ME SEM ROM - Kazerne Dossin

advertisement
ME SEM ROM
BEELDVORMING
OVER ROMA EN SINTI

1
Colofon
Redactie:
Bram Fauconnier & Marjan Verplancke
Dit pakket werd mogelijk gemaakt door:
de Vlaamse Overheid, departement Onderwijs & Vorming
Met dank aan :
Lien Bauwens, Dirk Beersmans, Kiki Bohets, Andreas de
Boer, Hilde Degol, Anna Dissembergen, Kim Janssens, Lissa
Lagiewka, Ina Van Looy en Sofie Vlekken.
CCLJ, ERIO – European Roma Information Office,
Integratiedienst Leuven, Kruispunt Migratie-Integratie,
Minderhedenforum, Ons Leven Oost-Vlaanderen vzw, Rimo
vzw
(Regionaal
instituut
voor
Maatschappelijk
Opbouwwerk), Roma en Woonwagenbewoners, WIV
Mechelen
Dit zigeunerjongetje is één van de vijftig
Roma die in april 2012 twee maanden
lang onder penibele omstandigheden in
het
Noordstation
van
Brussel
kampeerden. Daarna werden ze
teruggestuud naar Slovakije, Hongarije
en Roemenië.

2
Inhoud
Colofon2
Inhoud3
Toelichting bij het lessenpakket
4
Inleiding4
Doelgroep5
Doelstellingen5
Vakoverschrijdende eindtermen
6
Een overzicht van het lessenpakket
6
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ?
8
Overzicht van de les
8
Invulblaadjes10
Verbetersleutel15
Bijlagen17
Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti
25
Overzicht van de les
25
Invultabel29
Vebetersleutel30
bijlagen31
Verwerkingsopdracht51
Overzicht van de les
51
Achtergrondinformatie54
Terminologie 54
Korte geschiedenis
55
Beeldvorming in heden en verleden 64
Voetnoten70
Bibliografie70
Verantwoording van de afbeeldingen en citaten
71

3
Toelichting bij het lessenpakket
Inleiding
onbestaande.
Op 19 mei 2007 veroorzaakte de president van Roemenië,
Traian Băsescu, een mediarel toen hij een opdringerige
journaliste “een stinkende zigeuner” noemde.1 Dit op het
eerste zicht “kleine” voorval is symptomatisch voor een
ruimere mensenrechtenproblematiek. Talrijke Europese
landen zijn nog allesbehalve in het reine met de Roma en
Sinti op hun grondgebied. Negatieve beeldvorming over
Sinti en Roma is wijdverspreid: er bestaan vandaag de dag
misschien meer hardnekkige vooroordelen en stereotypen
over hen dan over welke andere bevolkingsgroep dan ook.
Het onderliggende probleem is het gebrek aan verbindingen2 tussen de leefwereld van de ‘gadgé’ en die van de
Roma en Sinti. Alles begint met de school, aangezien de
school één van de voornaamste plaatsen is waar sociale
verbindingen tot stand komen. Leerlingen van Roma of
Sinti-afkomst hebben het vaak moeilijker om aansluiting te
vinden bij de heersende schoolcultuur. Om diverse redenen zien de ouders er vaak het nut niet van in om hun kinderen naar een ‘burger’school te sturen. Leerlingen die wel
naar school gaan, krijgen te maken met een ander taalgebruik, met andere informele gedragsregels,... en voelen zich
zelden thuis. Wie uitvalt op school zal later minder kansen
krijgen op de arbeidsmarkt. Zo rijgt men de ene maatschappelijke kwetsuur aan de andere. Zo blijven de verbindingen met de omringende maatschappij broos of zelfs
Vooroordelen over Roma en Sinti en Antiziganisme zijn
allesbehalve nieuwe fenomenen. Hun geschiedenis is een
aaneenschakeling van maatschappelijke uitsluiting en veel
erger. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden naar schatting tussen 220 000 en 1 500 000 Roma en Sinti het
slachtoffer van de raciale vervolgingen door de nazi’s.3
Vanuit de Mechelse Dossinkazerne werden 352 Roma en
Sinti naar Auschwitz gedeporteerd. Deze vervolgingen, die
door de Roma Porajmos (‘het grote verslinden’) wordt genoemd, vormt een droef hoogtepunt van een eeuwenoude
haat tegen een bevolkingsgroep waar de gemiddelde burger vandaag de dag nog altijd weinig of niet van afweet.
Dit lessenpakket ontrafelt de perceptie van Roma en
Sinti in de Europese cultuur, om zo een poging te doen om
het misprijzen, de discriminatie en de vervolgingen waar zij
al eeuwen onder lijden te verklaren. Tegelijk ontdekken de
leerlingen een meer genuanceerd beeld van een zeer diverse etnisch-culturele minderheid die al 600 jaar onlosmakelijk verbonden is met de Europese geschiedenis. Op
die manier trachten we bij te dragen tot sensibilisering van
de maatschappij en tot outreaching richting Roma en Sinti.
Onderwijs en vorming hebben hierin een cruciale rol te
spelen. Dit lessenpakket wil een schuchtere eerste stap
zetten in de richting van meer verbondenheid tussen Roma
en niet-Roma.
Een verwarrende terminologie
Een steeds terugkerend probleem
betreft de naamgeving van de
etnisch-culturele minderheid die men
in de volksmond ‘Zigeuners’ noemt.
Deze term wordt echter als pejoratief
ervaren, waardoor het gebruik te
mijden is. In de realiteit zijn er veel
verschillende groepen. In Vlaanderen
maakt men het volgende onderscheid:
-De Sinti of Manoesjen: vertoeven al
sinds de 15de eeuw in onze streken.
-De Roms: op het einde van de 19de en
aan het begin van de 20ste eeuw
vanuit Oost-Europa naar onze streken
getrokken.
-Voyageurs: vallen eigenlijk niet onder
de noemer ‘Zigeuners’, maar worden
er soms wel mee verward omdat zij in
woonwagens wonen. Het gaat hier om
autochtone Belgen die er sinds
generaties
een
rondtrekkende
levenswijze op na houden. In
Vlaanderen worden Manoesjen, Roms
en
Voyageurs
met
de
gemeenschappelijke
term
Woonwagenbewoners aangeduid.
-De Roma: In feite dezelfde groep als
de Roms. Een onderscheid dient zich
echter aan om de volgende reden:
waar de Roms honderd jaar geleden
naar hier kwamen en nog steeds een
nomadische cultuur hebben, migreren
de Roma maar sinds de jaren ’60 naar
het Westen. De Roma wonen in huizen
en appartementen. Hun situatie is
zeer verschillend van die van de Roms.
-De Gitanos: wonen op het Iberische
schiereiland. Sterk beïnvloed door de
Arabische, Andalusische en Spaanse
cultuur.
De laatste decennia maken de
Europese beleidsvoerende instanties
gebruik van de overkoepelende term
Roma om al deze groepen aan te
duiden. Nochtans wensen vele
groepen, waaronder de Sinti, niet
onder deze benaming te vallen. Wij
zullen daarom in de mate van het
mogelijke gebruik maken van de term
Roma en Sinti om zo tegemoet te
komen aan de belangrijkste groepen
binnen
deze
etnisch-culturele
minderheid. Waneer deze tweedeling
niet
gebruikt
kan
worden
(bijvoorbeeld in bepaalde historische
omstandigheden, wanneer er van die
tweedeling geen sprake was) zullen
wij
teruggrijpen
naar
de
overkoepelende term Roma.
Toelichting bij het lessenpakket
4
Doelgroep
Dit lessenpakket is in de eerste plaats gemaakt voor
leerlingen van de derde graad SO. Herinneringseducatie
veronderstelt namelijk een bepaalde basiskennis, een aantal vaardigheden en een zekere “emotionele rijpheid”.
Leerkrachten die met jongere leerlingen rond dit onderwerp willen werken, kunnen evenwel een aangepast traject
volgen. Hierbij kan meer aandacht besteed worden aan
specifieke thema’s zoals de cultuur en geschiedenis van de
Roma en Sinti en de hedendaagse problematiek van migratie, onverdraagzaamheid, enz.
Verder zijn zowel de voorbereidende lessen als de
workshop in het museum het meest geschikt voor leerlingen uit ASO en TSO. Leerlingen uit het BSO en DBSO zullen
er zich waarschijnlijk in mindere mate door aangesproken
voelen. Voor deze doelgroep heeft Kazerne Dossin een
apart lessenpakket uitgewerkt.
Doelstellingen
I
Kennis en inzicht
De leerlingen:
·· Begrijpen dat de Roma uit verschillende groepen bestaan. Zij kunnen enkele van de belangrijkste groepen
aanstippen en enkele onderlinge verschillen noemen;
·· Weten dat de Roma en Sinti uit India afkomstig zijn,
maar al eeuwenlang in Europa leven en er onlosmakelijk
mee verbonden zijn;
·· Weten dat de muziek van de Roma en Sinti heel divers is
en dat er een wisselwerking bestond en bestaat met de
Europese culturen;
·· Begrijpen dat Roma en Sinti al eeuwenlang vervolgd of
gediscrimineerd worden, en dat hun situatie vandaag
nog steeds problematisch is;
·· Begrijpen dat er verbanden zijn tussen de vervolgingen
en stigmatisering in heden en verleden, maar hebben
ook oog voor de verschillen die te maken hebben met
elke specifieke context;
·· Begrijpen dat antiziganisme in alle lagen van de bevolking aanwezig is, niet het minst in de politiek;
·· Herkennen de belangrijkste vooroordelen en clichés
die over Roma en Sinti heersen;
·· Herkennen de ambiguïteit die de huidige beeldvorming
van Roma en Sinti kenmerkt: enerzijds is er het romantiserende en anderzijds is er het criminaliserende beeld;
·· Weten dat stereotypen over Roma en Sinti al heel oud
zijn maar ook tot op de dag van vandaag algemeen ver-
··
spreid zijn;
Weten dat de stereotypen over Roma en Sinti in diverse
vormen van populaire cultuur terugkomen: strips, films,
kinderboeken, schilderijen, tekeningen,...
II Vaardigheden
De leerlingen:
·· Kunnen zelfstandig informatiebronnen analyseren en
er informatie uit halen;
·· Kunnen deze informatie op een heldere manier weergeven voor het publiek van de eigen klas en kunnen
hiervoor traditionele en creatieve vormen en middelen
hanteren;
·· Kunnen actualiseren door historische gebeurtenissen
en ontwikkelingen op een genuanceerde manier op het
heden betrekken.
·· Kunnen op een volwassen manier met elkaar in discussie treden; zij kunnen hun standpunt helder verwoorden en tonen respect voor de meningen van anderen.
III Attitudes
De leerlingen:
·· Tonen interesse voor overblijfselen uit het verleden en
voor de actuele samenleving;
·· Hebben een open geesteshouding ten aanzien van de
historische en actuele situatie van de Roma en Sinti;
·· Aanvaarden dat historische evoluties een verscheidenheid aan sociale identiteiten genereren;
·· Gaan op een kritische manier om met de vervolging en
discriminatie van Roma en Sinti in heden en verleden;
·· Begrijpen de gevaren van stigmatisering en etnische
stereotypering;
·· Hebben oog voor de manipulatie van beelden en kunnen bedrieglijke informatie doorprikken;
·· Staan open voor verschillen tussen mensen en levensopvattingen;
·· Overstijgen veralgemeningen en ontwikkelen een genuanceerde blik door oog te hebben voor het individu
met zijn/haar persoonlijk verhaal.
·· Zijn gemotiveerd om na te denken over oplossingen om
bruggen te slaan tussen beide gemeenschappen (bvb
sensibilisering, scholarisatie, …)
Voor andere attitudes, zie de vakoverschrijdende eindtermen hierna.
Toelichting bij het lessenpakket
5
Vakoverschrijdende eindtermen
Dit lessenpakket is ingebed in en vertrekt vanuit enkele
vakoverschrijdende eindtermen zoals die in 2010 door het
ministerie van onderwijs geformuleerd zijn. De focus ligt op
diversiteit, gekoppeld aan wereldburgerschapeducatie.
Context 3: Sociorelationele ontwikkeling
De leerlingen:
6 doorprikken vooroordelen, stereotypering, ongepaste
beïnvloeding en machtsmisbruik;
9 zoeken naar constructieve oplossingen voor conflicten.
Context 4: Politiek-juridische samenleving
De leerlingen:
3 tonen het belang en dynamisch karakter aan van
mensen- en kinderrechten;
5 tonen aan dat het samenleven in een democratische
rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten die
gelden voor burgers, organisaties en overheid;
7 illustreren de rol van de media en organisaties in het
functioneren van ons democratisch bestel;Vakoverschrijdende eindtermen
Dit lessenpakket is ingebed in en vertrekt vanuit enkele
vakoverschrijdende eindtermen zoals die in 2010 door het
ministerie van onderwijs geformuleerd zijn. De focus ligt op
diversiteit, gekoppeld aan wereldburgerschapeducatie.
Context 3: Sociorelationele ontwikkeling
De leerlingen:
·· 6 doorprikken vooroordelen, stereotypering, ongepaste
beïnvloeding en machtsmisbruik;
·· 9 zoeken naar constructieve oplossingen voor conflicten.
Context 4: Politiek-juridische samenleving
De leerlingen:
·· 3 tonen het belang en dynamisch karakter aan van
mensen- en kinderrechten;
·· 5 tonen aan dat het samenleven in een democratische
rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten die
gelden voor burgers, organisaties en overheid;
·· 7 illustreren de rol van de media en organisaties in het
functioneren van ons democratisch bestel;
·· 10 illustreren hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft en rekening houdt met ideeën,
standpunten en belangen van verschillende betrokkenen;
·· 12 tonen het belang aan van internationale organisaties en instellingen;
·· 13 geven voorbeelden die duidelijk maken hoe de mon-
dialisering voordelen, problemen en conflicten inhoudt
Context 7: Socioculturele samenleving
De leerlingen:
·· 1 beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen;
·· 2 gaan constructief om met verschillen tussen mensen
en levensopvattingen;
·· 4 trekken lessen uit historische en actuele voorbeelden
van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie;
·· 5 geven voorbeelden van de potentieel constructieve
en destructieve rol van conflicten;
·· 6 gaan actief om met de cultuur en kunst die hen omringen.
Een overzicht van het lessenpakket
I
Twee voorbereidende lessen in de klas
Om de leerlingen voor te bereiden op hun bezoek aan het
museum heeft Kazerne Dossin twee voorbereidende lessen uitgewerkt die u, als u dat wenst, in uw klas kunt organiseren. Hoe dan ook raden wij deze lessen sterk aan om de
leerlingen zo goed mogelijk te oriënteren op het onderwerp. De meeste leerlingen weten namelijk weinig tot niets
over Roma en Sinti.
De rode draad doorheen het hele lessenpakket is de
beeldvorming van Roma en Sinti in heden en verleden, en
de vervolgingen en discriminatie die er het gevolg van zijn.
Vooral tijdens de workshop in het museum zal uitgebreid
ingegaan worden op de beeldvorming, zowel in heden en
verleden als bij de leerlingen zelf. In de eerste les zullen de
leerlingen echter al ingeleid worden op deze probleemstelling: welk beeld heerst er over Roma en Sinti, en is dit
beeld correct? In het begin van de les zullen zij hun eigen
vooroordelen en associaties kunnen weergeven om die dan
tijdens het lessenpakket te toetsen aan de realiteit.
De eerste les is een algemene introductie op het onderwerp. Deze les is niet alleen geschikt voor het vak geschiedenis, maar ook voor Nederlands, aardrijkskunde, levenbeschouwelijke vakken e.d.
De tweede les is verdiepend en doet beroep op historische vaardigheden. De leerlingen gaan in op historische
voorbeelden van vervolgingen van Roma en Sinti en onderzoeken ook de actuele problematiek in Europa. Wegens het
verdiepende en historische karakter is deze les zeker geschikt voor het vak geschiedenis.
Toelichting bij het lessenpakket
6
II Een thematische rondleiding doorheen
de permanente tentoonstelling
van Kazerne Dossin
Wanneer de leerlingen naar het museum komen, kunnen zij
allereerst een aangepaste rondleiding doorheen de permanente tentoonstelling volgen, waarbij de focus op de
vervolging van Sinti en Roma tijdens WOII ligt. Deze rondleiding dient als opstapje naar de workshop in één van de
educatieve ruimtes van Kazerne Dossin. Hier wordt de probleemstelling al geformuleerd: welk beeld heerst er over
Roma en Sinti dat er voor zorgt dat sommigen hen niet
eens meer als mensen gaan beschouwen? En waar komt dit
beeld vandaan?
III Een workshop in een educatieve ruimte
van Kazerne Dossin
De workshop vormt de kern van het lessenpakket. Waar de
voorbereidende lessen de leerlingen moest voorzien van
de nodige achtergrondinformatie, zal de workshop hen de
kans bieden om dieper in te gaan op de heersende clichés
en vooroordelen rond Roma en Sinti. De leerlingen zullen
hierbij begeleid worden door een medewerker van de educatieve dienst van Kazerne Dossin.
De workshop bestaat uit drie delen:
·· Het eerste deel dient als introductie: de leerlingen worden opnieuw georiënteerd op het onderwerp door middel van de flap met vooroordelen die zij in de eerste
voorbereidende les hebben opgesteld.
·· In het tweede deel onderzoeken de leerlingen hoe zij
die vooroordelen hebben verworven. Zij gaan aan de
slag met verschillende documenten uit de ‘populaire
cultuur’ waarin Roma en Sinti steeds op een specifieke
manier ten tonele worden gevoerd: strips, films, krantenartikels, kinderboeken, liedjes, schilderijen, tekeningen,...
·· In het derde en laatste deel zullen de leerlingen in contact komen met informatie die de vooroordelen weerleggen of nuanceren. De verworven inzichten en nuances passen zij toe in enkele opdrachten.
IV Een reflectieopdracht
Het laatste deel van het lessenpakket is een reflectieopdracht die u met uw leerlingen in de klas kunt organiseren.
De leerlingen blikken terug op wat ze geleerd hebben door
er op een creatieve manier een SWOT-analyse op toe te
passen.
Toelichting bij het lessenpakket
7
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ?
Overzicht van de les
Inhoud
In deze eerste les maken de leerlingen kennis met de Roma en Sinti. In een groepswerk komen verschillende
elementen aan bod: de afkomst van de Roma en Sinti, hun muziek, de grote diversiteit aan groepen, etc.
Duur
50 minuten
Werkvorm
Groepswerk
Praktisch
De werkruimte wordt in zes ‘eilanden’ van tafels georganiseerd. Er zijn drie thema’s die op deze zes tafels
behandeld worden, dus er zijn steeds twee tafels met hetzelfde thema.
Thema 1: de Indische afkomst van de Roma en Sinti en hun migraties
Thema 2: de verschillende groepen Roma
Thema 3: de muziek van de Roma en Sinti
De leerlingen worden in zes groepen verdeeld. Elke groep begint aan een aparte tafel. De leerlingen krijgen 10 minuten tijd aan elke tafel, waarna er doorgeschoven wordt naar een ander thema.
Op het einde van de les moet elke groep de drie thema’s bezocht hebben.
Benodigdheden
Inzet:
Grote flap papier
Groepswerk:
Invulblaadjes, 1 exemplaar per leerling
Verbetersleutel
Thema 1:
·· Taaltabel
·· Kaart van de migraties van de Roma en Sinti
·· Krantenkoppen
·· Foto’s van oude beroepen
Thema 2:
·· Identificatiefiches van de verschillende groepen Roma
Thema 3:
·· 1 PC met internettoegang per 2 leerlingen
Doelstellingen
Kennis en inzicht
De leerlingen:
·· begrijpen dat de Roma en Sinti uit verschillende groepen bestaan. Zij kunnen enkele van de belangrijkste groepen aanstippen en enkele onderlinge verschillen noemen.
·· weten dat de Roma en Sinti uit India afkomstig zijn, maar al eeuwenlang in Europa leven en er onlosmakelijk mee verbonden zijn;
·· weten dat de muziek van de Roma en Sinti heel divers is en dat er een wisselwerking bestond en bestaat met de Europese culturen.
Vaardigheden
De leerlingen:
·· kunnen diverse primaire en secundaire bronnen herkennen, analyseren en er de nodige informatie uit
halen. Zij kunnen historische en algemene vaardigheden toepassen op uiteenlopende bronnen;
·· kunnen verbanden leggen tussen heden en verleden. Zij kunnen de continuïteit van bepaalde fenomen herkennen maar hebben ook oog voor veranderingen die zich in de loop van de tijd manifesteren;
Attitudes
De leerlingen:
·· tonen interesse voor overblijfselen uit het verleden en voor de actuele samenleving;
·· hebben een open geesteshouding ten aanzien van de historische en actuele situatie van de Roma en
Sinti;
·· aanvaarden dat historische evoluties een verscheidenheid aan sociale identiteiten genereren. Zo
ontwikkelen zij een meer genuanceerd en individualiserend beeld t.a.v. Roma en Sinti.
Aanbevolen werken en
artikels
··
··
··
··
KENRICK, D., Gypsies: from the Ganges to the Thames, University of Hertfordshire Press, Hatfield,
2004.
LIEGEOIS, J.P., Roma in Europe, Council of Europe Publishing, Straatsburg, 2007.
Woonwagenbewoners. Roms, Manoesjen en Voyageurs, 2011 (http://www.kruispuntmi.be/thema.aspx?id=589).
Roma in Vlaanderen, 2011 (http://www.kruispuntmi.be/thema.aspx?id=589).
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ?
8
Inzet (10 minuten)
Conclusie (10 minuten)
Alvorens het groepswerk te starten moeten de leerlingen
zich eerst oriënteren op het onderwerp. Dat doen we door
een kort associatiespel.
Op het einde van de les kan de leerkracht de antwoorden
klassikaal overlopen. De drie thema’s worden als volgt samengevat:
De leerkracht vertelt de leerlingen dat er gewerkt zal
worden rond het onderwerp ‘Roma en Sinti’. Hij vraagt de
leerlingen of ze een ander woord voor ‘Roma en Sinti’ kennen. Waarschijnlijk zal iemand het in verband brengen met
het woord ‘zigeuners’. De leerkracht vertelt kort dat ‘zigeuners’ eigenlijk een incorrect woord is dat de Roma als beledigend ervaren. ‘Roma en Sinti’ is juister omdat dit de echte
namen zijn van de twee belangrijkste groepen van
‘Zigeuners’.
··
De leerkracht vraagt nu aan de leerlingen waar zij aan
denken bij het woord ‘Roma’, ‘Sinti’ of ‘Zigeuners’. Welk
beeld hebben zij van deze bevolkingsgroep? Wat associëren zij met hen? De leerkracht noteert kernwoorden op een
grote flap papier die aan het bord bevestigd is. Zoveel mogelijk vooroordelen worden zo verzameld.
De leerkracht vertelt nu de probleemstelling aan de
leerlingen: klopt dit beeld wel? Wat is correct en wat
niet? Dat zullen wij in dit project onderzoeken.
Nu kan de les van start gaan. In deze eerste les zullen al
enkele clichés sneuvelen. De leerlingen zullen zien dat de
Roma en Sinti een heel diverse bevolkingsgroep vormen
die we niet zomaar over één kam mogen scheren.
··
··
Thema 1: Roma en Sinti komen oorspronkelijk uit India.
Door hun eeuwenlange aanwezigheid in Europa zijn zij
onlosmakelijk met de Europese samenlevingen verbonden.
Thema 2: Roma en Sinti bestaan uit heel veel verschillende groepen met aparte kenmerken. Wij moeten er
ons voor hoeden hen over één kam te scheren.
Thema 3: Roma en Sinti zijn bekend bij het grote publiek door hun muziek. Deze muziek kent echter heel
veel varianten, maar er zijn nog gemeenschappelijke
kenmerken. Hun muziek is beïnvloed door de Europese
culturen, maar heeft ook zelf veel invloed uitgeoefend
op die culturen.
Tot slot wordt de flap met de vooroordelen er weer
bij genomen. De leerkracht overloopt met de leerlingen
welke clichés er al gesneuveld zijn en welke nog onbeantwoord blijven. Dit is een cliffhanger naar de workshop in
het museum.
Opmerking
Bewaar de flap goed. Hij zal dienen als introductie bij de
workshop.
Groepswerk (30 minuten)
Na de inleiding gaan de leerlingen zelf aan de slag. Aan de
hand van werkblaadjes komen zij aan drie werktafels meer
te weten over de Roma en Sinti. Het eerste thema handelt
over de oorsprong en de migraties van de Roma en Sinti. In
thema 2 ontdekken de leerlingen dat de Roma en Sinti uit
veel verschillende groepen bestaan. In thema 3 kunnen de
leerlingen de muziek van de Roma en Sinti ontdekken.
Opmerking
Zie bijlage voor de gebruikte bronnen, de werkblaadjes en de
verbetersleutel.
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ?
9
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Invulblaadjes
Thema 1: oorsprong en migratie van
de Roma en Sinti
I
Waar komen ze vandaan?
Toen de eerste Roma en Sinti in de late middeleeuwen
in Europa verschenen, was het voor de Europeanen een
groot mysterie waar zij vandaan kwamen. Pas in de
18de eeuw konden geleerden de oorsprong van de
Roma en Sinti achterhalen. Hoe kwamen zij daar achter? Kijk hiervoor naar de tabel van bron 1.
1. Op deze tabel zien jullie de getallen 1 tot 10 in vier
talen opgelijst. De eerste kolom is Nederlands, de tweede is Romanés, de taal van de Roma. De twee laatste
kolommen zijn Sanskriet en Hindi. Waar komen de talen
Sanskriet en Hindi vandaan?
_____________________________________________________________
2. Vergelijk de getallen met elkaar. Wat merk je op?
Welke talen lijken het meest op elkaar?
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
3. Wat kan je hieruit besluiten? Uit welk land zijn de
Roma en Sinti oorspronkelijk afkomstig?
_____________________________________________________________
5. In welke periode kwamen de Roma in Roemenië
aan? En wanneer in West-Europa (Duitsland, Frankrijk...)?
Roemenië: ________________________________________________
West-Europa: ____________________________________________
Zo zien we dat de Roma en Sinti al heel lang in onze
streken vertoeven. De Roma en Sinti zijn Europeanen
en zijn onlosmakelijk verbonden met de Europese
samenleving.
6.Neem bron 3 er bij. Kan je aan het uiterlijk van de
Europese Roma en Sinti nog zien dat zij uit India komen,
vind je?
О Ja
О Nee
О Soms
II Waarom zijn ze vetrokken?
1. Nu kunnen we ons afvragen waarom de Roma en
Sinti vertrokken zijn uit India. Hier is niemand zeker van.
Toch is het mogelijk om enkele redenen te bedenken.
We kunnen de vergelijking maken met de vluchtelingen
van vandaag, uit Afrika bijvoorbeeld. Kan je enkele redenen geven waarom mensen vluchten of migreren?
4. Neem er nu bron 2 bij. Hier zie je een kaart met de
migraties van de Roma en Sinti. Noem vijf hedendaagse
landen waar de Roma en Sinti zijn doorgereisd.
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Invulblaadjes
10
III Waarom trekken sommigen nog rond?
De meeste Roma en Sinti zijn vandaag de dag sedentair
geworden: zij trekken niet meer rond. Toch zijn er nog
enkele groepen die zijn blijven reizen. Waarom eigenlijk?
1. Een eerste reden vinden jullie in bron 4. Lees de
krantenkoppen: waarom blijven veel groepen rondtrekken?
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
2. Een tweede reden vind je in bron 5. Hier staan foto’s van beroepen die in het verleden vaak door Roma
en Sinti werden beoefend.
Welke beroepen zie je hier afgebeeld?
Foto 1: _____________________________________________________
Foto 2: _____________________________________________________
Where is Roma truth? – Rasim Sejdic
Where is Roma truth?
For as long as I can remember
I have travelled the world with my tent.
I am looking for love and affection,
For truth and good fortune.
I have grown old on the road,
I have not found true love,
I have not heard a true word.
Where is Roma truth?
Foto 3: _____________________________________________________
Foto 4: _____________________________________________________
3. Wat hebben deze beroepen met elkaar gemeen?
Hoe kunnen zij verklaren dat veel Roma en Sinti bleven
rondreizen?
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
We kunnen besluiten dat het rondreizen voor veel Roma
en Sinti historisch gegroeid is. Het is deel gaan uitmaken van hun cultuur, wat mooi verwoord wordt in dit gedicht:
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Invulblaadjes
11
Thema 2: groepen
Culturele kenmerken
(Noem er 2 à 3)
Taal
In onze streken
aanwezig? Zo ja, vanaf
wanneer?
Woonplaats vandaag (landen)
Land van herkomst
Manoesjen / Sinti
Rom
Roma
Gitanos
Roma en Sinti zijn de twee belangrijkste groepen van mensen die wij ‘Zigeuners’ noemen. Er zijn echter ook nog andere groepen. Op deze tafel komen jullie meer over hen te
weten. Lees alle informatie en vul de tabel aan.
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Invulblaadjes
12
Thema 3: muziek
In dit onderdeel zullen jullie kort kennismaken met de
muziek van de Roma en Sinti. Doorheen hun lange reizen vanuit India heeft deze muziek vele veranderingen
ondergaan. De verschillende groepen Roma en Sinti namen de muzikale tradities over van de landen waar zij
verbleven of doorheen reisden, en op hun beurt oefenden zij met hun muziek een grote invloed uit op de cultuur van die landen. Ondanks de grote verschillen tussen de verschillende soorten ‘zigeunermuziek’ zijn er
toch bepaalde kenmerken die gemeenschappelijk zijn
gebleven.
1. Ga op internet en surf naar www.youtube.com/
watch?v=-B4aom3IaBQ&feature=related. Bekijk het
filmfragment vanaf 5:50 tot 8.23. Hier maken we kennis met een traditionele stam die verwant is aan de
Roma en Sinti in Europa.
2. Waar zijn deze beelden gemaakt, denk je?
5.
Welke dans- en muziekvorm zien we hier?
_____________________________________________________________
6. Uit welk land komt deze dans- en muziekvorm,
denk je?
_____________________________________________________________
7. Weinig mensen weten nog dat deze muziek en
dans uitgevonden zijn door de Gitanos (Spaanse ‘Zigeuners’). De traditionele Indische muziek en dans
hebben zij vermengd met Arabische en Andalusische
elementen. Vind je enkele gelijkenissen met de Indische
dans uit het eerste filmpje?
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
3. In de eerste seconden van het filmpje insinueert
de cineast dat het gevoel voor ritme van de Roma en
Sinti op een bepaalde manier ontstaan is. Op welke manier is dat?
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
Zo zien we dat de hedendaagse muziek uit India nog
heel wat gemeen heeft met de muziek van de Gitanos
die duizend jaar geleden geëmigreerd zijn naar Spanje.
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
De muziek van de Roma en Sinti kent echter nog veel
andere vormen. In België werd in 1910 een van de
grootste Sinti-muzikanten geboren. Surf naar www.
youtube.com.
Welke soort muziekinstrumenten herken je? (Bv. Percussie, snaarinstrumenten, koperblazers, zang,…)
8. Surf naar nl.wikipedia.org en zoek informatie over
hem op. Tot welke groep van ‘zigeuners’ behoort hij?
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
9.
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
_____________________________________________________________
Naar welke stijl gaat zijn voorliefde uit?
4. Surf nu naar www.youtube.com/watch?v=xqxJMCQxb_Q en bekijk het filmpje van 0:00 tot 2:00.
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Invulblaadjes
13
10. Hoe heet de stijl die hij zelf ontwikkelde?
_____________________________________________________________
Deze muziek illustreert goed hoe de muziek van de Sinti en Roma andere invloeden, zoals de jazz, overnam en
er zelf enorm veel invloed op ging uitoefenen – Reinhardt wordt namelijk beschouwd als een van de grootste jazzmuzikanten ooit.
Ook vandaag de dag blijft de muziek van de Roma populair. Zo zijn er kleine groepjes die in café’s optreden.
Andere groepen worden bekender en breken internationaal door. Een voorbeeld hiervan is Taraf De Haïdouks
uit Roemenië.
11. Surf naar http://www.youtube.com/watch?v=loZd4dPow4A&feature=related en luister een stukje van
het muziekstuk.
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Invulblaadjes
14
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Verbetersleutel
Thema 1: oorsprong en migratie van
de Roma en Sinti
I
Waar komen ze vandaan ?
Thema 3: muziek
1.India
2.
Door het geluid van werktuigen
1.India
3.
Percussie, snaarinstrumenten, cimbalen, zang
2.
Romanés, Sanskriet en Hindi lijken heel erg op
elkaar.
4.Flamenco
3. India
5.Spanje
4. India, Pakistan, Iran, Irak, Turkije,...
5.
Roemenië: 1380
West-Europa: begin 15de eeuw
6.
Soms. Bij vele Roma kan je het helemaal niet meer zien. Bij sommigen zie je wel dat ze donkerdere haren, ogen en huidskleur hebben, zoals in het geval van Victoria Mohacsi. Maar er zijn evengoed Roma met blond haar.
II Waarom zijn ze vertrokken ?
6. Armbewegingen, Zwierige rokken, Ritme, Voetenbewegingen
7.
Django Reinhardt
8.
Contrabas, gitaren, viool.
Het zijn snaarinstrumenten.
9.
Tot de Sinti of de Manoesjen (Manouche)
10.Jazz
11. Gypsy Jazz of Jazz Manouche
1. Op de vlucht voor oorlog, discriminatie en/of racisme, hongersnood, armoede, ziektes; op zoek naar
een beter leven: jobkansen, onderwijs, onderdak,...
III Waarom trekken sommigen nog rond ?
1. Ze zijn nergens welkom en worden overal ver
jaagd.
2.
Foto 1: messenslijper
Foto 2: Ketellapper
Foto 3: circusartiest (berentemmer)
Foto 4: paardenhandelaar
3.
Deze beroepen kan je niet op één vaste plaats uit
oefenen. Je moet er voor rondreizen.
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Verbetersleutel
15
Culturele kenmerken
(Noem er 2 à 3)
Taal
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Verbetersleutel
··
··
··
Rom
Roma
Gitanos
Arabische kenmerken,
bv. In muziek en taal
Invloed op de Spaanse
cultuur
Muziek en dans: de Flamenco
Caló, Spaans
Niet in onze streken. Vanaf
15de eeuw in Spanje.
Spanje, Portugal,
Zuid-Frankrijk
India
··
Veel
verschillende
groepen
··
Sedentair: wonen in appartementen maar ver··
huizen wel veel
Romanés, Oost-Europese
talen
Ja, vanaf eind 20ste, begin
21ste eeuw
Vooral Oost-Europa, maar
migreren naar West-Europa
India
Traditionele levensstijl:
··
kleren
Trekken rond, vooral in
··
de zomer
Belang van familiale
banden
Romanés en de taal van
hun land
Ja, vanaf het einde van de
19de eeuw
België, Nederland, Frankrijk,
Duitsland
India
Wonen in woonwagens
··
op
familieterreinen,
maar trekken niet meer
··
rond
Over het algemeen
··
goed geïntegreerd
Muzikale traditie
Manoesj en de taal van hun
land
Ja, vanaf de 15de eeuw
België, Nederland, Frankrijk,
Duitsland
Woonplaats vandaag (landen)
In onze streken
aanwezig? Zo ja, vanaf
wanneer?
India
Land van herkomst
Manoesjen / Sinti
Thema 2: groepen
Roma en Sinti zijn de twee belangrijkste groepen van mensen die wij ‘Zigeuners’ noemen. Er zijn echter ook nog andere groepen. Op deze tafel komen jullie meer over hen te
weten. Lees alle informatie en vul de tabel aan.
16
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen
Thema 1
Bron 1: Taaltabel
Nederlands
Romanés
Sanskriet
Hindi
Één
Ekh
Ekam
Ek
Twee
Duj
Dve
Do
Drie
Trin
Trīņi
Tīn
Vier
Štar
Catvari
Cār
Vijf
Pandž
Pañca
Pāñc
Zes
Šov
șaț
Che
Zeven
Ifta
Sapta
Sāt
Acht
Oxto
Așțau
Āţh
Negen
Inja
Nava
Nau
Tien
Deš
Daśa
Das
Bron 2: de migraties van Roma en Sinti
Uit: KENRICK, D., Gypsies: from the Ganges to the Thames, University of
Hertfordshire Press, Hertfordshire, 2004, p. 39
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen
17
Bron 3: Roma en Sinti, verbonden met Europa
Zoni Weisz, een Nederlandse Sinto. http://historiek.net/woii/zoniweisz-over-de-moord-op-500000-sinti-en-roma-5440
Victoria Mohacsi, van Roma-afkomst en voormalig lid van het Europees
Parlement. http://romania.indymedia.org/en/2008/11/2859.shtml
Rom-meisje op het woonwagenterrein van Leuven
Juan de Dios Ramírez Heredia, Spaans politicus van Gitano-afkomst.
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen
18
Bron 4: Krantenkoppen
ouden
nh
s buite
r
e
n
u
e
zig
t moet
h
c
a
r
Gent”
G
“
za 30/0
7/20
://dere
11, http
dactie.b
e/cm/vrt
n
stvlaand
gio/oo
ieuws/re
eren/1.1
in
077913
“ZIGEUNERS M
OETEN WEG B
IJ FLANDERS
EXPO”
(Het journaal
1 - 27/07/11)
“Laatste zigeuners verlaten Evergem”
di 26/04/2011 http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/regio/oostvlaanderen/1.1010872
“Roma
’s moe
ten te
r
vr 06/
08/20
10 htt
p://de
re d a c
tie.be
/cm/v
rein in
rtnieu
ws/bu
Frankr
ijk
itenla
nd/1.8
verlate
n”
3986
8
oma
van R
“Helft ijk weg”
r
Frank
wo e
7/2
28/0
010 h
ttp://
d
ctie
e re d a
.be/c
m/vr t
t
oet ui
en m
kamp
nie
uit
uws/b
enlan
d/1.8
3445
7
“ZIGEUNERS OOK NIET WELKOM IN
DOUR”
(Het journaal laat - 27/07/10) http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/1.516538
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen
19
Bron 5: Oude beroepen
foto 3
foto 1
foto 2
foto 4
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen
20
Thema 2
Bron 1
Sinti/Manoejsen
Alle ‘zigeuners’ komen oorspronkelijk uit India: rond het jaar 1000 begonnen de eerste migratiegolven. Tijdens hun lange reizen
splitsten zij op in veel verschillende groepen. De Sinti, ook wel Manoesjen genoemd, waren de eersten die onze streken bereikten,
dat was in de 15de eeuw. Vandaag de dag wonen zij vooral in Frankrijk, Duitsland, Nederland en België.
Doordat de Sinti al eeuwen in West-Europa wonen, zijn zij goed geïntegreerd. Zij spreken de taal van het land waarin zij wonen.
Ook spreken zij Manoesj, hun eigen taal die nog sterk lijkt op talen uit India. De Sinti wonen ofwel in huizen of appartementen,
ofwel in woonwagens op familieterreinen. De meesten van hen trekken niet meer rond.
De Sinti staan bij het grote publiek nog het meest bekend om hun traditionele muziek. Een van de bekendste Sinti-muzikanten
is Django Reinhardt: hij combineerde traditionele Sinti-muziek met jazz en wordt als een van de grootste jazzmuzikanten
beschouwd.
Zoni Weisz, een Sinto uit Nederland. Weisz is een overlevende van de
Holocaust en zet zich in voor de nagedachtenis van de slachtoffers van
de nazi’s.
Sinti-muzikant Django Reinhardt, in 1946.
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen
21
Roms
De ‘zigeuners’ komen oorspronkelijk uit India: rond het jaar 1000 begonnen de eerste migratiegolven. Tijdens hun lange reizen
splitsten zij op in veel verschillende groepen. In de 13de eeuw kwamen veel van die groepen in Roemenië terecht, waar zij al
gauw tot slaaf gemaakt werden. Toen de slavenhandel in 1856 werd afgeschaft, zochten velen een beter leven en trokken naar
het westen. Deze mensen worden Roms genoemd. Zij kwamen vooral op het einde van de 19de en aan het begin van de 20ste
eeuw in West-Europa aan.
Vandaag de dag zijn de Roms verspreid over Frankrijk, België, Nederland en Duitsland. In België hebben zij vaak de Belgische
nationaliteit. De Roms vallen op door hun eerder traditionele levensstijl, ook al zijn zij in aantallen het kleinst. Zo dragen veel
Rom-vrouwen kleurrijke jurken. Ook trekken zij nog veel rond in groep, vooral tijdens de zomermaanden. Een ander typerend
kenmerk is het grote belang dat zij hechten aan familiebanden. Hun taal is het Romanés, een van oorsprong Indische taal die
nauw verwant is met het Manoesj. Voorts spreken zij ook de taal van het land waarin zij wonen; in België is dat meestal het Frans.
Roms op het woonwagenterrein van Leuven, 2010
Roms op het woonwagenterrein van Leuven, 2010
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen
22
De Roma
Met de val van de Berlijnse muur in 1989 en de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de Europese Unie in 2007 kwam een
nieuwe migratiegolf van Roma uit Oost-Europa op gang die vandaag nog bezig is. De nieuwe migranten uit Oost-Europa noemen
wij de Roma. Deze Roma mogen niet verward worden met het algemene woord ‘Roma’, dat gebruikt wordt voor alle ‘zigeuners’:
Sinti, Roms en Roma.
De Roma die in West-Europa aankomen, mogen niet over één kam gescheerd worden. Er zijn heel veel verschillende groepen.
Sommigen zijn heel traditioneel, anderen zijn juist ‘Westers’ of modern. Sommigen integreren goed, bij anderen verloopt dit veel
moeilijker. Over het algemeen zijn de meeste Roma arm door eeuwen van discriminatie en uitbuiting in hun land van herkomst.
Doordat zij meestal over tijdelijke verblijfspapieren beschikken, is hun situatie in landen als België heel onzeker.
Roma zijn zo goed als allemaal sedentair: zij wonen niet in woonwagens en trekken niet rond, maar wonen in appartementen of
huizen. Wel heeft hun cultuur een mobiel karakter: zij verhuizen vaak of houden de mogelijkheid tot verhuizen steeds in het
achterhoofd. De Roma spreken vooral Romanés en de taal van hun land van herkomst (bv. Bulgaars, Roemeens,…).
Hieronder staan foto’s van enkele Roma die de grote onderlinge verschillen illustreren:
Ivan Ivanov studeerde geneeskunde en rechten. Vandaag is hij
directeur van ERIO, een organisatie die opkomt voor de rechten van de
Nicolae Neacsu (gestorven in 2002) uit Roemenië wordt beschouwd
als een van de beste Roma-violisten ooit.
Roma.
Roemeense Roma in een krottenwijk in Gent.
Livia Jaroka uit Hongarije, de enige Roma die zetelt in het Europees
Parlement.
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen
23
Gitanos
De Gitanos zijn Roma die in Spanje, Portugal en Zuid-Frankrijk leven. Hun geschiedenis is afwijkend van de andere Romagroepen.
Terwijl de Sinti, de Roms en de Roma allemaal via Turkije en Oost-Europa naar West-Europa zijn getrokken, hebben de Gitanos
een andere route gevolgd. Vanuit India zijn zij doorheen het Midden-Oosten getrokken, om vervolgens via Noord-Afrika Spanje
te bereiken. De eerste Gitanos arriveerden er in de vroege 15de eeuw.
Door deze afwijkende route hebben de Gitanos aparte culturele kenmerken ontwikkeld. Hun eigen taal, het Caló, vertoont nog
maar weinig kenmerken van het Romanés, de taal van de andere Roma. Het is zeer sterk beïnvloed door het Spaans en vertoont
ook Arabische kenmerken, een gevolg van hun tocht door Noord-Afrika. Ook in andere delen van hun cultuur vinden we deze
mix van culturen terug, en dan met name in de flamenco, de dans- en muziekstijl van de Gitanos. De flamenco draagt Indische,
Arabische en Iberische kenmerken in zich en is typerend geworden voor heel Spanje.
De flamenco toont goed dat de Gitanos en de Spaanse cultuur onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De Gitanos hebben een
grote invloed uitgeoefend op de Spaanse cultuur en omgekeerd. De Gitanos zijn over het algemeen goed geïntegreerd. Zij
spreken naast Caló ook gewoon Spaans.
Weinigen weten dat de flamenco, een typisch Spaanse dans, eigenlijk
door de Gitanos is uitgevonden.
Juan de Dios Ramírez Heredia is van Gitano-afkomst. Hij is een Spaans
politicus en voormalig lid van het Europees Parlement.
Les 1 – Wie zijn de Roma en Sinti ? - Bijlagen
24
Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti
Overzicht van de les
Inhoud
In deze les maken de leerlingen kennis met de discriminatie en vervolging van Roma en Sinti door de eeuwen
heen en leren dat oude denkbeelden en recepten tegen het ‘zigeunerprobleem’ in zekere zin nog steeds
doorleven.
Duur
50 minuten
Werkvorm
Groepswerk
Praktisch
De werkruimte wordt in drie ‘eilanden’ verdeeld, die elk een concreet voorbeeld geven van stigmatisering en/of
vervolging van Roma en Sinti in heden en verleden.
·· Tafel 1: de ‘zigeunerjachten’ in de 17de en 18de eeuw en de veranderingen in de 19de eeuw
·· Tafel 2: het nazisme
·· Tafel 3: de problematiek vandaag
De rode draad doorheen de les is het syntheseblad dat de belangrijkste conclusies van de drie tafels moet
samenbrengen. De leerlingen vullen het syntheseblad doorheen de les aan.
··
Deel 1 (25 min.): De leerlingen worden in drie groepen verdeeld. Elke groep krijgt een tafel aangewezen. Na
het doornemen van alle informatie en het oplossen van eventuele vragen krijgen zij de opdracht om een
korte spreekbeurt over hun onderwerp voor te bereiden. In totaal krijgen zij 25 minuten aan hun tafel. Er is
geen doorschuifsysteem.
··
Deel 2 (20 min.): De drie groepjes gaan nu om de beurt een korte presentatie brengen van 5 tot 10 minuten
over het onderwerp van hun tafel. De leerlingen die luisteren vullen de tabel aan.
Opmerking: in deze les is er veel materiaal verzameld. U kan er altijd voor kiezen bepaalde stukken weg te laten.
Het is ook mogelijk om de leerlingen in vier groepen te verdelen, waarvan er twee groepen rond de problematiek vandaag werken. Die twee groepen kunnen dan samen hun presentatie brengen.
Benodigdheden
Invultabel (1 per leerling) + verbetersleutel
Tafel 1:
·· Bronnenmateriaal
·· Opdrachtenfiche
Tafel 2:
·· Grote flap papier, onderverdeeld in 5 kolommen: Rassenleer; Registratie; Uitsluiting en het begin van de
vervolging; Deportaties van Roma en Sinti uit België; Auschwitz-Birkenau.
·· Bronnenmateriaal en teksten
·· Opdrachtenfiche
·· schaar en lijm
Tafel 3:
·· Prezi (soort powerpoint) over de actuele problematiek i.v.m. Roma en Sinti. Klik prezi.exe in de map ‘Prezi les
2’ om de presentatie te openen.
·· Opdrachtenfiche
·· 1 PC met internettoegang per twee leerlingen
Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti
25
Doelstellingen
Kennis en inzicht
De leerlingen:
·· begrijpen dat Roma en Sinti al eeuwenlang vervolgd of gediscrimineerd worden, en dat hun situatie vandaag nog steeds problematisch is;
·· begrijpen dat er verbanden zijn tussen de vervolgingen en stigmatisering in heden en verleden, maar hebben ook oog voor de verschillen die te maken hebben met elke specifieke context;
·· begrijpen dat antiziganisme in alle lagen van de bevolking aanwezig is, niet het minst in de politiek.
Vaardigheden
De leerlingen:
Kunnen zelfstandig informatiebronnen analyseren en er informatie uit halen;
·· kunnen deze informatie op een heldere manier weergeven voor het publiek van de eigen klas en kunnen
hiervoor traditionele en creatieve vormen en middelen hanteren;
·· kunnen actualiseren door historische gebeurtenissen en ontwikkelingen op een genuanceerde manier op
het heden betrekken.
Attitudes
De leerlingen:
·· gaan op een kritische manier om met de vervolging en discriminatie van Roma en Sinti in heden en verleden;
·· begrijpen de gevaren van stigmatisering en etnische stereotypering;
·· Hebben oog voor de manipulatie van beelden en kunnen bedrieglijke informatie doorprikken.
Aanbevolen werken en artikels
HANCOCK, I., Antigypsyism in the New Europe, 1993. (http://www.radoc.net/radoc.php?doc=art_f_bias_antigypsyism&lang=en&articles=true).
HANCOCK, I., ‘The roots of antigypsyism: to the Holocaust and after’, G.J. COLIJN en M.S. LITTELL red., Confronting the Holocaust: A Mandate for the 21st Century University Press of America, Lanham, 1997. p. 19-49
(http://www.radoc.net/radoc.php?doc=art_b_history_rootsofprejudice&lang=en&articles=true).
LEWY, G., La persécution des tsiganes par les Nazis, B. FRUMER en H. ASSEO vert., Les Belles Lettres, Parijs, 2003.
LIEGEOIS, J.P., Roma in Europe, Council of Europe Publishing, Straatsburg, 2007.
Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti
26
Groepswerk (25 min)
De klas wordt onderverdeeld in drie tafels die elk een episode uit de geschiedenis van de vervolging en/of discriminatie van de Roma en Sinti toelichten. Drie groepen van
leerlingen gaan elk aan de slag aan één van deze tafels. De
leerlingen vullen tijdens dit onderdeel het deel van het
syntheseblad in dat overeenstemt met het onderwerp van
hun groep.
Tafel 1 handelt enerzijds over de vervolging van de Sinti
in de Nederlanden tijdens het Ancien Régime en anderzijds
over de veranderende houding tegenover Roma en Sinti in
de 19de eeuw. Aangezien op deze tafel veel materiaal ligt,
is het aangewezen om binnen deze groep de bronnen te
verdelen. De helft van de leerlingen werkt in een eerste
fase over ‘Roma en Sinti tijdens het Ancien Régime’ (bron
1). De andere helft werkt rond ‘Roma en Sinti in de 19de en
vroege 20ste eeuw’. Zorg dat er genoeg afgedrukte bronexemplaren ter beschikking zijn.
Opmerking
Opmerking: deze tafel zal voor de leerlingen het meest
uitdagend zijn. Hier komen specifieke historische
vaardigheden aan bod: het lezen en analyseren van bronnen,
vergelijkingen maken, enzovoort.
waarmee de situatie in vier landen kort wordt toegelicht:
België, Frankrijk, Italië en Roemenië. De leerlingen klikken
bovenaan op een land waar zij meer info over willen. Met
de pijltjes wordt de presentatie doorlopen.
De leerlingen nemen maar een deel van de Prezi door:
de situatie in België + een ander Europees land naar keuze.
Hierbij vullen zij hun deel van de tabel in. Vervolgens bereiden zij hun korte presentatie voor (zie opdrachtenfiche).
Opmerking: De vragen zijn moeilijk en er zal misschien
wat hulp van de leerkracht bij nodig zijn. Er is immers
geen echte ‘crisissituatie’ in Europa zoals een oorlog,
maar er is wel de economische crisis en in zekere zin
ook een politiek-morele crisis: extreem-rechts is sinds
de jaren ’90 opgekomen, bevolkingen plooien terug op
zichzelf en zoeken wanhopig naar een ‘nationale identiteit’. De eeuwige ‘ander’, in dit geval de Roma en Sinti,
zijn in toenemende mate het slachtoffer van deze ontwikkelingen.
Presentatie door de leerlingen
(20 min)
In dit tweede luik krijgen de verschillende tafels om de
beurt 5 tot 10 minuten om hun onderwerp voor te stellen.
Elke groep kan iemand ‘afvaardigen’ die het woord doet. Zij
kunnen er ook voor kiezen om de taken verdelen.
De leerlingen die luisteren moeten het gedeelte in de tabel
aanvullen waar de presentatie van dat moment over gaat.
Tafel 2 gaat over de vervolging van de Roma en Sinti
door de nazi’s tijdens WOII. In het midden wordt een grote
flap gelegd die op voorhand is onderverdeeld in vijf categorieën:
··
··
··
··
··
Rassenleer
Registratie
Uitsluiting en het begin van de vervolging
Deportaties van Roma en Sinti uit België
Auschwitz-Birkenau
Rond deze flap liggen een tiental foto’s, citaten en verklarende tekstjes verspreid. De leerlingen moeten deze
elementen in de juiste categorie plaatsen. Zo maken zij een
kleine chronologische ‘tentoonstelling’.
Tafel 3 onderzoekt de actuele situatie van de Roma en
Sinti in Europa. Dit gebeurt aan de hand van een Prezi
Tafel 1:
De leerlingen geven een korte samenvatting van hun
bronnen:
··
··
··
··
··
Situering in tijd en ruimte
Wie stelde de bron op?
Achtergrondsituatie
De inhoud van de bronnen met de bovenvermelde
vragen als rode draad
Afbeeldingen als illustratie
Tafel 2:
De leerlingen geven hier een kort overzicht van de vervolging van de Roma en Sinti tijdens WOII aan de hand
van de ‘tentoonstelling’ die zij samengesteld hebben.
Dit doen zij op een chronologische manier: Rassenleer >
Registratie > Uitsluiting en het begin van vervolging >
Deportatie uit België > Auschwitz-Birkenau. De drie bovenvermelde vragen moeten zeker in hun presentatie
Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti
27
verwerkt zijn.
De leerkracht kan na de presentatie kort enkele gelijkenissen en verschillen met tafel 1 aantonen (zie tabel
hieronder).
Tafel 3:
De leerlingen van deze tafel hebben twee landen uitgekozen die zij kort willen presenteren aan de hand van
de Powerpoint. Eerst geven zij een korte introductie
over het land: zij stippen aan hoeveel Roma/Sinti zich in
het land bevinden en welke problemen er zijn. Vervolgens lichten zij de problemen toe aan de hand van de
Powerpoint. Hierbij besteden zij steeds aandacht aan
de bovenvermelde vragen. De leerkracht kan na de presentatie kort enkele gelijkenissen en verschillen met
tafel 1 en 2 aantonen (zie tabel hieronder).
Conclusie (5 min.)
De leerkracht sluit de les af met enkele algemene conclusies:
··
··
De vervolging en discriminatie van de Roma en Sinti is
een eeuwenoud probleem.
Er zijn doorheen de eeuwen veel gelijkaardige factoren
te herkennen bij de vervolging en discriminatie van
Roma en Sinti. Toch zijn er ook veel verschillen: elke periode is uniek, daarom moeten wij steeds nuanceren en
de verschillen onderstrepen.
Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti
28
Zijn er omstandigheden
(oorlog, crisis, ...) die het
zoeken van een zondebok
verklaren?
Wat is het einddoel van
de maatregelen tegen de
Roma en Sinti?
Welke maatregelen worden tegen de Roma en Sinti
genomen?
Welke redenen geven de
daders om de Roma en Sinti
te vervolgen / discrimineren?
Factoren
Nederland 17de-18de
eeuw
19de eeuw
Nazisme
Vandaag
Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti - Invultabel
Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti - Invultabel
29
Zijn er omstandigheden
(oorlog, crisis, ...) die het
zoeken van een zondebok
verklaren?
Wat is het einddoel van
de maatregelen tegen de
Roma en Sinti?
Welke maatregelen worden tegen de Roma en Sinti
genomen?
Welke redenen geven de
daders om de Roma en Sinti
te vervolgen / discrimineren?
Factoren
··
··
··
··
··
··
Zondebokken in oorlogssitua- ··
tie
··
Totale verwijdering van alle
··
Sinti van het grondgebied
Verjaging (expulsie) tot zelfs
uitmoorden
··
Strenge straffen: marteling,
··
brandmerking,
ophanging,
klopjachten
··
Criminaliteit: stelen, brand··
stichten, wapens dragen,...
Rondtrekken
··
Nederland 17de-18de
eeuw
··
··
··
··
Zondebokken bij dreiging van ··
oorlog
Sedentarisatie
Vernietiging van hun cultuur
Sedentarisatie
Registratie
Ze reizen rond
Het zijn dieven (‘onrechtmati- ··
ge geldverwerving’)
··
Het is een minderwaardig ras
19de eeuw
Economische crisis
Politiek-morele crisis: opkomst nationalisme en extreem-rechts, identiteitsdebat, enz.
Segregatie
Expulsie (vb Frankrijk)
Registratie (Italië)
Gewelddadige aanvallen (Italië, O-Eur)
MAAR OOK:
Integratiepolitiek
Mensenrechten-activisten
··
··
··
··
··
··
··
Criminaliteit
Overlast
Rondtrekken
Illegaliteit
Vandaag
··
··
··
··
··
Rassendenken
··
Zondebokken in crisistijd (interbellum, WOII)
Uitroeiing van de Roma en
Sinti in Europa
Eerst: registratie, uitsluiting,
sterilisatie
Dan: uitroeiing
Minderwaardig ras
Ingeboren criminaliteit
Nazisme
Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti - Verbetersleutel
Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti - Verbetersleutel
30
Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti - bijlagen
tafel 1
Opdrachtenfiche
Doel:
Aan deze tafel zullen jullie de volgende twee onderwerpen onderzoeken:
·· De vervolging van de Sinti in de 17de en 18de eeuw in Nederland;
·· De discriminatie en vervolging van Roma en Sinti in de 19de en vroege 20ste eeuw.
Opdrachten:
1
2
3
4
Kies een van de twee onderwerpen. Lees de tekst en bekijk de bronnen.
Vul de juiste kolom van de invultabel aan.
Vergelijk je ingevulde kolom met medeleerlingen die het ander onderwerp hebben gekozen.
Maak nu, samen met de hele groep, een presentatie van 5 à 10 minuten voor jullie medeleerlingen. Jullie hebben
twee keuzes:
·· Jullie kiezen één of meerdere afgevaardigden die in naam van de hele groep jullie onderwerp presenteert. Als
jullie groep veel leerlingen telt kiezen jullie best voor deze werkwijze.
·· Jullie verdelen het werk: iedereen presenteert één deel.
De presentatie:
In de presentatie moeten jullie de volgende dingen zeker aan bod laten komen:
1 Een inleiding:
·· Hierin vermelden jullie kort waarover jullie het gaan hebben.
·· Situeer de bronnen in tijd en ruimte.
2 De twee periodes: het Ancien Régime en de 19de eeuw:
Geef eerst een korte beschrijving van de achtergrondsituatie bij de twee bronnen en beantwoord dan bij elke
bron de volgende vragen:
·· Welke problemen veroorzaken de Roma en Sinti volgens de regering?
·· Welke maatregelen worden tegen de Roma en Sinti genomen?
·· Wat was het einddoel van de regering?
·· Is er een omstandigheid aanwezig waardoor de Roma en Sinti zondebokken worden?
3
Conclusie:
Vergelijk kort de twee periodes met elkaar. Welke gelijkenissen en verschillen vind je?
Tip : Gebruik de afbeeldingen als illustratie.
Les 2 – Vervolging en discriminatie van Roma en Sinti - bijlagen
31
Bron 1
Periode 1: Het Ancien Régime
In de zeventiende eeuw maakte de Republiek der Verenigde Nederlanden, ook de Verenigde Provinciën genaamd, een Gouden
Eeuw door. In 1672 kwam deze Gouden Eeuw abrupt ten einde toen de Verenigde Provinciën in oorlog kwamen met Frankrijk en
Engeland. De Franse troepen van Lodewijk XIV drongen zelfs Holland binnen. In 1679 werd een ongemakkelijke vrede gesloten.
Van 1688 tot 1697 streden de Verenigde Provinciën opnieuw tegen Frankrijk. Deze oorlog werd vooral uitgevochten in de
Zuidelijke Nederlanden. In 1695 vaardigde de Staten-Generaal*, de regering van de Verenigde Provinciën, een plakkaat uit waarin enkele beslissingen werden genomen tegen de aanwezigheid van zigeuners in de Generaliteitslanden*. De Generaliteitslanden
waren gebieden aan de zuidelijke grens van de Verenigde Provinciën die als buffer moesten dienen tegen invallers. Plakkaten als
deze werden in het openbaar opgehangen om de bevolking op de hoogte te brengen van de beslissingen van de regering.
Vertaling Plakaat
Aan
• iedereen die dit zal zien of aan wie dit wordt voorgelezen, gegroet. De Staten-Generaal* van de Verenigde Nederlanden laten weten:
Dat wij te weten zijn gekomen
•
Dat veel landlopers, vagebonden en bedelaars, onder de naam
van ‘Heidenen’, ‘Egyptenaren’* of iets anders … van de ene plaats
naar de andere in groep rondtrekken, en onderweg misdaden,
diefstal en publiek geweld plegen;
•
Dat zij dikwijls met vuurwapens of Zijdgeweren* gewapend zijn;
•
Dat zij de bewoners allerhande overlast bezorgen;
•
Dat zij hen bedreigen met brandstichting en hen op dezelfde
manier geld, eten, drinken en andere dingen afdwingen.
Daarom zijn wij tot het besluit gekomen om te ordonneren
•
Dat dergelijke landlopers, vagebonden en bedelaars, mannen of
vrouwen, die uit andere streken naar de Generaliteitslanden*
zijn gekomen, zij het onder de naam van ‘Egyptenaren’ of
‘Heidenen’ of onder een andere opgegeven naam, onmiddellijk
moeten vertrekken uit de Generaliteitslanden;
En verder verbieden wij
•
Alle dergelijke landlopers, vagebonden en bedelaars, zij het onder de naam van ‘Egyptenaren’ of ‘Heidenen’ of iets anders, naar
de Generaliteitslanden te komen, of als zij er al zijn, er te blijven;
•
Hen in groep rond te trekken met anderen, overlast te veroorzaken of diefstallen en misdaden te plegen.
Op straffe van
•
Geseling in het openbaar voor degene die voor de eerste maal
wordt opgepakt;
•
Geseling en brandmerking voor degene die een tweede maal
wordt opgepakt;
•
De doodstraf voor degene die voor de derde maal wordt opgepakt.
*Woordenlijst:
•
Staten-Generaal: De regering van de Verenigde
Provinciën.
•
Egyptenaren: in deze tijd dacht men dat de Roma
uit Egypte kwamen. Zij werden daarom in vele
landen “Egyptenaren” genoemd. Hiervan is het
Engelse woord voor zigeuners, “Gypsies”, afgeleid.
•
Zijdgeweer: Wapen dat aan de gordel werd
gedragen, meestal een degen of sabel.
•
Generaliteitslanden: gebieden in de Verenigde
Provinciën die direct bestuurd werden door de
Staten-Generaal. Dit waren meestal recent
veroverde gebieden in Brabant, Limburg en
Vlaanderen.
Opdrachtenfiche
32
Bron 2
Periode 2 : de 19de eeuw
In de 19de eeuw onderging Europa enorme veranderingen. Rondtrekkende bevolkingen werden vanaf nu nog sterker gewantrouwd, en wel om de volgende redenen:
•
•
•
•
In deze eeuw ontstonden de eerste echte natiestaten met een centraal bureaucratisch bestuur. Roma en Sinti waren niet
geliefd door de regeringen omdat ze er weinig controle over hadden.
In deze periode was ook het nationalisme heel sterk. Een volk zonder land, dat moest dan toch gewoon onbetrouwbaar
zijn?
In de 19de eeuw ontstond ook het rassendenken. Roma en Sinti werden meer en meer beschouwd als een minderwaardig
ras.
Op het eind van de 19de eeuw hing de schaduw van oorlog over Europa, wat uiteindelijk zou resulteren in de Eerste
Wereldoorlog. Roma en Sinti waren gemakkelijke zondebokken: zij werden als spionnen van de vijand beschouwd.
Daarom ging men de Roma en Sinti vanaf nu heel sterk controleren en sedentariseren (dwingen om zich ergens te vestigen). In
1899 richtte een Duits politieofficier, Alfred Dillmann, een centrale op om alle Roma en Sinti in Beieren in de gaten te houden.
Hier werden zij voor het eerst geregistreerd: Er werden hele lijsten van Roma en Sinti aangelegd met info zoals vingerafdrukken,
foto’s, enzovoort. In 1905 publiceerde Dillmann die lijsten in een Zigeunerboek. Hierin schreef hij dat de ‘Zigeuners’ de zuiverheid van de Duitse genen bedreigden. Dit soort ideeën werd later maar al te gretig overgenomen door de nazi’s.
Citaat uit het Zigeuner-Buch
... Het rondreizend volk van de Zigeuners is een schadelijke
indringer in de Duitse cultuur gebleven. Alle pogingen om de
zigeuners aan banden te leggen en aan een sedentaire
levenswijze te laten wennen zijn mislukt. Zelfs draconische
straffen kunnen ze niet van hun onrustige levenswandel en
hun onrechtmatige geldverwerving (diefstal) afhouden.
Ondanks veelvuldige vermenging zijn hun afstammelingen
weer zigeuner geworden met dezelfde eigenschappen en
levenswijze als hun voorzaten ...
Opdrachtenfiche
33
bron 3
Roma en Sinti tijdens het Ancien Régime
Gravure van Jacques Callot uit 1623-1624. De gravure beeldt een groep Roma/Sinti af die een herberg of boerderij overvallen.Vrije vertaling van de
tekst: “Jullie genieten van hun liederen, maar jullie zouden beter op jullie blancs, testons en pistolles letten.” (Blancs, testons en pistolles zijn
muntstukken uit die periode)
Bron: http://oeuvreclt.free.fr/prof.xml
bron 4
Roma en Sinti tijdens het Ancien Régime
Tekening uit de 18de eeuw: “Straffe der Ziegeuner”. Roma/Sinti die op het
grondgebied van een stad kwamen, werden vaak gegeseld en gemarteld.
Bron: HANCOCK, I., We are the Romani people, University of Hertfordshire
Press, Hatfield, 2002, p. 57.
Opdrachtenfiche
34
Bron 5
Roma en Sinti tijdens de 19de en vroege 20ste eeuw
Ook in Frankrijk werden Roma en Sinti vanaf het begin van de 20ste eeuw geregistreerd. Hieronder een voorbeeld van een Carnet Anthropométrique: dit
is een kaart die alle Roma en Sinti moesten krijgen met daarop al hun gegevens, zoals vingerafdrukken, foto’s, enzovoort. Zo kon de Franse staat hen
voortdurend in het oog houden.
Opdrachtenfiche
35
Tafel 2: de vervolging van Roma en Sinti tijdens WOII
Opdrachtenfiche
Doel
Aan deze tafel zullen jullie de grote vervolging van de Roma door de nazi’s in WOII onderzoeken.
Opdrachten
1 Op de tafel ligt een grote flap die onderverdeeld is in vijf categorieën (Rassenleer, Registratie, Uitsluiting en het
begin van de vervolging, Deportaties van Roma en Sinti uit België, Auschwitz-Birkenau)
2 Lees de teksten en bekijk alle foto’s en citaten aandachtig. Kleef nu de teksten, de foto’s en de citaten in de juiste volgorde.
3 Maak nu, samen met de hele groep, een presentatie van 5 à 10 minuten voor jullie medeleerlingen. Jullie hebben
twee keuzes:
·· Jullie kiezen één of meerdere afgevaardigden die in naam van de hele groep jullie onderwerp presenteert. Als
jullie groep veel leerlingen telt kiezen jullie best voor deze werkwijze.
·· Jullie verdelen het werk: iedereen presenteert één deel.
De presentatie
In de presentatie moeten jullie de volgende dingen zeker aan bod laten komen:
1 Een chronologisch overzicht van de vervolging van de Roma tijdens WOII
2 Foto’s en citaten om het verhaal te verduidelijken of toe te lichten
3 Een antwoord op deze vier vragen:
·· Waarom werden de Roma door de nazi’s vervolgd?
·· Welke maatregelen namen de nazi’s tegen de Roma?
·· Wat was het einddoel van de nazi’s?
·· Is er een omstandigheid aanwezig die verklaart waarom de Roma in deze periode zo zwaar vervolgd werden?
Opdrachtenfiche
36
Bron 1
Fase 1: De rassenleer
Centraal in de ideologie van de nazi’s stond het racisme. Zij deelden de menselijke bevolking op in twee delen: enerzijds de
Arische Übermenschen, die voorbestemd waren om over de anderen te heersen, en anderzijds de Untermenschen,
minderwaardige mensen die voorbestemd waren tot slavernij of vernietiging. Volgens de nazi’s waren de Joden de meest
inferieure mensen. Zij vormden een bedreiging voor de zuiverheid van de Duitse natie en moesten dus vernietigd worden.
Ook de Roma en Sinti behoorden volgens de nazi’s tot een inferieur ras. Zij zouden van nature ‘asociaal’ en crimineel zijn en hun
onzuiver bloed zou een gevaar vormen voor de Duitse natie.
Maar wie is nu eigenlijk een ‘zigeuner’? De nazi’s hadden zelf niet echt een antwoord op die vraag. Daarom gingen zij de Roma en
Sinti aan een rassenonderzoek onderwerpen. Fysieke kenmerken van de Roma en Sinti werden onderzocht om hen als een
‘minderwaardig ras’ te bestempelen.
Bron 2
Fase 2: Registratie
De Roma en Sinti werden in een volgende fase geregistreerd: de nazi’s gingen hele lijsten aanleggen van alle Roma en Sinti in het
Duitse Rijk, om hen gemakkelijker te kunnen opsporen. De lijsten werden aangevuld met foto’s, vingerafdrukken en stambomen.
Tijdens de bezetting werden de Roma en Sinti ook in België geregistreerd. De Belgische overheid voerde namelijk in 1941 de
Zigeunerkaart in. Alle Roma en Sinti moesten verplicht zo’n kaart hebben. Elke maand moest ze door de rijkswacht worden
nagekeken. Hierbij moet wel gezegd worden dat dit een initiatief was van de Belgische overheid – de nazi’s waren hier niet bij
betrokken. De kaarten dienden om de Roma en Sinti te kunnen controleren, niet om hen op termijn naar concentratiekampen te
sturen.
Eind 1942 kregen de nazi’s weet van het bestaan van deze kaarten. Zij gingen ze vervolgens gebruiken om de Roma en Sinti
gemakkelijker te kunnen opsporen en te arresteren. Hoewel het niet de bedoeling was van de Belgische overheid, zouden de
Zigeunerkaarten toch bijdragen tot de moord op honderden Belgische Roma en Sinti.
Opdrachtenfiche
37
Bron 3
Fase 3: Uitsluiting en het begin van de vervolging
Roma en Sinti in Duitsland werden in de loop van de jaren ’30 meer en meer uitgesloten uit het publieke leven. Zij mochten niet
meer werken, niet meer naar school gaan, niet in het leger gaan,... Bovendien werden vele Roma en Sinti tegen hun wil onvruchtbaar gemaakt – zo hoopten de nazi’s voortplanting onmogelijk te maken.
In 1935 werden hun burgerrechten afgenomen. Roma en Sinti mochten niet meer stemmen. Ook mochten zij geen relaties aanknopen met de ‘raszuivere’ Duitsers. Zo werden zij net zoals de Joden langzaam maar zeker geïsoleerd en uit het publieke leven
gestoten.
Kort na het begin van WOII in september 1939 begonnen de nazi’s met de deportatie van de Roma en Sinti naar de concentratiekampen in Oost-Europa. In alle landen die bezet waren door de nazi’s of die bestuurd werden door bondgenoten van Duitsland
ging de grote vervolging van de Roma en Sinti van start, die in totaal tussen 200 000 en 1.500 000 slachtoffers zou eisen.
Bron 4
Fase 4: De deportatie van de Roma en Sinti uit België
In 1943 werden ongeveer 50 Roma en Sinti in België en Noord-Frankrijk door de nazi’s opgepakt en naar de Dossinkazerne in
Mechelen gebracht. De Dossinkazerne was een oude legerkazerne die door de nazi’s was ingericht als ‘verzamelkamp’. Hier
werden zoveel mogelijk gearresteerde Joden, Roma en Sinti samengebracht. Na een kort verblijf werden zij op de trein naar
Auschwitz gezet.
De Roma en Sinti in de Dossinkazerne werden afgezonderd van de Joodse gevangenen. Zij werden opgesloten in een aparte zaal
in zeer slechte omstandigheden: geen eten, geen hygiëne, geen medische verzorging. Op 15 januari vertrok Konvooi Z, dat alle
Roma en Sinti in de Dossinkazerne naar Auschwitz bracht. Slechts 32 van hen zouden levend terug komen.
Bron 5
Fase 5: Auschwitz-Birkenau
Eind 1942 besliste Heinrich Himmler, een van de nazi-topmannen, dat alle Roma en Sinti in Duitsland en in de bezette gebieden
naar Auschwitz gedeporteerd moesten worden, met als uiteindelijke doel: de uitroeiing van deze bevolkingsgroep.
Auschwitz-Birkenau was het grootste concentratiekamp van de nazi’s. Het deed ook dienst als vernietigingskamp: duizenden
mensen werden hier in de gaskamers vermoord.
De situatie van de Roma en Sinti was anders dan die van de Joden. De Roma en Sinti werden niet meteen de gaskamers
ingedreven, maar samen in een ‘familiekamp’ geplaatst. Dit was een apart kamp binnen Birkenau, gereserveerd voor de Roma en
Sinti. De levensomstandigheden waren hier absoluut verschrikkelijk. Door ziektes, geweld, uitputting en ondervoeding kwamen
de meesten om het leven. Kinderen waren de eerste slachtoffers. Van de 352 Roma en Sinti uit België zouden er amper 32
overleven. In totaal werden meer dan 20 000 Roma en Sinti in Auschwitz vermoord.
Opdrachtenfiche
38
Bron 6
Hier valt te zien hoe Roma en Sinti onderzocht worden door naziwetenschappers. Door metingen en tests probeerden zij uit te zoeken of een persoon
tot een “minderwaardig ras” behoorde en dus bestemd was voor uitroeiing.
ROSE, R. red., The National Socialist genocide of the Sinti and Roma. Catalogue of the permanent exhibition in the state museum of Auschwitz,
Dokumentations- und Kulturzentrum Deutscher Sinti und Roma, Heildeberg, 2003.
Opdrachtenfiche
39
bron 7
De nazi’s verzamelden zoveel mogelijk
gegevens van Roma en Sinti. Alles werd
onderzocht: de lengte van de neus, de
handen, de kleur van de ogen,...
ROSE, R. red., The National Socialist genocide
of the Sinti and Roma. Catalogue of the
permanent exhibition in the state museum
of Auschwitz, Dokumentations- und
Kulturzentrum Deutscher Sinti und Roma,
Heildeberg, 2003.
Opdrachtenfiche
40
Bron 8
“Erfelijk bepaalde kenmerken van zigeuners”.
“Hun vermenigvuldigingsdrang is kollosaal. Maar de kinderen moeten meestal reeds in de lagere klassen van de
basisschool afhaken, omdat ze volkomen minderwaardig zijn. De omgeving is niet in staat om ze te veranderen.
Het bloed is sterker en vandaag zoals weleer vormen zij een plaag voor de werkende bevolking”
Dit citaat komt uit “Wat de Duitse jeugd over erfelijkheid moet weten”, een racistisch boek uit 1937 dat de rassenleer van de nazi’s aan jongeren wou
aanleren.
Bron 9
“Een zonderling tafereel was dit: midden in de grootstad, in een fatsoenlijk restaurant, aan gedekte tafels, zaten
Zigeuners. Zwarte, smerige, vies ruikende knapen en halfvolwassen meisjes... mensen die zich op een cultureel
niveau bewegen dat niet zo ver van de negers verwijderd ligt. Doorslaggevend is echter dat deze mensen helemaal niets meer of geen andere levenswijze verlangen. Een louter negatief ingesteld volk, parasieten van hun
gastheren, niet in staat om iets in de meest geringe vorm op te bouwen.”
Dit tweede citaat werd op 1 maart 1933 geschreven in de Westduitse Beobachter, een krant van de nazi-partij.
Bron 10
“Dankzij de resultaten van ons onderzoek kunnen wij de zigeuners karakteriseren als een volk van volledig primitieve etnische afkomst. Door hun mentale achterstand zijn zij niet in staat zich sociaal aan te passen. Het zigeunerprobleem kan enkel opgelost worden als het merendeel van de asociale en waardeloze zigeunerindividuen van gemeng bloed samengebracht worden in grote kampen en daar blijvend aan het werk worden gezet,
en als de voortplanting van deze bevolking van gemengd bloed permanent gestopt wordt”
Dit citaat komt uit een rapport van Robert Ritter, een nazidokter die aan het hoofd stond van het rassenonderzoek van Roma en Sinti.
Vrij vertaald uit: HANCOCK, I., ‘The roots of antigypsyism: to the Holocaust and after’, G.J. COLIJN en M.S. LITTELL red., Confronting the Holocaust: A
Mandate for the 21st Century University Press of America, Lanham, 1997. p. 19-49.
Opdrachtenfiche
41
Bron 11
De zigeunerkaart van Bitzika Vadoche.
Kazerne Dossin
Bron 12
Een bank in een stadspark in Duitsland, met daarop
de boodschap “enkel voor Ariërs”. Het werd Joden,
Roma en Sinti zelfs verboden om op een bankje te
zitten.
ROSE, R. red., The National Socialist genocide of the
Sinti and Roma. Catalogue of the permanent
exhibition in the state museum of Auschwitz,
Dokumentations- und Kulturzentrum Deutscher
Sinti und Roma, Heildeberg, 2003.
Opdrachtenfiche
42
Bron 13
De meeste Romakinderen mochten niet meer naar school gaan. Sommigen, zoals Karl Stojka hieronder, mochten blijven, maar werden dan later toch
naar de concentratiekampen gestuurd. Karl zou als een van weinigen de kampen overleven.
ROSE, R. red., The National Socialist genocide of the Sinti and Roma. Catalogue of the permanent exhibition in the state museum of Auschwitz,
Dokumentations- und Kulturzentrum Deutscher Sinti und Roma, Heildeberg, 2003.
bron 14
Settela Steinbach, een Nederlands Sinti-meisje, werd op 19 mei uit kamp Westerbork (in het
Noorden van Nederland) naar Auschwitz gedeporteerd. In dit kamp werd zij kort daarna
vermoord.
‘Setella Steinbach’, Wikipedia, the free encyclopedia, 9 maart 2012 (http://en.wikipedia.org/
wiki/Settela_Steinbach)
Opdrachtenfiche
43
Bron 15
De binnenplaats van de Dossinkazerne
Kazerne Dossin
Opdrachtenfiche
44
bron 16
Dit is een ‘transportlijst’. De nazi’s maakten lijsten van alle 25 000 mensen die uit Kazerne Dossin gedeporteerd werden. Hieronder zien we hoe
bijvoorbeeld de hele familie Vadoche naar Auschwitz gedeporteerd werd. De linkerkolom geeft de namen weer, de rechterkolom de geboortedatum en
plaats. Er zaten mensen van alle leeftijden bij.
Kazerne Dossin
Opdrachtenfiche
45
bron 17
“Het waren Zigeuners. Zij kwamen met blote voeten door de modder; de vrouwen met grote veelkleurige rokken
veegden de binnenplaats; de mannen droegen zijden haarbanden en droegen kinderen op hun rug die allemaal
in lompen gehuld waren. Na een maand opgesloten te zijn achter tralies, onder schot gehouden door een machinegeweer en beroofd van hun gouden ringen en hun violen, werden zij nu samen met de Joden gedeporteerd... Bij hun vertrek waren zij nog armer dan de Joden, zij hadden geen enkele bagage mee...”
Op 15 januari 1944 werden 352 Roma en Sinti vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz gedeporteerd met het zogenaamde Konvooi Z. Een Joodse
gevangene in Kazerne Dossin zag hoe de Roma en Sinti naar de trein werden gedreven.
Vrij vertaald uit: GOTOVITCH, J., ‘Enkele gegevens betreffende de uitroeiing van de zigeuners uit België’, Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede
Wereldoorlog, 4 (1976), p. 153.
bron 18
“Het was de wens van de almachtige Reichsführer Adolf Hitler om alle Zigeuners van de aardbodem te doen verdwijnen.”
Dit is een citaat uit de memoires van de nazi-officier Percy Broad, kort na de oorlog geschreven
Vrij vertaald uit: HANCOCK, I., ‘Romani and the Holocaust: a reevaluation and an overview’, The Historiography of the Holocaust, Palgrave-Macmillan, New
York 2004, p. 383.
bron 19
Een barak in het Zigeunerkamp, gefotografeerd na de bevrijding.
ROSE, R. red., The National Socialist genocide of the Sinti and Roma.
Catalogue of the permanent exhibition in the state museum of Auschwitz,
Dokumentations- und Kulturzentrum Deutscher Sinti und Roma, Heildeberg,
2003.
Opdrachtenfiche
46
bron 20
Rudolf en Sofia Keck, twee kinderen die in Auschwitz zijn vermoord.
Opdrachtenfiche
47
bron 21
De familie Vadoche voor hun deportatie naar Auschwitz. De tweede vrouw van rechts was zwanger toen de foto genomen werd; haar dochter,
Jacqueline, werd geboren in erbarmelijke omstandigheden in de Dossinkazerne. Het kind zou al gauw na de aankomst in Auschwitz overlijden.
Opdrachtenfiche
48
bron 22
In Auschwitz werden sommige Roma en Sinti gebruikt voor gruwelijke medische experimenten. Vooral kinderen werden hier het slachtoffer van.
Hierboven: Johanna en Erdmann Schmidt, twee kinderen waar de nazi-arts Jozef Mengele medische experimenten op uitoefende.
ROSE, R. red., The National Socialist genocide of the Sinti and Roma. Catalogue of the permanent exhibition in the state museum of Auschwitz,
Dokumentations- und Kulturzentrum Deutscher Sinti und Roma, Heildeberg, 2003.
Gedicht
At Auschwitz there is a big camp
Where my dear father sits.
He sits, and sits, and thinks
And his heart is heavy.
Burn, Burn, little star.
Little candle of my God
And you, little black bird,
Black, sorrowing and blind
Bring this letter far for me
And if you cannot carry the letter
For it is heavy, full of suffering,
Then spread your wings
Go to my brothers and tell them
That there is a big oven here
That all the sky is filled with smoke
And that it has blackened the whole world.
Go tell the people the misery of the Rom
The Germans captured us
Beat us and brought us here.
They brought us in by the gates
They let us out through
The chimneys.
We cannot leave this camp
Brothers and sisters nevermore see
Oh God, oh my dear little God,
Why are you eating the head
of the Rom?
Uit: LIEGEOIS, J.P., Roma in Europe, Council of Europe Publishing,
Straatsburg, 2007.
Opdrachtenfiche
49
Tafel 3: de situatie van Roma en Sinti vandaag
opdrachtenfiche
Doel
Aan deze tafel zullen jullie de situatie van de Roma en Sinti vandaag onderzoeken. Daarvoor staat een presentatie
klaar die uitleg geeft over de discriminatie van Roma en Sinti in vier landen: België, Frankrijk, Italië en Roemenië.
Opdrachten
1 Neem de hele presentatie door. Bekijk alle filmpjes en foto’s aandachtig.
2 Kies twee landen die jullie het meest interesseren. Over deze landen maken jullie een korte presentatie van 5 à 10
minuten voor jullie medeleerlingen. Jullie hebben twee keuzes:
·· Jullie kiezen één of meerdere afgevaardigden die in naam van de hele groep jullie onderwerp presenteert. Als
jullie groep veel leerlingen telt kiezen jullie best voor deze werkwijze.
·· Jullie verdelen het werk: iedereen presenteert één deel.
De presentatie
In de presentatie moeten jullie de volgende dingen zeker aan bod laten komen:
1 Een korte introductie over het land in kwestie. Vermeld hoeveel Roma/Sinti er in het land aanwezig zijn (tenzij er
geen cijfers te vinden zijn) en stip kort aan welke problemen er zijn.
2 Nu gaan jullie de problemen overlopen. Gebruik de foto’s in de Powerpoint om de problemen toe te lichten. Je
kan ook filmfragmenten tonen, maar hou er rekening mee dat je maar 10 minuten hebt voor je presentatie.
3 Probeer tijdens de presentatie de volgende vragen te beantwoorden. Je kan de vragen ook kort beantwoorden
aan het einde van de voorstelling.
··
··
··
Waarom worden de Roma en Sinti gediscrimineerd? Je kan in de Powerpoint meerdere antwoorden vinden.
Op welke manier worden zij gediscrimineerd? Welke maatregelen worden er tegen hen genomen?
Is er een omstandigheid aanwezig die er voor zorgt dat de Roma en Sinti als zondebokken worden bestempeld? Op deze vraag vind je niet direct een antwoord in de Powerpoint. Denk je dat er een crisis is in Europa die
er voor zorgt dat mensen op zoek gaan naar zondebokken? Vraag desnoods hulp aan de leerkracht.
Tafel 3: de situatie van Roma en Sinti vandaag
50
Verwerkingsopdracht
Overzicht van de les
Inhoud
In deze reflectieopdracht blikken de leerlingen terug op wat zij geleerd hebben. De rode draad is een
SWOT-analyse. Enerzijds stippen de leerlingen de sterktes en zwaktes van de lessenreeks zelf aan. Anderzijds
wordt er naar de buitenwereld gekeken: de leerlingen formuleren mogelijkheden, maar ook bedreigingen voor
een verbetering van het beeld dat de gemiddelde burger van Roma en Sinti heeft.
De leerlingen schrijven op groene post-its de sterktes van het lessenpakket. Op rode post-its komen de
zwaktes. Op blauwe post-its schrijven de leerlingen mogelijkheden om stereotypen over Roma en Sinti tegen
te gaan. Op oranje post-its worden gevaren voor de Roma en Sinti genoteerd. Achteraf worden de post-its op
het SWOT-schema, bij de juiste categorie, geplakt. De leerlingen kijken welke kleur overheerst en formuleren
conclusies.
Opmerking: de kleur van de post-its kan uiteraard gewijzigd worden naargelang de kleuren waarover u beschikt.
Duur
30 minuten
Praktisch
De leerlingen gaan in groepjes van vier samenzitten (twee banken worden tegen elkaar geschoven). Op het
bord vooraan wordt een grote flap met een SWOT-schema bevestigd.
Benodigdheden
··
··
··
··
··
Grote flap met daarop een SWOT-schema
Groene post-its
Rode post-its
Blauwe post-its
Oranje post-its
Verwerkingsopdracht
51
Inleiding (5min)
··
De leerkracht leidt de reflectieopdracht kort in. Hij/zij legt
het principe van een SWOT-schema uit. Het SWOT-schema
op de flap wordt gebruikt als illustratie.
De SWOT-analyse
··
Een SWOT-analyse is een bedrijfskundig model dat intern de
sterktes en zwaktes en extern de bedreigingen en
mogelijkheden blootlegt. Op basis hiervan kan een bedrijf een
strategie uittekenen. Het SWOT-model werd na WOII in het
Amerikaanse bedrijfsleven ontwikkeld; in 1973 werd het
uiteindelijke model voltooid. De laatste jaren heeft de SWOTanalyse haar ingang gevonden in sectoren buiten het
bedrijfsleven, onder meer in het onderwijs.
Zie ook: http://nl.wikipedia.org/wiki/Sterkte-zwakteanalyse
··
··
delen weg te nemen? (bijvoorbeeld: lessen organiseren in scholen)
Er is een diepe kloof in de samenleving tussen Roma en
Sinti in de rest van de bevolking. Kan jij dingen bedenken die er voor kunnen zorgen dat men elkaar beter
leert kennen? (bijvoorbeeld: elkaar leren kennen door
buurtfeesten op woonwagenterreinen, projecten gericht op onderwijs, ...)
Threats:
Kan iemand nieuwe vooroordelen over Roma en Sinti
krijgen door dit lessenpakket te volgen?
Zijn er dingen in de samenleving die vooroordelen kunnen versterken?
·· Bij de Roma en Sinti zelf (bijvoorbeeld: negatief
beeld door armoede)
·· Bij de rest van de bevolking (bijvoorbeeld: negatief
beeld verspreid door media)
Wat kan de relatie tussen Roma en Sinti en de rest van
de maatschappij doen verslechteren?
Eerst zijn er de strengths en weaknesses. Hierbij gaat het
over het leerproces zelf.
··
··
··
··
Strengths:
Wat is mij het meest bijgebleven?
Wat vond ik het meest interessant?
Wat zou ik nog eens willen doen?
Wat zijn de sterke punten?
··
··
··
Weaknesses:
Wat vond ik het minst interessant?
Wat zou ik zelf anders willen doen?
Wat zou er veranderd moeten worden?
De opportunities en threats gaan over de ‘buitenwereld’:
de situatie van de Roma en Sinti.
··
··
Opportunities:
Heeft het lessenpakket mijn beeld over Roma en Sinti
veranderd?
Zijn er mogelijkheden om vooroordelen tegenover
Roma en Sinti te doorbreken?
1 Wat kunnen Roma en Sinti zelf doen om vooroordelen tegenover hen te bestrijden? (bijvoorbeeld: verenigingen oprichten om vooroordelen aan te klagen)
2 Wat kan de rest van de bevolking doen om vooroorVerwerkingsopdracht
52
Overleg per vier (10 min.)
Leerlingen werken per vier rond twee tegen elkaar geschoven banken. Zij gaan nu een korte SWOT-analyse maken. Zij schrijven hun suggesties, bedenkingen en opmerkingen op post-its: groen voor strengths, rood voor
weaknesses, blauw voor opportunities en oranje voor threats. Zij doen dit steeds met kernwoorden of zo kort mogelijke zinnen.
Verzameling van de ideeën (10
min.)
Conclusies (5 min.)
De leerkracht stelt nu voor elk groepje een secretaris
aan. Vervolgens kijkt de leerkracht met de leerlingen welke
kleur het meest vertegenwoordigd is. Samen zoeken ze ook
naar de opmerkingen die het meest terug komen. De secretaris krijgt de opdracht om per onderdeel de belangrijkste conclusies te noteren.
Eventueel kunnen deze conclusies achteraf in een mail
worden gezet en doorgestuurd worden naar Kazerne
Dossin. Aan deze mail kan ook een foto van het gemaakte
SWOT-schema toegevoegd worden.
De begeleider overloopt de vier fases van het SWOTschema op de flap papier. Bij elke fase mag elk groepje een
leerling afvaardigen om één of meer post-its aan te brengen. Elke leerling vermeldt kort wat op de post-it staat
vooraleer hij/zij deze aanbrengt. Het is geen probleem als
dezelfde opmerking meerdere keren naar voor wordt gebracht.
Verwerkingsopdracht
53
Achtergrondinformatie
In dit document vindt u uitgebreide
achtergrondinformatie bij het lessenpakket over de Roma. Een van de
grootste moeilijkheden die zich bij
lessen rond deze bevolkingsgroep
aandienen, betreft de naamgeving.
Er zijn immers heel wat namen in de
omloop, die echter niet allemaal even
correct zijn. Daarom vindt u in het
eerste gedeelte een korte uiteenzetting over de terminologie. Het tweede gedeelte bestaat uit een overzicht
van de geschiedenis van de Roma. In
het derde gedeelte wordt een bespiegeling gegeven van de beeldvorming over Roma in heden en verleden.
Wij hopen dat u met deze informatie aan de slag kunt gaan om dit
interessante, maar niet altijd even
gemakkelijke onderwerp met de leerlingen te behandelen. Voor meer vragen kan u steeds mailen naar marjan.
[email protected].
Terminologie
In de inleiding spraken wij in de eerste plaats over Roma, een term die
nu algemeen in zwang is bij beleidsvoerende instanties, voornamelijk op
Europees niveau. Deze benaming is
een overkoepelende term voor een
zeer heterogene etnisch-culturele
minderheid. De Roma bestaan immers uit talrijke subgroepen die
steeds een andere benaming voor
zichzelf en voor andere groepen
hebben.
Sinds hun aankomst in Europa
werden de Roma aangeduid met verschillende namen die niet overeenstemden met de namen die de Roma
voor zichzelf hadden. Daarom is het
zeer waarschijnlijk dat de leerlingen
de Roma beter kennen als Zigeuners.
Deze exonieme4 benaming, samen
met het Franse tsiganes en het
Schema opgesteld door het Kruispunt Migratie-Integratie ter verduidelijking van de terminologie
rond Roma en Woonwagenbewoners.
Duitse Zigeuner, is afgeleid van het
woord atsinganos, wat “onaanraakbaar” betekent. Dit woord werd al
eeuwenlang voor de verschijning van
de Roma in het Byzantijnse rijk gebruikt om een bepaalde Griekse sekte mee aan te duiden. Uit onwetendheid over de ware oorsprong van de
Roma werd hen deze benaming in de
tiende of elfde eeuw toegekend. Een
ander exoniem is het Engelse woord
gypsy, hetgeen is afgeleid van zoiets
als ‘Egyptenaren’. Toen de eerste
Roma in onze contreien opdoken,
beweerden zij immers dat zij uit een
onbekende
streek
genaamd ‘Klein-Egypte’ kwamen.
Verder werden de Roma ook vaak
verward met of gelijkgesteld aan
zwervers, vagebonden of rovers en
als dusdanig benoemd.
Zoals reeds vermeld zijn alle bovenvermelde benamingen slechts
overkoepelende termen voor sterk
heterogene bevolkingsgroepen. Deze
bevolkingsgroepen noemen zichzelf
vaak anders dan andere Roma of
niet-Roma dat doen. Bovendien zijn
er termen die elkaar overlappen, omdat sommige verwijzen naar een beroep,
andere
naar
een
gemeenschappelijke geschiedenis of
land van oorsprong. Wegens de grote
variëteit van namen en de verwarring
die er het gevolg van kan zijn, is het
niet de bedoeling om in deze brochure alle verschillende groepen,
subgroepen en categorieën te overlopen. In wat volgt zullen wij enkel de
belangrijkste groepen kort duiden.
De Roma in Europa worden door
Vlaamse beleidsvoerende instanties
in de volgende groepen onderverdeeld. De Sinti of de Manoesjen zijn
al het langst in West-Europa aanwezig: zij zijn tijdens de eerste migratiegolven in de 15de eeuw in onze streken beland. Hun cultuur kenmerkt
zich door een sterke muzikale traditie. Vandaag wonen zij vooral in
België, Nederland, Duitsland en
Frankrijk. Doordat zij al eeuwenlang
in onze contreien vertoeven, zijn zij
over het algemeen goed geïntegreerd. De Roms migreerden op het
einde van de 19de eeuw en aan het
begin van de 20ste eeuw vanuit
Oost- naar West-Europa. Zij vallen op
door hun traditionele levenswijze en
hun nog steeds nomadische cultuur.
De Belgische Roms reizen vooral tijdens de zomermaanden doorheen
Achtergrondinformatie
54
de driehoek Brussel-AntwerpenLeuven. De Roma – in dit geval een
subgroep van de overkoepelende
naam Roma, waarmee alle ‘zigeuners’ worden aangeduid – behoren
tot dezelfde taalfamilie als de Roms.
Zij wonen in Midden- en OostEuropa, en dan voornamelijk in
Bulgarije en Roemenië. Sinds de val
van het Ijzeren Gordijn en de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot
de Europese Unie migreren steeds
meer van deze Roma naar WestEuropa, op de vlucht voor discriminatie in hun thuisland en op zoek naar
betere toekomstperspectieven. De
Roma zijn sedentair en in België wonen zij voornamelijk in de grote steden Brussel, Gent en Antwerpen. De
laatste groep, de Gitanos, zijn een
buitenbeentje. Waar de vorige groepen steeds via Oost-Europa naar het
Westen zijn getrokken, volgden de
Gitanos een ander migratiepatroon.
Via het Midden-Oosten en NoordAfrika bereikten zij Spanje aan het
begin van de 14de eeuw. Hun cultuur
is een mengvorm van Indische,
Arabische en Andalusische kenmerken, die zich het sterkst uitten in hun
beroemde flamencodans. In tegenstelling tot de andere Roma spreken
de Gitanos geen Romanés meer.
Naast Spaans spreken zij Caló, dat
beschouwd kan worden als een
Spaans dialect met nog enkele invloeden uit het Romanés en het
Arabisch.
Tot slot nog een kort woordje
over Voyageurs. Deze mensen worden ook vaak zigeuners genoemd,
maar hier betreft het autochtone
Belgen die bewust in woonwagens
leven en/of een nomadische levenswijze hebben. De cultuur van de
Voyageurs komt sterk overeen met
die van de Manoesjen. In Vlaanderen
worden Voyageurs, Manoesjen en
Roms samen aangeduid met de term
Woonwagenbewoners. Zij hebben
immers dezelfde woonvorm, wat een
gemeenschappelijk beleid nodig
maakt.
Korte geschiedenis
I
Van India naar Europa
Toen de Roma in de vijftiende eeuw
voor het eerst in West-Europa opdoken, wist niemand waar deze vreemde nomaden vandaan kwamen. De
sleutel tot de oplossing van dit mysterie lag in de taal van de Roma, het
Romanés. Deze taal werd vaak met
misprijzen behandeld: lang dacht
men dat dit een soort bastaardtaaltje
was, uitgevonden door de Roma om
hun geheimen voor buitenstaanders
te bewaren. In de 18de eeuw gingen
taalkundigen het Romanés voor het
eerst aan onderzoek onderwerpen,
en zij kwamen tot het verrassende
besluit dat het nauw verwant was
aan het Sanskriet, de taal van het
Klassieke India. Daarom heeft het
Romanés tot op de dag van vandaag
veel gemeen met o.a. het Hindi,
Nepali en Bengali. Dankzij dit onderzoek weten wij dat de oorsprong van
de Roma in het noordwesten van het
Indische subcontinent gezocht moet
worden. Recente genetische tests
hebben deze stelling bevestigd.
Onderzoekers tasten nog altijd in
het duister waarom de voorouders
van de Roma uit India geëmigreerd
zijn. Sommigen denken aan hongersnood, anderen aan islamitische invallen van o.a. Mahmoed van Ghazni,
een Afghaans-Turkse krijgsheer die
aan het begin van de elfde eeuw talrijke bloedige plundertochten in
Noordwest
India
ondernam.
Waarschijnlijk moet de ware reden
gezocht worden in een combinatie
van verschillende factoren als oorlog
en economische malaise. Voorts
staat het ook niet vast wanneer de
migraties van start gingen of op welke wijze ze verliepen. Waarschijnlijk
waren het vooral kleine groepen die
over een lange periode uit India wegtrokken. Een ruime schatting zegt dat
de migraties tussen de 9de en de
14de eeuw plaatsvonden, terwijl andere auteurs beweren dat zij al eeuwen vroeger van start gingen.
Analyse van het Romanés stelde
onderzoekers in staat om ook de reis
van de Roma gedeeltelijk te reconstrueren.
Talrijke
Perzische,
Armeense en Griekse leenwoorden
wijzen erop dat zij door Perzië en
De migraties van de Roma volgens D. Kenrick.
Achtergrondinformatie
55
Armenië trokken en in de tiende of
elfde eeuw in het Byzantijnse Rijk terecht kwamen toen Armenië en delen van Syrië werden heroverd door
de Byzantijnse legers. In deze periode werden de Roma verward met de
ketterse sekte van de Atsingani (zie
boven).
II Roma in Europa
Het is niet zeker waarom de Roma uit
het Byzantijnse Rijk weg trokken. De
vierde kruistocht, de opmars van de
Turken en de Zwarte Dood zijn mogelijke verklaringen. Hoe dan ook doken de eerste groepen Roma in de
tweede helft van de veertiende eeuw
in Oost-Europa op en in het begin
van de 15de eeuw bereikten zij WestEuropa. Deze eerste migranten in
onze contreien zouden later bekend
staan als Sinti of Manoesjen.
Aanvankelijk werden zij over het algemeen gastvrij ontvangen. Hun
exotisme wekte interesse; bovendien
beschikten meerdere groepen over
beschermingsbrieven van koningen
en pausen. Lang zou deze tolerantie
echter niet duren. Roma werden in
toenemende mate beschouwd als
rovers, dieven, tovenaars, heidenen,
kinderrovers en verspreiders van
ziektes. Bovendien nam op het einde
van de middeleeuwen en aan het begin van de Nieuwe Tijd de centralisering van de Europese staten toe,
waardoor regeringen wantrouwiger
werden tegenover rondtrekkende
groepen waar zij geen vat op kregen.
Roma werden er van verdacht spionnen of ordeverstoorders te zijn.
Wantrouwen ging al snel over in
repressie. Eerste reacties poogden
de aanwezige Roma met geweld uit
het grondgebied te verstoten: de
praktijk van expulsie. Doorheen de
eeuwen duurden de vervolgingen
voort en namen zij zelfs toe.
Vogelvrijverklaringen, klopjachten en
massamoorden kwamen over heel
Europa voor. Door deze systematische uitsluiting en vervolging belandden de Roma nog meer in de
marge van de samenleving, en werden zij vaak gedwongen om te bedelen en te stelen om te overleven. Dit
leidde tot een sterke flexibiliteit en
een aanpassingsvermogen dat de
Roma tot op de dag van vandaag
kenmerkt.
III De verlichting en de
Nieuwste Tijd (18de eeuw –
1945)
Op het einde van de achttiende eeuw
ondergingen de Europese samenlevingen grote veranderingen. De
Industriële Revolutie, de Verlichting
en de Franse Revolutie leidden tot
het ontstaan van de moderne natie-
Vervolgingen in de Nederlanden
De Verenigde Provinciën voerden in
de 17de eeuw een zeer repressief
beleid tegenover Roma. In een
plakkaat uit 1695 werd besloten dat
de Roma de generaliteitslanden (de
provincies aan de zuidgrens) moesten
verlaten, waarbij gedreigd werd met
geselen, brandmerken en ten slotte
de doodstraf. Kort daarna werden
Roma o.a. in Overijssel vogelvrij
verklaard, waardoor zij genadeloos
opgejaagd werden. Tegen het midden
van de 18de eeuw waren zij nagenoeg
uit de Republiek verdwenen; zij
keerden maar geleidelijk terug in de
negentiende eeuw.
staten. Centralisering nam toe, wat
tot nog meer wantrouwigheid tegenover groepen in de marges van de samenleving leidde. Expulsies van
Roma kwamen nog steeds voor, maar
voor veel landen werd het duidelijk
dat deze politiek geen vruchten afwierp. Daarom ontstond nu een nieuwe tendens: het assimileren van de
Roma. Staten probeerden de cultuur
van de Roma uit te wissen en hen te
sedentariseren, om hen zo (op een
vaak gewelddadige en autoritaire
manier) in de samenleving te integreren.
Slavernij in Roemenië
Een van de oudste bronnen over Roma in
Europa is een document uit 1385 dat verwijst
naar het tot slaaf maken van Roma in Moldavië
en Walachije (het huidige Roemenië) – een
praktijk die trouwens pas in 1856 zou
afgeschaft worden. Hierboven een bordje uit
1852 dat de verkoop van enkele
‘Zigeunerslaven’ aanprijst.
Op het einde van de negentiende
en aan het begin van de twintigste
eeuw vond er een nieuwe migratiegolf van Roma uit Oost-Europa
plaats, deels ten gevolge van de afschaffing van de slavernij in Walachije
en Moldavië. Deze tweede grote migratiegolf stelde de West-Europese
landen voor nieuwe problemen. De
dreiging van een oorlog hing als een
schaduw
over
de
grote
Achtergrondinformatie
56
mogendheden van die tijd, waardoor
rondtrekkende Roma tot grote nervositeit leidden. Zij werden beschouwd als misdadigers, marginalen
of spionnen die een bedreiging
vormden voor de openbare orde. Hen
van het grondgebied verjagen loste
niets op, omdat buurlanden hen weigerden op te nemen. Daarom ging
men hen nu meer dan ooit aan banden leggen. In 1912 besloot de
Franse regering dat alle ‘nomaden’
van niet-Franse nationaliteit een
carnet anthropométrique moesten
krijgen. Dit was een document met
een uitgebreide beschrijving van de
Roma die er eigenaar van was, met
o.a. foto’s en vingerafdrukken. Door
de Roma te registreren en het nomadisme te doen verdwijnen of het ten
minste te controleren, hoopte de regering eindelijk greep op hen te krijgen. België voerde een soortgelijk
beleid in tijdens de Tweede
Wereldoorlog: Roma kregen een vernederende zigeunerkaart, die elke
maand door de rijkswacht moest
worden gecontroleerd. Deze kaart
werd trouwens pas in 1975 afgeschaft.
In de negentiende eeuw ontstond
er voorts een derde tendens die
enigszins in contrast staat met de
assimileringspolitiek. In deze periode
Assimileringspolitiek in Oostenrijk
De maatregelen van de Oostenrijkse
vorsten Maria Theresia en Jozef II zijn
een goed voorbeeld van een ver
doorgedreven assimileringspolitiek.
Roma werden gedwongen hun
paarden en karren te verkopen en
zich in dorpen te vestigen. Huwelijken
tussen Roma werden verboden,
alsook het spreken van hun taal.
Kinderen werden bij hun ouders
weggehaald en opgevoed in andere
gezinnen.
Xxxxxxxx
Xxxxxxxx
Een carnet anthropométrique
raakten velen in de ban van het rassendenken, dat superieure en inferieure rassen dacht te onderscheiden in de menselijke populaties. Het
rassendenken werd systematisch
toegepast om sociale fenomenen te
verklaren. Sociale verschillen golden
als verhulde raciale verschillen, aangezien men dacht dat er zich een
eeuwige concurrentiestrijd tussen de
rassen afspeelden. Niet alleen de
Joden waren hier het slachtoffer van.
Het concept werd ook gauw toegepast op het ‘zigeunerprobleem’.
Roma werden in toenemende mate
gezien als een inferieur ras waar het
nomadisme, het stelen en het bedriegen als het ware ‘ingebakken’
zat. Voorstanders van deze denkwijze probeerden daarom juist te vermijden dat Roma geassimileerd zouden worden in de samenleving. Hun
‘onzuiver bloed’ mocht zich niet vermengen met de autochtone bevolking.
Enkele maatregelen uit de vroege
twintigste eeuw illustreren dat het
rassendenken wijd verspreid was
onder de Europese elite. Ten eerste
richtte de politieofficier Alfred
Dillmann in 1899 een specifieke inlichtingendienst op in München. Hier
werden de Roma voor het eerst volledig geregistreerd en gesurveilleerd.
Er werden zoveel mogelijk identificatiegegevens verzameld, zoals vingerafdrukken, foto’s, etc. In 1905 bundelde Dillmann de verzamelde
gegevens in een Zigeunerbuch. Op
het eerste zicht lijkt dit boek sterk op
de Belgische zigeunerkaarten en de
Franse carnets anthropométriques.
Voor een groot deel zijn deze initiatieven inderdaad sterk gelijkaardig,
maar het Zigeunerbuch heeft in tegenstelling tot de andere twee een
expliciet raciale inslag. In zijn boek
noemde Dillmann de Roma een plaag
en gevaar voor de Duitse bevolking.
Ook waarschuwde hij voor een vermenging van de Duitse genen met
die van de Roma. Ten tweede nam
Beieren in 1926, tijdens het bewind
van de Weimarrepubliek, een wet aan
‘voor de strijd tegen de zigeuners,
landlopers en werkschuwen’. Het
Achtergrondinformatie
57
ministerieel besluit dat de wet bekrachtigde, verklaarde dat de rassenleer de nodige informatie gaf over
wie juist zigeuner is. Hiermee was het
rassendenken officieel het staatsbestel binnengeslopen. Ten derde werden op internationaal niveau eveneens maatregelen genomen tegen de
Roma die getuigen van diep gewortelde racistische denkbeelden. In
1934 besliste de Internationale
Kriminalpolizeiliche
Kommission,
een internationaal politiesamenwerkingsverband,
om
een
Zigeunercentrale op te richten in
Wenen, dat zoveel mogelijk Roma
moest zien te identificeren en te registreren. Ook hier werden Roma gezien als een ‘plaag’ en een gevaar
voor de sedentaire bevolking.
Criminaliteit, zo dacht men, was bij
hen ingeboren en vereiste dus een
internationale aanpak. Ook België
sloot zich bij het besluit van het IKPK
aan.
IV Het Derde Rijk en de
Tweede Wereldoorlog
Bovenstaande voorbeelden illustreren duidelijk dat discriminatie en
vervolging op basis van ras al in voege waren voor de machtsovername
door de nazi’s in 1933. De nazi’s zouden het rassendenken echter tot in
het extreme doorvoeren. Hun streven naar een ‘raszuivere’ natie zou
leiden tot de grootste vervolging die
de Roma ooit hebben gekend.
1933-1939
Aanvankelijk toonden de nazi’s weinig interesse voor de Roma op hun
grondgebied. De gebruikelijke pesterijen en discriminerende gebruiken
werden wel intensiever. Dit veranderde echter al snel. Roma waren in hun
ogen een raciaal inferieur en asociaal
volk dat de zuiverheid en de genetische gezondheid van het Arische ras
Een Roma-Holocaust?
De vervolging van de Roma door de nazi’s heeft al voor heftige debatten gezorgd
onder historici. Bepaalde onderzoekers, zoals G. Lewy, menen dat wij niet kunnen
spreken van een letterlijke genocide. De vervolging zou nogal chaotisch zijn
verlopen, zonder een doelgericht streven naar de totale uitroeiing van de hele
Romapopulatie in Europa. Andere historici, waaronder I. Hancock, bestrijdt deze
visie dan weer vurig. Hij benadrukt dat de nazi’s wél een Endlösung voor het
‘zigeunervraagstuk’ nastreefden en dat het lot van de Roma vergelijkbaar is met dat
van de Joden.
Wij zullen geen partij kiezen binnen dit historiografische debat, maar ons beperken
tot het weergeven van de feiten. Hoe dan ook moeten wij benadrukken dat de
vervolging van de Roma tijdens WOII een complex gegeven is dat niet zomaar in één
categorie kan worden gegoten. Ons inziens had de vervolging in bepaalde landen als
Joegoslavië en Kroatië wel degelijk een genocidair karakter, maar was dit niet het
geval in bijvoorbeeld Frankrijk. Daarom moeten wij steeds oog hebben voor nuance
en variaties in tijd en ruimte.
bedreigde. Vanaf 1934 werden honderden Roma gesteriliseerd bij toepassing
van
het
Reichssterilisationsgesetz. In sommige deelstaten werden Roma in
concentratie- of werkkampen geplaatst, zoals in 1936 te Berlijn naar
aanloop van de Olympische Spelen.
Net als de Joden werden de Roma in
1935 getroffen door de rassenwetten van Neurenberg, die ‘de Duitse
bloed en eer’ moesten beschermen.
Het werd de Roma verboden te huwen of een seksuele relatie te hebben met ‘Arische’ Duitsers. Bovendien
verloren zij hun burgerrechten.
Naarmate de tijd vorderde nam de
discriminatie steeds toe, zodat Roma
volledig geïsoleerd raakten van de
rest van de bevolking. Kinderen
mochten niet meer naar school gaan,
ouders mochten niet meer gaan werken, mannen mochten niet meer in
het leger gaan.
Vooraleer de Roma systematisch
uitgesloten konden worden, was het
echter nodig om een duidelijke
afbakening te maken van de geviseerde bevolkingsgroep. De Indische
afkomst van de Roma stelde de nazi-ideologen aanvankelijk voor problemen, omdat die zou wijzen op een
Arische oorsprong. Daarom richtten
de
nazi’s
in
1936
een
Rassenhygiënisch
en
Het Zigeunerbuch van A. Dillmann
Achtergrondinformatie
58
bevolkingsbiologisch onderzoekscentrum op, dat onder leiding kwam
te staan van Robert Ritter. Het antropologisch en raciaal onderzoek dat
hier verricht werd, zou dienen om de
uiteindelijke eliminatie van de Roma
te rechtvaardigen. Ritter kwam namelijk tot de conclusie dat maar 10
procent van de Roma nog ‘zuiver van
ras’ was. De andere 90 procent waren personen van gemengd bloed:
een inferieur en van nature crimineel
ras dat een bedreiging vormde voor
de raszuiverheid van Duitsland en
dus vernietigd moest worden. Het
criterium voor ‘halfbloeden’ was nog
strenger dan dat voor de Joden: twee
Roma tussen zestien overgrootouders waren voldoende om een persoon als ‘halfbloed’ te bestempelen.
Verder zette het centrum ook de registratie voort van zo veel mogelijk
Roma. Tegen 1944 had het gegevens
van ongeveer 30 000 personen verzameld. De voorwaarden voor vernietiging waren geschept.
Deportaties en uitroeiing
Eind 1938 vaardigde Heinrich
Himmler een decreet uit over de
‘strijd tegen de zigeunerplaag’, waar-
bij gebruik gemaakt werd van Ritters
onderzoek om de Roma op basis van
ras te classificeren. Vanaf dat moment begon een nieuwe fase in de
vervolging. Eerst werd het de Roma
verboden zich nog te verplaatsen.
Kort na de inval in Polen op 1 september 1939 besliste Heydrich dat
alle 30 000 Duitse Roma naar Polen
gedeporteerd moesten worden. Die
deportaties begonnen in mei 1940.
Eind 1941 werden 5000 Oostenrijkse
Roma naar Chelmno gebracht, waar
zij als een van de eersten vergast
werden. In het begin van 1940 hadden de nazi’s de moordende eigenschappen van het Zyklon-B gas al
uitgetest op 250 Romakinderen in
het concentratiekamp Buchenwald.
De deportaties van de Roma verliepen echter niet altijd even vlot. Er
was immers onenigheid bij bepaalde
nazi-kopstukken over hoe het ‘zigeunerprobleem’ juist moest aangepakt worden. Heinrich Himmler opperde bijvoorbeeld het idee om een
klein aantal ‘raszuivere’ Roma te behouden voor etnische en raciale studies. Dit idee werd verworpen en uiteindelijk gaf Himmler op 16
december 1942 het bevel om alle
Roma naar Auschwitz-Birkenau over
“Hun vermenigvuldigingsdrang is
kollosaal. Maar de kinderen moeten
meestal reeds in de lagere klassen
van de basisschool afhaken, omdat ze
volkomen minderwaardig zijn. De
omgeving is niet in staat om ze te
veranderen. Het bloed is sterker en
vandaag zoals weleer vormen zij een
plaag voor de werkende bevolking”
Citaat uit het nazistisch boek ‘Wat de jeugd
over erfelijkheid moet weten’, 1937.
Settela Steinbach, een Sinti-meisje dat in 1944
vanuit Westerbork naar Auschwitz
gedeporteerd werd.
De
interneringskampen
Frankrijk
in
De situatie van de Roma in Frankrijk
vormt een geval apart. Vanuit dit land
werden de Roma niet massaal naar
Auschwitz
gedeporteerd,
met
uitzondering van degenen die in Nord
en Pas-de-Calais verbleven – deze
departementen stonden namelijk
onder Duits militair bestuur. In bezet
en niet-bezet Frankrijk daarentegen
werden duizenden Roma en andere
‘Nomaden’
in
een
dertigtal
interneringskampen geplaatst die
beheerd werden door de Fransen zelf.
Zij zouden maar in de loop van 1946
(!) bevrijd worden. Ook na de
nederlaag van de nazi’s bleven de
regeringen wantrouwig tegenover
deze bevolkingsgroepen.
te brengen. In totaal werden ongeveer 24 000 Roma uit Duitsland en
Oostenrijk naar Auschwitz gedeporteerd.
De vervolging van de Roma tijdens de
Tweede Wereldoorlog varieerde van
land tot land. In Polen, de Baltische
staten en de Sovjet-Unie waren
Einsatsgruppen, paramilitaire commando’s, actief die systematisch
Joden, communisten, Roma en andere ‘ongewensten’ uitmoordden.
Vaak gebeurde het dat ook de lokale
politie betrokken was bij dergelijke
moordpartijen. In Polen kwam 2/3
van de Roma om, vermoord door de
Einsatzgruppen of in de kampen. In
het protectoraat van Bohemen en
Moravië, het huidige Tsjechië, werd
bijna de hele Romapopulatie uitgeroeid. Ook de collaborerende regimes richtten zich, naar het voorbeeld
Achtergrondinformatie
59
van de nazi’s, tegen de Roma op hun
grondgebied. In Joegoslavië werden
ongeveer 90 000 Roma vermoord. In
de concentratiekampen van het
Ustaše-regime in Kroatië kwamen
tienduizenden om het leven.
Slovakije, Hongarije en Roemenië
droegen ook bij tot de genocide,
maar proportioneel kwamen hier
minder Roma om dan in de reeds
vermelde landen – al mag niet vergeten worden dat een land als Hongarije
nog steeds tussen de 30 000 en de
70 000 Roma naar de concentratiekampen stuurde.
Auschwitz-Birkenau
Zoals reeds vermeld vaardigde
Himmler
in
1942
het
Auschwitzdecreet uit, waardoor duizenden Roma uit bezette of collaborerende landen in het concentratieen
uitroeiingskamp
Auschwitz- Birkenau terecht kwamen. Het eerste transport kwam aan
op 26 februari 1943. Roma moesten
een driehoek op hun kleren naaien,
ter hoogte van de borst: een bruine
driehoek voor ‘zigeuners’ of een
zwarte voor ‘asocialen’. Zij kregen
ook een tatoeage met een identificatienummer voorafgegaan door de
letter Z. In tegenstelling tot de Joden
werd er bij aankomst in AuschwitzBirkenau geen selectie gemaakt tussen diegenen die bestemd waren
voor onmiddellijke vernietiging en
diegenen die geschikt waren tot
dwangarbeid. Alle Roma, zowel volwassenen als kinderen, werden daarentegen samengedreven in het zogenaamde
Zigeunerlager
(‘zigeunerkamp’), dat een afgescheiden kamp binnen Birkenau vormde.
De Roma verbleven in 32 paardenstallen, in afschuwelijke omstandigheden. Er was geen zoldering, geen
vloer, geen sanitair en geen verlichting. Het zigeunerkamp was zo een
echt ‘sterfhok’: de gevangenen stier-
werd als de ‘Zigeunernacht’. In totaal
zouden ongeveer 20 000 Roma in
Auschwitz zijn vermoord.
Het totale dodental van de vervolging van de Roma is enigszins
problematisch. De meeste Roma in
Oost-Europa werden vermoord door
Einsatzgruppen en andere doodseskaders en van deze misdaden zijn
nauwelijks documenten bewaard. De
meeste schattingen variëren tussen
300 000 en 1 000 000 doden, al
gaan er de laatste jaren meer stemmen op die beweren dat ook deze
cijfers onderschattingen zijn.
Barak in het Zigeunerlager, gefotografeerd na
de bevrijding.
ven massaal aan ondervoeding, uitputting en besmettelijke ziektes.
Baby’s en kinderen waren de eerste
slachtoffers van deze onbeschrijfelijke situatie. Hierbij moet ook nog
vermeld worden dat vele Roma –
vooral kinderen – onderworpen werden aan gruwelijke medische experimenten door Jozef Mengele, ‘De
engel des doods’.
Vanaf maart 1943 begonnen de
eerste vergassingen van Roma. Door
de regelmatige transporten raakte
het zigeunerkamp echter zwaar
overbevolkt. Himmler besloot daarom dat het kamp ‘geliquideerd’
moest worden. Vanaf april 1944 begon de SS met het selecteren van de
Roma die nog arbeidsgeschikt waren
om hen vervolgens naar andere concentratiekampen te sturen. In mei
ging men over tot de liquidatie van
de overblijvers. De SS stootte echter
onverwachts op hardnekkig verzet:
de Roma verdedigden zich met alles
wat ze maar konden vinden.
Uiteindelijk zou de SS er maar twee
maanden later, waarschijnlijk in de
nacht van 2 op 3 augustus, in slagen
om het kamp volledig te liquideren.
Duizenden lieten die nacht het leven,
een gebeurtenis die later bekend
Roma in België tijdens WOII
Na de capitulatie van België op 28
mei en die van Frankrijk op 22 juni
1940 kwamen België en de NoordFranse departementen Nord en Pasde-Calais onder Duits militair bestuur te staan. Generaal Alexander
Von Falkenhausen werd tot militair
gouverneur benoemd.
Aan het begin van de Duitse bezetting toonden de nazi’s weinig interesse voor de ongeveer 400 Roma
in België. Er werden geen verordeningen tegen hen uitgevaardigd zoals
dat bij de Joden het geval was. Wel
werd het hen verboden om rond te
trekken in de provincies WestVlaanderen, Oost-Vlaanderen en
Antwerpen. De Belgische vreemdelingenpolitie handhaafde in deze periode haar eigen repressieve beleid
ten opzichte van de Roma, zonder
Duitse bemoeienis. Een van de voorbeelden van dit beleid is de ‘zigeunerregistratie’. Niet de Duitse bezetter maar de Belgische administratie
neemt het initiatief, op 12 december
1941, om de Roma onder dwang als
‘ras’ te registreren. De registratie gebeurt door de Belgische rijkswacht,
die de betrokkenen tijdelijk aanhoudt en hun een ‘zigeunerkaart bezorgt. Die kaart moest elke maand
door
de
rijkswacht
worden
Achtergrondinformatie
60
Voorbeeld van een zigeunerkaart
gecontroleerd ter identificatie en om
fraude met ratsoenzegels tegen te
gaan.
In de loop van 1942 veranderde
de houding van de nazi’s. Net als de
Joden kregen de Roma stilaan een
aparte behandeling op raciale basis.
Eind 1942 vroeg de Duitse bezetter
aan de Belgische Openbare Veiligheid
om een nota die de situatie van de
Roma in België beschreef. De
Duitsers werden er zo van op de
hoogte gebracht dat de vreemdelingenpolitie over talrijke dossiers van
individuele Roma beschikte, met onder meer vingerafdrukken en foto’s.
De nota maakte ook melding van de
zigeunerkaarten.
Doordat
de
Belgische overheid de Roma zo sterk
controleerde beschikten de nazi’s nu
over een krachtig hulpmiddel om de
Roma op te sporen. Hierbij moet wel
worden opgemerkt dat de Belgische
ambtenaren weigerden om de
Duitsers te assisteren bij het arresteren van de Roma. De arrestaties werden bijgevolg alleen uitgevoerd door
de Duitse Feldgendarmerie. Dit staat
“Het waren Zigeuners... Na een maand
opgesloten te zijn achter tralies,
onder schot gehouden door een
machinegeweer en beroofd van hun
gouden ringen en hun violen, werden
zij nu samen met de Joden
gedeporteerd... Bij hun vertrek waren
zij nog armer dan de Joden, zij hadden
geen enkele bagage mee... “
binnenplaats Dossinkazerne
Joodse getuige over de Roma in de
Dossinkazerne.
in contrast met de arrestaties van de
Joden, waarbij in steden als
Antwerpen de Belgische politiediensten betrokken waren.
Het
Auschwitzdecreet
van
Himmler werd vanaf juli 1943 in
België van kracht. Waarschijnlijk gaf
Himmler trouwens in eigen persoon
de opdracht om tot de deportatie
van de Roma in België en NoordFrankrijk over te gaan. Na de arrestatie van enkele individuele families in
de eerste helft van 1942, begonnen
de eerste grootschalige razzia’s in
oktober.
Na de arrestaties van enkele individuele families, begonnen de grootschalige arrestaties. Het scenario
was telkens vergelijkbaar: de
Feldgendarmerie stuurde vroeg in de
ochtend vrachtwagens naar de
standplaatsen van de Roma. De
woonwagens werden omsingeld. Met
getrokken wapens bevolen de Duitse
militaire politiemannen de gezinnen
voltallig in de vrachtwagens te stappen. In Noord-Frankrijk, waar de
Duitsers geholpen werden door de
Franse politie, konden nog meer
mensen worden gearresteerd.
In totaal werden 350 Roma opgepakt en in de Dossinkazerne, het
verzamelkamp voor Joden en
Zigeuners, afgeleverd. In Dossin werden de Roma geïsoleerd in een afgesloten zaal. Ze mochten geen voedselpakketten ontvangen van buitenaf
waardoor ze langzaam uithongerden.
Ze sliepen opeengepakt op strozakken en hadden geen toegang tot sanitair of medische verzorging. In deze
omstandigheden werd op 11 december 1943 de kleine Jacqueline
Vadoche geboren. Toen ze 35 dagen
oud was, werd ze naar AuschwitzBirkenau gevoerd. Daarmee is ze het
jongste kind dat vanuit Mechelen
naar Polen vertrok.
Bij het vertrek vanuit Mechelen
waren er dus 351 Roma: 176 mannen
Achtergrondinformatie
61
De vergeten slachtoffers van de
nazi’s
Er zijn enkele redenen waarom de
erkenning van de vervolging van de
Roma maar zo laat kwam en tot op de
dag vandaag problematisch is. Ten
eerste werden de Roma na de oorlog
nog steeds gediscrimineerd. De
goegemeente
bleef
hen
als
ordeverstoorders of als criminelen
beschouwen.
Zo
werden
de
geïnterneerde Roma in Frankrijk pas
in 1946 vrijgelaten. Ten tweede
werden zij niet als slachtoffers gezien
van de raciale politiek van de nazi’s.
Men dacht onterecht dat zij op basis
van hun vermeende criminaliteit
werden vervolgd. Ten derde is de
genocide op de Roma veel minder
goed gedocumenteerd dan de
Judeocide. Ten vierde is de genocide
tot op de dag van vandaag een taboe
bij vele Roma. Er heersen gevoelens
van schaamte, ook al doordat
traditionele familiestructuren met
geweld gebroken werden. Tot slot is er
bij de Roma een gebrek aan
collectieve herinnering wegens het
grote analfabetisme, de onderlinge
verschillen tussen groepen Roma en
het gebrek aan een culturele elite.
en 175 vrouwen. Bijna de helft van
transport Z (166) zijn kinderen onder
de 15 jaar. Het transport vertrekt op
15 januari 1944, met dezelfde trein
als het 23e Jodentransport. De reis in
beestenwagons duurt drie dagen.
Eén andere Roma verzeilde toevallig
in transport 25.
Bij aankomst in Auschwitz werd
geen van de Roma onmiddellijk naar
de gaskamers gestuurd. Iedereen
werd opgesloten in het Familienlager
van concentratiekamp Birkenau.
Baby Jacqueline werd geïnterneerd
onder het stamnummer Z 9852. Bij
gebrek aan een andere plaats, werd
het nummer op haar linkervoetzooltje getatoeëerd. In Birkenau waren
de leefomstandigheden voor de
Roma nog erbarmelijker: minieme
voedselrantsoenen, tyfus, schurft,
dysenterie, … Na zes maanden was
de helft van de gedeporteerden uit
Mechelen al omgekomen. Op 1 mei
stierf Jacqueline Vadoche. Ze werd
106 dagen oud. Op 15 april, 25 mei
en 2 augustus werden in totaal 3000
Roma
uit
het
Zigeunerlager
Auschwitz gehaald om als arbeidskrachten te dienen. Onder deze
transfers
naar
Buchenwald,
Flossenburg en Ravensbrück, bevonden zich ook mensen uit Mechelen.
In het Familienlager bleven de laatste
3000 Roma achter. Zij werden op 2
augustus allemaal in de gaskamers
van Birkenau omgebracht. Van de 64
tewerk gestelde Roma uit Mechelen
waren er na de oorlog nog 32 in leven.
Sterilisaties van Romavrouwen
In 1973 startte Tsjecho-Slowakije met
een
sterilisatieprogramma
voor
Romavrouwen. De sterilisaties werden
tegen hun wil uitgevoerd of
afgedwongen in ruil voor sociale
bijstand. Na de fluwelen revolutie van
1989, toen het land zich losrukte van
de communistische dictatuur, bleven
de sterilisaties door gaan. Een rapport
uit 2005 beschreef tientallen
gedwongen sterilisaties tussen 1979
en 2001. Deze praktijk doet ons
denken aan de sterilisaties tijdens het
naziregime.
V Na WOII
Na de oorlog kregen de Roma geen
enkele erkenning voor de genocide
die zijzelf Porajmos noemen, ‘het
grote verslinden’. In tegenstelling tot
de Joden kregen de Roma geen herstelbetalingen van de Duitse overheid. De daders gingen veelal vrijuit.
Pas in 1982 werd de genocide officieel erkend door West-Duitsland.
Vandaag de dag is de discriminatie van de Roma nauwelijks afgenomen. De Europese landen zijn nog allesbehalve in het reine met de Roma
op hun grondgebied, in die mate
zelfs dat er sprake is van een
Europese mensenrechtenproblematiek. Bij de bespreking van de hedendaagse situatie moet wel het onderscheid gemaakt worden tussen de
Woonwagenbewoners vinden in de Franse
gemeenten zelden een hartelijk onthaal.
Woonwagenbewoners in WestEuropa enerzijds en de Roma uit
Oost-Europa anderzijds. Deze groepen hebben weliswaar gemeen dat
zij een maatschappelijk kwetsbare
minderheid vormen en dat over hen
dezelfde negatieve beeldvorming
heerst, maar hun concrete problemen
zijn
verschillend.
De
Woonwagenbewoners in WestEuropa vinden sinds WOII moeilijk
een plaats in de maatschappij omdat
Achtergrondinformatie
62
hun oude ambulante beroepen, zoals
messenslijper of paardenhandelaar,
niet levensvatbaar meer zijn in de
moderne markteconomie. Verder
kampen zij de laatste jaren met een
tekort aan standplaatsen, wat tot
spanningen leidt met de rest van de
bevolking. In landen als Frankrijk en
het Verenigd Koninkrijk is de overheid de laatste jaren repressiever
gaan optreden tegenover rondtrekkende bevolkingsgroepen.
De Roma uit Oost-Europa kampen dan weer met andere problemen. Zij vormen een etnisch-culturele minderheid die de laatste
decennia steeds meer in de marges
van de maatschappij worden gedrukt. Dit wordt bondig samengevat
in een artikel uit The Economist: “ They
are at the bottom of every socio-economic indicator: the poorest,
the most unemployed, the least educated, the shortest-lived, the most
welfare-dependent, the most imprisoned, and yes, the most segregated.
In one indicator, they lead: they have
the most children. In sum, they are a
spectral third-world nation in
Europe.”
Racisme, discriminatie en geweld
tegenover Roma is alomtegenwoordig in Oost-Europa. De meeste Roma
leven in krottenwijken of getto’s aan
de rand van grote steden. Zij hebben
weinig tot geen toegang tot adequate gezondheidszorg en door wijd verspreide vooroordelen maken zij weinig kans op de arbeidsmarkt. Verder
zijn zij de eerste slachtoffers van het
opkomende nationalisme en extreemrechts: zij krijgen de schuld van
alles wat fout gaat. Extreemrechtse
groeperingen gaan de straat op, organiseren betogingen tegen de Roma
en stellen burgerwachten aan om de
bevolking te ‘beschermen’. Xenofobe
politici roepen dat luiheid en criminaliteit in hun genen zit en dat zij
parasiteren op de rest van de bevolking. In Roemenië is de situatie nog
het ergst. Roma worden er behandeld als tweederangsburgers; vaak
wordt hen de toegang tot café’s of
restaurants geweigerd. Aanvallen op
Roma door opgehitste bendes of
menigten zijn sinds 1989 alleen
maar toegenomen.
Sinds enkele decennia is een
nieuwe migratiegolf van Roma op
gang gekomen van Oost- naar WestEuropa, ten gevolge van de val van
het Ijzeren Gordijn en de toetreding
van landen als Roemenië en Bulgarije
tot de EU. Deze Roma zijn niet alleen
op de vlucht voor de sterke discriminatie in hun thuisland, maar zij zijn
ook op zoek naar betere economische omstandigheden. In WestEuropa worden de Roma zelden met
open armen ontvangen. In vele lagen
van de bevolking heerst er een sterk
negatieve beeldvorming van deze
bevolkingsgroep.
Eeuwenoude
clichés over hen vinden hun weg in
de pers, waar zij consequent in een
negatief daglicht worden gesteld.
Ook politici, niet alleen van extreemrechtse signatuur, schuwen stigmatiserende
uitspraken
niet.
Verontwaardiging hierover is nagenoeg onbestaande. Beleidsvoerende
instanties grijpen bovendien terug
naar oude recepten om hun probleem met de Roma op te lossen. Op
nationaal niveau wordt soms een
heel uitwijzingsbeleid toegepast,
o.m. in Duitsland in de vroege jaren
negentig en in het Frankrijk van
Sarkozy. De Roma die hier kunnen
blijven, verzeilen vaak in de armoede,
met alle gevolgen vandien: huisvestingsproblemen, gezondheidsproblemen, integratieproblemen, beperkte toegang tot de arbeidsmarkt,...
Zonder de specifieke omstandigheden van elke periode uit het oog te
verliezen, kunnen wij stellen dat de
discriminatie van de Roma een eeuwenoud probleem is. Nog steeds zijn
ingebakken vooroordelen die door
de eeuwen heen sterk gelijkaardig
zijn gebleven, alomtegenwoordig.
Het is daarom een van de grootste
uitdagingen voor Europa om de situatie van de Roma te verbeteren en
hen de rechten te geven waar zij als
mens en Europees bruger recht op
hebben. Toch moeten wij hier ook
een positieve noot brengen. De laatste jaren gaan er steeds meer stemmen op die de situatie van de Roma
in Europa aanklagen. Vele NGO’s en
andere organisaties zetten zich in om
de rechten van de Roma te vrijwaren.
Ook de Roma zelf organiseren zich
meer en meer om op te komen voor
hun rechten en zich maatschappelijk
te integreren. De Europese Unie en
de Raad van Europa zijn drijvende
krachten achter deze initiatieven. Zo
werkte de Europese Commissie een
specifiek Roma-beleid uit ter ondersteuning van de integratie van de
Roma. Elke lidstaat kreeg de verplichting opgelegd om een actieplan
rond Roma uit te werken. Op dit vlak
is de ene lidstaat al een betere leerling dan de andere. Hoewel er nog
veel werk aan de winkel is om de situatie van de Roma verbeteren, waait
er toch een nieuwe wind door Europa
die tot actie aanzet.
Ook het onderwijs heeft sterke
troeven in handen om de negatieve
beeldvorming rond Roma te doorprikken. Elk initiatief dat jongeren
bewust wil maken van de problematiek en hen de kans geeft te reflecteren over hun eigen standpunten en
vooroordelen, is al een goede stap in
de richting naar de verbetering van
de situatie van de Roma.
VI Afsluitende conclusie
In de vele vervolgingen en vormen
van discriminatie die de Roma heb-
Achtergrondinformatie
63
ben ondergaan doorheen de geschiedenis, kunnen wij gelijkaardige
patronen herkennen. Dit berust niet
op louter toeval: er zijn inderdaad
enkele diepere mechanismen die
wantrouwen tegenover Roma aanwakkeren en tot vervolgingen kunnen leiden.
Een eerste belangrijk mechanisme is de angst voor het vreemde.
Wantrouwen tegenover ‘de ander’
leidt al gauw tot stigmatisering en
vervolging. Door de afstand die vele
Roma houden tegenover de niet-Roma, de Gadjé, wordt dit wantrouwen
nog sterker. De angst voor het vreemde kan opgevat worden als een dieperliggende oorzaak.
Een ander mechanisme valt te
herkennen in de rol van de staat. Bij
de vervolgingen van Roma valt vaak
op dat deze georkestreerd worden
door de staat; spontane volksuitbarstingen en pogroms zijn over het algemeen zeldzamer. Ook zien wij dat
Roma sterker vervolgd of gediscrimineerd worden naargelang een staat
centraler bestuurd wordt. Dit valt als
volgt te verklaren. Enerzijds wil een
gecentraliseerde staat controle hebben over haar onderdanen. Zij wilt
weten hoeveel mensen er zijn en
waar ze wonen, zodat het innen van
belastingen vlot verloopt. Het rondreizende, ongebonden karakter van
de Roma botst met deze instelling.
De gecentraliseerde staat is allergisch voor groepen waar zij geen vat
op krijgt, niet alleen wegens moeilijkheden i.v.m. belastingen, maar ook
omdat rondtrekkende groepen vaak
verdacht worden van spionage.
Daarom wil de staat rondtrekkende
groepen aan banden leggen en hen
sedentariseren. Anderzijds is er ook
de tendens om Roma af te stoten, en
dit om meerdere redenen: zij worden
beticht van diefstal, zij zouden de
jobs van autochtonen afnemen, zij
Patronen in de discriminatie van Roma door de eeuwen heen
zouden ziektes verspreiden, etc. In
de 19de eeuw kwam daar het rassendenken nog eens bovenop, waardoor men vermenging van de Roma
met de autochtone bevolking wou
tegengaan. Paradoxaal genoeg versterken deze conflicterende tendensen elkaar. In haar behoefte naar
controle wil de staat de Roma gaan
registreren, maar deze registratie
leidt zelf tot categorisatie en dus segregatie van de samenleving. Deze
segregatie leidt op haar beurt tot ongebrip en xenofobie, met vervolging
tot gevolg.
Beeldvorming in
heden en verleden:
een analyse van een
archetype
I
Inleiding
Een belangrijk deel van het lessenpakket rond Roma is de interactieve
workshop die de leerlingen in het
museum kunnen volgen. Hierbij zullen zij voornamelijk zelfstandig aan
de slag gaan met verschillende soorten bronnen om meer inzicht te krij-
gen in de vele clichés en stereotypen
waar Roma mee af te rekenen hebben. Ondanks het interactieve karakter van de workshop is een goede begeleiding cruciaal. De begeleider is in
de eerste plaats een ondersteuner
van de leerlingen, die hen het nodige
kader biedt om de verworven inzichten correct te plaatsen. Ook kan hij
remediërend optreden wanneer dat
nodig is. Het hoeft geen betoog dat
de begeleider van de workshop over
voldoende achtergrondkennis van
het onderwerp moet beschikken. Dit
document wil tegemoet komen aan
deze noodzaak door de theorie rond
beeldvorming over Roma kort samen
te vatten.
Waarom wordt er in dit lessenpakket expliciet aandacht besteed
aan beeldvorming rond Roma? Om
meerdere redenen lijkt het ons belangrijk om de casus van de Roma
apart te behandelen. Ten eerste kunnen wij met enige voorzichtigheid
stellen dat er over Roma meer vooroordelen heersen dan over andere
minderheden. Zeker in de grootsteden wordt de situatie stilaan problematisch: niet alleen op materieel vlak
zijn Roma outcasts, maar ook in de
Achtergrondinformatie
64
geesten van de mensen vormen zij
een gesegregeerde bevolkingsgroep.
Het bewust maken van de jonge generatie, die zeer weinig weet over
Roma en opgroeit met bepaalde
vooroordelen, is daarom een eerste
stap om deze situatie te verbeteren.
Ten tweede is het ons bij het bestuderen van dit onderwerp opgevallen
dat beeldvorming rond Roma op bepaalde vlakken heel aparte kenmerken vertoont. De negatieve opvattingen over ‘de zigeuner’ gaan heel wat
dieper dan aanvankelijk zou blijken.
Het gaat hier eigenlijk niet meer over
simpele clichés of vooroordelen,
maar over een symboliek die diep in
onze cultuur is verankerd.
Dit hoofdstuk bestaat uit twee
delen. Het eerste is een algemeen
overzicht van de beeldvorming over
Roma. Twee visies worden besproken: enerzijds de negatieve stereotypering van Roma en anderzijds een
positievere, maar daarom nog niet
correctere kijk op het ‘zigeunerleven’. In het tweede deel wordt meer
gedetailleerd ingegaan op de aparte
onderwerpen die in de workshop aan
bod komen.
II De twee gezichten van de
‘Zigeuner’
Sinds de verschijning van de Roma in
onze contreien hebben zij steeds tot
de verbeelding van de autochtone
bevolking gesproken. 600 jaar na
hun aankomst in Europa vormen zij
voor talrijke mensen nog steeds ‘de
eeuwige ander’, een vreemd volk
waar een reeks van kenmerken op
van toepassing zijn. In de negentiende eeuw is het beeld van de Roma
uitgegroeid tot een heus leitmotif
binnen de Westerse cultuurgeschiedenis. Wij kunnen twee grote benaderingswijzen onderscheiden die
met elkaar in contrast staan, maar
toch naast elkaar leven en elkaar
zelfs aanvullen.
III De criminaliserende visie
De eerste benaderingswijze is de criminaliserende visie. Roma worden
hierin zeer negatief gepercipieerd.
Roma zouden enkel maar stelen, roven, plunderen, bedriegen en bedelen. Deze opvatting is de oudste van
de twee en tot op de dag van vandaag de meest hardnekkige.
Over welke vooroordelen gaat
het?
Historicus Frank Seberechts onderscheidde een aantal zaken waar
Roma in de negentiende en vroege
twintigste eeuw van beschuldigd
werden. Wij selecteerden enkele
vooroordelen die tot vandaag doorleven.
··
bezit: het ‘wegnemen’ van levensnoodzakelijke dingen zou niet als
stelen worden opgevat. Hoewel deze
bewering misschien in sommige gevallen klopt, is het gevaarlijk om in algemene bewoorden te spreken over
‘de cultuur’ van de Roma. De context
van de verschillende groepen verschilt erg en dus ook hun cultuur, die
steeds beïnvloed wordt door verschillende factoren: hun socio-economische positie, de mogelijkheden
en kansen die zij voor zichzelf in de
maatschappij zien, familiale omstandigheden en individuele kenmerken.
De meeste Roma zijn geen dieven en
willen ook niet geassocieerd worden
met de idee dat stelen in hun cultuur
goedgekeurd wordt. Over het algemeen is het correcter te stellen dat
diefstal een vorm van armoedecriminaliteit is. Het is eerder het gevolg
van een lage socio-economische
status dan van een bepaalde culturele instelling.
Roma zijn dieven
··
Dit is waarschijnlijk het meest hardnekkige beeld dat over Roma heerst.
Al eeuwenlang worden zij in verband
gebracht met diefstallen. In de negentiende en twintigste eeuw was de
mening wijd verspreid dat zij genetisch voorgeprogrammeerd waren
tot stelen. Hoewel dit raciale discours na WOII verdween, denken vele
mensen vandaag dat stelen een deel
van hun cultuur is. Advocaat Vic Van
Aelst haalde dit argument aan bij de
verdediging van een Romajongen die
terecht stond voor herhaalde diefstallen. Misschien zit er een deel
waarheid in deze bewering. Doordat
Roma zich al eeuwenlang in de marge van de samenleving bevinden,
hebben sommige groepen zich ongetwijfeld in leven kunnen houden
door te stelen. Nathalie De Mol, die
een thesis schreef over beeldvorming rond Roma, beweerde dat
Roma anders aankijken tegen privé-
Roma zijn vuil en onhygiënisch
In talrijke persartikels uit de negentiende en vroege twintigste eeuw
worden de Roma beschreven als vuile, zelfs ‘weerzinwekkende’ mensen.
Ongetwijfeld zullen deze beschrijvingen voor een groot deel correct zijn
geweest, maar dezelfde onhygiënische toestanden kon men ook aantreffen bij de door armoede geteisterde lagere volksklassen uit deze
periode. Bovendien was er een groot
contrast tussen de burgerlijke opvattingen over hygiëne en de gewoonten van de Roma. Zo vertelt Jan
Yoors, een kunstenaar die in de jaren
’30 meereisde met een groep Roms,
dat zij voor buitenstaanders onverzorgd overkwamen door hun kleren
en hun algemene manier van doen.
Men wist echter niets af over het
grote belang dat deze groep hechtte
aan zuiverheid en reinheid, zowel op
symbolisch als op praktisch vlak. Zo
Achtergrondinformatie
65
Echo’s ervan klinken tot vandaag
door. In 2008 werd een Romakamp
in Napels aangevallen door een woedende menigte nadat men geruchten
had opgevangen dat een Romavrouw
een baby had proberen stelen. In tegenstelling tot de vorige stereotypen
heeft dit beeld van Roma geen enkele kern van waarheid. Hier kunnen we
spreken van een echte mythe, die
enigszins te vergelijken is met de absurde verhalen over Joden die kinderen ontvoerden om hun bloed af te
tappen.
Waar komen deze vooroordelen
vandaan?
Fragment uit de Suske en Wiske-strip De Zwarte Zwaan uit 1959.
vonden zij het bijvoorbeeld ondenkbaar om een bad te nemen, omdat je
dan als het ware in je eigen vuil ligt te
weken. Hoe dan ook zijn de Roma
nooit van deze beschuldiging afgeraakt. Nog steeds worden zij door
veel mensen als vuil en onhygiënisch
beschouwd, hoewel zij nog steeds
erg gehecht zijn aan hun oude reinheidsvoorschriften. Maar doordat
vele Roma in armoede leven, in getto’s of op woonwagenparken in de
buurt van afvalterreinen of verontreinigde gebieden, ontstaan er inderdaad problemen met afval en hygiëne – wat dan weer het oude cliché
versterkt. Deze problemen hebben
opnieuw meer te maken met hun socio-economische positie in de samenleving dan met hun cultuur, die
bovendien ook sterk tijd- en plaatsgebonden is.
··
Roma zijn bedriegers en vervalsers
en kaartlezen. Op die manier werd de
argeloze bezoeker om de tuin geleid
en geld afhandig gemaakt. In zekere
zin leeft dit beeld nog steeds in de
samenleving. Anderzijds staan en
stonden zij bekend om concretere
gevallen van oplichting. In de jaren
’30 werd enkele keren melding gemaakt van Roma die de ‘wisseltruc’
toepasten: zij betaalden met een
briefje van 100 frank bij een handelaar, maar besloten uiteindelijk toch
niet over te gaan tot de aankoop, namen het briefje terug en gingen aan
de haal met het wisselgeld. Op 23 juli
2009 beschreef het Laatste Nieuws
een
gelijkaardig
scenario:
Romavrouwen die met 100 euro betaalden, het geld terugnamen en met
het wisselgeld probeerden weg te
vluchten. Opnieuw moeten wij hier
aanstippen dat dergelijke voorvallen
vormen zijn van armoedecriminaliteit
van bepaalde groepen.
··
Ook dit is een terugkerend thema. In
vroegere tijden werden Roma in verband gebracht met duistere magische praktijken, zoals het voorspellen van de toekomst door handlezen
Er zijn verschillende manieren om
een verklaring te geven voor vooroordelen tegenover Roma. Een eerste verklaringswijze is sociaal-maatschappelijk. Vooroordelen steken de
kop op wanneer de relatie tussen bevolkingsgroepen verstoord wordt.
Roma zijn kinderdieven
De ‘Zigeunerboef’ die met burgerkindjes aan de haal gaat, is een thema dat heel populair was in de negentiende en vroege twintigste eeuw.
Zigeuner stelen kinderen, mijnheer! Afbeelding
uit een Franse krant, 1905
Achtergrondinformatie
66
Wanneer de kloof als te diep en onoverbrugbaar wordt beschouwd,
ontstaat er een tendens die ‘wij’ contrasteert met ‘de ander’. Bij ‘de ander’
wordt het negatieve uitvergroot, terwijl het positieve niet herkend of gezien wordt. Vooroordelen zijn daarom het sterkst in situaties waar de
kloof en wederzijds wantrouwen tussen groepen het grootst is. Ook de visie van de maatschappij op thema’s
als assimilatie, integratie en diversiteit hebben een sterke invloed op
beeldvorming. Dit verklaart waarom
vooroordelen tegenover Roma in bepaalde gebieden sterker zijn dan in
andere. In maatschappijen waar veel
nadruk gelegd wordt op een sterke
nationale identiteit vallen de Roma
haast automatisch uit de boot, omdat zij niet in het plaatje zouden passen.
Hiermee is een antwoord gegeven op de vraag waarom vooroordelen de kop opsteken in bepaalde situaties. Maar zoals reeds aangegeven
vertoont de beeldvorming over Roma
aparte kenmerken. Hoewel de intensiteit van de vooroordelen varieert in
verschillende situaties, is de aard ervan in zekere zin onveranderd gebleven. ‘De zigeuner’ is een archetype
geworden in de samenleving, een archetype dat iedereen herkent en
naargelang de omstandigheden een
grote invloed uitoefent op het beeld
dat mensen over Roma hebben. Een
cultuurhistorische analyse kan verklaren hoe dit specifieke beeld over
Roma is ontstaan.
De grondslagen van deze negatieve kijk op Roma werden gelegd in
de 15de eeuw, hooguit enkele decennia na hun aankomst in Europa.
Volgens Ian Hancock zijn er meerdere redenen die deze vijandige houding verklaren. Ten eerste vielen de
migraties van de Roma samen met de
uitbreiding van het Ottomaanse Rijk,
waardoor Westerlingen a priori weinig vertrouwen hadden in bevolkingsgroepen uit het Oosten. Ten
tweede was in het Christelijke Europa
de associatie tussen respectievelijk
licht/donker en goed/kwaad diepgeworteld, waardoor mensen met een
donkerdere huid haast automatisch
gestigmatiseerd werden. Ten derde
vermeldt Hancock het feit dat de
cultuur van de Roma allesbehalve
positief stond tegenover sociale contacten met niet-Roma en zo het wederzijds wantrouwen versterkte. Ten
vierde stipt hij aan dat allerhande
wetten de Roma uit de samenleving
sloten, waardoor zij gedwongen waren zich bezig te houden met beroepen die buiten de marges van de
maatschappij vielen, zoals het voorspellen van de toekomst. In tegenstelling tot in Oosterse landen maakten de Europeanen gauw de
connectie tussen het voorspellen
van de toekomst en het aanwenden
van zwarte magie. Ten vijfde beschikten de Roma niet over een eigen
staat die hen op politiek, militair,
economisch en sociaal vlak kon beschermen. Zo werden zij de ideale
zondebokken. Tot slot benadrukt
Hancock dat de Roma steeds als de
‘eeuwige ander’ werden bestempeld,
wat de identiteit en het saamhorigheidsgevoel van de autochtone bevolking moest versterken.
Op die manier kwamen de Roma
in een vicieuze cirkel terecht. Door de
heersende vooroordelen bleven zij in
de marge van de samenleving, waardoor onbegrip en negatieve beeldvorming alleen maar versterkt werden. Tegen de negentiende eeuw was
de criminaliserende visie op zigeuners zo ingeburgerd in de Westerse
mentaliteit dat zij een heel nieuwe
dimensie had aangenomen. De
beeldvorming rond Roma ging vanaf
dat moment veel dieper dan enkel
vooroordelen: de ‘Zigeuner’ was
Een Nederlands kinderboek uit 1936.
uitgegroeid tot een archetype, een
symbool binnen een oeroud cultuurhistorisch concept. Om dit ten volle
te begrijpen moeten wij terugkeren
in de tijd, millennia voordat er ook
maar sprake was van Roma.
Op het moment dat de mensheid
sedentair werd en er voor het eerst
sprake is van ‘civilisatie’ ontstond er
een concept dat de relatie van de
mens met de hem omringende wereld verklaarde. Het universum werd
opgevat als een eeuwige strijd tussen
orde en chaos: de goden verdedigden de orde terwijl chaotische krachten waar mogelijk weerwerk boden.
De stoffelijke wereld was dan weer
een afspiegeling hiervan. De menselijke maatschappij stond voor de
orde van de goden, die echter voortdurend bedreigd werd door de woeste en chaotische krachten van de natuur. Een goed mens schaarde zich
steeds achter de orde die door de
goden was ingesteld. Toch besefte
men dat ook de chaos noodzakelijk
was: zonder een tegenwerkende
kracht zou al het leven stil vallen in
Achtergrondinformatie
67
volledige starheid. Het paradigma
orde/chaos komt in zowat elke cultuur terug; de oudste vormen ervan
manifesteerden
zich
in
de
Oudegyptische en Mesopotamische
beschavingen.
Met de opkomst van het
Christendom leefde het oude paradigma voort, al werd het aan enige
verandering onderhevig. De orde en
de chaos werden in sterkere morele
concepten gegoten: Goed en Kwaad.
Het Goede werd vertegenwoordigd
door God en het ware geloof, terwijl
het Kwade gesymboliseerd werd
door Satan. Verder werd het koppel
licht/donker in sterke mate verbonden met deze concepten. Ook Ian
Hancock stipte het belang van deze
Christelijke doctrine aan.
In zijn analyse van de beeldvorming van ‘Zigeuners’ in Nederlandse
kinderboeken uit de 19de en 20ste
eeuw toont Jean Kommers overtuigend aan dat Roma werden ingebed
in dit oeroude paradigma van Goed
en Kwaad. Het zigeunerleven staat
voor de chaos, het onrechtvaardige,
het satanische en de duisternis. Het
burgerleven staat dan weer voor de
Goddelijke orde, de rechtvaardigheid
en het licht. Deze opposities komen
het sterkst naar voor in de verhalen
over ‘Zigeuners’ die kinderen roven:
door de overgang van het kind van de
ordelijke burgersamenleving naar de
‘anti-cultuur’ van de Roma wordt de
ongelijkheid tussen ‘ons’ en de
‘Zigeuners’ bevestigd. De eigen cultuur wordt als superieur opgehemeld
en de identiteit van de burgers versterkt.
Doordat Roma deel zijn gaan uitmaken van een symboliek die diep in
onze cultuur is verankerd, is de negatieve beeldvorming over hen heel
moeilijk uit te roeien. Steeds opnieuw
kunnen de opposities aangewend
gehouden doordat de gemiddelde
West-Europeaan weinig of nooit in
aanraking komt met ‘echte’ Roma.
Voorblad van het muziekstuk ‘Romany Rye’ uit
1904.
worden om ‘de ander’ te discrimineren en/of af te scheiden van de samenleving. De houding van de nazi’s
tegenover de Roma sluit bijvoorbeeld
sterk aan bij die cultuurhistorisch
verankerde noties.
Het archetype van de ‘Zigeuner’
is tot op de dag van vandaag
springlevend. Generaties kinderen
zijn opgegroeid met deze denkbeelden, op een impliciete of expliciete
manier. Dit uit zich o.m. in groot wantrouwen wanneer een rondtrekkende groep Roma in een dorp of stad
aankomt en er enkele dagen willen
verblijven. Roma worden beschouwd
als een bedreiging voor de orde, dus
wil men hen er zo snel mogelijk weg.
Andere uitingen van onbegrip en
wantrouwen tegenover Roma vinden
wij terug in de pers: wanneer zij vermeld worden, heeft het in het merendeel van de gevallen te maken
met criminele feiten. In talloze gevallen wordt deze armoedecriminaliteit
beschreven met pejoratieve termen
(bewoordingen die veel terug komen
zijn ‘zigeunerbendes’ en ‘zigeunertypes’), die onmiddellijk de oude herkenbare associaties oproepen. De
hardnekkigheid van deze associaties
worden
bovendien
in
stand
In Oost-Europa is de situatie veel
erger doordat Roma daar in veel gevallen daadwerkelijk een gesegregeerde bevolkingsgroep vormen, gehaat, gewantrouwd en geminacht.
Door de armoedecriminaliteit onder
Roma wordt de negatieve beeldvorming alleen maar bevestigd. Ondanks
de inspanningen van talrijke organisaties op nationaal en Europees vlak
is er dus nog veel werk aan de winkel
om de criminaliserende kijk op Roma
terug te dringen.
IV De romantiserende visie
De tweede benaderingswijze is de
romantiserende visie. Die ontstond in
de 18de eeuw, tijdens de opkomst
van de Romantiek. In de context van
de industriële revolutie en sociale,
politieke en wetenschappelijke omwentelingen ontstond er een tegenbeweging die verlangde naar een fictief verleden waarin alles zuiverder
en schoner was. Romantische kunstenaars en schrijvers creëerden in
deze periode de idee van de ‘nobele
wilde’, onaangetast door de bezoedelde moderniteit. Roma leenden
zich in uitstekende mate voor dit
concept. Romantische droombeelden van vrijheid, onbezorgdheid en
ongebondenheid werden op hen geprojecteerd. In de 19de eeuw schreef
men talloze reisverhalen waarin het
liederlijke leven van de Roma geïdealiseerd werd. Ook in beeldende kunsten schiep men een romantisch
beeld van Roma dat voor ons tot op
vandaag onmiddellijk herkenbaar is:
een aantrekkelijke, verleidelijke
vrouw met kleurrijke rokken, al dan
niet aan het dansen op de ‘typische’
zigeunermuziek rond een kampvuur
in een woonwagenkamp. De herken-
Achtergrondinformatie
68
baarheid van dit cliché is voor een
groot deel te danken aan stripverhalen. Doordat stripverhalen de romantiserende kijk op Roma verder zetten,
kunnen zij in zekere zin beschouwd
worden als de opvolgers van de schilderijen uit de Romantiek.
De romantiserende kijk lijkt op
het eerste zicht heel positief, maar
hierbij horen toch enkele bemerkingen. Ten eerste is de criminaliserende visie altijd dominanter geweest.
Concrete beleidsvoering t.a.v. Roma
doorheen de geschiedenis werd
steeds gevoed door negatieve sentimenten. Ten tweede is de romantiserende kijk niet realistischer dan de
criminaliserende. Ook hier worden
Roma gebruikt om een bepaald doel
te bereiken: het oproepen van een
‘verloren’ vrijheid en onschuld. Ten
derde worden Roma vaak stiefmoederlijk behandeld: het zijn ‘naiëve’
mensen, onaangetast door moderniteit, maar daardoor maken zij toch
nog deel uit van een primitievere en
dus minderwaardige samenleving.
Door te verlangen naar het liederlijke
leven van de bohémien plaatst de romantische mens zich boven hen. Tot
slot kan de romantische kijk perfect
samengaan met de criminaliserende.
Op het eerste zicht zijn ze contrasterend, maar in de praktijk kunnen vrijheid en ongebondenheid gemakkelijk gecombineerd worden met
diefstal en andere dubieuze praktijken.
chaotische. Anderzijds worden zij
sinds de Romantiek voorgesteld als
vrije, onbekommerde en liederlijke
individuen, vertegenwoordigers van
een verloren onschuld.
In beide gevallen vertelt de
beeldvorming over Roma meer over
onszelf dan over de Roma. Eigenlijk
gaat het hier niet over Roma, maar
over concepten die zich doorheen de
eeuwen in onze geesten gevormd
hebben. Onderzoek naar beeldvorming over Roma is in die zin een gelegenheid om aan introspectie te doen
en de eigen cultuur en opvattingen
aan een kritische blik te onderwerpen.
V Conclusie
Roma zijn al sinds enkele eeuwen
niet meer weg te denken uit de
Europese mentaliteitsgeschiedenis.
Enerzijds zijn zij in de geesten van de
Europeanen geëvolueerd tot het archetype van ‘de ander’: hun cultuur is
een anti-cultuur, een bedreiging voor
de burgerlijke orde en een vertegenwoordiging van het goddeloze en het
Achtergrondinformatie
69
Voetnoten
1http://news.bbc.co.uk/2/hi/europe/6684261.stm
2 MACHIELS, T, Laat maar zitten…
Integratie van Roma is een doewoord,
Antwerpen-Apeldoorn,
Garant, 2009.
3 HANCOCK, I., ‘True Romanies and
the Holocaust: A Re-evaluation and
an overview’, The Historiography of
the Holocaust, New York, 2004,
p. 383–396.
4 Een exoniem is een eigen vorm in
een taal voor een buitenlandse of
anderstalige naam.
Bibliografie
Terminologie en geschiedenis
ASSEO, H., Les Tsiganes: une destinée
européenne, Éditions Gallimard, Parijs, 1994.
FINGS, K., HEUSS, H en SPARING, F. ed.,
The gypsies during the Second World War, D. KENRICK vert., 3 dln., University of Hertfordshire Press, Hatfield, 1997.
FRASER, A., The Gypsies, Blackwell, Oxford, 1993.
GOTOVITCH, J., ‘Enkele gegevens betreffende de uitroeiing van de zigeuners
uit België’, Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog,
4 (1976), p. 153 -173.
HANCOCK, I., Antigypsyism in the New
Europe, 1993 (http://www.radoc.
net/radoc.php?doc=art_f_bias_antigypsyism&lang=en&articles=true).
HANCOCK, I., ‘The roots of antigypsyism:
to the Holocaust and after’, G.J. COLIJN en M.S. LITTELL red., Confronting the Holocaust: A Mandate for
the 21st Century, University Press of
America, Lanham, 1997. p. 19-49.
HANCOCK, I., We are the Romani people,
University of Hertfordshire Press,
Hatfield, 2002.
HANCOCK, I., ‘Romani and the Holo-
caust: a reevaluation and an overview’, The Historiography of the Holocaust, Palgrave-Macmillan, New
York 2004, p. 383-396.
HUBERT, M.C., ‘Les réglementations anti-tsiganes en France et en Allemagne, avant et pendant l’occupation’,
La revue de l’histoire de la Shoah,
167 (1999), p. 20-52.
KENRICK, D., Gypsies: from the Ganges
to the Thames, University of Hertfordshire Press, Hatfield, 2004.
LEDGARD, J., ‘Europe’s spectral nation’, The Economist (12 mei 2001), p.
29-31.
LEWY, G., La persecution des tsiganes
par les Nazis, B. FRUMER en H. ASSEO vert., Les Belles Lettres, Parijs,
2003.
LIEGEOIS, J.P., Roma in Europe, Council
of Europe Publishing, Straatsburg,
2007.
MARUSHIAKOVA, E. en POPOV, V., ‘Gypsy
/Roma European migrations from
15th century till nowadays’, N. SIGONA red., Proceedings of the international conference “Romani mobilities in Europe: multidisciplinary
perspectives, Oxford, 2010.
ROSE, R. red., The National Socialist genocide of the Sinti and Roma. Catalogue of the permanent exhibition in
the state museum of Auschwitz, Dokumentations- und Kulturzentrum
Deutscher Sinti und Roma, Heildeberg, 2003.
SCHELTUS, J., Groot-placaetboek, vervattende de placaten, ordonnantien
ende edicten van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden [....],
deel 4, Den Haag, 1705, p. 509.
SEBERECHTS, F., ‘Uit welke reden is het
dat wij verjacht worden?’ De vervolging van zigeuners in België in de
eerste helft van de twintigste eeuw,
SOMA/JMDV, Mechelen, 2008.
SIGOT, J., Ces barbelés que découvre
l’histoire : un camp pour les Tsiganes... et les autres : Montreuil-Bellay,
1940-1946, Wallada, Châteauneuf-les-Martigues, 2010.
STEINBERG, M., ‘Le convoi ‘belge’ des
Tsiganes du 15 janvier 1944’, Nouvelle Tribune, nouvelle série, 30
(2002).
STEINBERG, M. e.a., Mecheln-Auschwitz
1942-1944, 4 dln., VUB Press, Brussel, 2008-2009.
‘Romani people’, Wikipedia: the free
encyclopedia, 29 januari 2012
(http://en.wikipedia.org/wiki/Romani_people)
‘History of the Romani People’, Wikipedia: the free encyclopedia, 29 januari 2012 (http://en.wikipedia.org/
wiki/Romani_people)
‘Porajmos’, Wikipedia: the free encyclopedia, 29 januari 2012 (http://en.
wikipedia.org/wiki/Romani_people)
‘Gypsies’, Shoah Resource Center, The
International School for Holocaust
Studies (http://www1.yadvashem.
org/odot_pdf/microsoft%20
word%20-%206324.pdf)
‘Sinti and Roma (“gypsies”): victims of
the Nazi era’, Holocaust teacher
resource center (http://www.holocaust-trc.org/sinti.htm)
Woonwagenbewoners. Roms, Manoesjen en Voyageurs, 2011 (http://www.
kruispuntmi.be/thema.aspx?id=589).
Roma in Vlaanderen, 2011 (http://www.
kruispuntmi.be/thema.aspx?id=589).
Beeldvorming
DE MOL, N., Onbekend, onbemind? Beeldvorming van ‘zigeuners’ in België in
de 19e en 20e eeuw, Ongepubliceerd
Masterproefschrift, Universiteit Gent,
Vakgroep Geschiedenis, 2010.
HANCOCK, I., ‘The roots of antigypsyism:
to the Holocaust and after’, G.J. COLIJN en M.S. LITTELL red., Confronting the Holocaust: A Mandate for
the 21st Century University Press of
America, Lanham, 1997. p. 19-49.
HANCOCK, I., We are the Romani people,
University of Hertfordshire Press,
Hatfield, 2002.
Incident Report – Violent Attacks Against
Roma in the Ponticelli district of
Achtergrondinformatie
70
Naples, Italy, European Union Agency for Fundamental Rights, 2008
(http://fra.europa.eu/fraWebsite/
attachments/Incid-Report-Italy-08_en.pdf)
KOMMERS, J., Kinderroof of zigeunerroof? Zigeuners in kinderboeken,
Uitgeverij Jan van Arkel, Utrecht,
1993.
LEE, R., ‘Myths and facts about Roma
factsheet’, Roma Community Centre, 1998 (http://www.romatoronto.
org/facts_mythsfacts.html).
LIEGEOIS, J.P., Roma in Europe, Council
of Europe Publishing, Straatsburg,
2007.
MACHIELS T., Laat maar zitten… Integratie van Roma is een doe-woord, Antwerpen – Apeldoorn, Garant, 2009.
MACHIELS T., Laat de was maar hangen,
Antwerpen – Apeldoorn, Garant,
2002.
SEBERECHTS, F., ‘Uit welke reden is het
dat wij verjacht worden?’ De vervolging van zigeuners in België in de
eerste helft van de twintigste eeuw,
Mechelen, SOMA/JMDV, 2008.
‘Vic Van Aelst: “Zigeuners leren van
jongs af stelen”’, De Morgen, 7 januari 2011 (http://www.demorgen.be/
dm/nl/989/Binnenland/article/detail/1204775/2011/01/07/VicVan-Aelst-Zigeuners-leren-vanjongs-af-stelen.dhtml).
VOS, F., Blauwe haren, zwarte ogen: de
Roma-cultuur van binnenuit, Meulenhoff, Amsterdam, 2008.
YOORS, J., Wij, Zigeuners, Manteau,
Brussel, 1967.
YOORS, J., The heroic present. Life
among the Gypsies, The Monacelli
Press, New York, 2004.
fordshire, 2004, p. 39
Afbeelding 2: http://en.wikipedia.org/
wiki/File:Sclavi_Tiganesti.jpg
Afbeelding 3: eigen collectie
Afbeelding 4: HANCOCK, I., We are the
Romani people, University of Hertfordshire Press, Hatfield, 2002.
Citaat 1: Slechts weinigen kwamen terug. Sinti en Roma onder het Nationaal-Socialisme, ongepubliceerde
uitgave van Trefpunt vzw, Democratie 2000 en Studiecentrum voor de
geschiedenis van Racisme vzw, p. 4.
Afbeelding 5: http://en.wikipedia.org/
wiki/File:Settela_steinbach.jpg
Afbeelding 6: ROSE, R. red., The National
Socialist genocide of the Sinti and
Roma. Catalogue of the permanent
exhibition in the state museum of
Auschwitz, Dokumentations- und
Kulturzentrum Deutscher Sinti und
Roma, Heildeberg, 2003.
Citaat 2: Citaat vrij vertaald uit GOTOVITCH, J., ‘Enkele gegevens betreffende de uitroeiing van de zigeuners
uit België’, Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog,
4 (1976), p. 153.
Afbeelding
8:
http://www.rue89.
com/2009/01/26/en-france-lesgens-du-voyage-sont-pries-decirculer-85606
Afbeelding 9: Suske en Wiske - De
Zwarte Zwaan, 1959.
Afbeelding 10: http://cent.ans.free.fr/
pj1911/pj108213081911b.htm
Afbeelding 11: http://www.iisg.nl/collections/zigeuner/2002-3259-nl.
php
Afbeelding 12: http://www.utexas.edu/
features/archive/2003/romani.
html
Verantwoording van
afbeeldingen en citaten:
Afbeelding 1: KENRICK, D., Gypsies: from
the Ganges to the Thames, University of Hertfordshire Press, Hert-
Achtergrondinformatie
71
Download