ME SEM ROM BEELDVORMING OVER ROMA EN SINTI 1 Colofon Redactie: Bram Fauconnier & Marjan Verplancke Dit pakket werd mogelijk gemaakt door: de Vlaamse Overheid, departement Onderwijs & Vorming Met dank aan : Lien Bauwens, Dirk Beersmans, Kiki Bohets, Andreas de Boer, Hilde Degol, Anna Dissembergen, Kim Janssens, Lissa Lagiewka, Ina Van Looy en Sofie Vlekken. CCLJ, ERIO – European Roma Information Office, Integratiedienst Leuven, Kruispunt Migratie-Integratie, Minderhedenforum, Ons Leven Oost-Vlaanderen vzw, Rimo vzw (Regionaal instituut voor Maatschappelijk Opbouwwerk), Roma en Woonwagenbewoners, WIV Mechelen Dit zigeunerjongetje is één van de vijftig Roma die in april 2012 twee maanden lang onder penibele omstandigheden in het Noordstation van Brussel kampeerden. Daarna werden ze teruggestuud naar Slovakije, Hongarije en Roemenië. 2 Inhoud Colofon2 Inhoud3 Toelichting bij het lessenpakket 4 Inleiding4 Doelgroep5 Doelstellingen5 Vakoverschrijdende eindtermen 6 Een overzicht van het lessenpakket 6 Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? 8 Overzicht van de les 8 Invulblaadjes10 Verbetersleutel15 Bijlagen17 Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti 25 Overzicht van de les 25 Invultabel29 Vebetersleutel30 bijlagen31 Verwerkingsopdracht51 Overzicht van de les 51 Achtergrondinformatie54 Terminologie 54 Korte geschiedenis 55 Beeldvorming in heden en verleden 64 Voetnoten70 Bibliografie70 Verantwoording van de afbeeldingen en citaten 71 3 Toelichting bij het lessenpakket Inleiding onbestaande. Op 19 mei 2007 veroorzaakte de president van Roemenië, Traian Băsescu, een mediarel toen hij een opdringerige journaliste “een stinkende zigeuner” noemde.1 Dit op het eerste zicht “kleine” voorval is symptomatisch voor een ruimere mensenrechtenproblematiek. Talrijke Europese landen zijn nog allesbehalve in het reine met de Roma en Sinti op hun grondgebied. Negatieve beeldvorming over Sinti en Roma is wijdverspreid: er bestaan vandaag de dag misschien meer hardnekkige vooroordelen en stereotypen over hen dan over welke andere bevolkingsgroep dan ook. Het onderliggende probleem is het gebrek aan verbindingen2 tussen de leefwereld van de ‘gadgé’ en die van de Roma en Sinti. Alles begint met de school, aangezien de school één van de voornaamste plaatsen is waar sociale verbindingen tot stand komen. Leerlingen van Roma of Sinti-afkomst hebben het vaak moeilijker om aansluiting te vinden bij de heersende schoolcultuur. Om diverse redenen zien de ouders er vaak het nut niet van in om hun kinderen naar een ‘burger’school te sturen. Leerlingen die wel naar school gaan, krijgen te maken met een ander taalgebruik, met andere informele gedragsregels,... en voelen zich zelden thuis. Wie uitvalt op school zal later minder kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Zo rijgt men de ene maatschappelijke kwetsuur aan de andere. Zo blijven de verbindingen met de omringende maatschappij broos of zelfs Vooroordelen over Roma en Sinti en Antiziganisme zijn allesbehalve nieuwe fenomenen. Hun geschiedenis is een aaneenschakeling van maatschappelijke uitsluiting en veel erger. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden naar schatting tussen 220 000 en 1 500 000 Roma en Sinti het slachtoffer van de raciale vervolgingen door de nazi’s.3 Vanuit de Mechelse Dossinkazerne werden 352 Roma en Sinti naar Auschwitz gedeporteerd. Deze vervolgingen, die door de Roma Porajmos (‘het grote verslinden’) wordt genoemd, vormt een droef hoogtepunt van een eeuwenoude haat tegen een bevolkingsgroep waar de gemiddelde burger vandaag de dag nog altijd weinig of niet van afweet. Dit lessenpakket ontrafelt de perceptie van Roma en Sinti in de Europese cultuur, om zo een poging te doen om het misprijzen, de discriminatie en de vervolgingen waar zij al eeuwen onder lijden te verklaren. Tegelijk ontdekken de leerlingen een meer genuanceerd beeld van een zeer diverse etnisch-culturele minderheid die al 600 jaar onlosmakelijk verbonden is met de Europese geschiedenis. Op die manier trachten we bij te dragen tot sensibilisering van de maatschappij en tot outreaching richting Roma en Sinti. Onderwijs en vorming hebben hierin een cruciale rol te spelen. Dit lessenpakket wil een schuchtere eerste stap zetten in de richting van meer verbondenheid tussen Roma en niet-Roma. Een verwarrende terminologie Een steeds terugkerend probleem betreft de naamgeving van de etnisch-culturele minderheid die men in de volksmond ‘Zigeuners’ noemt. Deze term wordt echter als pejoratief ervaren, waardoor het gebruik te mijden is. In de realiteit zijn er veel verschillende groepen. In Vlaanderen maakt men het volgende onderscheid: -De Sinti of Manoesjen: vertoeven al sinds de 15de eeuw in onze streken. -De Roms: op het einde van de 19de en aan het begin van de 20ste eeuw vanuit Oost-Europa naar onze streken getrokken. -Voyageurs: vallen eigenlijk niet onder de noemer ‘Zigeuners’, maar worden er soms wel mee verward omdat zij in woonwagens wonen. Het gaat hier om autochtone Belgen die er sinds generaties een rondtrekkende levenswijze op na houden. In Vlaanderen worden Manoesjen, Roms en Voyageurs met de gemeenschappelijke term Woonwagenbewoners aangeduid. -De Roma: In feite dezelfde groep als de Roms. Een onderscheid dient zich echter aan om de volgende reden: waar de Roms honderd jaar geleden naar hier kwamen en nog steeds een nomadische cultuur hebben, migreren de Roma maar sinds de jaren ’60 naar het Westen. De Roma wonen in huizen en appartementen. Hun situatie is zeer verschillend van die van de Roms. -De Gitanos: wonen op het Iberische schiereiland. Sterk beïnvloed door de Arabische, Andalusische en Spaanse cultuur. De laatste decennia maken de Europese beleidsvoerende instanties gebruik van de overkoepelende term Roma om al deze groepen aan te duiden. Nochtans wensen vele groepen, waaronder de Sinti, niet onder deze benaming te vallen. Wij zullen daarom in de mate van het mogelijke gebruik maken van de term Roma en Sinti om zo tegemoet te komen aan de belangrijkste groepen binnen deze etnisch-culturele minderheid. Waneer deze tweedeling niet gebruikt kan worden (bijvoorbeeld in bepaalde historische omstandigheden, wanneer er van die tweedeling geen sprake was) zullen wij teruggrijpen naar de overkoepelende term Roma. Toelichting bij het lessenpakket 4 Doelgroep Dit lessenpakket is in de eerste plaats gemaakt voor leerlingen van de derde graad SO. Herinneringseducatie veronderstelt namelijk een bepaalde basiskennis, een aantal vaardigheden en een zekere “emotionele rijpheid”. Leerkrachten die met jongere leerlingen rond dit onderwerp willen werken, kunnen evenwel een aangepast traject volgen. Hierbij kan meer aandacht besteed worden aan specifieke thema’s zoals de cultuur en geschiedenis van de Roma en Sinti en de hedendaagse problematiek van migratie, onverdraagzaamheid, enz. Verder zijn zowel de voorbereidende lessen als de workshop in het museum het meest geschikt voor leerlingen uit ASO en TSO. Leerlingen uit het BSO en DBSO zullen er zich waarschijnlijk in mindere mate door aangesproken voelen. Voor deze doelgroep heeft Kazerne Dossin een apart lessenpakket uitgewerkt. Doelstellingen I Kennis en inzicht De leerlingen: ·· Begrijpen dat de Roma uit verschillende groepen bestaan. Zij kunnen enkele van de belangrijkste groepen aanstippen en enkele onderlinge verschillen noemen; ·· Weten dat de Roma en Sinti uit India afkomstig zijn, maar al eeuwenlang in Europa leven en er onlosmakelijk mee verbonden zijn; ·· Weten dat de muziek van de Roma en Sinti heel divers is en dat er een wisselwerking bestond en bestaat met de Europese culturen; ·· Begrijpen dat Roma en Sinti al eeuwenlang vervolgd of gediscrimineerd worden, en dat hun situatie vandaag nog steeds problematisch is; ·· Begrijpen dat er verbanden zijn tussen de vervolgingen en stigmatisering in heden en verleden, maar hebben ook oog voor de verschillen die te maken hebben met elke specifieke context; ·· Begrijpen dat antiziganisme in alle lagen van de bevolking aanwezig is, niet het minst in de politiek; ·· Herkennen de belangrijkste vooroordelen en clichés die over Roma en Sinti heersen; ·· Herkennen de ambiguïteit die de huidige beeldvorming van Roma en Sinti kenmerkt: enerzijds is er het romantiserende en anderzijds is er het criminaliserende beeld; ·· Weten dat stereotypen over Roma en Sinti al heel oud zijn maar ook tot op de dag van vandaag algemeen ver- ·· spreid zijn; Weten dat de stereotypen over Roma en Sinti in diverse vormen van populaire cultuur terugkomen: strips, films, kinderboeken, schilderijen, tekeningen,... II Vaardigheden De leerlingen: ·· Kunnen zelfstandig informatiebronnen analyseren en er informatie uit halen; ·· Kunnen deze informatie op een heldere manier weergeven voor het publiek van de eigen klas en kunnen hiervoor traditionele en creatieve vormen en middelen hanteren; ·· Kunnen actualiseren door historische gebeurtenissen en ontwikkelingen op een genuanceerde manier op het heden betrekken. ·· Kunnen op een volwassen manier met elkaar in discussie treden; zij kunnen hun standpunt helder verwoorden en tonen respect voor de meningen van anderen. III Attitudes De leerlingen: ·· Tonen interesse voor overblijfselen uit het verleden en voor de actuele samenleving; ·· Hebben een open geesteshouding ten aanzien van de historische en actuele situatie van de Roma en Sinti; ·· Aanvaarden dat historische evoluties een verscheidenheid aan sociale identiteiten genereren; ·· Gaan op een kritische manier om met de vervolging en discriminatie van Roma en Sinti in heden en verleden; ·· Begrijpen de gevaren van stigmatisering en etnische stereotypering; ·· Hebben oog voor de manipulatie van beelden en kunnen bedrieglijke informatie doorprikken; ·· Staan open voor verschillen tussen mensen en levensopvattingen; ·· Overstijgen veralgemeningen en ontwikkelen een genuanceerde blik door oog te hebben voor het individu met zijn/haar persoonlijk verhaal. ·· Zijn gemotiveerd om na te denken over oplossingen om bruggen te slaan tussen beide gemeenschappen (bvb sensibilisering, scholarisatie, …) Voor andere attitudes, zie de vakoverschrijdende eindtermen hierna. Toelichting bij het lessenpakket 5 Vakoverschrijdende eindtermen Dit lessenpakket is ingebed in en vertrekt vanuit enkele vakoverschrijdende eindtermen zoals die in 2010 door het ministerie van onderwijs geformuleerd zijn. De focus ligt op diversiteit, gekoppeld aan wereldburgerschapeducatie. Context 3: Sociorelationele ontwikkeling De leerlingen: 6 doorprikken vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik; 9 zoeken naar constructieve oplossingen voor conflicten. Context 4: Politiek-juridische samenleving De leerlingen: 3 tonen het belang en dynamisch karakter aan van mensen- en kinderrechten; 5 tonen aan dat het samenleven in een democratische rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten die gelden voor burgers, organisaties en overheid; 7 illustreren de rol van de media en organisaties in het functioneren van ons democratisch bestel;Vakoverschrijdende eindtermen Dit lessenpakket is ingebed in en vertrekt vanuit enkele vakoverschrijdende eindtermen zoals die in 2010 door het ministerie van onderwijs geformuleerd zijn. De focus ligt op diversiteit, gekoppeld aan wereldburgerschapeducatie. Context 3: Sociorelationele ontwikkeling De leerlingen: ·· 6 doorprikken vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik; ·· 9 zoeken naar constructieve oplossingen voor conflicten. Context 4: Politiek-juridische samenleving De leerlingen: ·· 3 tonen het belang en dynamisch karakter aan van mensen- en kinderrechten; ·· 5 tonen aan dat het samenleven in een democratische rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten die gelden voor burgers, organisaties en overheid; ·· 7 illustreren de rol van de media en organisaties in het functioneren van ons democratisch bestel; ·· 10 illustreren hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft en rekening houdt met ideeën, standpunten en belangen van verschillende betrokkenen; ·· 12 tonen het belang aan van internationale organisaties en instellingen; ·· 13 geven voorbeelden die duidelijk maken hoe de mon- dialisering voordelen, problemen en conflicten inhoudt Context 7: Socioculturele samenleving De leerlingen: ·· 1 beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen; ·· 2 gaan constructief om met verschillen tussen mensen en levensopvattingen; ·· 4 trekken lessen uit historische en actuele voorbeelden van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie; ·· 5 geven voorbeelden van de potentieel constructieve en destructieve rol van conflicten; ·· 6 gaan actief om met de cultuur en kunst die hen omringen. Een overzicht van het lessenpakket I Twee voorbereidende lessen in de klas Om de leerlingen voor te bereiden op hun bezoek aan het museum heeft Kazerne Dossin twee voorbereidende lessen uitgewerkt die u, als u dat wenst, in uw klas kunt organiseren. Hoe dan ook raden wij deze lessen sterk aan om de leerlingen zo goed mogelijk te oriënteren op het onderwerp. De meeste leerlingen weten namelijk weinig tot niets over Roma en Sinti. De rode draad doorheen het hele lessenpakket is de beeldvorming van Roma en Sinti in heden en verleden, en de vervolgingen en discriminatie die er het gevolg van zijn. Vooral tijdens de workshop in het museum zal uitgebreid ingegaan worden op de beeldvorming, zowel in heden en verleden als bij de leerlingen zelf. In de eerste les zullen de leerlingen echter al ingeleid worden op deze probleemstelling: welk beeld heerst er over Roma en Sinti, en is dit beeld correct? In het begin van de les zullen zij hun eigen vooroordelen en associaties kunnen weergeven om die dan tijdens het lessenpakket te toetsen aan de realiteit. De eerste les is een algemene introductie op het onderwerp. Deze les is niet alleen geschikt voor het vak geschiedenis, maar ook voor Nederlands, aardrijkskunde, levenbeschouwelijke vakken e.d. De tweede les is verdiepend en doet beroep op historische vaardigheden. De leerlingen gaan in op historische voorbeelden van vervolgingen van Roma en Sinti en onderzoeken ook de actuele problematiek in Europa. Wegens het verdiepende en historische karakter is deze les zeker geschikt voor het vak geschiedenis. Toelichting bij het lessenpakket 6 II Een thematische rondleiding doorheen de permanente tentoonstelling van Kazerne Dossin Wanneer de leerlingen naar het museum komen, kunnen zij allereerst een aangepaste rondleiding doorheen de permanente tentoonstelling volgen, waarbij de focus op de vervolging van Sinti en Roma tijdens WOII ligt. Deze rondleiding dient als opstapje naar de workshop in één van de educatieve ruimtes van Kazerne Dossin. Hier wordt de probleemstelling al geformuleerd: welk beeld heerst er over Roma en Sinti dat er voor zorgt dat sommigen hen niet eens meer als mensen gaan beschouwen? En waar komt dit beeld vandaan? III Een workshop in een educatieve ruimte van Kazerne Dossin De workshop vormt de kern van het lessenpakket. Waar de voorbereidende lessen de leerlingen moest voorzien van de nodige achtergrondinformatie, zal de workshop hen de kans bieden om dieper in te gaan op de heersende clichés en vooroordelen rond Roma en Sinti. De leerlingen zullen hierbij begeleid worden door een medewerker van de educatieve dienst van Kazerne Dossin. De workshop bestaat uit drie delen: ·· Het eerste deel dient als introductie: de leerlingen worden opnieuw georiënteerd op het onderwerp door middel van de flap met vooroordelen die zij in de eerste voorbereidende les hebben opgesteld. ·· In het tweede deel onderzoeken de leerlingen hoe zij die vooroordelen hebben verworven. Zij gaan aan de slag met verschillende documenten uit de ‘populaire cultuur’ waarin Roma en Sinti steeds op een specifieke manier ten tonele worden gevoerd: strips, films, krantenartikels, kinderboeken, liedjes, schilderijen, tekeningen,... ·· In het derde en laatste deel zullen de leerlingen in contact komen met informatie die de vooroordelen weerleggen of nuanceren. De verworven inzichten en nuances passen zij toe in enkele opdrachten. IV Een reflectieopdracht Het laatste deel van het lessenpakket is een reflectieopdracht die u met uw leerlingen in de klas kunt organiseren. De leerlingen blikken terug op wat ze geleerd hebben door er op een creatieve manier een SWOT-analyse op toe te passen. Toelichting bij het lessenpakket 7 Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? Overzicht van de les Inhoud In deze eerste les maken de leerlingen kennis met de Roma en Sinti. In een groepswerk komen verschillende elementen aan bod: de afkomst van de Roma en Sinti, hun muziek, de grote diversiteit aan groepen, etc. Duur 50 minuten Werkvorm Groepswerk Praktisch De werkruimte wordt in zes ‘eilanden’ van tafels georganiseerd. Er zijn drie thema’s die op deze zes tafels behandeld worden, dus er zijn steeds twee tafels met hetzelfde thema. Thema 1: de Indische afkomst van de Roma en Sinti en hun migraties Thema 2: de verschillende groepen Roma Thema 3: de muziek van de Roma en Sinti De leerlingen worden in zes groepen verdeeld. Elke groep begint aan een aparte tafel. De leerlingen krijgen 10 minuten tijd aan elke tafel, waarna er doorgeschoven wordt naar een ander thema. Op het einde van de les moet elke groep de drie thema’s bezocht hebben. Benodigdheden Inzet: Grote flap papier Groepswerk: Invulblaadjes, 1 exemplaar per leerling Verbetersleutel Thema 1: ·· Taaltabel ·· Kaart van de migraties van de Roma en Sinti ·· Krantenkoppen ·· Foto’s van oude beroepen Thema 2: ·· Identificatiefiches van de verschillende groepen Roma Thema 3: ·· 1 PC met internettoegang per 2 leerlingen Doelstellingen Kennis en inzicht De leerlingen: ·· begrijpen dat de Roma en Sinti uit verschillende groepen bestaan. Zij kunnen enkele van de belangrijkste groepen aanstippen en enkele onderlinge verschillen noemen. ·· weten dat de Roma en Sinti uit India afkomstig zijn, maar al eeuwenlang in Europa leven en er onlosmakelijk mee verbonden zijn; ·· weten dat de muziek van de Roma en Sinti heel divers is en dat er een wisselwerking bestond en bestaat met de Europese culturen. Vaardigheden De leerlingen: ·· kunnen diverse primaire en secundaire bronnen herkennen, analyseren en er de nodige informatie uit halen. Zij kunnen historische en algemene vaardigheden toepassen op uiteenlopende bronnen; ·· kunnen verbanden leggen tussen heden en verleden. Zij kunnen de continuïteit van bepaalde fenomen herkennen maar hebben ook oog voor veranderingen die zich in de loop van de tijd manifesteren; Attitudes De leerlingen: ·· tonen interesse voor overblijfselen uit het verleden en voor de actuele samenleving; ·· hebben een open geesteshouding ten aanzien van de historische en actuele situatie van de Roma en Sinti; ·· aanvaarden dat historische evoluties een verscheidenheid aan sociale identiteiten genereren. Zo ontwikkelen zij een meer genuanceerd en individualiserend beeld t.a.v. Roma en Sinti. Aanbevolen werken en artikels ·· ·· ·· ·· KENRICK, D., Gypsies: from the Ganges to the Thames, University of Hertfordshire Press, Hatfield, 2004. LIEGEOIS, J.P., Roma in Europe, Council of Europe Publishing, Straatsburg, 2007. Woonwagenbewoners. Roms, Manoesjen en Voyageurs, 2011 (http://www.kruispuntmi.be/thema.aspx?id=589). Roma in Vlaanderen, 2011 (http://www.kruispuntmi.be/thema.aspx?id=589). Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? 8 Inzet (10 minuten) Conclusie (10 minuten) Alvorens het groepswerk te starten moeten de leerlingen zich eerst oriënteren op het onderwerp. Dat doen we door een kort associatiespel. Op het einde van de les kan de leerkracht de antwoorden klassikaal overlopen. De drie thema’s worden als volgt samengevat: De leerkracht vertelt de leerlingen dat er gewerkt zal worden rond het onderwerp ‘Roma en Sinti’. Hij vraagt de leerlingen of ze een ander woord voor ‘Roma en Sinti’ kennen. Waarschijnlijk zal iemand het in verband brengen met het woord ‘zigeuners’. De leerkracht vertelt kort dat ‘zigeuners’ eigenlijk een incorrect woord is dat de Roma als beledigend ervaren. ‘Roma en Sinti’ is juister omdat dit de echte namen zijn van de twee belangrijkste groepen van ‘Zigeuners’. ·· De leerkracht vraagt nu aan de leerlingen waar zij aan denken bij het woord ‘Roma’, ‘Sinti’ of ‘Zigeuners’. Welk beeld hebben zij van deze bevolkingsgroep? Wat associëren zij met hen? De leerkracht noteert kernwoorden op een grote flap papier die aan het bord bevestigd is. Zoveel mogelijk vooroordelen worden zo verzameld. De leerkracht vertelt nu de probleemstelling aan de leerlingen: klopt dit beeld wel? Wat is correct en wat niet? Dat zullen wij in dit project onderzoeken. Nu kan de les van start gaan. In deze eerste les zullen al enkele clichés sneuvelen. De leerlingen zullen zien dat de Roma en Sinti een heel diverse bevolkingsgroep vormen die we niet zomaar over één kam mogen scheren. ·· ·· Thema 1: Roma en Sinti komen oorspronkelijk uit India. Door hun eeuwenlange aanwezigheid in Europa zijn zij onlosmakelijk met de Europese samenlevingen verbonden. Thema 2: Roma en Sinti bestaan uit heel veel verschillende groepen met aparte kenmerken. Wij moeten er ons voor hoeden hen over één kam te scheren. Thema 3: Roma en Sinti zijn bekend bij het grote publiek door hun muziek. Deze muziek kent echter heel veel varianten, maar er zijn nog gemeenschappelijke kenmerken. Hun muziek is beïnvloed door de Europese culturen, maar heeft ook zelf veel invloed uitgeoefend op die culturen. Tot slot wordt de flap met de vooroordelen er weer bij genomen. De leerkracht overloopt met de leerlingen welke clichés er al gesneuveld zijn en welke nog onbeantwoord blijven. Dit is een cliffhanger naar de workshop in het museum. Opmerking Bewaar de flap goed. Hij zal dienen als introductie bij de workshop. Groepswerk (30 minuten) Na de inleiding gaan de leerlingen zelf aan de slag. Aan de hand van werkblaadjes komen zij aan drie werktafels meer te weten over de Roma en Sinti. Het eerste thema handelt over de oorsprong en de migraties van de Roma en Sinti. In thema 2 ontdekken de leerlingen dat de Roma en Sinti uit veel verschillende groepen bestaan. In thema 3 kunnen de leerlingen de muziek van de Roma en Sinti ontdekken. Opmerking Zie bijlage voor de gebruikte bronnen, de werkblaadjes en de verbetersleutel. Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? 9 Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Invulblaadjes Thema 1: oorsprong en migratie van de Roma en Sinti I Waar komen ze vandaan? Toen de eerste Roma en Sinti in de late middeleeuwen in Europa verschenen, was het voor de Europeanen een groot mysterie waar zij vandaan kwamen. Pas in de 18de eeuw konden geleerden de oorsprong van de Roma en Sinti achterhalen. Hoe kwamen zij daar achter? Kijk hiervoor naar de tabel van bron 1. 1. Op deze tabel zien jullie de getallen 1 tot 10 in vier talen opgelijst. De eerste kolom is Nederlands, de tweede is Romanés, de taal van de Roma. De twee laatste kolommen zijn Sanskriet en Hindi. Waar komen de talen Sanskriet en Hindi vandaan? _____________________________________________________________ 2. Vergelijk de getallen met elkaar. Wat merk je op? Welke talen lijken het meest op elkaar? _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ 3. Wat kan je hieruit besluiten? Uit welk land zijn de Roma en Sinti oorspronkelijk afkomstig? _____________________________________________________________ 5. In welke periode kwamen de Roma in Roemenië aan? En wanneer in West-Europa (Duitsland, Frankrijk...)? Roemenië: ________________________________________________ West-Europa: ____________________________________________ Zo zien we dat de Roma en Sinti al heel lang in onze streken vertoeven. De Roma en Sinti zijn Europeanen en zijn onlosmakelijk verbonden met de Europese samenleving. 6.Neem bron 3 er bij. Kan je aan het uiterlijk van de Europese Roma en Sinti nog zien dat zij uit India komen, vind je? О Ja О Nee О Soms II Waarom zijn ze vetrokken? 1. Nu kunnen we ons afvragen waarom de Roma en Sinti vertrokken zijn uit India. Hier is niemand zeker van. Toch is het mogelijk om enkele redenen te bedenken. We kunnen de vergelijking maken met de vluchtelingen van vandaag, uit Afrika bijvoorbeeld. Kan je enkele redenen geven waarom mensen vluchten of migreren? 4. Neem er nu bron 2 bij. Hier zie je een kaart met de migraties van de Roma en Sinti. Noem vijf hedendaagse landen waar de Roma en Sinti zijn doorgereisd. _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Invulblaadjes 10 III Waarom trekken sommigen nog rond? De meeste Roma en Sinti zijn vandaag de dag sedentair geworden: zij trekken niet meer rond. Toch zijn er nog enkele groepen die zijn blijven reizen. Waarom eigenlijk? 1. Een eerste reden vinden jullie in bron 4. Lees de krantenkoppen: waarom blijven veel groepen rondtrekken? _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ 2. Een tweede reden vind je in bron 5. Hier staan foto’s van beroepen die in het verleden vaak door Roma en Sinti werden beoefend. Welke beroepen zie je hier afgebeeld? Foto 1: _____________________________________________________ Foto 2: _____________________________________________________ Where is Roma truth? – Rasim Sejdic Where is Roma truth? For as long as I can remember I have travelled the world with my tent. I am looking for love and affection, For truth and good fortune. I have grown old on the road, I have not found true love, I have not heard a true word. Where is Roma truth? Foto 3: _____________________________________________________ Foto 4: _____________________________________________________ 3. Wat hebben deze beroepen met elkaar gemeen? Hoe kunnen zij verklaren dat veel Roma en Sinti bleven rondreizen? _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ We kunnen besluiten dat het rondreizen voor veel Roma en Sinti historisch gegroeid is. Het is deel gaan uitmaken van hun cultuur, wat mooi verwoord wordt in dit gedicht: Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Invulblaadjes 11 Thema 2: groepen Culturele kenmerken (Noem er 2 à 3) Taal In onze streken aanwezig? Zo ja, vanaf wanneer? Woonplaats vandaag (landen) Land van herkomst Manoesjen / Sinti Rom Roma Gitanos Roma en Sinti zijn de twee belangrijkste groepen van mensen die wij ‘Zigeuners’ noemen. Er zijn echter ook nog andere groepen. Op deze tafel komen jullie meer over hen te weten. Lees alle informatie en vul de tabel aan. Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Invulblaadjes 12 Thema 3: muziek In dit onderdeel zullen jullie kort kennismaken met de muziek van de Roma en Sinti. Doorheen hun lange reizen vanuit India heeft deze muziek vele veranderingen ondergaan. De verschillende groepen Roma en Sinti namen de muzikale tradities over van de landen waar zij verbleven of doorheen reisden, en op hun beurt oefenden zij met hun muziek een grote invloed uit op de cultuur van die landen. Ondanks de grote verschillen tussen de verschillende soorten ‘zigeunermuziek’ zijn er toch bepaalde kenmerken die gemeenschappelijk zijn gebleven. 1. Ga op internet en surf naar www.youtube.com/ watch?v=-B4aom3IaBQ&feature=related. Bekijk het filmfragment vanaf 5:50 tot 8.23. Hier maken we kennis met een traditionele stam die verwant is aan de Roma en Sinti in Europa. 2. Waar zijn deze beelden gemaakt, denk je? 5. Welke dans- en muziekvorm zien we hier? _____________________________________________________________ 6. Uit welk land komt deze dans- en muziekvorm, denk je? _____________________________________________________________ 7. Weinig mensen weten nog dat deze muziek en dans uitgevonden zijn door de Gitanos (Spaanse ‘Zigeuners’). De traditionele Indische muziek en dans hebben zij vermengd met Arabische en Andalusische elementen. Vind je enkele gelijkenissen met de Indische dans uit het eerste filmpje? _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ 3. In de eerste seconden van het filmpje insinueert de cineast dat het gevoel voor ritme van de Roma en Sinti op een bepaalde manier ontstaan is. Op welke manier is dat? _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ Zo zien we dat de hedendaagse muziek uit India nog heel wat gemeen heeft met de muziek van de Gitanos die duizend jaar geleden geëmigreerd zijn naar Spanje. _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ De muziek van de Roma en Sinti kent echter nog veel andere vormen. In België werd in 1910 een van de grootste Sinti-muzikanten geboren. Surf naar www. youtube.com. Welke soort muziekinstrumenten herken je? (Bv. Percussie, snaarinstrumenten, koperblazers, zang,…) 8. Surf naar nl.wikipedia.org en zoek informatie over hem op. Tot welke groep van ‘zigeuners’ behoort hij? _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ 9. _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ Naar welke stijl gaat zijn voorliefde uit? 4. Surf nu naar www.youtube.com/watch?v=xqxJMCQxb_Q en bekijk het filmpje van 0:00 tot 2:00. Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Invulblaadjes 13 10. Hoe heet de stijl die hij zelf ontwikkelde? _____________________________________________________________ Deze muziek illustreert goed hoe de muziek van de Sinti en Roma andere invloeden, zoals de jazz, overnam en er zelf enorm veel invloed op ging uitoefenen – Reinhardt wordt namelijk beschouwd als een van de grootste jazzmuzikanten ooit. Ook vandaag de dag blijft de muziek van de Roma populair. Zo zijn er kleine groepjes die in café’s optreden. Andere groepen worden bekender en breken internationaal door. Een voorbeeld hiervan is Taraf De Haïdouks uit Roemenië. 11. Surf naar http://www.youtube.com/watch?v=loZd4dPow4A&feature=related en luister een stukje van het muziekstuk. Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Invulblaadjes 14 Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Verbetersleutel Thema 1: oorsprong en migratie van de Roma en Sinti I Waar komen ze vandaan ? Thema 3: muziek 1.India 2. Door het geluid van werktuigen 1.India 3. Percussie, snaarinstrumenten, cimbalen, zang 2. Romanés, Sanskriet en Hindi lijken heel erg op elkaar. 4.Flamenco 3. India 5.Spanje 4. India, Pakistan, Iran, Irak, Turkije,... 5. Roemenië: 1380 West-Europa: begin 15de eeuw 6. Soms. Bij vele Roma kan je het helemaal niet meer zien. Bij sommigen zie je wel dat ze donkerdere haren, ogen en huidskleur hebben, zoals in het geval van Victoria Mohacsi. Maar er zijn evengoed Roma met blond haar. II Waarom zijn ze vertrokken ? 6. Armbewegingen, Zwierige rokken, Ritme, Voetenbewegingen 7. Django Reinhardt 8. Contrabas, gitaren, viool. Het zijn snaarinstrumenten. 9. Tot de Sinti of de Manoesjen (Manouche) 10.Jazz 11. Gypsy Jazz of Jazz Manouche 1. Op de vlucht voor oorlog, discriminatie en/of racisme, hongersnood, armoede, ziektes; op zoek naar een beter leven: jobkansen, onderwijs, onderdak,... III Waarom trekken sommigen nog rond ? 1. Ze zijn nergens welkom en worden overal ver jaagd. 2. Foto 1: messenslijper Foto 2: Ketellapper Foto 3: circusartiest (berentemmer) Foto 4: paardenhandelaar 3. Deze beroepen kan je niet op één vaste plaats uit oefenen. Je moet er voor rondreizen. Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Verbetersleutel 15 Culturele kenmerken (Noem er 2 à 3) Taal Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Verbetersleutel ·· ·· ·· Rom Roma Gitanos Arabische kenmerken, bv. In muziek en taal Invloed op de Spaanse cultuur Muziek en dans: de Flamenco Caló, Spaans Niet in onze streken. Vanaf 15de eeuw in Spanje. Spanje, Portugal, Zuid-Frankrijk India ·· Veel verschillende groepen ·· Sedentair: wonen in appartementen maar ver·· huizen wel veel Romanés, Oost-Europese talen Ja, vanaf eind 20ste, begin 21ste eeuw Vooral Oost-Europa, maar migreren naar West-Europa India Traditionele levensstijl: ·· kleren Trekken rond, vooral in ·· de zomer Belang van familiale banden Romanés en de taal van hun land Ja, vanaf het einde van de 19de eeuw België, Nederland, Frankrijk, Duitsland India Wonen in woonwagens ·· op familieterreinen, maar trekken niet meer ·· rond Over het algemeen ·· goed geïntegreerd Muzikale traditie Manoesj en de taal van hun land Ja, vanaf de 15de eeuw België, Nederland, Frankrijk, Duitsland Woonplaats vandaag (landen) In onze streken aanwezig? Zo ja, vanaf wanneer? India Land van herkomst Manoesjen / Sinti Thema 2: groepen Roma en Sinti zijn de twee belangrijkste groepen van mensen die wij ‘Zigeuners’ noemen. Er zijn echter ook nog andere groepen. Op deze tafel komen jullie meer over hen te weten. Lees alle informatie en vul de tabel aan. 16 Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen Thema 1 Bron 1: Taaltabel Nederlands Romanés Sanskriet Hindi Één Ekh Ekam Ek Twee Duj Dve Do Drie Trin Trīņi Tīn Vier Štar Catvari Cār Vijf Pandž Pañca Pāñc Zes Šov șaț Che Zeven Ifta Sapta Sāt Acht Oxto Așțau Āţh Negen Inja Nava Nau Tien Deš Daśa Das Bron 2: de migraties van Roma en Sinti Uit: KENRICK, D., Gypsies: from the Ganges to the Thames, University of Hertfordshire Press, Hertfordshire, 2004, p. 39 Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen 17 Bron 3: Roma en Sinti, verbonden met Europa Zoni Weisz, een Nederlandse Sinto. http://historiek.net/woii/zoniweisz-over-de-moord-op-500000-sinti-en-roma-5440 Victoria Mohacsi, van Roma-afkomst en voormalig lid van het Europees Parlement. http://romania.indymedia.org/en/2008/11/2859.shtml Rom-meisje op het woonwagenterrein van Leuven Juan de Dios Ramírez Heredia, Spaans politicus van Gitano-afkomst. Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen 18 Bron 4: Krantenkoppen ouden nh s buite r e n u e zig t moet h c a r Gent” G “ za 30/0 7/20 ://dere 11, http dactie.b e/cm/vrt n stvlaand gio/oo ieuws/re eren/1.1 in 077913 “ZIGEUNERS M OETEN WEG B IJ FLANDERS EXPO” (Het journaal 1 - 27/07/11) “Laatste zigeuners verlaten Evergem” di 26/04/2011 http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/regio/oostvlaanderen/1.1010872 “Roma ’s moe ten te r vr 06/ 08/20 10 htt p://de re d a c tie.be /cm/v rein in rtnieu ws/bu Frankr ijk itenla nd/1.8 verlate n” 3986 8 oma van R “Helft ijk weg” r Frank wo e 7/2 28/0 010 h ttp:// d ctie e re d a .be/c m/vr t t oet ui en m kamp nie uit uws/b enlan d/1.8 3445 7 “ZIGEUNERS OOK NIET WELKOM IN DOUR” (Het journaal laat - 27/07/10) http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/1.516538 Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen 19 Bron 5: Oude beroepen foto 3 foto 1 foto 2 foto 4 Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen 20 Thema 2 Bron 1 Sinti/Manoejsen Alle ‘zigeuners’ komen oorspronkelijk uit India: rond het jaar 1000 begonnen de eerste migratiegolven. Tijdens hun lange reizen splitsten zij op in veel verschillende groepen. De Sinti, ook wel Manoesjen genoemd, waren de eersten die onze streken bereikten, dat was in de 15de eeuw. Vandaag de dag wonen zij vooral in Frankrijk, Duitsland, Nederland en België. Doordat de Sinti al eeuwen in West-Europa wonen, zijn zij goed geïntegreerd. Zij spreken de taal van het land waarin zij wonen. Ook spreken zij Manoesj, hun eigen taal die nog sterk lijkt op talen uit India. De Sinti wonen ofwel in huizen of appartementen, ofwel in woonwagens op familieterreinen. De meesten van hen trekken niet meer rond. De Sinti staan bij het grote publiek nog het meest bekend om hun traditionele muziek. Een van de bekendste Sinti-muzikanten is Django Reinhardt: hij combineerde traditionele Sinti-muziek met jazz en wordt als een van de grootste jazzmuzikanten beschouwd. Zoni Weisz, een Sinto uit Nederland. Weisz is een overlevende van de Holocaust en zet zich in voor de nagedachtenis van de slachtoffers van de nazi’s. Sinti-muzikant Django Reinhardt, in 1946. Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen 21 Roms De ‘zigeuners’ komen oorspronkelijk uit India: rond het jaar 1000 begonnen de eerste migratiegolven. Tijdens hun lange reizen splitsten zij op in veel verschillende groepen. In de 13de eeuw kwamen veel van die groepen in Roemenië terecht, waar zij al gauw tot slaaf gemaakt werden. Toen de slavenhandel in 1856 werd afgeschaft, zochten velen een beter leven en trokken naar het westen. Deze mensen worden Roms genoemd. Zij kwamen vooral op het einde van de 19de en aan het begin van de 20ste eeuw in West-Europa aan. Vandaag de dag zijn de Roms verspreid over Frankrijk, België, Nederland en Duitsland. In België hebben zij vaak de Belgische nationaliteit. De Roms vallen op door hun eerder traditionele levensstijl, ook al zijn zij in aantallen het kleinst. Zo dragen veel Rom-vrouwen kleurrijke jurken. Ook trekken zij nog veel rond in groep, vooral tijdens de zomermaanden. Een ander typerend kenmerk is het grote belang dat zij hechten aan familiebanden. Hun taal is het Romanés, een van oorsprong Indische taal die nauw verwant is met het Manoesj. Voorts spreken zij ook de taal van het land waarin zij wonen; in België is dat meestal het Frans. Roms op het woonwagenterrein van Leuven, 2010 Roms op het woonwagenterrein van Leuven, 2010 Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen 22 De Roma Met de val van de Berlijnse muur in 1989 en de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de Europese Unie in 2007 kwam een nieuwe migratiegolf van Roma uit Oost-Europa op gang die vandaag nog bezig is. De nieuwe migranten uit Oost-Europa noemen wij de Roma. Deze Roma mogen niet verward worden met het algemene woord ‘Roma’, dat gebruikt wordt voor alle ‘zigeuners’: Sinti, Roms en Roma. De Roma die in West-Europa aankomen, mogen niet over één kam gescheerd worden. Er zijn heel veel verschillende groepen. Sommigen zijn heel traditioneel, anderen zijn juist ‘Westers’ of modern. Sommigen integreren goed, bij anderen verloopt dit veel moeilijker. Over het algemeen zijn de meeste Roma arm door eeuwen van discriminatie en uitbuiting in hun land van herkomst. Doordat zij meestal over tijdelijke verblijfspapieren beschikken, is hun situatie in landen als België heel onzeker. Roma zijn zo goed als allemaal sedentair: zij wonen niet in woonwagens en trekken niet rond, maar wonen in appartementen of huizen. Wel heeft hun cultuur een mobiel karakter: zij verhuizen vaak of houden de mogelijkheid tot verhuizen steeds in het achterhoofd. De Roma spreken vooral Romanés en de taal van hun land van herkomst (bv. Bulgaars, Roemeens,…). Hieronder staan foto’s van enkele Roma die de grote onderlinge verschillen illustreren: Ivan Ivanov studeerde geneeskunde en rechten. Vandaag is hij directeur van ERIO, een organisatie die opkomt voor de rechten van de Nicolae Neacsu (gestorven in 2002) uit Roemenië wordt beschouwd als een van de beste Roma-violisten ooit. Roma. Roemeense Roma in een krottenwijk in Gent. Livia Jaroka uit Hongarije, de enige Roma die zetelt in het Europees Parlement. Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen 23 Gitanos De Gitanos zijn Roma die in Spanje, Portugal en Zuid-Frankrijk leven. Hun geschiedenis is afwijkend van de andere Romagroepen. Terwijl de Sinti, de Roms en de Roma allemaal via Turkije en Oost-Europa naar West-Europa zijn getrokken, hebben de Gitanos een andere route gevolgd. Vanuit India zijn zij doorheen het Midden-Oosten getrokken, om vervolgens via Noord-Afrika Spanje te bereiken. De eerste Gitanos arriveerden er in de vroege 15de eeuw. Door deze afwijkende route hebben de Gitanos aparte culturele kenmerken ontwikkeld. Hun eigen taal, het Caló, vertoont nog maar weinig kenmerken van het Romanés, de taal van de andere Roma. Het is zeer sterk beïnvloed door het Spaans en vertoont ook Arabische kenmerken, een gevolg van hun tocht door Noord-Afrika. Ook in andere delen van hun cultuur vinden we deze mix van culturen terug, en dan met name in de flamenco, de dans- en muziekstijl van de Gitanos. De flamenco draagt Indische, Arabische en Iberische kenmerken in zich en is typerend geworden voor heel Spanje. De flamenco toont goed dat de Gitanos en de Spaanse cultuur onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De Gitanos hebben een grote invloed uitgeoefend op de Spaanse cultuur en omgekeerd. De Gitanos zijn over het algemeen goed geïntegreerd. Zij spreken naast Caló ook gewoon Spaans. Weinigen weten dat de flamenco, een typisch Spaanse dans, eigenlijk door de Gitanos is uitgevonden. Juan de Dios Ramírez Heredia is van Gitano-afkomst. Hij is een Spaans politicus en voormalig lid van het Europees Parlement. Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen 24 Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti Overzicht van de les Inhoud In deze les maken de leerlingen kennis met de discriminatie en vervolging van Roma en Sinti door de eeuwen heen en leren dat oude denkbeelden en recepten tegen het ‘zigeunerprobleem’ in zekere zin nog steeds doorleven. Duur 50 minuten Werkvorm Groepswerk Praktisch De werkruimte wordt in drie ‘eilanden’ verdeeld, die elk een concreet voorbeeld geven van stigmatisering en/of vervolging van Roma en Sinti in heden en verleden. ·· Tafel 1: de ‘zigeunerjachten’ in de 17de en 18de eeuw en de veranderingen in de 19de eeuw ·· Tafel 2: het nazisme ·· Tafel 3: de problematiek vandaag De rode draad doorheen de les is het syntheseblad dat de belangrijkste conclusies van de drie tafels moet samenbrengen. De leerlingen vullen het syntheseblad doorheen de les aan. ·· Deel 1 (25 min.): De leerlingen worden in drie groepen verdeeld. Elke groep krijgt een tafel aangewezen. Na het doornemen van alle informatie en het oplossen van eventuele vragen krijgen zij de opdracht om een korte spreekbeurt over hun onderwerp voor te bereiden. In totaal krijgen zij 25 minuten aan hun tafel. Er is geen doorschuifsysteem. ·· Deel 2 (20 min.): De drie groepjes gaan nu om de beurt een korte presentatie brengen van 5 tot 10 minuten over het onderwerp van hun tafel. De leerlingen die luisteren vullen de tabel aan. Opmerking: in deze les is er veel materiaal verzameld. U kan er altijd voor kiezen bepaalde stukken weg te laten. Het is ook mogelijk om de leerlingen in vier groepen te verdelen, waarvan er twee groepen rond de problematiek vandaag werken. Die twee groepen kunnen dan samen hun presentatie brengen. Benodigdheden Invultabel (1 per leerling) + verbetersleutel Tafel 1: ·· Bronnenmateriaal ·· Opdrachtenfiche Tafel 2: ·· Grote flap papier, onderverdeeld in 5 kolommen: Rassenleer; Registratie; Uitsluiting en het begin van de vervolging; Deportaties van Roma en Sinti uit België; Auschwitz-Birkenau. ·· Bronnenmateriaal en teksten ·· Opdrachtenfiche ·· schaar en lijm Tafel 3: ·· Prezi (soort powerpoint) over de actuele problematiek i.v.m. Roma en Sinti. Klik prezi.exe in de map ‘Prezi les 2’ om de presentatie te openen. ·· Opdrachtenfiche ·· 1 PC met internettoegang per twee leerlingen Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti 25 Doelstellingen Kennis en inzicht De leerlingen: ·· begrijpen dat Roma en Sinti al eeuwenlang vervolgd of gediscrimineerd worden, en dat hun situatie vandaag nog steeds problematisch is; ·· begrijpen dat er verbanden zijn tussen de vervolgingen en stigmatisering in heden en verleden, maar hebben ook oog voor de verschillen die te maken hebben met elke specifieke context; ·· begrijpen dat antiziganisme in alle lagen van de bevolking aanwezig is, niet het minst in de politiek. Vaardigheden De leerlingen: Kunnen zelfstandig informatiebronnen analyseren en er informatie uit halen; ·· kunnen deze informatie op een heldere manier weergeven voor het publiek van de eigen klas en kunnen hiervoor traditionele en creatieve vormen en middelen hanteren; ·· kunnen actualiseren door historische gebeurtenissen en ontwikkelingen op een genuanceerde manier op het heden betrekken. Attitudes De leerlingen: ·· gaan op een kritische manier om met de vervolging en discriminatie van Roma en Sinti in heden en verleden; ·· begrijpen de gevaren van stigmatisering en etnische stereotypering; ·· Hebben oog voor de manipulatie van beelden en kunnen bedrieglijke informatie doorprikken. Aanbevolen werken en artikels HANCOCK, I., Antigypsyism in the New Europe, 1993. (http://www.radoc.net/radoc.php?doc=art_f_bias_antigypsyism&lang=en&articles=true). HANCOCK, I., ‘The roots of antigypsyism: to the Holocaust and after’, G.J. COLIJN en M.S. LITTELL red., Confronting the Holocaust: A Mandate for the 21st Century University Press of America, Lanham, 1997. p. 19-49 (http://www.radoc.net/radoc.php?doc=art_b_history_rootsofprejudice&lang=en&articles=true). LEWY, G., La persécution des tsiganes par les Nazis, B. FRUMER en H. ASSEO vert., Les Belles Lettres, Parijs, 2003. LIEGEOIS, J.P., Roma in Europe, Council of Europe Publishing, Straatsburg, 2007. Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti 26 Groepswerk (25 min) De klas wordt onderverdeeld in drie tafels die elk een episode uit de geschiedenis van de vervolging en/of discriminatie van de Roma en Sinti toelichten. Drie groepen van leerlingen gaan elk aan de slag aan één van deze tafels. De leerlingen vullen tijdens dit onderdeel het deel van het syntheseblad in dat overeenstemt met het onderwerp van hun groep. Tafel 1 handelt enerzijds over de vervolging van de Sinti in de Nederlanden tijdens het Ancien Régime en anderzijds over de veranderende houding tegenover Roma en Sinti in de 19de eeuw. Aangezien op deze tafel veel materiaal ligt, is het aangewezen om binnen deze groep de bronnen te verdelen. De helft van de leerlingen werkt in een eerste fase over ‘Roma en Sinti tijdens het Ancien Régime’ (bron 1). De andere helft werkt rond ‘Roma en Sinti in de 19de en vroege 20ste eeuw’. Zorg dat er genoeg afgedrukte bronexemplaren ter beschikking zijn. Opmerking Opmerking: deze tafel zal voor de leerlingen het meest uitdagend zijn. Hier komen specifieke historische vaardigheden aan bod: het lezen en analyseren van bronnen, vergelijkingen maken, enzovoort. waarmee de situatie in vier landen kort wordt toegelicht: België, Frankrijk, Italië en Roemenië. De leerlingen klikken bovenaan op een land waar zij meer info over willen. Met de pijltjes wordt de presentatie doorlopen. De leerlingen nemen maar een deel van de Prezi door: de situatie in België + een ander Europees land naar keuze. Hierbij vullen zij hun deel van de tabel in. Vervolgens bereiden zij hun korte presentatie voor (zie opdrachtenfiche). Opmerking: De vragen zijn moeilijk en er zal misschien wat hulp van de leerkracht bij nodig zijn. Er is immers geen echte ‘crisissituatie’ in Europa zoals een oorlog, maar er is wel de economische crisis en in zekere zin ook een politiek-morele crisis: extreem-rechts is sinds de jaren ’90 opgekomen, bevolkingen plooien terug op zichzelf en zoeken wanhopig naar een ‘nationale identiteit’. De eeuwige ‘ander’, in dit geval de Roma en Sinti, zijn in toenemende mate het slachtoffer van deze ontwikkelingen. Presentatie door de leerlingen (20 min) In dit tweede luik krijgen de verschillende tafels om de beurt 5 tot 10 minuten om hun onderwerp voor te stellen. Elke groep kan iemand ‘afvaardigen’ die het woord doet. Zij kunnen er ook voor kiezen om de taken verdelen. De leerlingen die luisteren moeten het gedeelte in de tabel aanvullen waar de presentatie van dat moment over gaat. Tafel 2 gaat over de vervolging van de Roma en Sinti door de nazi’s tijdens WOII. In het midden wordt een grote flap gelegd die op voorhand is onderverdeeld in vijf categorieën: ·· ·· ·· ·· ·· Rassenleer Registratie Uitsluiting en het begin van de vervolging Deportaties van Roma en Sinti uit België Auschwitz-Birkenau Rond deze flap liggen een tiental foto’s, citaten en verklarende tekstjes verspreid. De leerlingen moeten deze elementen in de juiste categorie plaatsen. Zo maken zij een kleine chronologische ‘tentoonstelling’. Tafel 3 onderzoekt de actuele situatie van de Roma en Sinti in Europa. Dit gebeurt aan de hand van een Prezi Tafel 1: De leerlingen geven een korte samenvatting van hun bronnen: ·· ·· ·· ·· ·· Situering in tijd en ruimte Wie stelde de bron op? Achtergrondsituatie De inhoud van de bronnen met de bovenvermelde vragen als rode draad Afbeeldingen als illustratie Tafel 2: De leerlingen geven hier een kort overzicht van de vervolging van de Roma en Sinti tijdens WOII aan de hand van de ‘tentoonstelling’ die zij samengesteld hebben. Dit doen zij op een chronologische manier: Rassenleer > Registratie > Uitsluiting en het begin van vervolging > Deportatie uit België > Auschwitz-Birkenau. De drie bovenvermelde vragen moeten zeker in hun presentatie Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti 27 verwerkt zijn. De leerkracht kan na de presentatie kort enkele gelijkenissen en verschillen met tafel 1 aantonen (zie tabel hieronder). Tafel 3: De leerlingen van deze tafel hebben twee landen uitgekozen die zij kort willen presenteren aan de hand van de Powerpoint. Eerst geven zij een korte introductie over het land: zij stippen aan hoeveel Roma/Sinti zich in het land bevinden en welke problemen er zijn. Vervolgens lichten zij de problemen toe aan de hand van de Powerpoint. Hierbij besteden zij steeds aandacht aan de bovenvermelde vragen. De leerkracht kan na de presentatie kort enkele gelijkenissen en verschillen met tafel 1 en 2 aantonen (zie tabel hieronder). Conclusie (5 min.) De leerkracht sluit de les af met enkele algemene conclusies: ·· ·· De vervolging en discriminatie van de Roma en Sinti is een eeuwenoud probleem. Er zijn doorheen de eeuwen veel gelijkaardige factoren te herkennen bij de vervolging en discriminatie van Roma en Sinti. Toch zijn er ook veel verschillen: elke periode is uniek, daarom moeten wij steeds nuanceren en de verschillen onderstrepen. Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti 28 Zijn er omstandigheden (oorlog, crisis, ...) die het zoeken van een zondebok verklaren? Wat is het einddoel van de maatregelen tegen de Roma en Sinti? Welke maatregelen worden tegen de Roma en Sinti genomen? Welke redenen geven de daders om de Roma en Sinti te vervolgen / discrimineren? Factoren Nederland 17de-18de eeuw 19de eeuw Nazisme Vandaag Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti - Invultabel Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti - Invultabel 29 Zijn er omstandigheden (oorlog, crisis, ...) die het zoeken van een zondebok verklaren? Wat is het einddoel van de maatregelen tegen de Roma en Sinti? Welke maatregelen worden tegen de Roma en Sinti genomen? Welke redenen geven de daders om de Roma en Sinti te vervolgen / discrimineren? Factoren ·· ·· ·· ·· ·· ·· Zondebokken in oorlogssitua- ·· tie ·· Totale verwijdering van alle ·· Sinti van het grondgebied Verjaging (expulsie) tot zelfs uitmoorden ·· Strenge straffen: marteling, ·· brandmerking, ophanging, klopjachten ·· Criminaliteit: stelen, brand·· stichten, wapens dragen,... Rondtrekken ·· Nederland 17de-18de eeuw ·· ·· ·· ·· Zondebokken bij dreiging van ·· oorlog Sedentarisatie Vernietiging van hun cultuur Sedentarisatie Registratie Ze reizen rond Het zijn dieven (‘onrechtmati- ·· ge geldverwerving’) ·· Het is een minderwaardig ras 19de eeuw Economische crisis Politiek-morele crisis: opkomst nationalisme en extreem-rechts, identiteitsdebat, enz. Segregatie Expulsie (vb Frankrijk) Registratie (Italië) Gewelddadige aanvallen (Italië, O-Eur) MAAR OOK: Integratiepolitiek Mensenrechten-activisten ·· ·· ·· ·· ·· ·· ·· Criminaliteit Overlast Rondtrekken Illegaliteit Vandaag ·· ·· ·· ·· ·· Rassendenken ·· Zondebokken in crisistijd (interbellum, WOII) Uitroeiing van de Roma en Sinti in Europa Eerst: registratie, uitsluiting, sterilisatie Dan: uitroeiing Minderwaardig ras Ingeboren criminaliteit Nazisme Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti - Verbetersleutel Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti - Verbetersleutel 30 Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti - bijlagen tafel 1 Opdrachtenfiche Doel: Aan deze tafel zullen jullie de volgende twee onderwerpen onderzoeken: ·· De vervolging van de Sinti in de 17de en 18de eeuw in Nederland; ·· De discriminatie en vervolging van Roma en Sinti in de 19de en vroege 20ste eeuw. Opdrachten: 1 2 3 4 Kies een van de twee onderwerpen. Lees de tekst en bekijk de bronnen. Vul de juiste kolom van de invultabel aan. Vergelijk je ingevulde kolom met medeleerlingen die het ander onderwerp hebben gekozen. Maak nu, samen met de hele groep, een presentatie van 5 à 10 minuten voor jullie medeleerlingen. Jullie hebben twee keuzes: ·· Jullie kiezen één of meerdere afgevaardigden die in naam van de hele groep jullie onderwerp presenteert. Als jullie groep veel leerlingen telt kiezen jullie best voor deze werkwijze. ·· Jullie verdelen het werk: iedereen presenteert één deel. De presentatie: In de presentatie moeten jullie de volgende dingen zeker aan bod laten komen: 1 Een inleiding: ·· Hierin vermelden jullie kort waarover jullie het gaan hebben. ·· Situeer de bronnen in tijd en ruimte. 2 De twee periodes: het Ancien Régime en de 19de eeuw: Geef eerst een korte beschrijving van de achtergrondsituatie bij de twee bronnen en beantwoord dan bij elke bron de volgende vragen: ·· Welke problemen veroorzaken de Roma en Sinti volgens de regering? ·· Welke maatregelen worden tegen de Roma en Sinti genomen? ·· Wat was het einddoel van de regering? ·· Is er een omstandigheid aanwezig waardoor de Roma en Sinti zondebokken worden? 3 Conclusie: Vergelijk kort de twee periodes met elkaar. Welke gelijkenissen en verschillen vind je? Tip : Gebruik de afbeeldingen als illustratie. Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti - bijlagen 31 Bron 1 Periode 1: Het Ancien Régime In de zeventiende eeuw maakte de Republiek der Verenigde Nederlanden, ook de Verenigde Provinciën genaamd, een Gouden Eeuw door. In 1672 kwam deze Gouden Eeuw abrupt ten einde toen de Verenigde Provinciën in oorlog kwamen met Frankrijk en Engeland. De Franse troepen van Lodewijk XIV drongen zelfs Holland binnen. In 1679 werd een ongemakkelijke vrede gesloten. Van 1688 tot 1697 streden de Verenigde Provinciën opnieuw tegen Frankrijk. Deze oorlog werd vooral uitgevochten in de Zuidelijke Nederlanden. In 1695 vaardigde de Staten-Generaal*, de regering van de Verenigde Provinciën, een plakkaat uit waarin enkele beslissingen werden genomen tegen de aanwezigheid van zigeuners in de Generaliteitslanden*. De Generaliteitslanden waren gebieden aan de zuidelijke grens van de Verenigde Provinciën die als buffer moesten dienen tegen invallers. Plakkaten als deze werden in het openbaar opgehangen om de bevolking op de hoogte te brengen van de beslissingen van de regering. Vertaling Plakaat Aan • iedereen die dit zal zien of aan wie dit wordt voorgelezen, gegroet. De Staten-Generaal* van de Verenigde Nederlanden laten weten: Dat wij te weten zijn gekomen • Dat veel landlopers, vagebonden en bedelaars, onder de naam van ‘Heidenen’, ‘Egyptenaren’* of iets anders … van de ene plaats naar de andere in groep rondtrekken, en onderweg misdaden, diefstal en publiek geweld plegen; • Dat zij dikwijls met vuurwapens of Zijdgeweren* gewapend zijn; • Dat zij de bewoners allerhande overlast bezorgen; • Dat zij hen bedreigen met brandstichting en hen op dezelfde manier geld, eten, drinken en andere dingen afdwingen. Daarom zijn wij tot het besluit gekomen om te ordonneren • Dat dergelijke landlopers, vagebonden en bedelaars, mannen of vrouwen, die uit andere streken naar de Generaliteitslanden* zijn gekomen, zij het onder de naam van ‘Egyptenaren’ of ‘Heidenen’ of onder een andere opgegeven naam, onmiddellijk moeten vertrekken uit de Generaliteitslanden; En verder verbieden wij • Alle dergelijke landlopers, vagebonden en bedelaars, zij het onder de naam van ‘Egyptenaren’ of ‘Heidenen’ of iets anders, naar de Generaliteitslanden te komen, of als zij er al zijn, er te blijven; • Hen in groep rond te trekken met anderen, overlast te veroorzaken of diefstallen en misdaden te plegen. Op straffe van • Geseling in het openbaar voor degene die voor de eerste maal wordt opgepakt; • Geseling en brandmerking voor degene die een tweede maal wordt opgepakt; • De doodstraf voor degene die voor de derde maal wordt opgepakt. *Woordenlijst: • Staten-Generaal: De regering van de Verenigde Provinciën. • Egyptenaren: in deze tijd dacht men dat de Roma uit Egypte kwamen. Zij werden daarom in vele landen “Egyptenaren” genoemd. Hiervan is het Engelse woord voor zigeuners, “Gypsies”, afgeleid. • Zijdgeweer: Wapen dat aan de gordel werd gedragen, meestal een degen of sabel. • Generaliteitslanden: gebieden in de Verenigde Provinciën die direct bestuurd werden door de Staten-Generaal. Dit waren meestal recent veroverde gebieden in Brabant, Limburg en Vlaanderen. Opdrachtenfiche 32 Bron 2 Periode 2 : de 19de eeuw In de 19de eeuw onderging Europa enorme veranderingen. Rondtrekkende bevolkingen werden vanaf nu nog sterker gewantrouwd, en wel om de volgende redenen: • • • • In deze eeuw ontstonden de eerste echte natiestaten met een centraal bureaucratisch bestuur. Roma en Sinti waren niet geliefd door de regeringen omdat ze er weinig controle over hadden. In deze periode was ook het nationalisme heel sterk. Een volk zonder land, dat moest dan toch gewoon onbetrouwbaar zijn? In de 19de eeuw ontstond ook het rassendenken. Roma en Sinti werden meer en meer beschouwd als een minderwaardig ras. Op het eind van de 19de eeuw hing de schaduw van oorlog over Europa, wat uiteindelijk zou resulteren in de Eerste Wereldoorlog. Roma en Sinti waren gemakkelijke zondebokken: zij werden als spionnen van de vijand beschouwd. Daarom ging men de Roma en Sinti vanaf nu heel sterk controleren en sedentariseren (dwingen om zich ergens te vestigen). In 1899 richtte een Duits politieofficier, Alfred Dillmann, een centrale op om alle Roma en Sinti in Beieren in de gaten te houden. Hier werden zij voor het eerst geregistreerd: Er werden hele lijsten van Roma en Sinti aangelegd met info zoals vingerafdrukken, foto’s, enzovoort. In 1905 publiceerde Dillmann die lijsten in een Zigeunerboek. Hierin schreef hij dat de ‘Zigeuners’ de zuiverheid van de Duitse genen bedreigden. Dit soort ideeën werd later maar al te gretig overgenomen door de nazi’s. Citaat uit het Zigeuner-Buch ... Het rondreizend volk van de Zigeuners is een schadelijke indringer in de Duitse cultuur gebleven. Alle pogingen om de zigeuners aan banden te leggen en aan een sedentaire levenswijze te laten wennen zijn mislukt. Zelfs draconische straffen kunnen ze niet van hun onrustige levenswandel en hun onrechtmatige geldverwerving (diefstal) afhouden. Ondanks veelvuldige vermenging zijn hun afstammelingen weer zigeuner geworden met dezelfde eigenschappen en levenswijze als hun voorzaten ... Opdrachtenfiche 33 bron 3 Roma en Sinti tijdens het Ancien Régime Gravure van Jacques Callot uit 1623-1624. De gravure beeldt een groep Roma/Sinti af die een herberg of boerderij overvallen.Vrije vertaling van de tekst: “Jullie genieten van hun liederen, maar jullie zouden beter op jullie blancs, testons en pistolles letten.” (Blancs, testons en pistolles zijn muntstukken uit die periode) Bron: http://oeuvreclt.free.fr/prof.xml bron 4 Roma en Sinti tijdens het Ancien Régime Tekening uit de 18de eeuw: “Straffe der Ziegeuner”. Roma/Sinti die op het grondgebied van een stad kwamen, werden vaak gegeseld en gemarteld. Bron: HANCOCK, I., We are the Romani people, University of Hertfordshire Press, Hatfield, 2002, p. 57. Opdrachtenfiche 34 Bron 5 Roma en Sinti tijdens de 19de en vroege 20ste eeuw Ook in Frankrijk werden Roma en Sinti vanaf het begin van de 20ste eeuw geregistreerd. Hieronder een voorbeeld van een Carnet Anthropométrique: dit is een kaart die alle Roma en Sinti moesten krijgen met daarop al hun gegevens, zoals vingerafdrukken, foto’s, enzovoort. Zo kon de Franse staat hen voortdurend in het oog houden. Opdrachtenfiche 35 Tafel 2: de vervolging van Roma en Sinti tijdens WOII Opdrachtenfiche Doel Aan deze tafel zullen jullie de grote vervolging van de Roma door de nazi’s in WOII onderzoeken. Opdrachten 1 Op de tafel ligt een grote flap die onderverdeeld is in vijf categorieën (Rassenleer, Registratie, Uitsluiting en het begin van de vervolging, Deportaties van Roma en Sinti uit België, Auschwitz-Birkenau) 2 Lees de teksten en bekijk alle foto’s en citaten aandachtig. Kleef nu de teksten, de foto’s en de citaten in de juiste volgorde. 3 Maak nu, samen met de hele groep, een presentatie van 5 à 10 minuten voor jullie medeleerlingen. Jullie hebben twee keuzes: ·· Jullie kiezen één of meerdere afgevaardigden die in naam van de hele groep jullie onderwerp presenteert. Als jullie groep veel leerlingen telt kiezen jullie best voor deze werkwijze. ·· Jullie verdelen het werk: iedereen presenteert één deel. De presentatie In de presentatie moeten jullie de volgende dingen zeker aan bod laten komen: 1 Een chronologisch overzicht van de vervolging van de Roma tijdens WOII 2 Foto’s en citaten om het verhaal te verduidelijken of toe te lichten 3 Een antwoord op deze vier vragen: ·· Waarom werden de Roma door de nazi’s vervolgd? ·· Welke maatregelen namen de nazi’s tegen de Roma? ·· Wat was het einddoel van de nazi’s? ·· Is er een omstandigheid aanwezig die verklaart waarom de Roma in deze periode zo zwaar vervolgd werden? Opdrachtenfiche 36 Bron 1 Fase 1: De rassenleer Centraal in de ideologie van de nazi’s stond het racisme. Zij deelden de menselijke bevolking op in twee delen: enerzijds de Arische Übermenschen, die voorbestemd waren om over de anderen te heersen, en anderzijds de Untermenschen, minderwaardige mensen die voorbestemd waren tot slavernij of vernietiging. Volgens de nazi’s waren de Joden de meest inferieure mensen. Zij vormden een bedreiging voor de zuiverheid van de Duitse natie en moesten dus vernietigd worden. Ook de Roma en Sinti behoorden volgens de nazi’s tot een inferieur ras. Zij zouden van nature ‘asociaal’ en crimineel zijn en hun onzuiver bloed zou een gevaar vormen voor de Duitse natie. Maar wie is nu eigenlijk een ‘zigeuner’? De nazi’s hadden zelf niet echt een antwoord op die vraag. Daarom gingen zij de Roma en Sinti aan een rassenonderzoek onderwerpen. Fysieke kenmerken van de Roma en Sinti werden onderzocht om hen als een ‘minderwaardig ras’ te bestempelen. Bron 2 Fase 2: Registratie De Roma en Sinti werden in een volgende fase geregistreerd: de nazi’s gingen hele lijsten aanleggen van alle Roma en Sinti in het Duitse Rijk, om hen gemakkelijker te kunnen opsporen. De lijsten werden aangevuld met foto’s, vingerafdrukken en stambomen. Tijdens de bezetting werden de Roma en Sinti ook in België geregistreerd. De Belgische overheid voerde namelijk in 1941 de Zigeunerkaart in. Alle Roma en Sinti moesten verplicht zo’n kaart hebben. Elke maand moest ze door de rijkswacht worden nagekeken. Hierbij moet wel gezegd worden dat dit een initiatief was van de Belgische overheid – de nazi’s waren hier niet bij betrokken. De kaarten dienden om de Roma en Sinti te kunnen controleren, niet om hen op termijn naar concentratiekampen te sturen. Eind 1942 kregen de nazi’s weet van het bestaan van deze kaarten. Zij gingen ze vervolgens gebruiken om de Roma en Sinti gemakkelijker te kunnen opsporen en te arresteren. Hoewel het niet de bedoeling was van de Belgische overheid, zouden de Zigeunerkaarten toch bijdragen tot de moord op honderden Belgische Roma en Sinti. Opdrachtenfiche 37 Bron 3 Fase 3: Uitsluiting en het begin van de vervolging Roma en Sinti in Duitsland werden in de loop van de jaren ’30 meer en meer uitgesloten uit het publieke leven. Zij mochten niet meer werken, niet meer naar school gaan, niet in het leger gaan,... Bovendien werden vele Roma en Sinti tegen hun wil onvruchtbaar gemaakt – zo hoopten de nazi’s voortplanting onmogelijk te maken. In 1935 werden hun burgerrechten afgenomen. Roma en Sinti mochten niet meer stemmen. Ook mochten zij geen relaties aanknopen met de ‘raszuivere’ Duitsers. Zo werden zij net zoals de Joden langzaam maar zeker geïsoleerd en uit het publieke leven gestoten. Kort na het begin van WOII in september 1939 begonnen de nazi’s met de deportatie van de Roma en Sinti naar de concentratiekampen in Oost-Europa. In alle landen die bezet waren door de nazi’s of die bestuurd werden door bondgenoten van Duitsland ging de grote vervolging van de Roma en Sinti van start, die in totaal tussen 200 000 en 1.500 000 slachtoffers zou eisen. Bron 4 Fase 4: De deportatie van de Roma en Sinti uit België In 1943 werden ongeveer 50 Roma en Sinti in België en Noord-Frankrijk door de nazi’s opgepakt en naar de Dossinkazerne in Mechelen gebracht. De Dossinkazerne was een oude legerkazerne die door de nazi’s was ingericht als ‘verzamelkamp’. Hier werden zoveel mogelijk gearresteerde Joden, Roma en Sinti samengebracht. Na een kort verblijf werden zij op de trein naar Auschwitz gezet. De Roma en Sinti in de Dossinkazerne werden afgezonderd van de Joodse gevangenen. Zij werden opgesloten in een aparte zaal in zeer slechte omstandigheden: geen eten, geen hygiëne, geen medische verzorging. Op 15 januari vertrok Konvooi Z, dat alle Roma en Sinti in de Dossinkazerne naar Auschwitz bracht. Slechts 32 van hen zouden levend terug komen. Bron 5 Fase 5: Auschwitz-Birkenau Eind 1942 besliste Heinrich Himmler, een van de nazi-topmannen, dat alle Roma en Sinti in Duitsland en in de bezette gebieden naar Auschwitz gedeporteerd moesten worden, met als uiteindelijke doel: de uitroeiing van deze bevolkingsgroep. Auschwitz-Birkenau was het grootste concentratiekamp van de nazi’s. Het deed ook dienst als vernietigingskamp: duizenden mensen werden hier in de gaskamers vermoord. De situatie van de Roma en Sinti was anders dan die van de Joden. De Roma en Sinti werden niet meteen de gaskamers ingedreven, maar samen in een ‘familiekamp’ geplaatst. Dit was een apart kamp binnen Birkenau, gereserveerd voor de Roma en Sinti. De levensomstandigheden waren hier absoluut verschrikkelijk. Door ziektes, geweld, uitputting en ondervoeding kwamen de meesten om het leven. Kinderen waren de eerste slachtoffers. Van de 352 Roma en Sinti uit België zouden er amper 32 overleven. In totaal werden meer dan 20 000 Roma en Sinti in Auschwitz vermoord. Opdrachtenfiche 38 Bron 6 Hier valt te zien hoe Roma en Sinti onderzocht worden door naziwetenschappers. Door metingen en tests probeerden zij uit te zoeken of een persoon tot een “minderwaardig ras” behoorde en dus bestemd was voor uitroeiing. ROSE, R. red., The National Socialist genocide of the Sinti and Roma. Catalogue of the permanent exhibition in the state museum of Auschwitz, Dokumentations- und Kulturzentrum Deutscher Sinti und Roma, Heildeberg, 2003. Opdrachtenfiche 39 bron 7 De nazi’s verzamelden zoveel mogelijk gegevens van Roma en Sinti. Alles werd onderzocht: de lengte van de neus, de handen, de kleur van de ogen,... ROSE, R. red., The National Socialist genocide of the Sinti and Roma. Catalogue of the permanent exhibition in the state museum of Auschwitz, Dokumentations- und Kulturzentrum Deutscher Sinti und Roma, Heildeberg, 2003. Opdrachtenfiche 40 Bron 8 “Erfelijk bepaalde kenmerken van zigeuners”. “Hun vermenigvuldigingsdrang is kollosaal. Maar de kinderen moeten meestal reeds in de lagere klassen van de basisschool afhaken, omdat ze volkomen minderwaardig zijn. De omgeving is niet in staat om ze te veranderen. Het bloed is sterker en vandaag zoals weleer vormen zij een plaag voor de werkende bevolking” Dit citaat komt uit “Wat de Duitse jeugd over erfelijkheid moet weten”, een racistisch boek uit 1937 dat de rassenleer van de nazi’s aan jongeren wou aanleren. Bron 9 “Een zonderling tafereel was dit: midden in de grootstad, in een fatsoenlijk restaurant, aan gedekte tafels, zaten Zigeuners. Zwarte, smerige, vies ruikende knapen en halfvolwassen meisjes... mensen die zich op een cultureel niveau bewegen dat niet zo ver van de negers verwijderd ligt. Doorslaggevend is echter dat deze mensen helemaal niets meer of geen andere levenswijze verlangen. Een louter negatief ingesteld volk, parasieten van hun gastheren, niet in staat om iets in de meest geringe vorm op te bouwen.” Dit tweede citaat werd op 1 maart 1933 geschreven in de Westduitse Beobachter, een krant van de nazi-partij. Bron 10 “Dankzij de resultaten van ons onderzoek kunnen wij de zigeuners karakteriseren als een volk van volledig primitieve etnische afkomst. Door hun mentale achterstand zijn zij niet in staat zich sociaal aan te passen. Het zigeunerprobleem kan enkel opgelost worden als het merendeel van de asociale en waardeloze zigeunerindividuen van gemeng bloed samengebracht worden in grote kampen en daar blijvend aan het werk worden gezet, en als de voortplanting van deze bevolking van gemengd bloed permanent gestopt wordt” Dit citaat komt uit een rapport van Robert Ritter, een nazidokter die aan het hoofd stond van het rassenonderzoek van Roma en Sinti. Vrij vertaald uit: HANCOCK, I., ‘The roots of antigypsyism: to the Holocaust and after’, G.J. COLIJN en M.S. LITTELL red., Confronting the Holocaust: A Mandate for the 21st Century University Press of America, Lanham, 1997. p. 19-49. Opdrachtenfiche 41 Bron 11 De zigeunerkaart van Bitzika Vadoche. Kazerne Dossin Bron 12 Een bank in een stadspark in Duitsland, met daarop de boodschap “enkel voor Ariërs”. Het werd Joden, Roma en Sinti zelfs verboden om op een bankje te zitten. ROSE, R. red., The National Socialist genocide of the Sinti and Roma. Catalogue of the permanent exhibition in the state museum of Auschwitz, Dokumentations- und Kulturzentrum Deutscher Sinti und Roma, Heildeberg, 2003. Opdrachtenfiche 42 Bron 13 De meeste Romakinderen mochten niet meer naar school gaan. Sommigen, zoals Karl Stojka hieronder, mochten blijven, maar werden dan later toch naar de concentratiekampen gestuurd. Karl zou als een van weinigen de kampen overleven. ROSE, R. red., The National Socialist genocide of the Sinti and Roma. Catalogue of the permanent exhibition in the state museum of Auschwitz, Dokumentations- und Kulturzentrum Deutscher Sinti und Roma, Heildeberg, 2003. bron 14 Settela Steinbach, een Nederlands Sinti-meisje, werd op 19 mei uit kamp Westerbork (in het Noorden van Nederland) naar Auschwitz gedeporteerd. In dit kamp werd zij kort daarna vermoord. ‘Setella Steinbach’, Wikipedia, the free encyclopedia, 9 maart 2012 (http://en.wikipedia.org/ wiki/Settela_Steinbach) Opdrachtenfiche 43 Bron 15 De binnenplaats van de Dossinkazerne Kazerne Dossin Opdrachtenfiche 44 bron 16 Dit is een ‘transportlijst’. De nazi’s maakten lijsten van alle 25 000 mensen die uit Kazerne Dossin gedeporteerd werden. Hieronder zien we hoe bijvoorbeeld de hele familie Vadoche naar Auschwitz gedeporteerd werd. De linkerkolom geeft de namen weer, de rechterkolom de geboortedatum en plaats. Er zaten mensen van alle leeftijden bij. Kazerne Dossin Opdrachtenfiche 45 bron 17 “Het waren Zigeuners. Zij kwamen met blote voeten door de modder; de vrouwen met grote veelkleurige rokken veegden de binnenplaats; de mannen droegen zijden haarbanden en droegen kinderen op hun rug die allemaal in lompen gehuld waren. Na een maand opgesloten te zijn achter tralies, onder schot gehouden door een machinegeweer en beroofd van hun gouden ringen en hun violen, werden zij nu samen met de Joden gedeporteerd... Bij hun vertrek waren zij nog armer dan de Joden, zij hadden geen enkele bagage mee...” Op 15 januari 1944 werden 352 Roma en Sinti vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz gedeporteerd met het zogenaamde Konvooi Z. Een Joodse gevangene in Kazerne Dossin zag hoe de Roma en Sinti naar de trein werden gedreven. Vrij vertaald uit: GOTOVITCH, J., ‘Enkele gegevens betreffende de uitroeiing van de zigeuners uit België’, Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, 4 (1976), p. 153. bron 18 “Het was de wens van de almachtige Reichsführer Adolf Hitler om alle Zigeuners van de aardbodem te doen verdwijnen.” Dit is een citaat uit de memoires van de nazi-officier Percy Broad, kort na de oorlog geschreven Vrij vertaald uit: HANCOCK, I., ‘Romani and the Holocaust: a reevaluation and an overview’, The Historiography of the Holocaust, Palgrave-Macmillan, New York 2004, p. 383. bron 19 Een barak in het Zigeunerkamp, gefotografeerd na de bevrijding. ROSE, R. red., The National Socialist genocide of the Sinti and Roma. Catalogue of the permanent exhibition in the state museum of Auschwitz, Dokumentations- und Kulturzentrum Deutscher Sinti und Roma, Heildeberg, 2003. Opdrachtenfiche 46 bron 20 Rudolf en Sofia Keck, twee kinderen die in Auschwitz zijn vermoord. Opdrachtenfiche 47 bron 21 De familie Vadoche voor hun deportatie naar Auschwitz. De tweede vrouw van rechts was zwanger toen de foto genomen werd; haar dochter, Jacqueline, werd geboren in erbarmelijke omstandigheden in de Dossinkazerne. Het kind zou al gauw na de aankomst in Auschwitz overlijden. Opdrachtenfiche 48 bron 22 In Auschwitz werden sommige Roma en Sinti gebruikt voor gruwelijke medische experimenten. Vooral kinderen werden hier het slachtoffer van. Hierboven: Johanna en Erdmann Schmidt, twee kinderen waar de nazi-arts Jozef Mengele medische experimenten op uitoefende. ROSE, R. red., The National Socialist genocide of the Sinti and Roma. Catalogue of the permanent exhibition in the state museum of Auschwitz, Dokumentations- und Kulturzentrum Deutscher Sinti und Roma, Heildeberg, 2003. Gedicht At Auschwitz there is a big camp Where my dear father sits. He sits, and sits, and thinks And his heart is heavy. Burn, Burn, little star. Little candle of my God And you, little black bird, Black, sorrowing and blind Bring this letter far for me And if you cannot carry the letter For it is heavy, full of suffering, Then spread your wings Go to my brothers and tell them That there is a big oven here That all the sky is filled with smoke And that it has blackened the whole world. Go tell the people the misery of the Rom The Germans captured us Beat us and brought us here. They brought us in by the gates They let us out through The chimneys. We cannot leave this camp Brothers and sisters nevermore see Oh God, oh my dear little God, Why are you eating the head of the Rom? Uit: LIEGEOIS, J.P., Roma in Europe, Council of Europe Publishing, Straatsburg, 2007. Opdrachtenfiche 49 Tafel 3: de situatie van Roma en Sinti vandaag opdrachtenfiche Doel Aan deze tafel zullen jullie de situatie van de Roma en Sinti vandaag onderzoeken. Daarvoor staat een presentatie klaar die uitleg geeft over de discriminatie van Roma en Sinti in vier landen: België, Frankrijk, Italië en Roemenië. Opdrachten 1 Neem de hele presentatie door. Bekijk alle filmpjes en foto’s aandachtig. 2 Kies twee landen die jullie het meest interesseren. Over deze landen maken jullie een korte presentatie van 5 à 10 minuten voor jullie medeleerlingen. Jullie hebben twee keuzes: ·· Jullie kiezen één of meerdere afgevaardigden die in naam van de hele groep jullie onderwerp presenteert. Als jullie groep veel leerlingen telt kiezen jullie best voor deze werkwijze. ·· Jullie verdelen het werk: iedereen presenteert één deel. De presentatie In de presentatie moeten jullie de volgende dingen zeker aan bod laten komen: 1 Een korte introductie over het land in kwestie. Vermeld hoeveel Roma/Sinti er in het land aanwezig zijn (tenzij er geen cijfers te vinden zijn) en stip kort aan welke problemen er zijn. 2 Nu gaan jullie de problemen overlopen. Gebruik de foto’s in de Powerpoint om de problemen toe te lichten. Je kan ook filmfragmenten tonen, maar hou er rekening mee dat je maar 10 minuten hebt voor je presentatie. 3 Probeer tijdens de presentatie de volgende vragen te beantwoorden. Je kan de vragen ook kort beantwoorden aan het einde van de voorstelling. ·· ·· ·· Waarom worden de Roma en Sinti gediscrimineerd? Je kan in de Powerpoint meerdere antwoorden vinden. Op welke manier worden zij gediscrimineerd? Welke maatregelen worden er tegen hen genomen? Is er een omstandigheid aanwezig die er voor zorgt dat de Roma en Sinti als zondebokken worden bestempeld? Op deze vraag vind je niet direct een antwoord in de Powerpoint. Denk je dat er een crisis is in Europa die er voor zorgt dat mensen op zoek gaan naar zondebokken? Vraag desnoods hulp aan de leerkracht. Tafel 3: de situatie van Roma en Sinti vandaag 50 Verwerkingsopdracht Overzicht van de les Inhoud In deze reflectieopdracht blikken de leerlingen terug op wat zij geleerd hebben. De rode draad is een SWOT-analyse. Enerzijds stippen de leerlingen de sterktes en zwaktes van de lessenreeks zelf aan. Anderzijds wordt er naar de buitenwereld gekeken: de leerlingen formuleren mogelijkheden, maar ook bedreigingen voor een verbetering van het beeld dat de gemiddelde burger van Roma en Sinti heeft. De leerlingen schrijven op groene post-its de sterktes van het lessenpakket. Op rode post-its komen de zwaktes. Op blauwe post-its schrijven de leerlingen mogelijkheden om stereotypen over Roma en Sinti tegen te gaan. Op oranje post-its worden gevaren voor de Roma en Sinti genoteerd. Achteraf worden de post-its op het SWOT-schema, bij de juiste categorie, geplakt. De leerlingen kijken welke kleur overheerst en formuleren conclusies. Opmerking: de kleur van de post-its kan uiteraard gewijzigd worden naargelang de kleuren waarover u beschikt. Duur 30 minuten Praktisch De leerlingen gaan in groepjes van vier samenzitten (twee banken worden tegen elkaar geschoven). Op het bord vooraan wordt een grote flap met een SWOT-schema bevestigd. Benodigdheden ·· ·· ·· ·· ·· Grote flap met daarop een SWOT-schema Groene post-its Rode post-its Blauwe post-its Oranje post-its Verwerkingsopdracht 51 Inleiding (5min) ·· De leerkracht leidt de reflectieopdracht kort in. Hij/zij legt het principe van een SWOT-schema uit. Het SWOT-schema op de flap wordt gebruikt als illustratie. De SWOT-analyse ·· Een SWOT-analyse is een bedrijfskundig model dat intern de sterktes en zwaktes en extern de bedreigingen en mogelijkheden blootlegt. Op basis hiervan kan een bedrijf een strategie uittekenen. Het SWOT-model werd na WOII in het Amerikaanse bedrijfsleven ontwikkeld; in 1973 werd het uiteindelijke model voltooid. De laatste jaren heeft de SWOTanalyse haar ingang gevonden in sectoren buiten het bedrijfsleven, onder meer in het onderwijs. Zie ook: http://nl.wikipedia.org/wiki/Sterkte-zwakteanalyse ·· ·· delen weg te nemen? (bijvoorbeeld: lessen organiseren in scholen) Er is een diepe kloof in de samenleving tussen Roma en Sinti in de rest van de bevolking. Kan jij dingen bedenken die er voor kunnen zorgen dat men elkaar beter leert kennen? (bijvoorbeeld: elkaar leren kennen door buurtfeesten op woonwagenterreinen, projecten gericht op onderwijs, ...) Threats: Kan iemand nieuwe vooroordelen over Roma en Sinti krijgen door dit lessenpakket te volgen? Zijn er dingen in de samenleving die vooroordelen kunnen versterken? ·· Bij de Roma en Sinti zelf (bijvoorbeeld: negatief beeld door armoede) ·· Bij de rest van de bevolking (bijvoorbeeld: negatief beeld verspreid door media) Wat kan de relatie tussen Roma en Sinti en de rest van de maatschappij doen verslechteren? Eerst zijn er de strengths en weaknesses. Hierbij gaat het over het leerproces zelf. ·· ·· ·· ·· Strengths: Wat is mij het meest bijgebleven? Wat vond ik het meest interessant? Wat zou ik nog eens willen doen? Wat zijn de sterke punten? ·· ·· ·· Weaknesses: Wat vond ik het minst interessant? Wat zou ik zelf anders willen doen? Wat zou er veranderd moeten worden? De opportunities en threats gaan over de ‘buitenwereld’: de situatie van de Roma en Sinti. ·· ·· Opportunities: Heeft het lessenpakket mijn beeld over Roma en Sinti veranderd? Zijn er mogelijkheden om vooroordelen tegenover Roma en Sinti te doorbreken? 1 Wat kunnen Roma en Sinti zelf doen om vooroordelen tegenover hen te bestrijden? (bijvoorbeeld: verenigingen oprichten om vooroordelen aan te klagen) 2 Wat kan de rest van de bevolking doen om vooroorVerwerkingsopdracht 52 Overleg per vier (10 min.) Leerlingen werken per vier rond twee tegen elkaar geschoven banken. Zij gaan nu een korte SWOT-analyse maken. Zij schrijven hun suggesties, bedenkingen en opmerkingen op post-its: groen voor strengths, rood voor weaknesses, blauw voor opportunities en oranje voor threats. Zij doen dit steeds met kernwoorden of zo kort mogelijke zinnen. Verzameling van de ideeën (10 min.) Conclusies (5 min.) De leerkracht stelt nu voor elk groepje een secretaris aan. Vervolgens kijkt de leerkracht met de leerlingen welke kleur het meest vertegenwoordigd is. Samen zoeken ze ook naar de opmerkingen die het meest terug komen. De secretaris krijgt de opdracht om per onderdeel de belangrijkste conclusies te noteren. Eventueel kunnen deze conclusies achteraf in een mail worden gezet en doorgestuurd worden naar Kazerne Dossin. Aan deze mail kan ook een foto van het gemaakte SWOT-schema toegevoegd worden. De begeleider overloopt de vier fases van het SWOTschema op de flap papier. Bij elke fase mag elk groepje een leerling afvaardigen om één of meer post-its aan te brengen. Elke leerling vermeldt kort wat op de post-it staat vooraleer hij/zij deze aanbrengt. Het is geen probleem als dezelfde opmerking meerdere keren naar voor wordt gebracht. Verwerkingsopdracht 53 Achtergrondinformatie In dit document vindt u uitgebreide achtergrondinformatie bij het lessenpakket over de Roma. Een van de grootste moeilijkheden die zich bij lessen rond deze bevolkingsgroep aandienen, betreft de naamgeving. Er zijn immers heel wat namen in de omloop, die echter niet allemaal even correct zijn. Daarom vindt u in het eerste gedeelte een korte uiteenzetting over de terminologie. Het tweede gedeelte bestaat uit een overzicht van de geschiedenis van de Roma. In het derde gedeelte wordt een bespiegeling gegeven van de beeldvorming over Roma in heden en verleden. Wij hopen dat u met deze informatie aan de slag kunt gaan om dit interessante, maar niet altijd even gemakkelijke onderwerp met de leerlingen te behandelen. Voor meer vragen kan u steeds mailen naar marjan. [email protected]. Terminologie In de inleiding spraken wij in de eerste plaats over Roma, een term die nu algemeen in zwang is bij beleidsvoerende instanties, voornamelijk op Europees niveau. Deze benaming is een overkoepelende term voor een zeer heterogene etnisch-culturele minderheid. De Roma bestaan immers uit talrijke subgroepen die steeds een andere benaming voor zichzelf en voor andere groepen hebben. Sinds hun aankomst in Europa werden de Roma aangeduid met verschillende namen die niet overeenstemden met de namen die de Roma voor zichzelf hadden. Daarom is het zeer waarschijnlijk dat de leerlingen de Roma beter kennen als Zigeuners. Deze exonieme4 benaming, samen met het Franse tsiganes en het Schema opgesteld door het Kruispunt Migratie-Integratie ter verduidelijking van de terminologie rond Roma en Woonwagenbewoners. Duitse Zigeuner, is afgeleid van het woord atsinganos, wat “onaanraakbaar” betekent. Dit woord werd al eeuwenlang voor de verschijning van de Roma in het Byzantijnse rijk gebruikt om een bepaalde Griekse sekte mee aan te duiden. Uit onwetendheid over de ware oorsprong van de Roma werd hen deze benaming in de tiende of elfde eeuw toegekend. Een ander exoniem is het Engelse woord gypsy, hetgeen is afgeleid van zoiets als ‘Egyptenaren’. Toen de eerste Roma in onze contreien opdoken, beweerden zij immers dat zij uit een onbekende streek genaamd ‘Klein-Egypte’ kwamen. Verder werden de Roma ook vaak verward met of gelijkgesteld aan zwervers, vagebonden of rovers en als dusdanig benoemd. Zoals reeds vermeld zijn alle bovenvermelde benamingen slechts overkoepelende termen voor sterk heterogene bevolkingsgroepen. Deze bevolkingsgroepen noemen zichzelf vaak anders dan andere Roma of niet-Roma dat doen. Bovendien zijn er termen die elkaar overlappen, omdat sommige verwijzen naar een beroep, andere naar een gemeenschappelijke geschiedenis of land van oorsprong. Wegens de grote variëteit van namen en de verwarring die er het gevolg van kan zijn, is het niet de bedoeling om in deze brochure alle verschillende groepen, subgroepen en categorieën te overlopen. In wat volgt zullen wij enkel de belangrijkste groepen kort duiden. De Roma in Europa worden door Vlaamse beleidsvoerende instanties in de volgende groepen onderverdeeld. De Sinti of de Manoesjen zijn al het langst in West-Europa aanwezig: zij zijn tijdens de eerste migratiegolven in de 15de eeuw in onze streken beland. Hun cultuur kenmerkt zich door een sterke muzikale traditie. Vandaag wonen zij vooral in België, Nederland, Duitsland en Frankrijk. Doordat zij al eeuwenlang in onze contreien vertoeven, zijn zij over het algemeen goed geïntegreerd. De Roms migreerden op het einde van de 19de eeuw en aan het begin van de 20ste eeuw vanuit Oost- naar West-Europa. Zij vallen op door hun traditionele levenswijze en hun nog steeds nomadische cultuur. De Belgische Roms reizen vooral tijdens de zomermaanden doorheen Achtergrondinformatie 54 de driehoek Brussel-AntwerpenLeuven. De Roma – in dit geval een subgroep van de overkoepelende naam Roma, waarmee alle ‘zigeuners’ worden aangeduid – behoren tot dezelfde taalfamilie als de Roms. Zij wonen in Midden- en OostEuropa, en dan voornamelijk in Bulgarije en Roemenië. Sinds de val van het Ijzeren Gordijn en de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de Europese Unie migreren steeds meer van deze Roma naar WestEuropa, op de vlucht voor discriminatie in hun thuisland en op zoek naar betere toekomstperspectieven. De Roma zijn sedentair en in België wonen zij voornamelijk in de grote steden Brussel, Gent en Antwerpen. De laatste groep, de Gitanos, zijn een buitenbeentje. Waar de vorige groepen steeds via Oost-Europa naar het Westen zijn getrokken, volgden de Gitanos een ander migratiepatroon. Via het Midden-Oosten en NoordAfrika bereikten zij Spanje aan het begin van de 14de eeuw. Hun cultuur is een mengvorm van Indische, Arabische en Andalusische kenmerken, die zich het sterkst uitten in hun beroemde flamencodans. In tegenstelling tot de andere Roma spreken de Gitanos geen Romanés meer. Naast Spaans spreken zij Caló, dat beschouwd kan worden als een Spaans dialect met nog enkele invloeden uit het Romanés en het Arabisch. Tot slot nog een kort woordje over Voyageurs. Deze mensen worden ook vaak zigeuners genoemd, maar hier betreft het autochtone Belgen die bewust in woonwagens leven en/of een nomadische levenswijze hebben. De cultuur van de Voyageurs komt sterk overeen met die van de Manoesjen. In Vlaanderen worden Voyageurs, Manoesjen en Roms samen aangeduid met de term Woonwagenbewoners. Zij hebben immers dezelfde woonvorm, wat een gemeenschappelijk beleid nodig maakt. Korte geschiedenis I Van India naar Europa Toen de Roma in de vijftiende eeuw voor het eerst in West-Europa opdoken, wist niemand waar deze vreemde nomaden vandaan kwamen. De sleutel tot de oplossing van dit mysterie lag in de taal van de Roma, het Romanés. Deze taal werd vaak met misprijzen behandeld: lang dacht men dat dit een soort bastaardtaaltje was, uitgevonden door de Roma om hun geheimen voor buitenstaanders te bewaren. In de 18de eeuw gingen taalkundigen het Romanés voor het eerst aan onderzoek onderwerpen, en zij kwamen tot het verrassende besluit dat het nauw verwant was aan het Sanskriet, de taal van het Klassieke India. Daarom heeft het Romanés tot op de dag van vandaag veel gemeen met o.a. het Hindi, Nepali en Bengali. Dankzij dit onderzoek weten wij dat de oorsprong van de Roma in het noordwesten van het Indische subcontinent gezocht moet worden. Recente genetische tests hebben deze stelling bevestigd. Onderzoekers tasten nog altijd in het duister waarom de voorouders van de Roma uit India geëmigreerd zijn. Sommigen denken aan hongersnood, anderen aan islamitische invallen van o.a. Mahmoed van Ghazni, een Afghaans-Turkse krijgsheer die aan het begin van de elfde eeuw talrijke bloedige plundertochten in Noordwest India ondernam. Waarschijnlijk moet de ware reden gezocht worden in een combinatie van verschillende factoren als oorlog en economische malaise. Voorts staat het ook niet vast wanneer de migraties van start gingen of op welke wijze ze verliepen. Waarschijnlijk waren het vooral kleine groepen die over een lange periode uit India wegtrokken. Een ruime schatting zegt dat de migraties tussen de 9de en de 14de eeuw plaatsvonden, terwijl andere auteurs beweren dat zij al eeuwen vroeger van start gingen. Analyse van het Romanés stelde onderzoekers in staat om ook de reis van de Roma gedeeltelijk te reconstrueren. Talrijke Perzische, Armeense en Griekse leenwoorden wijzen erop dat zij door Perzië en De migraties van de Roma volgens D. Kenrick. Achtergrondinformatie 55 Armenië trokken en in de tiende of elfde eeuw in het Byzantijnse Rijk terecht kwamen toen Armenië en delen van Syrië werden heroverd door de Byzantijnse legers. In deze periode werden de Roma verward met de ketterse sekte van de Atsingani (zie boven). II Roma in Europa Het is niet zeker waarom de Roma uit het Byzantijnse Rijk weg trokken. De vierde kruistocht, de opmars van de Turken en de Zwarte Dood zijn mogelijke verklaringen. Hoe dan ook doken de eerste groepen Roma in de tweede helft van de veertiende eeuw in Oost-Europa op en in het begin van de 15de eeuw bereikten zij WestEuropa. Deze eerste migranten in onze contreien zouden later bekend staan als Sinti of Manoesjen. Aanvankelijk werden zij over het algemeen gastvrij ontvangen. Hun exotisme wekte interesse; bovendien beschikten meerdere groepen over beschermingsbrieven van koningen en pausen. Lang zou deze tolerantie echter niet duren. Roma werden in toenemende mate beschouwd als rovers, dieven, tovenaars, heidenen, kinderrovers en verspreiders van ziektes. Bovendien nam op het einde van de middeleeuwen en aan het begin van de Nieuwe Tijd de centralisering van de Europese staten toe, waardoor regeringen wantrouwiger werden tegenover rondtrekkende groepen waar zij geen vat op kregen. Roma werden er van verdacht spionnen of ordeverstoorders te zijn. Wantrouwen ging al snel over in repressie. Eerste reacties poogden de aanwezige Roma met geweld uit het grondgebied te verstoten: de praktijk van expulsie. Doorheen de eeuwen duurden de vervolgingen voort en namen zij zelfs toe. Vogelvrijverklaringen, klopjachten en massamoorden kwamen over heel Europa voor. Door deze systematische uitsluiting en vervolging belandden de Roma nog meer in de marge van de samenleving, en werden zij vaak gedwongen om te bedelen en te stelen om te overleven. Dit leidde tot een sterke flexibiliteit en een aanpassingsvermogen dat de Roma tot op de dag van vandaag kenmerkt. III De verlichting en de Nieuwste Tijd (18de eeuw – 1945) Op het einde van de achttiende eeuw ondergingen de Europese samenlevingen grote veranderingen. De Industriële Revolutie, de Verlichting en de Franse Revolutie leidden tot het ontstaan van de moderne natie- Vervolgingen in de Nederlanden De Verenigde Provinciën voerden in de 17de eeuw een zeer repressief beleid tegenover Roma. In een plakkaat uit 1695 werd besloten dat de Roma de generaliteitslanden (de provincies aan de zuidgrens) moesten verlaten, waarbij gedreigd werd met geselen, brandmerken en ten slotte de doodstraf. Kort daarna werden Roma o.a. in Overijssel vogelvrij verklaard, waardoor zij genadeloos opgejaagd werden. Tegen het midden van de 18de eeuw waren zij nagenoeg uit de Republiek verdwenen; zij keerden maar geleidelijk terug in de negentiende eeuw. staten. Centralisering nam toe, wat tot nog meer wantrouwigheid tegenover groepen in de marges van de samenleving leidde. Expulsies van Roma kwamen nog steeds voor, maar voor veel landen werd het duidelijk dat deze politiek geen vruchten afwierp. Daarom ontstond nu een nieuwe tendens: het assimileren van de Roma. Staten probeerden de cultuur van de Roma uit te wissen en hen te sedentariseren, om hen zo (op een vaak gewelddadige en autoritaire manier) in de samenleving te integreren. Slavernij in Roemenië Een van de oudste bronnen over Roma in Europa is een document uit 1385 dat verwijst naar het tot slaaf maken van Roma in Moldavië en Walachije (het huidige Roemenië) – een praktijk die trouwens pas in 1856 zou afgeschaft worden. Hierboven een bordje uit 1852 dat de verkoop van enkele ‘Zigeunerslaven’ aanprijst. Op het einde van de negentiende en aan het begin van de twintigste eeuw vond er een nieuwe migratiegolf van Roma uit Oost-Europa plaats, deels ten gevolge van de afschaffing van de slavernij in Walachije en Moldavië. Deze tweede grote migratiegolf stelde de West-Europese landen voor nieuwe problemen. De dreiging van een oorlog hing als een schaduw over de grote Achtergrondinformatie 56 mogendheden van die tijd, waardoor rondtrekkende Roma tot grote nervositeit leidden. Zij werden beschouwd als misdadigers, marginalen of spionnen die een bedreiging vormden voor de openbare orde. Hen van het grondgebied verjagen loste niets op, omdat buurlanden hen weigerden op te nemen. Daarom ging men hen nu meer dan ooit aan banden leggen. In 1912 besloot de Franse regering dat alle ‘nomaden’ van niet-Franse nationaliteit een carnet anthropométrique moesten krijgen. Dit was een document met een uitgebreide beschrijving van de Roma die er eigenaar van was, met o.a. foto’s en vingerafdrukken. Door de Roma te registreren en het nomadisme te doen verdwijnen of het ten minste te controleren, hoopte de regering eindelijk greep op hen te krijgen. België voerde een soortgelijk beleid in tijdens de Tweede Wereldoorlog: Roma kregen een vernederende zigeunerkaart, die elke maand door de rijkswacht moest worden gecontroleerd. Deze kaart werd trouwens pas in 1975 afgeschaft. In de negentiende eeuw ontstond er voorts een derde tendens die enigszins in contrast staat met de assimileringspolitiek. In deze periode Assimileringspolitiek in Oostenrijk De maatregelen van de Oostenrijkse vorsten Maria Theresia en Jozef II zijn een goed voorbeeld van een ver doorgedreven assimileringspolitiek. Roma werden gedwongen hun paarden en karren te verkopen en zich in dorpen te vestigen. Huwelijken tussen Roma werden verboden, alsook het spreken van hun taal. Kinderen werden bij hun ouders weggehaald en opgevoed in andere gezinnen. Xxxxxxxx Xxxxxxxx Een carnet anthropométrique raakten velen in de ban van het rassendenken, dat superieure en inferieure rassen dacht te onderscheiden in de menselijke populaties. Het rassendenken werd systematisch toegepast om sociale fenomenen te verklaren. Sociale verschillen golden als verhulde raciale verschillen, aangezien men dacht dat er zich een eeuwige concurrentiestrijd tussen de rassen afspeelden. Niet alleen de Joden waren hier het slachtoffer van. Het concept werd ook gauw toegepast op het ‘zigeunerprobleem’. Roma werden in toenemende mate gezien als een inferieur ras waar het nomadisme, het stelen en het bedriegen als het ware ‘ingebakken’ zat. Voorstanders van deze denkwijze probeerden daarom juist te vermijden dat Roma geassimileerd zouden worden in de samenleving. Hun ‘onzuiver bloed’ mocht zich niet vermengen met de autochtone bevolking. Enkele maatregelen uit de vroege twintigste eeuw illustreren dat het rassendenken wijd verspreid was onder de Europese elite. Ten eerste richtte de politieofficier Alfred Dillmann in 1899 een specifieke inlichtingendienst op in München. Hier werden de Roma voor het eerst volledig geregistreerd en gesurveilleerd. Er werden zoveel mogelijk identificatiegegevens verzameld, zoals vingerafdrukken, foto’s, etc. In 1905 bundelde Dillmann de verzamelde gegevens in een Zigeunerbuch. Op het eerste zicht lijkt dit boek sterk op de Belgische zigeunerkaarten en de Franse carnets anthropométriques. Voor een groot deel zijn deze initiatieven inderdaad sterk gelijkaardig, maar het Zigeunerbuch heeft in tegenstelling tot de andere twee een expliciet raciale inslag. In zijn boek noemde Dillmann de Roma een plaag en gevaar voor de Duitse bevolking. Ook waarschuwde hij voor een vermenging van de Duitse genen met die van de Roma. Ten tweede nam Beieren in 1926, tijdens het bewind van de Weimarrepubliek, een wet aan ‘voor de strijd tegen de zigeuners, landlopers en werkschuwen’. Het Achtergrondinformatie 57 ministerieel besluit dat de wet bekrachtigde, verklaarde dat de rassenleer de nodige informatie gaf over wie juist zigeuner is. Hiermee was het rassendenken officieel het staatsbestel binnengeslopen. Ten derde werden op internationaal niveau eveneens maatregelen genomen tegen de Roma die getuigen van diep gewortelde racistische denkbeelden. In 1934 besliste de Internationale Kriminalpolizeiliche Kommission, een internationaal politiesamenwerkingsverband, om een Zigeunercentrale op te richten in Wenen, dat zoveel mogelijk Roma moest zien te identificeren en te registreren. Ook hier werden Roma gezien als een ‘plaag’ en een gevaar voor de sedentaire bevolking. Criminaliteit, zo dacht men, was bij hen ingeboren en vereiste dus een internationale aanpak. Ook België sloot zich bij het besluit van het IKPK aan. IV Het Derde Rijk en de Tweede Wereldoorlog Bovenstaande voorbeelden illustreren duidelijk dat discriminatie en vervolging op basis van ras al in voege waren voor de machtsovername door de nazi’s in 1933. De nazi’s zouden het rassendenken echter tot in het extreme doorvoeren. Hun streven naar een ‘raszuivere’ natie zou leiden tot de grootste vervolging die de Roma ooit hebben gekend. 1933-1939 Aanvankelijk toonden de nazi’s weinig interesse voor de Roma op hun grondgebied. De gebruikelijke pesterijen en discriminerende gebruiken werden wel intensiever. Dit veranderde echter al snel. Roma waren in hun ogen een raciaal inferieur en asociaal volk dat de zuiverheid en de genetische gezondheid van het Arische ras Een Roma-Holocaust? De vervolging van de Roma door de nazi’s heeft al voor heftige debatten gezorgd onder historici. Bepaalde onderzoekers, zoals G. Lewy, menen dat wij niet kunnen spreken van een letterlijke genocide. De vervolging zou nogal chaotisch zijn verlopen, zonder een doelgericht streven naar de totale uitroeiing van de hele Romapopulatie in Europa. Andere historici, waaronder I. Hancock, bestrijdt deze visie dan weer vurig. Hij benadrukt dat de nazi’s wél een Endlösung voor het ‘zigeunervraagstuk’ nastreefden en dat het lot van de Roma vergelijkbaar is met dat van de Joden. Wij zullen geen partij kiezen binnen dit historiografische debat, maar ons beperken tot het weergeven van de feiten. Hoe dan ook moeten wij benadrukken dat de vervolging van de Roma tijdens WOII een complex gegeven is dat niet zomaar in één categorie kan worden gegoten. Ons inziens had de vervolging in bepaalde landen als Joegoslavië en Kroatië wel degelijk een genocidair karakter, maar was dit niet het geval in bijvoorbeeld Frankrijk. Daarom moeten wij steeds oog hebben voor nuance en variaties in tijd en ruimte. bedreigde. Vanaf 1934 werden honderden Roma gesteriliseerd bij toepassing van het Reichssterilisationsgesetz. In sommige deelstaten werden Roma in concentratie- of werkkampen geplaatst, zoals in 1936 te Berlijn naar aanloop van de Olympische Spelen. Net als de Joden werden de Roma in 1935 getroffen door de rassenwetten van Neurenberg, die ‘de Duitse bloed en eer’ moesten beschermen. Het werd de Roma verboden te huwen of een seksuele relatie te hebben met ‘Arische’ Duitsers. Bovendien verloren zij hun burgerrechten. Naarmate de tijd vorderde nam de discriminatie steeds toe, zodat Roma volledig geïsoleerd raakten van de rest van de bevolking. Kinderen mochten niet meer naar school gaan, ouders mochten niet meer gaan werken, mannen mochten niet meer in het leger gaan. Vooraleer de Roma systematisch uitgesloten konden worden, was het echter nodig om een duidelijke afbakening te maken van de geviseerde bevolkingsgroep. De Indische afkomst van de Roma stelde de nazi-ideologen aanvankelijk voor problemen, omdat die zou wijzen op een Arische oorsprong. Daarom richtten de nazi’s in 1936 een Rassenhygiënisch en Het Zigeunerbuch van A. Dillmann Achtergrondinformatie 58 bevolkingsbiologisch onderzoekscentrum op, dat onder leiding kwam te staan van Robert Ritter. Het antropologisch en raciaal onderzoek dat hier verricht werd, zou dienen om de uiteindelijke eliminatie van de Roma te rechtvaardigen. Ritter kwam namelijk tot de conclusie dat maar 10 procent van de Roma nog ‘zuiver van ras’ was. De andere 90 procent waren personen van gemengd bloed: een inferieur en van nature crimineel ras dat een bedreiging vormde voor de raszuiverheid van Duitsland en dus vernietigd moest worden. Het criterium voor ‘halfbloeden’ was nog strenger dan dat voor de Joden: twee Roma tussen zestien overgrootouders waren voldoende om een persoon als ‘halfbloed’ te bestempelen. Verder zette het centrum ook de registratie voort van zo veel mogelijk Roma. Tegen 1944 had het gegevens van ongeveer 30 000 personen verzameld. De voorwaarden voor vernietiging waren geschept. Deportaties en uitroeiing Eind 1938 vaardigde Heinrich Himmler een decreet uit over de ‘strijd tegen de zigeunerplaag’, waar- bij gebruik gemaakt werd van Ritters onderzoek om de Roma op basis van ras te classificeren. Vanaf dat moment begon een nieuwe fase in de vervolging. Eerst werd het de Roma verboden zich nog te verplaatsen. Kort na de inval in Polen op 1 september 1939 besliste Heydrich dat alle 30 000 Duitse Roma naar Polen gedeporteerd moesten worden. Die deportaties begonnen in mei 1940. Eind 1941 werden 5000 Oostenrijkse Roma naar Chelmno gebracht, waar zij als een van de eersten vergast werden. In het begin van 1940 hadden de nazi’s de moordende eigenschappen van het Zyklon-B gas al uitgetest op 250 Romakinderen in het concentratiekamp Buchenwald. De deportaties van de Roma verliepen echter niet altijd even vlot. Er was immers onenigheid bij bepaalde nazi-kopstukken over hoe het ‘zigeunerprobleem’ juist moest aangepakt worden. Heinrich Himmler opperde bijvoorbeeld het idee om een klein aantal ‘raszuivere’ Roma te behouden voor etnische en raciale studies. Dit idee werd verworpen en uiteindelijk gaf Himmler op 16 december 1942 het bevel om alle Roma naar Auschwitz-Birkenau over “Hun vermenigvuldigingsdrang is kollosaal. Maar de kinderen moeten meestal reeds in de lagere klassen van de basisschool afhaken, omdat ze volkomen minderwaardig zijn. De omgeving is niet in staat om ze te veranderen. Het bloed is sterker en vandaag zoals weleer vormen zij een plaag voor de werkende bevolking” Citaat uit het nazistisch boek ‘Wat de jeugd over erfelijkheid moet weten’, 1937. Settela Steinbach, een Sinti-meisje dat in 1944 vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd werd. De interneringskampen Frankrijk in De situatie van de Roma in Frankrijk vormt een geval apart. Vanuit dit land werden de Roma niet massaal naar Auschwitz gedeporteerd, met uitzondering van degenen die in Nord en Pas-de-Calais verbleven – deze departementen stonden namelijk onder Duits militair bestuur. In bezet en niet-bezet Frankrijk daarentegen werden duizenden Roma en andere ‘Nomaden’ in een dertigtal interneringskampen geplaatst die beheerd werden door de Fransen zelf. Zij zouden maar in de loop van 1946 (!) bevrijd worden. Ook na de nederlaag van de nazi’s bleven de regeringen wantrouwig tegenover deze bevolkingsgroepen. te brengen. In totaal werden ongeveer 24 000 Roma uit Duitsland en Oostenrijk naar Auschwitz gedeporteerd. De vervolging van de Roma tijdens de Tweede Wereldoorlog varieerde van land tot land. In Polen, de Baltische staten en de Sovjet-Unie waren Einsatsgruppen, paramilitaire commando’s, actief die systematisch Joden, communisten, Roma en andere ‘ongewensten’ uitmoordden. Vaak gebeurde het dat ook de lokale politie betrokken was bij dergelijke moordpartijen. In Polen kwam 2/3 van de Roma om, vermoord door de Einsatzgruppen of in de kampen. In het protectoraat van Bohemen en Moravië, het huidige Tsjechië, werd bijna de hele Romapopulatie uitgeroeid. Ook de collaborerende regimes richtten zich, naar het voorbeeld Achtergrondinformatie 59 van de nazi’s, tegen de Roma op hun grondgebied. In Joegoslavië werden ongeveer 90 000 Roma vermoord. In de concentratiekampen van het Ustaše-regime in Kroatië kwamen tienduizenden om het leven. Slovakije, Hongarije en Roemenië droegen ook bij tot de genocide, maar proportioneel kwamen hier minder Roma om dan in de reeds vermelde landen – al mag niet vergeten worden dat een land als Hongarije nog steeds tussen de 30 000 en de 70 000 Roma naar de concentratiekampen stuurde. Auschwitz-Birkenau Zoals reeds vermeld vaardigde Himmler in 1942 het Auschwitzdecreet uit, waardoor duizenden Roma uit bezette of collaborerende landen in het concentratieen uitroeiingskamp Auschwitz- Birkenau terecht kwamen. Het eerste transport kwam aan op 26 februari 1943. Roma moesten een driehoek op hun kleren naaien, ter hoogte van de borst: een bruine driehoek voor ‘zigeuners’ of een zwarte voor ‘asocialen’. Zij kregen ook een tatoeage met een identificatienummer voorafgegaan door de letter Z. In tegenstelling tot de Joden werd er bij aankomst in AuschwitzBirkenau geen selectie gemaakt tussen diegenen die bestemd waren voor onmiddellijke vernietiging en diegenen die geschikt waren tot dwangarbeid. Alle Roma, zowel volwassenen als kinderen, werden daarentegen samengedreven in het zogenaamde Zigeunerlager (‘zigeunerkamp’), dat een afgescheiden kamp binnen Birkenau vormde. De Roma verbleven in 32 paardenstallen, in afschuwelijke omstandigheden. Er was geen zoldering, geen vloer, geen sanitair en geen verlichting. Het zigeunerkamp was zo een echt ‘sterfhok’: de gevangenen stier- werd als de ‘Zigeunernacht’. In totaal zouden ongeveer 20 000 Roma in Auschwitz zijn vermoord. Het totale dodental van de vervolging van de Roma is enigszins problematisch. De meeste Roma in Oost-Europa werden vermoord door Einsatzgruppen en andere doodseskaders en van deze misdaden zijn nauwelijks documenten bewaard. De meeste schattingen variëren tussen 300 000 en 1 000 000 doden, al gaan er de laatste jaren meer stemmen op die beweren dat ook deze cijfers onderschattingen zijn. Barak in het Zigeunerlager, gefotografeerd na de bevrijding. ven massaal aan ondervoeding, uitputting en besmettelijke ziektes. Baby’s en kinderen waren de eerste slachtoffers van deze onbeschrijfelijke situatie. Hierbij moet ook nog vermeld worden dat vele Roma – vooral kinderen – onderworpen werden aan gruwelijke medische experimenten door Jozef Mengele, ‘De engel des doods’. Vanaf maart 1943 begonnen de eerste vergassingen van Roma. Door de regelmatige transporten raakte het zigeunerkamp echter zwaar overbevolkt. Himmler besloot daarom dat het kamp ‘geliquideerd’ moest worden. Vanaf april 1944 begon de SS met het selecteren van de Roma die nog arbeidsgeschikt waren om hen vervolgens naar andere concentratiekampen te sturen. In mei ging men over tot de liquidatie van de overblijvers. De SS stootte echter onverwachts op hardnekkig verzet: de Roma verdedigden zich met alles wat ze maar konden vinden. Uiteindelijk zou de SS er maar twee maanden later, waarschijnlijk in de nacht van 2 op 3 augustus, in slagen om het kamp volledig te liquideren. Duizenden lieten die nacht het leven, een gebeurtenis die later bekend Roma in België tijdens WOII Na de capitulatie van België op 28 mei en die van Frankrijk op 22 juni 1940 kwamen België en de NoordFranse departementen Nord en Pasde-Calais onder Duits militair bestuur te staan. Generaal Alexander Von Falkenhausen werd tot militair gouverneur benoemd. Aan het begin van de Duitse bezetting toonden de nazi’s weinig interesse voor de ongeveer 400 Roma in België. Er werden geen verordeningen tegen hen uitgevaardigd zoals dat bij de Joden het geval was. Wel werd het hen verboden om rond te trekken in de provincies WestVlaanderen, Oost-Vlaanderen en Antwerpen. De Belgische vreemdelingenpolitie handhaafde in deze periode haar eigen repressieve beleid ten opzichte van de Roma, zonder Duitse bemoeienis. Een van de voorbeelden van dit beleid is de ‘zigeunerregistratie’. Niet de Duitse bezetter maar de Belgische administratie neemt het initiatief, op 12 december 1941, om de Roma onder dwang als ‘ras’ te registreren. De registratie gebeurt door de Belgische rijkswacht, die de betrokkenen tijdelijk aanhoudt en hun een ‘zigeunerkaart bezorgt. Die kaart moest elke maand door de rijkswacht worden Achtergrondinformatie 60 Voorbeeld van een zigeunerkaart gecontroleerd ter identificatie en om fraude met ratsoenzegels tegen te gaan. In de loop van 1942 veranderde de houding van de nazi’s. Net als de Joden kregen de Roma stilaan een aparte behandeling op raciale basis. Eind 1942 vroeg de Duitse bezetter aan de Belgische Openbare Veiligheid om een nota die de situatie van de Roma in België beschreef. De Duitsers werden er zo van op de hoogte gebracht dat de vreemdelingenpolitie over talrijke dossiers van individuele Roma beschikte, met onder meer vingerafdrukken en foto’s. De nota maakte ook melding van de zigeunerkaarten. Doordat de Belgische overheid de Roma zo sterk controleerde beschikten de nazi’s nu over een krachtig hulpmiddel om de Roma op te sporen. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de Belgische ambtenaren weigerden om de Duitsers te assisteren bij het arresteren van de Roma. De arrestaties werden bijgevolg alleen uitgevoerd door de Duitse Feldgendarmerie. Dit staat “Het waren Zigeuners... Na een maand opgesloten te zijn achter tralies, onder schot gehouden door een machinegeweer en beroofd van hun gouden ringen en hun violen, werden zij nu samen met de Joden gedeporteerd... Bij hun vertrek waren zij nog armer dan de Joden, zij hadden geen enkele bagage mee... “ binnenplaats Dossinkazerne Joodse getuige over de Roma in de Dossinkazerne. in contrast met de arrestaties van de Joden, waarbij in steden als Antwerpen de Belgische politiediensten betrokken waren. Het Auschwitzdecreet van Himmler werd vanaf juli 1943 in België van kracht. Waarschijnlijk gaf Himmler trouwens in eigen persoon de opdracht om tot de deportatie van de Roma in België en NoordFrankrijk over te gaan. Na de arrestatie van enkele individuele families in de eerste helft van 1942, begonnen de eerste grootschalige razzia’s in oktober. Na de arrestaties van enkele individuele families, begonnen de grootschalige arrestaties. Het scenario was telkens vergelijkbaar: de Feldgendarmerie stuurde vroeg in de ochtend vrachtwagens naar de standplaatsen van de Roma. De woonwagens werden omsingeld. Met getrokken wapens bevolen de Duitse militaire politiemannen de gezinnen voltallig in de vrachtwagens te stappen. In Noord-Frankrijk, waar de Duitsers geholpen werden door de Franse politie, konden nog meer mensen worden gearresteerd. In totaal werden 350 Roma opgepakt en in de Dossinkazerne, het verzamelkamp voor Joden en Zigeuners, afgeleverd. In Dossin werden de Roma geïsoleerd in een afgesloten zaal. Ze mochten geen voedselpakketten ontvangen van buitenaf waardoor ze langzaam uithongerden. Ze sliepen opeengepakt op strozakken en hadden geen toegang tot sanitair of medische verzorging. In deze omstandigheden werd op 11 december 1943 de kleine Jacqueline Vadoche geboren. Toen ze 35 dagen oud was, werd ze naar AuschwitzBirkenau gevoerd. Daarmee is ze het jongste kind dat vanuit Mechelen naar Polen vertrok. Bij het vertrek vanuit Mechelen waren er dus 351 Roma: 176 mannen Achtergrondinformatie 61 De vergeten slachtoffers van de nazi’s Er zijn enkele redenen waarom de erkenning van de vervolging van de Roma maar zo laat kwam en tot op de dag vandaag problematisch is. Ten eerste werden de Roma na de oorlog nog steeds gediscrimineerd. De goegemeente bleef hen als ordeverstoorders of als criminelen beschouwen. Zo werden de geïnterneerde Roma in Frankrijk pas in 1946 vrijgelaten. Ten tweede werden zij niet als slachtoffers gezien van de raciale politiek van de nazi’s. Men dacht onterecht dat zij op basis van hun vermeende criminaliteit werden vervolgd. Ten derde is de genocide op de Roma veel minder goed gedocumenteerd dan de Judeocide. Ten vierde is de genocide tot op de dag van vandaag een taboe bij vele Roma. Er heersen gevoelens van schaamte, ook al doordat traditionele familiestructuren met geweld gebroken werden. Tot slot is er bij de Roma een gebrek aan collectieve herinnering wegens het grote analfabetisme, de onderlinge verschillen tussen groepen Roma en het gebrek aan een culturele elite. en 175 vrouwen. Bijna de helft van transport Z (166) zijn kinderen onder de 15 jaar. Het transport vertrekt op 15 januari 1944, met dezelfde trein als het 23e Jodentransport. De reis in beestenwagons duurt drie dagen. Eén andere Roma verzeilde toevallig in transport 25. Bij aankomst in Auschwitz werd geen van de Roma onmiddellijk naar de gaskamers gestuurd. Iedereen werd opgesloten in het Familienlager van concentratiekamp Birkenau. Baby Jacqueline werd geïnterneerd onder het stamnummer Z 9852. Bij gebrek aan een andere plaats, werd het nummer op haar linkervoetzooltje getatoeëerd. In Birkenau waren de leefomstandigheden voor de Roma nog erbarmelijker: minieme voedselrantsoenen, tyfus, schurft, dysenterie, … Na zes maanden was de helft van de gedeporteerden uit Mechelen al omgekomen. Op 1 mei stierf Jacqueline Vadoche. Ze werd 106 dagen oud. Op 15 april, 25 mei en 2 augustus werden in totaal 3000 Roma uit het Zigeunerlager Auschwitz gehaald om als arbeidskrachten te dienen. Onder deze transfers naar Buchenwald, Flossenburg en Ravensbrück, bevonden zich ook mensen uit Mechelen. In het Familienlager bleven de laatste 3000 Roma achter. Zij werden op 2 augustus allemaal in de gaskamers van Birkenau omgebracht. Van de 64 tewerk gestelde Roma uit Mechelen waren er na de oorlog nog 32 in leven. Sterilisaties van Romavrouwen In 1973 startte Tsjecho-Slowakije met een sterilisatieprogramma voor Romavrouwen. De sterilisaties werden tegen hun wil uitgevoerd of afgedwongen in ruil voor sociale bijstand. Na de fluwelen revolutie van 1989, toen het land zich losrukte van de communistische dictatuur, bleven de sterilisaties door gaan. Een rapport uit 2005 beschreef tientallen gedwongen sterilisaties tussen 1979 en 2001. Deze praktijk doet ons denken aan de sterilisaties tijdens het naziregime. V Na WOII Na de oorlog kregen de Roma geen enkele erkenning voor de genocide die zijzelf Porajmos noemen, ‘het grote verslinden’. In tegenstelling tot de Joden kregen de Roma geen herstelbetalingen van de Duitse overheid. De daders gingen veelal vrijuit. Pas in 1982 werd de genocide officieel erkend door West-Duitsland. Vandaag de dag is de discriminatie van de Roma nauwelijks afgenomen. De Europese landen zijn nog allesbehalve in het reine met de Roma op hun grondgebied, in die mate zelfs dat er sprake is van een Europese mensenrechtenproblematiek. Bij de bespreking van de hedendaagse situatie moet wel het onderscheid gemaakt worden tussen de Woonwagenbewoners vinden in de Franse gemeenten zelden een hartelijk onthaal. Woonwagenbewoners in WestEuropa enerzijds en de Roma uit Oost-Europa anderzijds. Deze groepen hebben weliswaar gemeen dat zij een maatschappelijk kwetsbare minderheid vormen en dat over hen dezelfde negatieve beeldvorming heerst, maar hun concrete problemen zijn verschillend. De Woonwagenbewoners in WestEuropa vinden sinds WOII moeilijk een plaats in de maatschappij omdat Achtergrondinformatie 62 hun oude ambulante beroepen, zoals messenslijper of paardenhandelaar, niet levensvatbaar meer zijn in de moderne markteconomie. Verder kampen zij de laatste jaren met een tekort aan standplaatsen, wat tot spanningen leidt met de rest van de bevolking. In landen als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk is de overheid de laatste jaren repressiever gaan optreden tegenover rondtrekkende bevolkingsgroepen. De Roma uit Oost-Europa kampen dan weer met andere problemen. Zij vormen een etnisch-culturele minderheid die de laatste decennia steeds meer in de marges van de maatschappij worden gedrukt. Dit wordt bondig samengevat in een artikel uit The Economist: “ They are at the bottom of every socio-economic indicator: the poorest, the most unemployed, the least educated, the shortest-lived, the most welfare-dependent, the most imprisoned, and yes, the most segregated. In one indicator, they lead: they have the most children. In sum, they are a spectral third-world nation in Europe.” Racisme, discriminatie en geweld tegenover Roma is alomtegenwoordig in Oost-Europa. De meeste Roma leven in krottenwijken of getto’s aan de rand van grote steden. Zij hebben weinig tot geen toegang tot adequate gezondheidszorg en door wijd verspreide vooroordelen maken zij weinig kans op de arbeidsmarkt. Verder zijn zij de eerste slachtoffers van het opkomende nationalisme en extreemrechts: zij krijgen de schuld van alles wat fout gaat. Extreemrechtse groeperingen gaan de straat op, organiseren betogingen tegen de Roma en stellen burgerwachten aan om de bevolking te ‘beschermen’. Xenofobe politici roepen dat luiheid en criminaliteit in hun genen zit en dat zij parasiteren op de rest van de bevolking. In Roemenië is de situatie nog het ergst. Roma worden er behandeld als tweederangsburgers; vaak wordt hen de toegang tot café’s of restaurants geweigerd. Aanvallen op Roma door opgehitste bendes of menigten zijn sinds 1989 alleen maar toegenomen. Sinds enkele decennia is een nieuwe migratiegolf van Roma op gang gekomen van Oost- naar WestEuropa, ten gevolge van de val van het Ijzeren Gordijn en de toetreding van landen als Roemenië en Bulgarije tot de EU. Deze Roma zijn niet alleen op de vlucht voor de sterke discriminatie in hun thuisland, maar zij zijn ook op zoek naar betere economische omstandigheden. In WestEuropa worden de Roma zelden met open armen ontvangen. In vele lagen van de bevolking heerst er een sterk negatieve beeldvorming van deze bevolkingsgroep. Eeuwenoude clichés over hen vinden hun weg in de pers, waar zij consequent in een negatief daglicht worden gesteld. Ook politici, niet alleen van extreemrechtse signatuur, schuwen stigmatiserende uitspraken niet. Verontwaardiging hierover is nagenoeg onbestaande. Beleidsvoerende instanties grijpen bovendien terug naar oude recepten om hun probleem met de Roma op te lossen. Op nationaal niveau wordt soms een heel uitwijzingsbeleid toegepast, o.m. in Duitsland in de vroege jaren negentig en in het Frankrijk van Sarkozy. De Roma die hier kunnen blijven, verzeilen vaak in de armoede, met alle gevolgen vandien: huisvestingsproblemen, gezondheidsproblemen, integratieproblemen, beperkte toegang tot de arbeidsmarkt,... Zonder de specifieke omstandigheden van elke periode uit het oog te verliezen, kunnen wij stellen dat de discriminatie van de Roma een eeuwenoud probleem is. Nog steeds zijn ingebakken vooroordelen die door de eeuwen heen sterk gelijkaardig zijn gebleven, alomtegenwoordig. Het is daarom een van de grootste uitdagingen voor Europa om de situatie van de Roma te verbeteren en hen de rechten te geven waar zij als mens en Europees bruger recht op hebben. Toch moeten wij hier ook een positieve noot brengen. De laatste jaren gaan er steeds meer stemmen op die de situatie van de Roma in Europa aanklagen. Vele NGO’s en andere organisaties zetten zich in om de rechten van de Roma te vrijwaren. Ook de Roma zelf organiseren zich meer en meer om op te komen voor hun rechten en zich maatschappelijk te integreren. De Europese Unie en de Raad van Europa zijn drijvende krachten achter deze initiatieven. Zo werkte de Europese Commissie een specifiek Roma-beleid uit ter ondersteuning van de integratie van de Roma. Elke lidstaat kreeg de verplichting opgelegd om een actieplan rond Roma uit te werken. Op dit vlak is de ene lidstaat al een betere leerling dan de andere. Hoewel er nog veel werk aan de winkel is om de situatie van de Roma verbeteren, waait er toch een nieuwe wind door Europa die tot actie aanzet. Ook het onderwijs heeft sterke troeven in handen om de negatieve beeldvorming rond Roma te doorprikken. Elk initiatief dat jongeren bewust wil maken van de problematiek en hen de kans geeft te reflecteren over hun eigen standpunten en vooroordelen, is al een goede stap in de richting naar de verbetering van de situatie van de Roma. VI Afsluitende conclusie In de vele vervolgingen en vormen van discriminatie die de Roma heb- Achtergrondinformatie 63 ben ondergaan doorheen de geschiedenis, kunnen wij gelijkaardige patronen herkennen. Dit berust niet op louter toeval: er zijn inderdaad enkele diepere mechanismen die wantrouwen tegenover Roma aanwakkeren en tot vervolgingen kunnen leiden. Een eerste belangrijk mechanisme is de angst voor het vreemde. Wantrouwen tegenover ‘de ander’ leidt al gauw tot stigmatisering en vervolging. Door de afstand die vele Roma houden tegenover de niet-Roma, de Gadjé, wordt dit wantrouwen nog sterker. De angst voor het vreemde kan opgevat worden als een dieperliggende oorzaak. Een ander mechanisme valt te herkennen in de rol van de staat. Bij de vervolgingen van Roma valt vaak op dat deze georkestreerd worden door de staat; spontane volksuitbarstingen en pogroms zijn over het algemeen zeldzamer. Ook zien wij dat Roma sterker vervolgd of gediscrimineerd worden naargelang een staat centraler bestuurd wordt. Dit valt als volgt te verklaren. Enerzijds wil een gecentraliseerde staat controle hebben over haar onderdanen. Zij wilt weten hoeveel mensen er zijn en waar ze wonen, zodat het innen van belastingen vlot verloopt. Het rondreizende, ongebonden karakter van de Roma botst met deze instelling. De gecentraliseerde staat is allergisch voor groepen waar zij geen vat op krijgt, niet alleen wegens moeilijkheden i.v.m. belastingen, maar ook omdat rondtrekkende groepen vaak verdacht worden van spionage. Daarom wil de staat rondtrekkende groepen aan banden leggen en hen sedentariseren. Anderzijds is er ook de tendens om Roma af te stoten, en dit om meerdere redenen: zij worden beticht van diefstal, zij zouden de jobs van autochtonen afnemen, zij Patronen in de discriminatie van Roma door de eeuwen heen zouden ziektes verspreiden, etc. In de 19de eeuw kwam daar het rassendenken nog eens bovenop, waardoor men vermenging van de Roma met de autochtone bevolking wou tegengaan. Paradoxaal genoeg versterken deze conflicterende tendensen elkaar. In haar behoefte naar controle wil de staat de Roma gaan registreren, maar deze registratie leidt zelf tot categorisatie en dus segregatie van de samenleving. Deze segregatie leidt op haar beurt tot ongebrip en xenofobie, met vervolging tot gevolg. Beeldvorming in heden en verleden: een analyse van een archetype I Inleiding Een belangrijk deel van het lessenpakket rond Roma is de interactieve workshop die de leerlingen in het museum kunnen volgen. Hierbij zullen zij voornamelijk zelfstandig aan de slag gaan met verschillende soorten bronnen om meer inzicht te krij- gen in de vele clichés en stereotypen waar Roma mee af te rekenen hebben. Ondanks het interactieve karakter van de workshop is een goede begeleiding cruciaal. De begeleider is in de eerste plaats een ondersteuner van de leerlingen, die hen het nodige kader biedt om de verworven inzichten correct te plaatsen. Ook kan hij remediërend optreden wanneer dat nodig is. Het hoeft geen betoog dat de begeleider van de workshop over voldoende achtergrondkennis van het onderwerp moet beschikken. Dit document wil tegemoet komen aan deze noodzaak door de theorie rond beeldvorming over Roma kort samen te vatten. Waarom wordt er in dit lessenpakket expliciet aandacht besteed aan beeldvorming rond Roma? Om meerdere redenen lijkt het ons belangrijk om de casus van de Roma apart te behandelen. Ten eerste kunnen wij met enige voorzichtigheid stellen dat er over Roma meer vooroordelen heersen dan over andere minderheden. Zeker in de grootsteden wordt de situatie stilaan problematisch: niet alleen op materieel vlak zijn Roma outcasts, maar ook in de Achtergrondinformatie 64 geesten van de mensen vormen zij een gesegregeerde bevolkingsgroep. Het bewust maken van de jonge generatie, die zeer weinig weet over Roma en opgroeit met bepaalde vooroordelen, is daarom een eerste stap om deze situatie te verbeteren. Ten tweede is het ons bij het bestuderen van dit onderwerp opgevallen dat beeldvorming rond Roma op bepaalde vlakken heel aparte kenmerken vertoont. De negatieve opvattingen over ‘de zigeuner’ gaan heel wat dieper dan aanvankelijk zou blijken. Het gaat hier eigenlijk niet meer over simpele clichés of vooroordelen, maar over een symboliek die diep in onze cultuur is verankerd. Dit hoofdstuk bestaat uit twee delen. Het eerste is een algemeen overzicht van de beeldvorming over Roma. Twee visies worden besproken: enerzijds de negatieve stereotypering van Roma en anderzijds een positievere, maar daarom nog niet correctere kijk op het ‘zigeunerleven’. In het tweede deel wordt meer gedetailleerd ingegaan op de aparte onderwerpen die in de workshop aan bod komen. II De twee gezichten van de ‘Zigeuner’ Sinds de verschijning van de Roma in onze contreien hebben zij steeds tot de verbeelding van de autochtone bevolking gesproken. 600 jaar na hun aankomst in Europa vormen zij voor talrijke mensen nog steeds ‘de eeuwige ander’, een vreemd volk waar een reeks van kenmerken op van toepassing zijn. In de negentiende eeuw is het beeld van de Roma uitgegroeid tot een heus leitmotif binnen de Westerse cultuurgeschiedenis. Wij kunnen twee grote benaderingswijzen onderscheiden die met elkaar in contrast staan, maar toch naast elkaar leven en elkaar zelfs aanvullen. III De criminaliserende visie De eerste benaderingswijze is de criminaliserende visie. Roma worden hierin zeer negatief gepercipieerd. Roma zouden enkel maar stelen, roven, plunderen, bedriegen en bedelen. Deze opvatting is de oudste van de twee en tot op de dag van vandaag de meest hardnekkige. Over welke vooroordelen gaat het? Historicus Frank Seberechts onderscheidde een aantal zaken waar Roma in de negentiende en vroege twintigste eeuw van beschuldigd werden. Wij selecteerden enkele vooroordelen die tot vandaag doorleven. ·· bezit: het ‘wegnemen’ van levensnoodzakelijke dingen zou niet als stelen worden opgevat. Hoewel deze bewering misschien in sommige gevallen klopt, is het gevaarlijk om in algemene bewoorden te spreken over ‘de cultuur’ van de Roma. De context van de verschillende groepen verschilt erg en dus ook hun cultuur, die steeds beïnvloed wordt door verschillende factoren: hun socio-economische positie, de mogelijkheden en kansen die zij voor zichzelf in de maatschappij zien, familiale omstandigheden en individuele kenmerken. De meeste Roma zijn geen dieven en willen ook niet geassocieerd worden met de idee dat stelen in hun cultuur goedgekeurd wordt. Over het algemeen is het correcter te stellen dat diefstal een vorm van armoedecriminaliteit is. Het is eerder het gevolg van een lage socio-economische status dan van een bepaalde culturele instelling. Roma zijn dieven ·· Dit is waarschijnlijk het meest hardnekkige beeld dat over Roma heerst. Al eeuwenlang worden zij in verband gebracht met diefstallen. In de negentiende en twintigste eeuw was de mening wijd verspreid dat zij genetisch voorgeprogrammeerd waren tot stelen. Hoewel dit raciale discours na WOII verdween, denken vele mensen vandaag dat stelen een deel van hun cultuur is. Advocaat Vic Van Aelst haalde dit argument aan bij de verdediging van een Romajongen die terecht stond voor herhaalde diefstallen. Misschien zit er een deel waarheid in deze bewering. Doordat Roma zich al eeuwenlang in de marge van de samenleving bevinden, hebben sommige groepen zich ongetwijfeld in leven kunnen houden door te stelen. Nathalie De Mol, die een thesis schreef over beeldvorming rond Roma, beweerde dat Roma anders aankijken tegen privé- Roma zijn vuil en onhygiënisch In talrijke persartikels uit de negentiende en vroege twintigste eeuw worden de Roma beschreven als vuile, zelfs ‘weerzinwekkende’ mensen. Ongetwijfeld zullen deze beschrijvingen voor een groot deel correct zijn geweest, maar dezelfde onhygiënische toestanden kon men ook aantreffen bij de door armoede geteisterde lagere volksklassen uit deze periode. Bovendien was er een groot contrast tussen de burgerlijke opvattingen over hygiëne en de gewoonten van de Roma. Zo vertelt Jan Yoors, een kunstenaar die in de jaren ’30 meereisde met een groep Roms, dat zij voor buitenstaanders onverzorgd overkwamen door hun kleren en hun algemene manier van doen. Men wist echter niets af over het grote belang dat deze groep hechtte aan zuiverheid en reinheid, zowel op symbolisch als op praktisch vlak. Zo Achtergrondinformatie 65 Echo’s ervan klinken tot vandaag door. In 2008 werd een Romakamp in Napels aangevallen door een woedende menigte nadat men geruchten had opgevangen dat een Romavrouw een baby had proberen stelen. In tegenstelling tot de vorige stereotypen heeft dit beeld van Roma geen enkele kern van waarheid. Hier kunnen we spreken van een echte mythe, die enigszins te vergelijken is met de absurde verhalen over Joden die kinderen ontvoerden om hun bloed af te tappen. Waar komen deze vooroordelen vandaan? Fragment uit de Suske en Wiske-strip De Zwarte Zwaan uit 1959. vonden zij het bijvoorbeeld ondenkbaar om een bad te nemen, omdat je dan als het ware in je eigen vuil ligt te weken. Hoe dan ook zijn de Roma nooit van deze beschuldiging afgeraakt. Nog steeds worden zij door veel mensen als vuil en onhygiënisch beschouwd, hoewel zij nog steeds erg gehecht zijn aan hun oude reinheidsvoorschriften. Maar doordat vele Roma in armoede leven, in getto’s of op woonwagenparken in de buurt van afvalterreinen of verontreinigde gebieden, ontstaan er inderdaad problemen met afval en hygiëne – wat dan weer het oude cliché versterkt. Deze problemen hebben opnieuw meer te maken met hun socio-economische positie in de samenleving dan met hun cultuur, die bovendien ook sterk tijd- en plaatsgebonden is. ·· Roma zijn bedriegers en vervalsers en kaartlezen. Op die manier werd de argeloze bezoeker om de tuin geleid en geld afhandig gemaakt. In zekere zin leeft dit beeld nog steeds in de samenleving. Anderzijds staan en stonden zij bekend om concretere gevallen van oplichting. In de jaren ’30 werd enkele keren melding gemaakt van Roma die de ‘wisseltruc’ toepasten: zij betaalden met een briefje van 100 frank bij een handelaar, maar besloten uiteindelijk toch niet over te gaan tot de aankoop, namen het briefje terug en gingen aan de haal met het wisselgeld. Op 23 juli 2009 beschreef het Laatste Nieuws een gelijkaardig scenario: Romavrouwen die met 100 euro betaalden, het geld terugnamen en met het wisselgeld probeerden weg te vluchten. Opnieuw moeten wij hier aanstippen dat dergelijke voorvallen vormen zijn van armoedecriminaliteit van bepaalde groepen. ·· Ook dit is een terugkerend thema. In vroegere tijden werden Roma in verband gebracht met duistere magische praktijken, zoals het voorspellen van de toekomst door handlezen Er zijn verschillende manieren om een verklaring te geven voor vooroordelen tegenover Roma. Een eerste verklaringswijze is sociaal-maatschappelijk. Vooroordelen steken de kop op wanneer de relatie tussen bevolkingsgroepen verstoord wordt. Roma zijn kinderdieven De ‘Zigeunerboef’ die met burgerkindjes aan de haal gaat, is een thema dat heel populair was in de negentiende en vroege twintigste eeuw. Zigeuner stelen kinderen, mijnheer! Afbeelding uit een Franse krant, 1905 Achtergrondinformatie 66 Wanneer de kloof als te diep en onoverbrugbaar wordt beschouwd, ontstaat er een tendens die ‘wij’ contrasteert met ‘de ander’. Bij ‘de ander’ wordt het negatieve uitvergroot, terwijl het positieve niet herkend of gezien wordt. Vooroordelen zijn daarom het sterkst in situaties waar de kloof en wederzijds wantrouwen tussen groepen het grootst is. Ook de visie van de maatschappij op thema’s als assimilatie, integratie en diversiteit hebben een sterke invloed op beeldvorming. Dit verklaart waarom vooroordelen tegenover Roma in bepaalde gebieden sterker zijn dan in andere. In maatschappijen waar veel nadruk gelegd wordt op een sterke nationale identiteit vallen de Roma haast automatisch uit de boot, omdat zij niet in het plaatje zouden passen. Hiermee is een antwoord gegeven op de vraag waarom vooroordelen de kop opsteken in bepaalde situaties. Maar zoals reeds aangegeven vertoont de beeldvorming over Roma aparte kenmerken. Hoewel de intensiteit van de vooroordelen varieert in verschillende situaties, is de aard ervan in zekere zin onveranderd gebleven. ‘De zigeuner’ is een archetype geworden in de samenleving, een archetype dat iedereen herkent en naargelang de omstandigheden een grote invloed uitoefent op het beeld dat mensen over Roma hebben. Een cultuurhistorische analyse kan verklaren hoe dit specifieke beeld over Roma is ontstaan. De grondslagen van deze negatieve kijk op Roma werden gelegd in de 15de eeuw, hooguit enkele decennia na hun aankomst in Europa. Volgens Ian Hancock zijn er meerdere redenen die deze vijandige houding verklaren. Ten eerste vielen de migraties van de Roma samen met de uitbreiding van het Ottomaanse Rijk, waardoor Westerlingen a priori weinig vertrouwen hadden in bevolkingsgroepen uit het Oosten. Ten tweede was in het Christelijke Europa de associatie tussen respectievelijk licht/donker en goed/kwaad diepgeworteld, waardoor mensen met een donkerdere huid haast automatisch gestigmatiseerd werden. Ten derde vermeldt Hancock het feit dat de cultuur van de Roma allesbehalve positief stond tegenover sociale contacten met niet-Roma en zo het wederzijds wantrouwen versterkte. Ten vierde stipt hij aan dat allerhande wetten de Roma uit de samenleving sloten, waardoor zij gedwongen waren zich bezig te houden met beroepen die buiten de marges van de maatschappij vielen, zoals het voorspellen van de toekomst. In tegenstelling tot in Oosterse landen maakten de Europeanen gauw de connectie tussen het voorspellen van de toekomst en het aanwenden van zwarte magie. Ten vijfde beschikten de Roma niet over een eigen staat die hen op politiek, militair, economisch en sociaal vlak kon beschermen. Zo werden zij de ideale zondebokken. Tot slot benadrukt Hancock dat de Roma steeds als de ‘eeuwige ander’ werden bestempeld, wat de identiteit en het saamhorigheidsgevoel van de autochtone bevolking moest versterken. Op die manier kwamen de Roma in een vicieuze cirkel terecht. Door de heersende vooroordelen bleven zij in de marge van de samenleving, waardoor onbegrip en negatieve beeldvorming alleen maar versterkt werden. Tegen de negentiende eeuw was de criminaliserende visie op zigeuners zo ingeburgerd in de Westerse mentaliteit dat zij een heel nieuwe dimensie had aangenomen. De beeldvorming rond Roma ging vanaf dat moment veel dieper dan enkel vooroordelen: de ‘Zigeuner’ was Een Nederlands kinderboek uit 1936. uitgegroeid tot een archetype, een symbool binnen een oeroud cultuurhistorisch concept. Om dit ten volle te begrijpen moeten wij terugkeren in de tijd, millennia voordat er ook maar sprake was van Roma. Op het moment dat de mensheid sedentair werd en er voor het eerst sprake is van ‘civilisatie’ ontstond er een concept dat de relatie van de mens met de hem omringende wereld verklaarde. Het universum werd opgevat als een eeuwige strijd tussen orde en chaos: de goden verdedigden de orde terwijl chaotische krachten waar mogelijk weerwerk boden. De stoffelijke wereld was dan weer een afspiegeling hiervan. De menselijke maatschappij stond voor de orde van de goden, die echter voortdurend bedreigd werd door de woeste en chaotische krachten van de natuur. Een goed mens schaarde zich steeds achter de orde die door de goden was ingesteld. Toch besefte men dat ook de chaos noodzakelijk was: zonder een tegenwerkende kracht zou al het leven stil vallen in Achtergrondinformatie 67 volledige starheid. Het paradigma orde/chaos komt in zowat elke cultuur terug; de oudste vormen ervan manifesteerden zich in de Oudegyptische en Mesopotamische beschavingen. Met de opkomst van het Christendom leefde het oude paradigma voort, al werd het aan enige verandering onderhevig. De orde en de chaos werden in sterkere morele concepten gegoten: Goed en Kwaad. Het Goede werd vertegenwoordigd door God en het ware geloof, terwijl het Kwade gesymboliseerd werd door Satan. Verder werd het koppel licht/donker in sterke mate verbonden met deze concepten. Ook Ian Hancock stipte het belang van deze Christelijke doctrine aan. In zijn analyse van de beeldvorming van ‘Zigeuners’ in Nederlandse kinderboeken uit de 19de en 20ste eeuw toont Jean Kommers overtuigend aan dat Roma werden ingebed in dit oeroude paradigma van Goed en Kwaad. Het zigeunerleven staat voor de chaos, het onrechtvaardige, het satanische en de duisternis. Het burgerleven staat dan weer voor de Goddelijke orde, de rechtvaardigheid en het licht. Deze opposities komen het sterkst naar voor in de verhalen over ‘Zigeuners’ die kinderen roven: door de overgang van het kind van de ordelijke burgersamenleving naar de ‘anti-cultuur’ van de Roma wordt de ongelijkheid tussen ‘ons’ en de ‘Zigeuners’ bevestigd. De eigen cultuur wordt als superieur opgehemeld en de identiteit van de burgers versterkt. Doordat Roma deel zijn gaan uitmaken van een symboliek die diep in onze cultuur is verankerd, is de negatieve beeldvorming over hen heel moeilijk uit te roeien. Steeds opnieuw kunnen de opposities aangewend gehouden doordat de gemiddelde West-Europeaan weinig of nooit in aanraking komt met ‘echte’ Roma. Voorblad van het muziekstuk ‘Romany Rye’ uit 1904. worden om ‘de ander’ te discrimineren en/of af te scheiden van de samenleving. De houding van de nazi’s tegenover de Roma sluit bijvoorbeeld sterk aan bij die cultuurhistorisch verankerde noties. Het archetype van de ‘Zigeuner’ is tot op de dag van vandaag springlevend. Generaties kinderen zijn opgegroeid met deze denkbeelden, op een impliciete of expliciete manier. Dit uit zich o.m. in groot wantrouwen wanneer een rondtrekkende groep Roma in een dorp of stad aankomt en er enkele dagen willen verblijven. Roma worden beschouwd als een bedreiging voor de orde, dus wil men hen er zo snel mogelijk weg. Andere uitingen van onbegrip en wantrouwen tegenover Roma vinden wij terug in de pers: wanneer zij vermeld worden, heeft het in het merendeel van de gevallen te maken met criminele feiten. In talloze gevallen wordt deze armoedecriminaliteit beschreven met pejoratieve termen (bewoordingen die veel terug komen zijn ‘zigeunerbendes’ en ‘zigeunertypes’), die onmiddellijk de oude herkenbare associaties oproepen. De hardnekkigheid van deze associaties worden bovendien in stand In Oost-Europa is de situatie veel erger doordat Roma daar in veel gevallen daadwerkelijk een gesegregeerde bevolkingsgroep vormen, gehaat, gewantrouwd en geminacht. Door de armoedecriminaliteit onder Roma wordt de negatieve beeldvorming alleen maar bevestigd. Ondanks de inspanningen van talrijke organisaties op nationaal en Europees vlak is er dus nog veel werk aan de winkel om de criminaliserende kijk op Roma terug te dringen. IV De romantiserende visie De tweede benaderingswijze is de romantiserende visie. Die ontstond in de 18de eeuw, tijdens de opkomst van de Romantiek. In de context van de industriële revolutie en sociale, politieke en wetenschappelijke omwentelingen ontstond er een tegenbeweging die verlangde naar een fictief verleden waarin alles zuiverder en schoner was. Romantische kunstenaars en schrijvers creëerden in deze periode de idee van de ‘nobele wilde’, onaangetast door de bezoedelde moderniteit. Roma leenden zich in uitstekende mate voor dit concept. Romantische droombeelden van vrijheid, onbezorgdheid en ongebondenheid werden op hen geprojecteerd. In de 19de eeuw schreef men talloze reisverhalen waarin het liederlijke leven van de Roma geïdealiseerd werd. Ook in beeldende kunsten schiep men een romantisch beeld van Roma dat voor ons tot op vandaag onmiddellijk herkenbaar is: een aantrekkelijke, verleidelijke vrouw met kleurrijke rokken, al dan niet aan het dansen op de ‘typische’ zigeunermuziek rond een kampvuur in een woonwagenkamp. De herken- Achtergrondinformatie 68 baarheid van dit cliché is voor een groot deel te danken aan stripverhalen. Doordat stripverhalen de romantiserende kijk op Roma verder zetten, kunnen zij in zekere zin beschouwd worden als de opvolgers van de schilderijen uit de Romantiek. De romantiserende kijk lijkt op het eerste zicht heel positief, maar hierbij horen toch enkele bemerkingen. Ten eerste is de criminaliserende visie altijd dominanter geweest. Concrete beleidsvoering t.a.v. Roma doorheen de geschiedenis werd steeds gevoed door negatieve sentimenten. Ten tweede is de romantiserende kijk niet realistischer dan de criminaliserende. Ook hier worden Roma gebruikt om een bepaald doel te bereiken: het oproepen van een ‘verloren’ vrijheid en onschuld. Ten derde worden Roma vaak stiefmoederlijk behandeld: het zijn ‘naiëve’ mensen, onaangetast door moderniteit, maar daardoor maken zij toch nog deel uit van een primitievere en dus minderwaardige samenleving. Door te verlangen naar het liederlijke leven van de bohémien plaatst de romantische mens zich boven hen. Tot slot kan de romantische kijk perfect samengaan met de criminaliserende. Op het eerste zicht zijn ze contrasterend, maar in de praktijk kunnen vrijheid en ongebondenheid gemakkelijk gecombineerd worden met diefstal en andere dubieuze praktijken. chaotische. Anderzijds worden zij sinds de Romantiek voorgesteld als vrije, onbekommerde en liederlijke individuen, vertegenwoordigers van een verloren onschuld. In beide gevallen vertelt de beeldvorming over Roma meer over onszelf dan over de Roma. Eigenlijk gaat het hier niet over Roma, maar over concepten die zich doorheen de eeuwen in onze geesten gevormd hebben. Onderzoek naar beeldvorming over Roma is in die zin een gelegenheid om aan introspectie te doen en de eigen cultuur en opvattingen aan een kritische blik te onderwerpen. V Conclusie Roma zijn al sinds enkele eeuwen niet meer weg te denken uit de Europese mentaliteitsgeschiedenis. Enerzijds zijn zij in de geesten van de Europeanen geëvolueerd tot het archetype van ‘de ander’: hun cultuur is een anti-cultuur, een bedreiging voor de burgerlijke orde en een vertegenwoordiging van het goddeloze en het Achtergrondinformatie 69 Voetnoten 1http://news.bbc.co.uk/2/hi/europe/6684261.stm 2 MACHIELS, T, Laat maar zitten… Integratie van Roma is een doewoord, Antwerpen-Apeldoorn, Garant, 2009. 3 HANCOCK, I., ‘True Romanies and the Holocaust: A Re-evaluation and an overview’, The Historiography of the Holocaust, New York, 2004, p. 383–396. 4 Een exoniem is een eigen vorm in een taal voor een buitenlandse of anderstalige naam. Bibliografie Terminologie en geschiedenis ASSEO, H., Les Tsiganes: une destinée européenne, Éditions Gallimard, Parijs, 1994. FINGS, K., HEUSS, H en SPARING, F. ed., The gypsies during the Second World War, D. KENRICK vert., 3 dln., University of Hertfordshire Press, Hatfield, 1997. FRASER, A., The Gypsies, Blackwell, Oxford, 1993. GOTOVITCH, J., ‘Enkele gegevens betreffende de uitroeiing van de zigeuners uit België’, Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, 4 (1976), p. 153 -173. HANCOCK, I., Antigypsyism in the New Europe, 1993 (http://www.radoc. net/radoc.php?doc=art_f_bias_antigypsyism&lang=en&articles=true). HANCOCK, I., ‘The roots of antigypsyism: to the Holocaust and after’, G.J. COLIJN en M.S. LITTELL red., Confronting the Holocaust: A Mandate for the 21st Century, University Press of America, Lanham, 1997. p. 19-49. HANCOCK, I., We are the Romani people, University of Hertfordshire Press, Hatfield, 2002. HANCOCK, I., ‘Romani and the Holo- caust: a reevaluation and an overview’, The Historiography of the Holocaust, Palgrave-Macmillan, New York 2004, p. 383-396. HUBERT, M.C., ‘Les réglementations anti-tsiganes en France et en Allemagne, avant et pendant l’occupation’, La revue de l’histoire de la Shoah, 167 (1999), p. 20-52. KENRICK, D., Gypsies: from the Ganges to the Thames, University of Hertfordshire Press, Hatfield, 2004. LEDGARD, J., ‘Europe’s spectral nation’, The Economist (12 mei 2001), p. 29-31. LEWY, G., La persecution des tsiganes par les Nazis, B. FRUMER en H. ASSEO vert., Les Belles Lettres, Parijs, 2003. LIEGEOIS, J.P., Roma in Europe, Council of Europe Publishing, Straatsburg, 2007. MARUSHIAKOVA, E. en POPOV, V., ‘Gypsy /Roma European migrations from 15th century till nowadays’, N. SIGONA red., Proceedings of the international conference “Romani mobilities in Europe: multidisciplinary perspectives, Oxford, 2010. ROSE, R. red., The National Socialist genocide of the Sinti and Roma. Catalogue of the permanent exhibition in the state museum of Auschwitz, Dokumentations- und Kulturzentrum Deutscher Sinti und Roma, Heildeberg, 2003. SCHELTUS, J., Groot-placaetboek, vervattende de placaten, ordonnantien ende edicten van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden [....], deel 4, Den Haag, 1705, p. 509. SEBERECHTS, F., ‘Uit welke reden is het dat wij verjacht worden?’ De vervolging van zigeuners in België in de eerste helft van de twintigste eeuw, SOMA/JMDV, Mechelen, 2008. SIGOT, J., Ces barbelés que découvre l’histoire : un camp pour les Tsiganes... et les autres : Montreuil-Bellay, 1940-1946, Wallada, Châteauneuf-les-Martigues, 2010. STEINBERG, M., ‘Le convoi ‘belge’ des Tsiganes du 15 janvier 1944’, Nouvelle Tribune, nouvelle série, 30 (2002). STEINBERG, M. e.a., Mecheln-Auschwitz 1942-1944, 4 dln., VUB Press, Brussel, 2008-2009. ‘Romani people’, Wikipedia: the free encyclopedia, 29 januari 2012 (http://en.wikipedia.org/wiki/Romani_people) ‘History of the Romani People’, Wikipedia: the free encyclopedia, 29 januari 2012 (http://en.wikipedia.org/ wiki/Romani_people) ‘Porajmos’, Wikipedia: the free encyclopedia, 29 januari 2012 (http://en. wikipedia.org/wiki/Romani_people) ‘Gypsies’, Shoah Resource Center, The International School for Holocaust Studies (http://www1.yadvashem. org/odot_pdf/microsoft%20 word%20-%206324.pdf) ‘Sinti and Roma (“gypsies”): victims of the Nazi era’, Holocaust teacher resource center (http://www.holocaust-trc.org/sinti.htm) Woonwagenbewoners. Roms, Manoesjen en Voyageurs, 2011 (http://www. kruispuntmi.be/thema.aspx?id=589). Roma in Vlaanderen, 2011 (http://www. kruispuntmi.be/thema.aspx?id=589). Beeldvorming DE MOL, N., Onbekend, onbemind? Beeldvorming van ‘zigeuners’ in België in de 19e en 20e eeuw, Ongepubliceerd Masterproefschrift, Universiteit Gent, Vakgroep Geschiedenis, 2010. HANCOCK, I., ‘The roots of antigypsyism: to the Holocaust and after’, G.J. COLIJN en M.S. LITTELL red., Confronting the Holocaust: A Mandate for the 21st Century University Press of America, Lanham, 1997. p. 19-49. HANCOCK, I., We are the Romani people, University of Hertfordshire Press, Hatfield, 2002. Incident Report – Violent Attacks Against Roma in the Ponticelli district of Achtergrondinformatie 70 Naples, Italy, European Union Agency for Fundamental Rights, 2008 (http://fra.europa.eu/fraWebsite/ attachments/Incid-Report-Italy-08_en.pdf) KOMMERS, J., Kinderroof of zigeunerroof? Zigeuners in kinderboeken, Uitgeverij Jan van Arkel, Utrecht, 1993. LEE, R., ‘Myths and facts about Roma factsheet’, Roma Community Centre, 1998 (http://www.romatoronto. org/facts_mythsfacts.html). LIEGEOIS, J.P., Roma in Europe, Council of Europe Publishing, Straatsburg, 2007. MACHIELS T., Laat maar zitten… Integratie van Roma is een doe-woord, Antwerpen – Apeldoorn, Garant, 2009. MACHIELS T., Laat de was maar hangen, Antwerpen – Apeldoorn, Garant, 2002. SEBERECHTS, F., ‘Uit welke reden is het dat wij verjacht worden?’ De vervolging van zigeuners in België in de eerste helft van de twintigste eeuw, Mechelen, SOMA/JMDV, 2008. ‘Vic Van Aelst: “Zigeuners leren van jongs af stelen”’, De Morgen, 7 januari 2011 (http://www.demorgen.be/ dm/nl/989/Binnenland/article/detail/1204775/2011/01/07/VicVan-Aelst-Zigeuners-leren-vanjongs-af-stelen.dhtml). VOS, F., Blauwe haren, zwarte ogen: de Roma-cultuur van binnenuit, Meulenhoff, Amsterdam, 2008. YOORS, J., Wij, Zigeuners, Manteau, Brussel, 1967. YOORS, J., The heroic present. Life among the Gypsies, The Monacelli Press, New York, 2004. fordshire, 2004, p. 39 Afbeelding 2: http://en.wikipedia.org/ wiki/File:Sclavi_Tiganesti.jpg Afbeelding 3: eigen collectie Afbeelding 4: HANCOCK, I., We are the Romani people, University of Hertfordshire Press, Hatfield, 2002. Citaat 1: Slechts weinigen kwamen terug. Sinti en Roma onder het Nationaal-Socialisme, ongepubliceerde uitgave van Trefpunt vzw, Democratie 2000 en Studiecentrum voor de geschiedenis van Racisme vzw, p. 4. Afbeelding 5: http://en.wikipedia.org/ wiki/File:Settela_steinbach.jpg Afbeelding 6: ROSE, R. red., The National Socialist genocide of the Sinti and Roma. Catalogue of the permanent exhibition in the state museum of Auschwitz, Dokumentations- und Kulturzentrum Deutscher Sinti und Roma, Heildeberg, 2003. Citaat 2: Citaat vrij vertaald uit GOTOVITCH, J., ‘Enkele gegevens betreffende de uitroeiing van de zigeuners uit België’, Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, 4 (1976), p. 153. Afbeelding 8: http://www.rue89. com/2009/01/26/en-france-lesgens-du-voyage-sont-pries-decirculer-85606 Afbeelding 9: Suske en Wiske - De Zwarte Zwaan, 1959. Afbeelding 10: http://cent.ans.free.fr/ pj1911/pj108213081911b.htm Afbeelding 11: http://www.iisg.nl/collections/zigeuner/2002-3259-nl. php Afbeelding 12: http://www.utexas.edu/ features/archive/2003/romani. html Verantwoording van afbeeldingen en citaten: Afbeelding 1: KENRICK, D., Gypsies: from the Ganges to the Thames, University of Hertfordshire Press, Hert- Achtergrondinformatie 71