MV Roel over financiële vorming aan leerlingen

advertisement
07 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale
fraude, over "een financiële vorming voor leerlingen" (nr. 8546) 07 Question de M. Roel Deseyn au
ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, sur "une formation financière
destinée aux élèves" (n° 8546)
07.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de minister, financiële kennis kan zeker worden bijgespijkerd,
niet alleen bij leerlingen, maar in het algemeen. Het is toch belangrijk dat financiële kennis een vak kan
zijn op school of ergens mee in de eindtermen wordt opgenomen. Onderwijs is natuurlijk een Vlaamse
materie, maar het is belangrijk te weten dat er een proefproject van de FSMA rond financiële
opvoeding was.
Er was ook het project Wikifin specifiek voor leerkrachten in middelbare scholen. Daar is goed
didactisch en pedagogisch materiaal uit voortgekomen. Meer dan ooit zijn dergelijke vragen aan de
orde, ook om mensen weerbaar te maken in een vrij complex financieel landschap.
Ik heb hierover enkele vragen. Gezien de hoge intrinsieke waarde van dat pedagogisch project wil ik
graag weten wat de stand van zaken is met betrekking tot het proefproject van de FSMA. Is het nog in
federale handen of is het project overgeheveld? Wordt het voortgezet? Is er een evaluatie van
gemaakt? Is er een federale coördinatie om een basisvak rond financiële vorming op te zetten samen
met de Gemeenschappen?
07.02 Peter Dedecker (N-VA): (…) De voorzitter: Geen moeilijke vragen stellen, mijnheer Dedecker.
07.03 Minister Johan Van Overtveldt: Mijnheer de voorzitter, ik heb mijnheer Dedecker trouwens niet
verstaan.
De voorzitter: Het gaat over ARCO.
07.04 Minister Johan Van Overtveldt: Mijnheer Deseyn, u verwijst in uw vraag naar de resultaten van
de test kennis over geldzaken van de Rabobank. Mag ik u erop wijzen dat die test zich beperkt tot
kennisvragen, voornamelijk binnen het domein van sparen en beleggen?
Volgens mijn persoonlijke inlichtingen zijn er studies die veel ruimer gaan en dus ook meer geschikt
zijn als benchmark in de discussie, denk maar aan de fameuze Pisa-studies van de OESO, met onder
andere een goed onderbouwde peiling naar financiële geletterdheid. Ik verwijs ter zake ook naar de in
2015 door de FSMA gedane meting op wikifin.be naar financiële kennis, gedrag en attitude bij de
Belgische bevolking.
De FSMA heeft ook verschillende initiatieven genomen op dit vlak. Graag wijs ik opnieuw naar een
aantal belangrijke successen binnen het programma financiële vorming wikifin.be. Met de website,
campagnes voor het grote publiek en de aanwezigheid op beurzen als Batibouw neemt de populariteit
van wikifin.be gestaag toe. Zo werd de website in 2015 afgerond 1 260 000 keer bezocht, een groei
van ruim 66 % ten opzichte van 2014. Via jaarlijkse conferenties en bijeenkomsten coördineert de
FSMA – wikifin.be – ook activiteiten van de diverse stakeholders die actief zijn op het terrein van de
financiële vorming.
Inzake uw eerste vraag kan ik u verder bevestigen dat de FSMA nog steeds actief is in zowel het
Nederlandstalige als het Franstalige onderwijs om financiële vorming een plaats te geven op school.
Zij biedt ondersteuning via onder meer gratis kwalitatief goed onderbouwd lesmateriaal. Inzake het
pilootproject in het Nederlandstalig onderwijs, “Je geld slim beheren, een troef voor het leven,” dat
gedurende het schooljaar 2014- 2015 liep, kan ik meegeven dat dit project een succes was. De FSMA
is erin geslaagd financiële vorming een plaats te geven in de les, en dit in samenwerking met onder
meer de Koning Boudewijnstichting, pedagogische begeleiders, leerkrachten, en een 15-tal
pilootscholen.
Op 26 oktober 2015 werd er ook een inspiratiedag georganiseerd in samenwerking met het
departement Onderwijs en Vorming. Daar leerden 300 aanwezigen via workshops aan de slag te gaan
met het wikifin@schoolmateriaal. Op die inspiratiedag werd ook het digitaal platform wikifin@school
gelanceerd, met achtergrondinformatie voor de leerkracht, suggesties voor in de klas, de zogenaamde
lesfiches, video’s en andere tools en spelletjes.
In het Franstalige onderwijs kende het pilootproject een gelijkaardige evolutie. Op drie maanden
registreerden zich al 600 gebruikers op het platform, en in totaal werden er reeds 2 300 lesfiches
gedownload.
De FSMA werkt verder aan het meer algemeen kenbaar maken van het wikifin@schoolplatform, het
verfijnen en uitbreiden van het materiaal dat gericht is op specifieke doelgroepen, het vormen van
leerkrachten, en dies meer. De FSMA wil zeker en vast op dit elan doorgaan, zowel voor het grote
publiek als voor het onderwijs. Samen met andere overheidsorganisaties en non-profitorganisaties
organiseert de FSMA in maart 2016 de Week van het Geld. De verschillende activiteiten kennen nu al
een grote interesse. Zo schreven zich nu al 167 secundaire scholen en ruim 500 basisscholen in voor
activiteiten op school.
Ingaand op uw tweede vraag, om van financiële vorming een basisvak te maken, het is aan de
bevoegde ministers hierop een concreet antwoord te geven. Er is geen discussie meer, denk ik, of
financiële vorming een plaats moet krijgen in het onderwijs, maar wel nog over de manier waarop dit
het best in het onderwijsprogramma kan worden ingebracht.
Voor het Vlaams onderwijs, het departement Onderwijs en Vorming heeft een voorstel van
referentiekader voor economische geletterdheid opgesteld. De viceminister-president van de Vlaamse
regering en minister van Onderwijs heeft ondertussen het eindtermendebat opgestart. De FSMA is
bereid om hieraan mee te werken en er werden contacten in die zin opgestart. In het eindtermendebat
staat financiële vorming in elk geval op de agenda. Hierbij zullen naast de onderwijsinstellingen ook
het middenveld, de scholieren en de bevolking worden geconsulteerd.
07.05 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de minister, er beweegt heel wat, het zijn heel mooie projecten
rond die 15 pilootscholen. Ik kijk ook uit naar de upscaling als dat geëvalueerd wordt. Het zou goed
zijn om daarover later nog iets te horen en om te bekijken of het nog in meer scholen kan worden
uitgerold, na de evaluatie in de pilootscholen. De FOD levert hier mooi werk.
Het incident is gesloten. L'incident est clos.
Download