Z AFDELING KINDER- EN JEUGDPSYCHIATRIE De juiste zorg, dicht bij het kind De Rode Neuzen Dag onderstreepte het nog eens eind vorig jaar: 1 op de 5 jongeren kampt met psychische problemen. In het UZ Gent oriënteert, begeleidt en behandelt de afdeling Kinder- en jeugdpsychiatrie hen intensief en multidisciplinair, samen met hun gezin. O ok met de organisa­ toren van de Rode Neuzen Dag hebben we mee om de tafel gezeten’, zegt kinderpsychiater Eric S­ choentjes (afdelingshoofd Kinder- en jeugd­ psychiatrie). ‘We vinden het een goede zaak dat zo’n campagne de psychische problemen van kinderen en jongeren bespreek­ baar maakt, in een positieve sfeer. Zelf hebben we trouwens ook onze schouders onder de actie gezet – en samen met partners in de r­ egio hebben we projecten ingediend waarvoor we op een financieel s­ teuntje hopen.’ De afdeling Kinder- en jeugdpsychiatrie is ingebed in een universitair ziekenhuis. Dat impliceert gespecialiseerde zorg? ‘De kinder- en jeugdpsychia­ trie heeft een snelle evolutie door­gemaakt, met complexere verklaringsmodellen en evidence- ZORG 19 Het is jammer dat huisartsen in hun opleiding zo weinig over ­kinderpsychiatrie horen.’ Eric ­Schoentjes based methodieken en technieken. Bijvoorbeeld om sociale vaardig­ heden bij kinderen te verbeteren of om met groepstherapieën aan angst- en stemmingsstoornissen te werken. Zelf dragen we ook ons steentje bij aan dat wetenschappe­ lijk onderzoek. De grote uitdaging blijft natuurlijk om die technieken op maat van de patiënt te vertalen. Als universitair centrum hebben we daarvoor de kennis, de kunde en de ervaring in huis.’ ‘We profileren ons dus inder­ daad als gespecialiseerd cen­ trum, maar – anders dan andere disciplines in het UZ Gent – speci­ aliseren we ons niet in bepaalde pathologieën of doelgroepen; wel in ­specifieke ­benaderingen.’ Wat betekent dat concreet? ‘We werken multidisciplinair. Bij ons worden patiënten gezien door psychiaters, maar ook door psychologen, logopedisten, diëtis­ ten, orthopedagogen, creatieve en psychomotore therapeuten, verpleegkundigen. In het UZ Gent hebben we al die experts in huis, wat de samenwerking nog hechter maakt. Samen proberen we de diagnose zo scherp mogelijk te krijgen en daar de juiste behande­ ling op te baseren. Voor kinderen die bij ons zijn opgenomen werken we ook samen met de zieken­ huisschool: leerkrachten kunnen het leerparcours van kinderen evalueren en zo nodig leerproble­ men ­remediëren.’ Een kind groeit op in interactie met zijn gezin en zijn omgeving. Komt die context ook in beeld? ‘Ook dat is specifiek voor onze aanpak. We benaderen jonge patiënten contextgericht – niet alleen als individu, maar ook in hun relatie met hun omgeving: ouders, broers en zussen, leraren, vrienden … Een kind of jongere stapt nooit alleen bij ons binnen. Om een diagnose te stellen, moet je hen samen met hun ouders ­observeren. We stippelen ook altijd een traject uit voor de ouders en het gezin: zij participeren mee aan de ­behandeling. Dat betekent niet dat het “­allemaal aan de opvoeding ligt”, zoals buitenstaanders wel eens denken, en evenmin dat de oorzaak exclusief bij de “stoornis” van het kind ligt. Een kwetsbaar kind heeft misschien cognitieve problemen, maar die beïnvloeden ook de inter­ actie met de ouders, zodat ze niet adequaat ­reageren en het probleem nog versterken. Dat maakt psychi­ sche problemen vaak erg complex. Het kost tijd om ze te ontrafelen en om bij de jongere en zijn omgeving de gewenste gedragsveranderingen te bewerkstelligen.’ Zijn de verwijzers vertrouwd met het aanbod van de geestelijke gezondheidszorg? ‘Het aanbod van gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren is beperkt – het blijft jammer dat de maatschappij daar zo weinig in investeert. De sector is ook versnip­ perd, wat het landschap van de hulpverlening voor verwijzers onoverzichtelijk maakt. Bovendien worden psychische problemen bij jongeren niet altijd herkend – huis­ artsen horen in hun opleiding te weinig over kinderpsychiatrie. Als jongeren ernstige psychische problemen hebben, denkt men al heel snel aan gespecialiseerde zorg, aan opname in onze afdeling bijvoorbeeld. Men vergeet dat er ook minder hooggespecialiseerde interventies zijn die dichter bij de leefwereld van de patiënt staan. Gelukkig zie je steeds vaker groepspraktijken samenwerken met eerstelijnspsychologen. Er is meer zorg nodig die dichter bij de patiënt en het gezin staat: ambulante zorg, intensieve gezins­ begeleiding met psychiatrische on­ dersteuning, psychologische hulp in groepspraktijken enzovoort. Vlnr: Jasmine Verspeet (psychologe), dr. Eric Schoentjes, Tim De ­Jaeger (logopedist), dr. Ine Jespers (kinder- en jeugdpsychiater) » We proberen patiënten zo snel mogelijk op de juiste weg te krijgen, maar dat hoeft niet onze weg te zijn. Eric ­Schoentjes Als verwijzers een kind of ­jongere naar de afdeling Kinderen jeugdpsychiatrie sturen, verwijst u ze soms door naar andere hulpverleners? ‘We geven inderdaad gericht advies. We proberen hen zo snel mogelijk op de juiste weg te krij­ gen, maar dat hoeft niet onze weg te zijn. We werken laagdrempelig: in principe kunnen alle jongeren met ernstige psychische, emotio­ nele en gedragsproblemen bij ons terecht. Op basis van vragenlijsten, interviews en observaties – zowel van het kind als van het gezin – formuleren we behandelopties, binnen de waaier van de beschik­ bare hulpverlening.’ Zo nodig kan de patiënt voor hulp ook op de afdeling Kinderen jeugdpsychiatrie terecht? ‘Als dat nodig en mogelijk is, bieden we zelf ondersteuning. We hebben verschillende opties: consultaties op de afdeling, zowel voor diagnostiek als voor therapeutische en medicamenteuze behandeling, outreaching – inter­ venties bij het gezin thuis of op school, en dagopname of opname in een van onze leefgroepen, waar we patiënten van nabij kunnen volgen. Dat aanbod proberen we zo goed mogelijk te integreren in het netwerk van gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg.’ U bouwt aan netwerken met andere hulpverleners? ‘De voorbije jaren zijn we actief op zoek gegaan naar partners, zowel binnen als buiten het ziekenhuis. In het UZ Gent werken we bijvoorbeeld nauw samen met de dienst Kin­ dergeneeskunde en met de dienst Psychiatrie voor volwassenen. Zo houden kinderpsychiaters en vol­ wassenenpsychiaters bijvoorbeeld gezamenlijke consultaties, zodat ze vanuit hun eigen expertise het gezin als systeem kunnen bekijken. Buiten het UZ hebben we samen­ werkingsverbanden met andere psychiatrische ziekenhuizen en centra voor geestelijke gezond­ heidszorg. Dat netwerk is regionaal georganiseerd: we willen het hulpaanbod dichter bij de kinderen en hun gezin brengen.’ Wat kan die samenwerking ­concreet betekenen? Met het Psychiatrisch Centrum Caritas in Melle en andere actoren hebben we bijvoorbeeld een netwerk voor mobiele crisisinter­ venties opgezet. De partners zetten hun bestaande hulpaanbod voor crisissituaties samen in, maar ze doen ook mobiele crisisinterven­ ties. Medewerkers van het UZ Gent en van andere actoren gaan samen naar de jongere en zijn context toe. Ze leggen hun expertise samen om de crisissituatie te bespreken en de nodige zorg op gang te krijgen – dicht bij de leefwereld van de patiënten en hun gezin.’ Afdeling Kinder- en jeugdpsychiatrie, UZ Gent [email protected], 09 332 48 74