als detaillist goed te kunnen blijven functioneren, is het belangrijk mee te bewegen met de trends op het gebied van de technologie, politiek, maatschappij en economie. De detaillist zal open moeten staan voor feedback en de dialoog met de consument niet moeten schuwen. Het is belangrijk de meerwaarde te benadrukken van het kopen in de winkel. Onderscheidend vermogen speelt een grote rol. Dit kan door een duidelijke doelgroep, uniek assortiment, de service, de beleving, het gemak en de kwaliteit te benadrukken. Daarnaast kunnen samenwerkingsverbanden een meerwaarde geven voor de consument. Het bedrijf zal overal te vinden moeten zijn en er zal gebruik dienen te worden gemaakt van meerder kanalen om de consument de bedienen. Goed personeel is belangrijk om de consument vakkundig te informeren en te overtuigen. Een goede detaillist is een met de consument meebewegende detaillist. 25 Literatuurlijst Adams, D., Disberry, A., Hutchison, N., & Munjoma, T. (2002). Retail Location, Competition and Urban Redevelopment. Service Industries Journal, 22(3), 135-148. Babin, B. J., & Darden, W.R. (1996). Good and Bad Shopping Vibes: Spending and Patronage Satisfaction. Journal of Business Research, 35, 201-206. Bakker, J., & Levy, M., Grewal, D. (1992). An Experimental Approach to Making Retail Store Environmental Decisions. Journal of Retailing, 68(4), 445-460. Blackwell, & R. D., Engel, J. F. (2005). Consumer Behavior. UK: Cengage Learning, Inc. Borden, N. H. (1984). The Concept of the marketing mix. Journal of Advertising Research, 2, 7-13. Carree, M., & Thurik, R. (1994). The dynamics of entry, exit and profitability: An error correction approach for the retail industry. Small Business Economics, 6(2), 107-116. Childers, T. L., Carr, C. L., Peck, J., & Carson, S. (2001). Hedonic and utilitarian motivations for online retail shopping behavior. Journal of Retailing, 77, 511–535 Clifford, G., & David B. (2002). Retail planning policy, superstore development and retailer competition. International Journal of Retail & Distribution Management, 30(9), 431 – 434. Heide, J. B., & Weiss, A. M. (1995). Vendor consideration and switching behavior for buyers in high technological markets. Journal of Marketing, 59(3), 30-43. Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD). (2007). 2020, Vier scenario’s voor de toekomst van de detailhandel. ISBN: 978-90-6946-264-6. Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD). (2010). In samenwerking met de brancheorganisatie CBW-MITEX.; Retail 2020 – Re’Structure’. Rapport Q&A Research & Consultancy. Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) (2011). Innovatie: Het nieuwe winkelen. Retailtrends. Januari, 42-45. http://www.hbd.nl/pages/15/Werknemers/Detailhandel-totaal/Aantalwerknemers.html?subonderwerp_id=34 ING Economisch Bureau. (2011). Detailhandel in nood; Margedruk leidt tot groei faillisementen. Detailhandel alert. Kelly, S. W., Hoffman, K. D., & Davis, M. A. (1993). A Typology of retail failures and recoveries. Journal of retailing, 69(4), 429-452. 26 Kim, J., Fiore, A. M., & Lee, H. –H. (2007). Influences of online store perception, shopping enjoyment, and shopping involvement on consumer patronage behavior towards an online retailer. Journal of Retailing and Consumer Services, 14, 95–107. Larson, P. D., & Lusch, R. F. (1990). Quick response retail technology: integration and performance measurement. The international Review of Retail, Distribution and Consumer research, 1(1), 17-35. Linthorst, M. (2011). De slag om de klant: reviews, marketing en retail, Emerce, 10 januari. Maskell, P. (2001). Towards a Knowledge-Based Theory of the geographical cluster. Industrial and corporate change, 10(4), 921-944. Meuter, M. L., Ostrom, A.L., Bitner, M.J., & Roundtree, R. (2003). The influence of technology anxiety on consumer use and experiences with self-service technologies. Journal of Business Research, 56, 899-906. Rabobank. (2012). Detailhandel non-food. Rabobank Cijfers & Trends maart 2012. 37. Redactie Eigen Bedrijf. (2012). Iedereen een gratis webwinkel. Eigen Bedrijf, 3, 8. Tichenor, P.J, Donohue, G.A., & Olien, C. N. (2012). Mass Media Flow and differential Growth in Knowledge. Public opinion Quarterly, 76(1), 159-170. To, P. -L., Liao, L, & Lin, T. -H. (2007). Shopping motivations on Internet: A study based on utilitarian and hedonic value. Technovation, 27, 774-787. 27