1BaOa_hannosette_marie

advertisement
Sadanopdracht
REFERENTIE ARTIKEL
C.J. Slooff , J. van Weeghel , F.K. Withaar , R.J. van den Bosch, Handboek Arbeid en
Belastbaarheid (mei 2003), ‘Schizofrenie en verwante stoornissen’. Gevonden op
Bohn stafleu van loghum,
http://www2.bsl.nl/corp/common/framecreator.asp?ak=welkom&ap=vakb&altp=htt
p://vb23.bsl.nl/totalecollectie op 26 oktober 2010.
CONTEXT ARTIKEL
Het artikel komt uit het vak-tijdschrift ‘Handboek arbeid en belastbaarheid’. Dit
verschijnt 3 maal per jaar en is een online tijdschrift en toegankelijk voor abonnees.
Het artikel gaat over schizofrenie en over stoornissen die eraan verwant worden. Er
worden ook een aantal cijfers van mensen met schizofrenie en dergelijke gegeven.
De oorzaak en de diagnose worden besproken, net zoals de gevolgen van de
ziekte.
In het artikel worden voorbeelden van verschillende symptonen vermeld die je
helpen bij het herkennen van de ziekte.
Zoals de titel het ook zegt, worden in dit artikel ook verwante stoornissen en
varianten vermeld.
Er wordt ook aandacht besteed aan het epidemiologisch aspect (=leer van de
epidemieën). Het kwetsbaarheid wordt ook even aangehaald. Dit wordt
onderverdeeld in de cognitieve functiestoornissen, stress en coping. (=de mentale
inspanning om te voorkomen dat stress boven een bepaalde drempelwaarde
uitstijgt). De laatste punten die worden aangehaald zijn integratie van mensen met
schizofrenie, behandeling van de ziekte en revalidatie en rehabilitatie. Het
allerlaatste puntje gaat over arbeidsrehabilitatie. Dit gaat over het proces na de
revalidatie in het werkveld.
AUTEUR ARTIKEL
Het artikel werd geschreven door 4 auteurs: C.J. Slooff , J. van Weeghel , F.K.
Withaar , R.J. van den Bosch. In het artikel word geen informatie gegeven over die
personen.
Op het internet vond ik andere informatie over de schrijvers.
C.J. Slooff
Schrijft mee aan het ‘Tijdschrift voor psychiatrie’
http://www.google.be/search?hl=nl&q=C.J.+Slooff+&aq=f&aqi=&aql=&oq=&gs_rfai
=
J. van Weeghel
Geeft les aan de Universiteit van Tilburg en hielp mee aan het eindrapport
kwaliteitsmeting regionaal aanbod schizofreniezorg GGZ Delfland.
http://www.google.be/search?q=J.+van+Weeghel&ie=utf-8&oe=utf8&aq=t&rls=org.mozilla:nl:official&client=firefox-a
F.K. Withaar
Geeft les aan de rijksuniversiteit in Groningen op de faculteit ‘Medische
wetenschappen/UMCG’ op de afdeling Univ.Centrum Psychiatrie-algemeen.
http://www.rug.nl/staff/f.k.withaar/index
R.J. van den Bosch
Geeft les aan de rijksuniversiteit in Groningen op de faculteit ‘Medische
wetenschappen/UMGC’ op de afdeling Univ. Centrum Psychiatrie-algemeen.
http://www.rug.nl/staff/r.j.van.den.bosch/index
Een van de schrijvers, namelijk C.J. Slooff heeft nog een recensie geschreven ‘Het
goede voorbeeld’ samen met Mark van der Gaag, Lucia Valmaggia en Rigo van
Meer.
Onder deze link http://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/zoeken/artikelen/30 vind u
nog een opsomming van andere werken van C.J. Slooff.
STRUCTUUR ARTIKEL
Dit artikel is duidelijk gestructureerd. Het is een doorlopende tekst met tussentitels.
Alle cijfers volgen mooi op mekaar en kloppen allemaal. Het is gemakkelijk om te
lezen, doordat de tekst is onderverdeelt in alinea’s. De opsommingen worden ook
allemaal mooi weergegeven met streepjes en zijn duidelijk. Er zijn 8 tussentitels en
daarbij ook nog andere titels onder de tussentitels. Er wordt ook duidelijk verwezen in
de tekst naar de bronnenlijst. Er wordt veel rekening gehouden met de leesbaarheid,
ze zorgen ervoor dat er woorden in het cursief worden gedrukt, die eventueel wat
verduidelijking brengen. Ook wordt het kernwoord ‘schizofrenie’ telkens in het geel
aangeduid.
LIJST
Interessante bronnen
1. Bosch RJ van den. Schizofrenie. Subjectieve ervaringen en cognitief
onderzoek. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 1993
2. Bosch RJ van den, Louwerens JW, Slooff CJ. Behandelingsstrategieën bij
schizofrenie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 1999.
3. Dielis L. Werkaanpassingen bij psychische beperkingen. Maandblad
Geestelijke Volksgezondheid 2000;55:336-348.
4. Swildens WE. Zorg voor werk en dagbesteding: een onderzoek naar een
regionale aanpak voor mensen met een psychiatrische achtergrond.
Groningen: Wolters Noordhoff, 1995.
5. Michon H, Weeghel J van. Het werkdocument; een verkenning van de
arbeidsmogelijkheden van mensen met ernstige psychische of
verslavingsproblemen. Utrecht: Trimbos-instituut, 1999a.
Verklarende woordenlijst
1. Recidiverende depressie: als iemand die vaak depressieve episodes
doormaakt
2. Depressieve episodes: periode waarin zich depressieve symptonen voordoen
3. Apathie: het gebrek aan emotie, motivatie en enthousiasme, ziekelijke
onverschilligheid
4. Coping: zelfbescherming, de mentale inspanning om te voorkomen dat stress
boven een bepaalde drempelwaarde uitstijgt
5. Sociaal stigma: een afkeer hebben van wat andere mensen doen in de
maatschappij
6. GGZ: Geestelijke gezondheidszorg
7. Co-morbiditeit: tegelijkertijd twee aandoeningen/stoornissen hebben
8. Incoherentie: gemis aan samenhang
9. Katatone symptonen: stoornissen van motoriek en lichaamshouding
10. DSM-IV: test om diagnose van een psychische ziekte te stellen
11. Prodromale: restverschijnselen
12. Preoccupatie: een herhalend gedrag met een stereotiep patroon
13. Inadequaat: onaangepast
14. Premorbide: hetgeen dat aan de ziekte vooraf gaat
15. Continuüm: aaneensluiting van, een ononderbroken geheel
16. Epidemiologie: leer van de epidemieën
17. Incidentie: het aantal nieuwe gevallen van een ziekte per tijdseenheid, per
aantal van de bevolking
18. Prevalentie: het aantal gevallen van een aandoening per duizend of per
honderdduizend op een specifiek moment in de bevolking
19. Incidentiecohorten: een groep nieuwe gevallen van een ziekte per
tijdseenheid, per aantal van de bevolking
20. GMD: globaal medisch dossier
21. Morbiditeitsrisico: het risico dat je hebt om die aandoening/stoornis te krijgen
22. Concordantie: overeenstemming
23. Aspecifieke: niet kenmerkende
24. Anamnese: medische voorgeschiedenis
25. Adequate: aangepast
26. Farmacologisch: leer van de geneesmiddelen
27. Suïcide: zelfmoord
28. Stagnerend: ‘vastlopen’ in een situatie
29. Passagère: tijdelijk
30. Consolidatie: de informatie die van het kortetermijngeheugen naar het
langetermijngeheugen gaat
31. Retrieval: het vermogen om informatie actief terug te halen uit het
langetermijngeheugen
32. Recognitie: passieve herkenning
33. Executieve functies: uitvoerende functies
34. Life events: ingrijpende gebeurtenissen in het leven
35. Expressed emotion: de mate waarin communicatie wordt gekenmerkt door
emotioneel gekleurde opmerkingen
36. Decompensatie: stoornis in het evenwicht
37. Triviale: iets onbeduidend of alledaags
38. Angstreducerend: angstonderdrukkend
39. Psychopathologie: leer van de psychische ziekte
40. Remissie: tijdelijke vermindering of verdwijning van ziekteverschijnselen
41. Extrapiramidale: verstoring van de structuur of functie van bepaalde
lichaamsdelen
42. Cognitieve gedragstherapie: therapie waarbij ze ontdaan worden van de
onduidelijk herkomst met alle angst en depressie van dien
43. Revalidate: de patiënt leert omgaan met zijn stoornissen van een functie
44. Rehabilitatie: het proces van herstel in sociale posities en ‘emancipatie’, het
leren omgaan met resterende beperkingen
45. Pragmatisch: wat nuttig en bruikbaar is
46. Regulier: gewoon
47. Additioneel: toegevoegd
SYNTHESE
De diagnose van schizofrenie wordt gesteld met behulp van de DSM-IV schaal en dit
gebeurt in de adolescentie. Een psychiater stelt ook een diagnose op basis van:
psychotische verschijnselen, verloop functioneren, niveau functioneren. Schizofrenie
heeft ook veel verschillende symptonen zoals incoherentie, hallucinaties, wanen,
negatieve en katatone symptonen. De tekst vermeld ook nog verwante stoornissen
van schizofrenie: paranoïde type, gedesorganiseerde type en shizofreniforme
psychose. Die laatste is de kortdurende vorm van schizofrenie.
De stoornis komt vooral voor bij mensen tussen 15 en 45 jaar, en sinds kort wordt
schizofrenie als een volksziekte beschouwd. Het valt ook op dat meer mannen dan
vrouwen schizofrenie krijgen en dat sommige bevolkingsgroepen gevoeliger zijn om
de stoornis te krijgen dan andere. Ook genetische factoren spelen een duidelijke rol.
In het kwetsbaarheidmodel kunnen we 3 verschillende componenten
onderscheiden: coping, stress en cognitieve functiestoornissen.
De behandeling van de stoornis moet vooral snel en adequaat zijn. Het kan enerzijds
met antipsychotica of psychosociale interventies. De laatste dingen die worden
aangehaald zijn revalidatie en rehabillitatie.
Download