TPE: Therapeutic Plasma Exchange

advertisement
TPE: Therapeutic
Plasma Exchange
Uw kind is opgenomen op de Intensive Care (IC) kinderen en
krijgt Therapeutic Plasma Exchange (TPE), oftewel plasmawissel
of plasmafiltratie. De arts zal u en eventueel uw kind uitgebreid
voorlichten over de behandeling. In deze folder kunt u de
informatie die u van de arts krijgt nog eens nalezen.
Bij de behandeling zijn zowel een kindernefroloog als een
kinderintensivist betrokken. De kindernefroloog is gespecialiseerd
in nierziekten en de kinderintensivist houdt zich bezig met de
intensive care-zorg voor kinderen.
Wat is TPE?
Indien de nieren een verminderde werking hebben, wordt er gesproken
van nierinsufficiëntie, oftewel nierfalen. Nierinsufficiëntie kan chronisch
zijn of kan acuut ontstaan. TPE kan uitkomst bieden indien de
nierinsufficiëntie veroorzaakt wordt door bepaalde antistoffen, medicatie
of giftige stoffen.
Bij TPE wordt er via een dialysekatheter bloed uit de bloedbaan van het
kind naar een apparaat (de Prismaflex) geleid dat fungeert als een
kunstnier. Via deze kunstnier wordt het bloedplasma (het vloeibare
gedeelte van het bloed zonder bloedcellen) uit het bloed verwijderd, dat
vervolgens wordt vervangen door donorplasma. Zodoende worden de
schadelijke stoffen uit het bloed van uw kind verwijderd. Een regelmatige
verwijdering van deze stoffen zullen de symptomen verminderen en het
herstel van uw kind bevorderen.
De werking van de nieren
De nieren zijn boonvormige organen die aan de achterkant van het
lichaam liggen, ter hoogte van de middel. Nieren filteren overtollig water
en afvalstoffen uit het bloed, die vervolgens via de urine uit het lichaam
worden verwijderd. De meest voorkomende afvalstoffen die de nieren
filteren zijn:
• creatinine, een afvalproduct dat ontstaat bij het gebruiken van onze
spieren;
• ureum, een afvalproduct dat ontstaat bij onze spijsvertering, met name
bij het eten van eiwitten;
• natrium (zout), kalium, bicarbonaat, calcium en fosfaat.
Naast het filteren van water en afvalproducten, zorgen de nieren voor:
• Het reguleren van de bloeddruk. De nieren maken het hormoon renine
aan dat helpt bij het reguleren van de bloeddruk.
• Het stimuleren van de productie van rode bloedcellen. De nieren
produceren het hormoon erythropoëtine (EPO) dat de productie van
rode bloedcellen in het beenmerg stimuleert.
• Het reguleren van de opname van calcium. In de nieren wordt vitamine
D omgezet, zodat het lichaam calcium kan opnemen uit de darmen.
De opname van calcium is uiterst belangrijk voor de vorming en het
behoud van sterke botten.
2
De behandeling
Voordat de behandeling gestart kan worden, moet er een dialyselijn
worden ingebracht. Deze wordt in de hals, de lies of onder het sleutelbeen
geplaatst. Deze ingreep vindt plaats onder algehele narcose.
Omdat de dialyselijn, met name de lijn in de lies, erg gevoelig is voor
beweging, is het belangrijk dat uw kind tijdens de behandeling heel stil
ligt. Indien nodig wordt uw kind in slaap gehouden (m.b.v. medicatie)
tijdens de behandeling. Uw kind zal dan ook beademd worden met behulp
van een machine.
In het dialyseapparaat is een filter verwerkt met een semipermeabele,
oftewel halfdoorlaatbare wand. Het filter bevat poriën (kleine openingen)
die sommige moleculen makkelijk doorlaten en andere moleculen
tegenhouden. Dit is afhankelijk van welke stoffen er verwijderd moeten
worden. Het TPE filter laat grotere moleculen door dan het filter dat
gebruikt wordt bij andere vormen van dialyse.
De dialyse heeft de volgende doelstellingen:
• het zuiveren van het bloed van afvalstoffen (ureum, kreat);
• het bewerkstelligen van een goede vochthuishouding;
• het reguleren van de zuurbase huishouding;
• het reguleren van de elektrolyten (zouten, mineralen etc.);
• het voorkomen van verdere schade aan de nieren;
• het stimuleren van het herstel van de eigen nierfunctie;
Tevens zorgt de dialyse ervoor dat uw kind, indien nodig, andere
behandelingen kan ondergaan, bepaalde medicatie mag innemen of een
dieet kan volgen.
Laboratoriumonderzoek
Tijdens de behandeling worden er veel laboratoriumonderzoeken
uitgevoerd. Indien mogelijk zal er een arteriële lijn (infuus in de slagader)
worden ingebracht, zodat er makkelijk bloed kan worden afgenomen
en uw kind niet steeds geprikt hoeft te worden. Ook kan de bloeddruk
via deze lijn continu worden gemeten. Controle van de bloeddruk is
belangrijk, omdat deze bij kinderen met nierfunctiestoornissen vaak
verhoogd is. Soms is medicatie noodzakelijk.
Naast het bloed en de bloeddruk, wordt de urine van uw kind
gecontroleerd. In principe wordt de urine elke 24 uur gespaard via een
katheter in de blaas. Aan de hand van deze waarden kan de arts de
werking van de nieren beoordelen. Soms kan een kind wel goed plassen,
3
maar worden er geen schadelijke stoffen uitgeplast, waardoor deze
zich ophogen in het bloed. Andere kinderen kunnen helemaal niet meer
plassen.
Voeding en vocht
Kinderen met een nierinsufficiëntie moeten vaak een strikt dieet volgen.
De diëtiste zal hier met u over praten. Daarnaast krijgen kinderen met
een nierinsufficiëntie vaak een vochtbeperking opgelegd. De arts bepaalt
hoeveel uw kind dagelijks mag drinken. Deze hoeveelheid is ondermeer
afhankelijk van de hoeveelheid vocht die uw kind al binnenkrijgt via
het infuus en de medicatie. Het is van groot belang dat u zich aan de
toegestane hoeveelheid vocht houdt. Kinderen hebben vaak erg veel
dorst, waardoor ze vaak meer willen drinken dan is toegestaan. Het is
daarom belangrijk dat uw kind de toegestane hoeveelheid vocht verspreid
over de dag inneemt. U kunt beter regelmatig kleine beetjes aanbieden
dan een keer een groot glas.
Het is belangrijk dat u steeds noteert hoeveel vocht u uw kind geeft.
De verpleegkundige noteert deze waarden in de vochtbalans.
Medicatie
Kinderen met een nierziekte hebben veel medicatie nodig. Indien de
inname van de medicatie niet lukt, wordt er een sonde ingebracht van de
neus naar de maag. De medicatie wordt dan via de sonde gegeven.
Nierpatiënten krijgen met name de volgende medicatie toegediend:
• Erythropoëtine (EPO). Dit is een hormoon dat de vorming van rode
bloedcellen stimuleert. EPO wordt normaal gesproken door de nieren
aangemaakt.
• E en vitamine D preparaat (Etalpha) dat ervoor zorgt dat het lichaam
voldoende calcium en fosfaat uit het voedsel kan opnemen. Beide
stoffen zijn nodig voor de vorming van stevige botten.
• E en fosfaatbinder (Renagel, calcium carbonaat, Phos-ex) die ervoor
zorgt dat fosfaationen in de darmen binden, waardoor ze in mindere
mate worden opgenomen door het lichaam. Hierdoor daalt het
fosfaatgehalte van het bloed. Hoewel een gezonde nier veel fosfaat
uitplast, doet een zieke nier dit niet of onvoldoende.
4
•B
icarbonaat. Botten en organen zoals nieren en de lever kunnen
ook beschadigd raken door een ontregelde zuurgraad (pH-waarde)
van het bloed. Het kan nodig zijn de zuurgraad te herstellen m.b.v.
bicarbonaat.
•R
esonium. Dit medicijn wordt toegediend indien het kaliumgehalte
van het bloed te hoog is. Resonium wordt soms via een klysma
toegediend. Een (veel) te hoog kaliumgehalte kan hartritme-stoornissen
veroorzaken.
•M
iddelen tegen hoge bloeddruk (labetolol, nicardipine etc.). Een te
hoge bloeddruk is schadelijk voor alle organen en moet daarom
altijd met medicatie worden behandeld. Afhankelijk van de ernst
en de oorzaak, krijgt uw kind tabletten of medicatie via het infuus
toegediend.
•V
itamines. Dialysepatiënten hebben vaak een tekort aan vitamines,
doordat sommige vitamines oplosbaar zijn in water en daarom worden
uitgedialyseerd.
Complicaties
• Bloedingen. Tijdens de behandeling wordt het bloed van uw kind
gehepariniseerd, oftewel ontstold. Doordat het bloed dunner is, wordt
voorkomen dat het filter snel verstopt. De ontstolling van het bloed
wordt goed in de gaten gehouden. Het kan zijn dat uw kind bloed
lekt bij de insteekopeningen van het infuus. Als uw kind wordt
beademd, kan er tevens wat bloed uit de beademingsbuis worden
gezogen. U hoeft hier niet van te schrikken. Indien nodig, wordt de
heparinedosering aangepast.
• Infecties. Dialyselijnen zijn gevoelig voor infecties. In het geval van een
infectie wordt zo nodig gestart met antibiotica. Een infectie herkent de
arts aan bloed- en kweekuitslagen. Doordat het bloed van de dialyse
wordt verwarmd, wordt de temperatuur van de patiënt beïnvloed. Een
infectie gaat dus niet altijd gepaard met koorts.
•V
erstoring van elektrolyten (zouten, glucose etc. in het bloed). Tijdens
de dialyse worden ook andere stoffen, zoals calcium, glucose etc.
verwijderd. De bloedwaarden van deze stoffen worden gecontroleerd
met behulp van bloedonderzoek en zo nodig gecorrigeerd.
5
•A
llergische reacties. Uw kind kan een allergische reactie krijgen op
het donorplasma, waardoor er een te lage bloeddruk ontstaat en uw
kind last kan krijgen van huiduitslag. Uw kind krijgt dan medicatie. In
het vervolg krijgt uw kind voorafgaand aan de behandeling medicatie
toegediend, zodat een nieuwe allergische reactie wordt voorkomen.
•U
itwassing van medicatie en vitamines. Ook bepaalde vitamines en
medicatie worden door de dialyse verwijderd. Hierdoor moet de
voeding van uw kind vaak worden aangepast. De diëtiste zal hier met
u over praten. Omdat medicijnen deels verwijderd worden, moet de
dosering hiervan ook worden aangepast.
•P
roblemen met betrekking tot de bloeddruk. Bij de start van de dialyse
en het aansluiten van een nieuw filter kan uw kind last krijgen van
bloeddrukproblemen. In de meeste gevallen zal de bloeddruk te laag
zijn. Zo nodig krijgt uw kind extra vocht of medicatie om de bloeddruk
wat op te hogen. De verpleegkundige houdt de bloeddruk van uw kind
nauwlettend in de gaten.
Wat u verder moet weten
Indien uw kind ook gedialyseerd wordt, krijgt u tevens de folder ‘CVVH(DF):
Continue Veno-Veneuze Hemo (DiaFiltratie)’ uitgereikt.
In sommige gevallen kan een kind dat alleen een TPE-behandeling krijgt
op de kinderafdeling worden opgenomen en alleen voor de behandeling
naar de IC worden overgebracht. De arts bespreekt met u wat er
mogelijk is.
Als de nierfunctie van uw kind verbetert, zal uw kind steeds minder
afhankelijk worden van TPE. De nierfunctie wordt bepaald aan de hand
van bloeduitslagen en de hoeveelheid en de kwaliteit van de urine.
De behandeling wordt geleidelijk afgebouwd en uiteindelijk gestopt.
Vervolgens wordt er gekeken hoe de nieren van uw kind functioneren
zonder dialyses.
Het kan ook gebeuren dat TPE noodzakelijk blijft. In dit geval wordt uw
kind vaak eerst overgeplaatst naar het AMC. Vanuit het AMC wordt alles
geregeld voor thuis. De arts vertelt u hier meer over.
6
Contact
Heeft u nog vragen of doen zich problemen voor, dan kunt u terecht
bij de artsen en verpleegkundigen van de IC Kinderen van VU medisch
centrum. U kunt ten allen tijde via de verpleegkundige een gesprek
aanvragen met de arts.
7
303111
VUmc©
april 2011
www.VUmc.nl
8
Download