ir. Karel Verschueren is expert milieugevaarlijke stoffen en leidt het Adviesbureau Verschueren. Salvestrolen Hype of doorbraak van in bioproducten voorkomende anti-kankerstoffen? Inleiding Engelse onderzoekers hebben meer dan twintig van nature aanwezige chemische stoffen (flavonoïden, carboxylzuren, stilbenen en stilbenoïden) in groenten, kruiden en fruit geïdentificeerd die als gemeenschappelijke noemer hebben dat ze kankercellen doden (apoptose). De onderzoekers hebben deze groep fytonutriënten salvestrolen genoemd (salves is afgeleid van het Latijnse salvere dat redden betekent, trol is afgeleid van resveratrol, de eerste ontdekte salvestrol). De veelal bitter of scherp smakende salvestrolen behoren in ieder geval tot de fytoalexinen (alexine is een variant van het Grieks Alexandra dat beschermer betekent). Fytoalexinen zijn stoffen die planten op een natuurlijke manier aanmaken om zich te beschermen tegen schimmels, bacteriën, virussen, insecten, ultraviolet licht en sommige chemicaliën. Geschiedenis van de salvestrolen Resveratrol is het eerste van een reeks recent ontdekte salvestrolen die voorkomen in onder andere blauwe en rode bessen en in de schil van rode druiven. Resveratrol zou kanker tegengaan. Zo heeft men in bepaalde gevallen apoptose (geprogrammeerde celdood) van de tumorcel vastgesteld. Resvatrol zou ook de verspreiding (proliferatie) tegengaan van een grote verscheidenheid aan kankercellen in borst, prostaat, maag, darmen, pancreas, eileiders enz.. Tabel 1 (volgende blz.) geeft een beknopte samenvatting van enkele recente in-vitro kankerstudies. Karel Verschueren: “Salvesterolen, hype of doorbraak van in bioproducten voorkomende anti-kankerstoffen” – www.argusactueel.be, 22 september 2011 2/7 Cell type Conclusie Leukemie (B lymphocyte) Inhibitie proliferatie, inductie apoptose Leukemie (HL60 en THP-1) Inhibitie celgroei, inductie apoptose Leukemie (volwassen T-cell) Inductie apoptose Borst (MDA-MB-231) Inhibitie celgroei, inductie apoptose Darm (HCT-116 en Caco-2) Inductie apoptose Darm (F344 rat model) Inhibitie carcinogenese Prostaat (DU-145 en PC-3) Inhibitie celgroei, inductie apoptose Prostaat (LnCap) Inhibitie celgroei Melanoom (A431, A375, SK-Mel-28) Inductie apoptose Tabel 1: Samenvatting van een aantal Resveratrol kanker studies 1 De geschiedenis van resveratrol is echter reeds enkele duizenden jaren oud. In de Ayurvedische geneeskunst, een eeuwenoude hindoeïstische gezondheidsleer uit India, worden gedroogde schillen van de wijndruif Vitis vinifera gebruikt in een kruidenpreparaat “darakchavasa” dat als hartversterkend (cardiotonic) wordt voorgeschreven. De analyse van “darakchavasa” door middel van vloeistof chromatografie (HPLC) toont de aanwezigheid van fytoalexinen zoals o.a. resveratrol en pterostilbeen. Resveratrol (3,5,4’-trihydroxystilbeen) is een van nature voorkomende fytoalexin die in tal van planten zoals bijvoorbeeld bosbessen Vaccinium myrtillus, rode bessen Vaccinium vitisidaea, wijndruiven Vitus vinifera, moerbeibessen Morus rubra, rabarber Rheum rhaponticum, broodvruchten Artocarpus communis wordt geproduceerd als reactie op stress veroorzaakt door aantasting door UV stralen, schimmels en insecten. (zie foto’s volgende blz.) In 1976 werd resveratrol geïdentificeerd in de schil van druiven maar niet in het vruchtvlees. Verse druivenschillen bevatten tussen 50-100 mg/g resveratrol en in rode wijn fluctueert de concentratie tussen 0.2 en 7.7 mg/L. In 2002 werd door professor Gerry Potter van de Montfort University in Leicester in samenwerking met professor Dan Burke een in druivenschillen voorkomende niet-toxische stof ontdekt, nl. resveratrol. Ze stelden vast dat dit resveratrol in een kankercel wordt omgezet in een andere stof piceatannol dat toxisch is voor de kankercel. Deze omzetting van een niet toxische stof in een voor de cel toxische stof doet zich niet voor in niet-kankercellen. HO HO P 450 enzym CYP1B1 OH HO resveratrol 3,5-dihydroxy-4'-hydroxystilbeen) 1 OH HO OH piceatannol 3,5-dihydroxy-4',5'dihydroxystilbeen Kathryn A. Roupe et al. "Pharmacometrics of Stilbenes: Seguing Towards the Clinic." Curent Clinical Pharmacology, 2006,1, 81-101. Karel Verschueren: “Salvesterolen, hype of doorbraak van in bioproducten voorkomende anti-kankerstoffen” – www.argusactueel.be, 32 september 2011 Bosbessen (Vaccinium myrtillus) Broodvrucht (Artocarpus communis) Moerbei (Morus rubra) Rabarber (Rheum rhaponticum) Wijndruijf (Vitis vinifera) 3/7 Pinda Resveratrol is een stof die in planten wordt geproduceerd indien deze planten worden belaagd door bijvoorbeeld insecten of schimmels. De aantasting die hieruit volgt veroorzaakt in de planten afweerstoffen, de zgn. fytoalexinen. Omdat resveratrol enkel werkzaam was bij lage doses werd gezocht naar andere voor de mens niet-toxische fytoalexinen die ook in kankercellen zouden worden omgezet in een toxische stof waardoor de kankercel zou afsterven. De fytoalexinen met deze eigenschap worden salvestrolen genoemd. Inmiddels zijn reeds meer dan twintig fytonutriënten (flavonoïden, carboxylzuren, stilbenen en stilbenoïden) in groenten en fruit geïdentificeerd die als gemeenschappelijke noemer hebben dat ze apoptose (celdood) induceren. De werking van salvestrolen: onderzoeken met stilbenoïden In tabel 1 werd reeds een samenvatting gegeven van resveratrol kankerstudies. Een uitgebreide studie over de effecten van resveratrol door Bharat B. Aggarwal en collega’s van de Universiteit van Texas concludeert dat resveratrol heel wat mogelijkheden biedt voor de preventie en therapie van een brede variëteit van tumoren. Resveratrol gaat het uitzaaien van tumoren tegen door de inductie van celdood (apoptosis) van verschillende type kankercellen bij leukemie, borst, prostaat, darm, pancreas en hoofd en nek carcinomen. Sommige salvestrolen hebben eveneens een invloed op verouderingsprocessen. Zo worden bijvoorbeeld nieuwe mitochondria aangemaakt, waardoor de energieproductie optimaler verloopt (mitochondriën zijn organellen die een cel van energie voorzien, nvdr.). Dit werd in 1991 reeds ontdekt door Harvardprofessor David Sinclair die in 2004 een bedrijf stichtte Sirtris Pharmaceuticals dat geneesmiddelen ontwikkelt op basis van resveratrol met als doel Karel Verschueren: “Salvesterolen, hype of doorbraak van in bioproducten voorkomende anti-kankerstoffen” – www.argusactueel.be, 42 september 2011 4/7 verouderingsprocessen te vertragen. Sirtris Pharmaceuticals werd in 2008 verkocht aan de farmagigant GlaxoSmithKline (GSK) voor 508 miljoen euro. Het ziet er echter niet naar uit dat GSK snel met een kankerbestrijdingsmiddel op basis van resveratrol op de markt zal komen. GSK liet het preparaat SRT501, op basis van resveratrol, uitvoerig testen in een zgn. fase IIa studie van patiënten die aan een bepaalde vorm van kanker leden (multiple myeloom of ziekte van Kahler). Nadat een aantal van de behandelde patiënten echter zware nierproblemen ontwikkelden – bij deze vorm van kanker zijn de nieren sowieso erg kwetsbaar - kwam de effectiviteit van het geneesmiddel ter discussie en werd het onderzoek gestaakt. GSK besliste uiteindelijk in december 2010 af te zien van verdere ontwikkelingsplannen voor SRT501. Stilbeenverbindingen Hoedanook, resveratrol en andere stilbenen zoals bijvoorbeeld viniferine en piceatannol die we vooral in rode wijn vinden zouden volgens sommigen een verklaring kunnen vormen voor de 'Franse paradox'. Deze paradox is de bevreemdende vaststelling dat de Fransen doorgaans leven op een te vet dieet zonder dat dit hun levensverwachting schaadt, misschien omdat de wijn die ze drinken hun sirtuïne-genen prikkelt? Resveratrol en piceatannol zijn stilbeenverbindingen. Stilbenen verschillen onderling wat betreft de biologische activiteit. Zo bedraagt de halfwaardetijd van Resveratrol in het bloed van een konijn, slechts 14 minuten terwijl de halfwaardetijd van piceatannol in het bloed van de rat 4 uur bedraagt of bijna 20 maal langer. Zie figuur 2 . Met andere woorden, deze eenvoudige stilbenen verdwijnen al snel uit het bloed. Dat maakt het moeilijk om via het consumeren van groenten en fruit of via het innemen van voedingsupplementen in-vivo die voldoende hoge concentratie aan stilbenen in kankercellen te verkrijgen die volgens in-vitro onderzoek nodig is om apoptose te veroorzaken. Biovoeding Een grootst opgezet EU-onderzoek onder Britse leiding toont dat biologische voeding duidelijke gezondheidsvoordelen oplevert. Biologisch geteelde voeding bevat doorgaans meer bioactieve stoffen, zoals antioxidantia en gezonde vetzuren. Enkele opmerkelijke resultaten van het Britse onderzoek, onder leiding van professor Carlo Leifert van de Universiteit van Newcastle 3 : 2 Naar: Agnes M.Rimando, Nanjoo Suh, "Biological/Chemopreventive activity of Stilbenes and their effect on Colon Cancer." Planta Med 2008; 74: 1635-1643. 3 Agroecosystem management and nutritional quality of plant foods: The case of organic fruits and vegetables." K Brandt, C Leifert, R Sanderson and C J Seal. Critical Reviews in Plant Sciences 30:177-197, 2011. Karel Verschueren: “Salvesterolen, hype of doorbraak van in bioproducten voorkomende anti-kankerstoffen” – www.argusactueel.be, 52 september 2011 - 5/7 biologische melk heeft 50 tot 80% meer anti-oxidanten; biologische melk heeft een hoger gehalte aan vitamine E, zelfs wanneer in de nietbiologische veeteelt vitamine E aan het voer wordt toegevoegd; biologische tomaten, tarwe, aardappelen, kool en uien hebben 20 tot 40 % meer antioxidanten; biologische spinazie en kool bevatten meer mineralen. “Uw voeding is uw geneesmiddel, uw geneesmiddel is uw voeding” Hippocrates Een onderzoek van het begin van de jaren negentig naar de relatie tussen de consumptie van groenten en fruit en kankerrisico aan de hand van 206 humane epidemiologische studies en 22 dierstudies heeft aangetoond dat ca 70% van alle kankers toegeschreven kan worden aan voeding en voedingsgewoonten. Verschillende kankertypes werden bestudeerd. In tabel 2 worden de verschillende kankers weergegeven met vermelding van het aantal studies en het percentage waarbij een significante omgekeerde correlatie werd vastgesteld met een of meerdere categorieën fruit/groenten. Deze studie werd gepubliceerd in 1996 en maakt geen onderscheid tussen biologisch en niet-biologisch geteelde groenten en fruit. De studie geeft wel een verder uitsplitsing naar type kanker en naar de verschillende categorieën fruit en groenten. Kanker Maag Darmen Slokdarm Longen Mond en keel Rectum Borst Pancreas Prostaat Totaal aantal studies 31 21 14 13 13 13 13 9 5 % met significante omgekeerde correlatie met groenten/fruit 93 % 79 % 86 % 85 % 85 % 80 % 69 % 78 % 0% Tabel 2: Studies waarbij een significante omgekeerde correlatie werd vastgesteld met een of meerdere categorieën fruit/groenten Het gehalte fytoalexinen in verse groenten, fruit en kruiden en bewerkte voedingsmiddelen varieert enorm. Bavaresco Luigi onderzocht de factoren die het ontstaan van stilbenen in druiven (Vitis Vinifera) beïnvloeden zoals de soort, de samenstelling van de bodem en de hoogteligging van de wijngaarden. Een tachtigtal soorten druiven waaronder rode en witte rassen werden geanalyseerd. De voornaamste stilbenen waren cis- en trans-piceid en transresveratrol. De druiven met het hoogste gehalte stilbeen waren rode druiven, nl. de Pinot noir en de Pinot tête de nègre met ca 20 mg/kg verse druif. De witte druif met het hoogste stilbeengehalte was de Pinot gris met ca 9 mg/kg verse druif. Meer fungiciden: minder fytoalexinen Volgens professor Potter en zijn collega’s hebben bestrijdingsmiddelen zoals fungiciden het gehalte aan fytoalexinen en dus ook aan salvestrolen, in gangbare groenten en fruit drastisch doen dalen. Logisch, er is immers geen noodzaak meer voor de plant om fytoalexinen aan te maken. Het bespoten voedsel bevat daarentegen wel restanten van deze bestrijdingsmiddelen, vaak in gebonden vorm (het zg ‘bound residu’). Karel Verschueren: “Salvesterolen, hype of doorbraak van in bioproducten voorkomende anti-kankerstoffen” – www.argusactueel.be, 62 september 2011 6/7 Daarnaast hebben plantenselectie en plantenveredeling ertoe geleid, dat plantenvariëteiten die van nature rijk zijn aan bittere fytoalexinen veel minder worden geteeld. Mensen houden nu eenmaal niet zo van bittere smaken. Mensen kiezen ook met voorkeur die groenten en fruit die eenvormig zijn in grootte, kleur en vorm. Daardoor laten ze minder mooie exemplaren die rijker zijn aan fytoalexinen links liggen. Vele voedingsmiddelen worden geraffineerd om de smaak, kleur en helderheid van vloeistoffen zoals vruchtensappen en olijfolie te ‘verbeteren’. Hierdoor worden vele fytoalexinen verwijderd omdat deze bitter zijn en zich vaak aan zwevende deeltjes hechten. Hierdoor bevatten geraffineerde vloeistoffen in de regel weinig of geen fytoalexinen. De onderzoeksgroep van Burke en Potter is tot de conclusie gekomen dat de hedendaagse voeding 80 tot 90% minder salvestrolen bevat vergeleken met vijftig tot honderd jaar geleden. Alleen in biologische (onbewerkte) voedingsmiddelen komen volgens hen nog relevante hoeveelheden salvestrolen voor. Preventie en een mildere benadering van kanker met salvestrolen Burke heeft ook een uitgesproken mening over de behandeling van kanker. Op het moment dat een tumor wordt ontdekt, zo argumenteert hij, is het ziekteproces al ver gevorderd en vaak levensbedreigend. De tijd dringt. Dit rechtvaardigt het gebruik van agressieve medische behandelingen zoals bestraling en chemotherapie. Het nadeel is echter dat bij deze behandelingen niet alleen tumorcellen worden gedood, maar ook gezonde lichaamscellen. In plaats van een agressieve benadering waarbij zoveel mogelijk tumorcellen worden geëlimineerd, maar het risico bestaat van ernstige bijwerkingen en een versnelde ziekteprogressie, zou volgens prof. Burke beter gekozen worden voor Belangrijke biologische bronnen van salvestrolen: een mildere benadering. Groenten: groene groenten, artisjokken, asperges, waterkers, rucola, alle koolsoorten, pepers, avocado, gekiemde sojabonen, wilde wortelen, selderie, komkommer, spinazie, pompoen, Die benadering zou dan eerder courgette, aubergine; gericht zijn op het beheersen van het ziekteproces en heeft geen (of Fruit: rode vruchten, olijven, bessen, druiven, appels, veel minder) schadelijke aardbeien, pruimen, vijgen, aardbeien, frambozen, neveneffecten. De strategie is dan mandarijnen, sinaasappels, moerbei, peren, meloenen, ananas, om de tumorgroei te vertragen en mango voldoende tumorcellen te doden zodat de tumor niet Kruiden: peterselie, basilicum, rozemarijn, tijm, salie, mint, levensbedreigend meer is, onder paardenbloem, rooibos, weegbree, rozebottel, mariadistel, meidoornbes, kamille, agrimonie, citroenverbena. controle wordt gebracht en geen klachten meer veroorzaakt. Burke trekt daarbij de vergelijking met een kudde herten in de heuvels van Schotland. Voor de ecologische balans is het nodig van tijd tot tijd een aantal herten te doden zodat de kudde niet te groot wordt en de leefomgeving schade toebrengt. Nog veel beter is het echter om de tumorgroei te remmen en tumorcellen te doden in de ‘stille’ groeifase, een lange periode waarin de tumor nog te klein is om ontdekt te worden. Hiermee is de meeste gezondheidswinst te bereiken, aldus Burke. Uit indicatieve gegevens is gebleken dat via het gewone dieet in de 19de eeuw ongeveer 1012 mg/dag aan salvestrolen werd opgenomen. In ons modern dieet krijgen we echter gemiddeld zo’n 2 mg/dag binnen. Dit is te wijten aan het gebrek aan salvestrolen in onze moderne variëteiten groeten en fruit en als gevolg van onze moderne land- en tuinbouwtechnieken. Daarnaast worden de salvestrolen vaak verwijderd tijdens de verwerking van groenten en fruit vanwege hun bittere en scherpe smaak. Karel Verschueren: “Salvesterolen, hype of doorbraak van in bioproducten voorkomende anti-kankerstoffen” – www.argusactueel.be, 72 september 2011 7/7 Een hogere inname van salvestrolen is mogelijk door het aandeel van onbewerkte biologische groenten en fruit in ons dieet te verhogen en/of door dagelijks voedingsupplementen in te nemen die aangerijkt zijn met salvestrolen (fytoalexinen). Veel onderzoek is gaande op het gebied van salvestrolen en het zal nog jaren duren vooraleer het effect van deze nieuwe stoffengroep uitgebreid is onderbouwd in wetenschappelijke publicaties. De beschikbare informatie is voor mij evenwel overtuigend genoeg om voortaan meer dan voorheen biologisch geteeld fruit, groenten, specerijen en niet te vergeten - wijn te consumeren. Rosmalen, 25 mei 2011 Karel Verschueren