DOC - Europa EU

advertisement
IP/02/1011
Brussel, 5 juli 2002
Commissie keurt bijdrage van EURO 72 miljoen voor
70 nieuwe natuurbehoudprojecten goed
Zeventig natuurbehoudprojecten in de Europese Unie en vijf kandidaatlidstaten zullen in het kader van de regeling LIFE-Natuur subsidie van de
Commissie krijgen. Bij deze projecten zal in totaal €130 miljoen in
natuurbehoud worden geïnvesteerd, waarvan €72 miljoen voor rekening van
de Europese Unie. Dertien van deze projecten vinden plaats in kandidaatlidstaten – Estland, Hongarije, Litouwen, Roemenië en Slovenië. Bij LIFENatuur-projecten gaat het om bescherming en herstel van de habitats en het
behoud van de flora en fauna in de gehele Europese Unie.
Eurocommissaris voor milieu Margot Wallström heeft hierover het volgende gezegd:
"Het programma LIFE-Natuur is een belangrijk en krachtig instrument om het
Europese natuurbeleid in de praktijk te brengen".
De LIFE-Natuur-projecten van dit jaar zullen een nieuwe bijdrage tot de realisatie
van het Natura 2000-netwerk leveren door middel van het herstel van beschermde
gebieden, de realisatie van structuren voor duurzaam beheer en een betere
bewustmaking van het brede publiek. Tot nog toe zijn in circa 8% van de
beschermde gebieden van het Natura 2000-netwerk van de EU LIFE-Natuurprojecten uitgevoerd, terwijl er contacten zijn gelegd met een nog veel groter aantal.
LIFE-Natuur is een van de drie onderdelen van het LIFE-instrument. LIFE biedt
financiële steun voor projecten die een betere omgang met het milieu en het behoud
van het milieu in de gehele Europese Unie bevorderen. Voor het huidige LIFE IIIprogramma, dat tot 2004 loopt, is een budget van €640 miljoen beschikbaar. Iets
minder dan de helft van het totale LIFE-budget is voor LIFE-Natuur-projecten
bestemd .
LIFE-Natuur werd in 1992 in het leven geroepen als hulpmiddel bij de realisatie van
Natura 2000, een pan-Europees netwerk van beschermingsgebieden die in het
kader van de Vogel- en de Habitatrichtlijn zijn aangewezen. De 15.000
netwerklocaties, die samen 15% van het landoppervlak van de EU bestrijken, zullen
in 2004 worden vastgesteld. Een groot aantal LIFE-Natuurprojecten heeft betrekking
op Natura 2000-locaties; andere zijn gericht op de bescherming van soorten die
onder Vogelrichtlijn of de Habitatrichtlijn vallen. De projectvoorstellen van de
aanvragers, die van herstel en beheer van specifieke natuurlijke habitats tot de
verbetering van de leefomstandigheden van bepaalde soorten gaan, moeten volledig
in overeenstemming zijn met de EU-richtlijnen.
Nieuwe aanvragen in 2002
Voor de selectieronde van 2002 heeft de Commissie 188 aanvragen ontvangen,
waarvan 154 (82%) aan de criteria voldeed. Na beoordeling en goedkeuring door het
Habitatcomité werden 70 projecten (37% van de aanvragen) uit 19 landen op grond
van hun kwaliteit voor financiering geselecteerd. Daarvan zijn 56 gesitueerd in de EU
en 13 in de deelnemende kandidaat-lidstaten. De gekozen projecten voldoen aan
een van de drie basiscriteria voor de selectie van LIFE-Natuur-projecten, namelijk:
- Instandhouding van gebieden die door de lidstaten in het kader van de
Habitatrichtlijn zijn voorgedragen (56%)
- Instandhouding van gebieden die uit hoofde van de Vogelrichtlijn als speciale
beschermingszones zijn aangewezen (24%)
- Behoud van planten- of diersoorten die voor de EU van groot belang worden
geacht (20%)
De uitbreiding van LIFE naar de kandidaat-lidstaten stelt de betrokken landen in
staat zich via de LIFE-Natuur-projecten voor te bereiden op de toepassing van de
Vogel- en de Habitatrichtlijn in de praktijk.
Zowel de beschikbare middelen als het aantal projecten zijn in 2002 lager dan bij de
selectieronde 2000-2001. Dit komt niet als een verrassing want de selectie van 2001
had betrekking op een periode van twee jaar, aangezien in 2000 geen selectie had
plaatsgevonden. De gemiddelde omvang van de in 2002 gekozen projecten is in
termen van het totaalbedrag evenwel met 15% gestegen. Sinds de start van LIFENatuur zijn de investeringen in projecten voortdurend gegroeid – van €70 miljoen in
1992 tot gemiddeld €97 miljoen in de jaren 1999-2001. Met €130 miljoen zet deze
trend dit jaar door.
De bijdrage van de Gemeenschap van €72 miljoen dekt ongeveer 55% van de
projectkosten in 2002. De resterende €58 miljoen is afkomstig van begunstigden,
partners en co-financiers.
Gevarieerde habitats en hechte partnerschappen
Meer dan de helft van de dit jaar gekozen projecten (38) heeft betrekking op
gebieden en soorten die onder de Habitatrichtlijn vallen en bij 18 andere projecten
gaat het om vogelsoorten waarop de Vogelrichtlijn van toepassing is. De overige 14
projecten betreffen soorten die niet gekoppeld zijn aan bepaalde locaties. Voor
projecten die betrekking hebben op Natura 2000-gebieden wordt het gehele
spectrum van habitats bestreken. Vooral rivieren en wetlands zijn goed
vertegenwoordigd. Bijna de helft van de projecten beperkt zich niet tot één soort
habitat. De meest gebruikelijke activiteiten die bij de projecten worden voorgesteld,
zijn het opstellen en uitvoeren van beheersplannen, het beheer van waterlopen, de
aankoop van land (vooral in Noord-Europa), beweidingsbeheer, bescherming van
uitheemse soorten en herstel en verbetering van habitats. De activiteiten zijn
evenwel uiterst breed. Zij variëren van gecontroleerde voeding van gieren tot de
isolatie van hoogspanningslijnen.
2
Natuurbehoud is vaak een zaak van overheidsinstellingen en daarom zijn de
begunstigden van LIFE-Natuur vooral regionale en lokale autoriteiten (70%). Bij nog
eens 25% gaat het om non-gouvernementele organisaties (NGO's). Bijna driekwart
van de begunstigden maakt deel uit van een partnerschap, meestal van een
overheidsinstantie en een NGO die actief is op het gebied van natuurbehoud.
Professionele expertise wordt zo gecombineerd met bestuurlijke planning, het beste
recept voor succes bij het levensvatbaar maken van beschermde gebieden. Iets
meer dan de helft van de LIFE-Natuur-begunstigden (51%) doet in 2002 voor het
eerst mee. Dit is een duidelijk bewijs dat met het programma nieuw terrein wordt
ontgonnen.
Duurzaamheid is een belangrijk criterium bij de selectie van LIFE-Natuur-projecten.
Ook wordt veel belang gehecht aan de rol van de burger en de lokale
gemeenschappen. De begunstigden zijn verplicht bij hun projecten aandacht te
schenken aan voorlichting en projecten waarmee op lange termijn het beheer van
gebieden kan worden gegarandeerd, krijgen voorrang.
Natuurbehoud inpassen in de dagelijkse economische activiteiten
De natuur moet veelal kunnen samengaan met de dagelijkse activiteiten van het
moderne bestaan en diverse LIFE-Natuur-projecten zijn erop gericht dit mogelijk te
maken. In Oostenrijk wordt de natuurwaarde van de overstromingsgebieden van de
Donau in stand gehouden door middel van een grootschalig systeem van technische
voorzieningen waarmee de levensvatbaarheid van de rivier als grote internationale
waterweg kan worden gegarandeerd. In Noord-Engeland moet een project in het
achtergebleven hoogland ertoe leiden dat de pastorale veeteelt wordt omgevormd
tot een systeem dat verenigbaar is met de instandhouding van de natuur.
Tegelijkertijd moet het de plattelandsgemeenschap economische voordelen
opleveren. Een soortgelijk project zal in Hongarije worden opgestart. In Griekenland
zal de bescherming van een zeldzame schildpad worden gecombineerd met
kleinschalige commerciële visserij.
In de bijlage zijn samenvattingen van deze projecten opgenomen. Voor uitvoerigere
informatie over alle 70 nieuwe projecten wordt verwezen naar de webpagina
http://europa.eu.int/comm/life/nature/databas.htm. In de betreffende landstaal (voor
de EU-landen) en het Engels en Frans wordt een toelichting gegeven. Meer
informatie
over
het
Natura
2000-netwerk
is
te
vinden
op
http://europa.eu.int/comm/environment/nature/home.htm.
3
Bijlage – Overzicht van de LIFE-Natuur-projecten 2002 per land
OOSTENRIJK
Aantal gefinancierde projecten: 2
Een van de projecten betreft de instandhouding van de kleine populatie bruine beren
in de Oostenrijkse Alpen, die momenteel op 25 tot 30 exemplaren wordt geschat. Bij
dit project zal het eerdere werk in het kader van LIFE-Natuur worden voortgezet om
meer te weten te komen over de verspreiding van de huidige populatie en de
factoren die de omvang ervan beperken.
Bij het tweede project zal de natuurlijke omgeving van de Donau over een traject van
drie kilometer worden hersteld in de overstromingsvlakte ten oosten van Wenen in
het nationaal park Donauauen. Het gaat om een proefproject van het
rivieraanpassingsplan, dat erop gericht is de functie van de Donau als internationale
waterweg te combineren met die als natuurbeschermingsgebied.
BELGIË
Aantal gefinancierde projecten: 4
Dit jaar zijn er twee projecten in Wallonië en twee in Vlaanderen gekozen. De
projecten zijn gelijkmatig gespreid over het gehele land vanaf de kust tot de
Ardennen.
Bij een van de projecten worden drie rivierhabitats van de bedreigde parelmossel in
de Ardennen hersteld.
De overige drie projecten betreffen uiterst zeldzame en bedreigde vegetatie. Een
van de projecten betreft het herstel van de grasduinen in de monding van de IJzer
aan de Vlaamse Kust. Bij een project ten noorden van Brussel gaat het om het
herstel van een groot gebied van natte graslanden en moerassen dat rijk is aan
plantensoorten. Bij het vierde project zal 180 hectare kalkgrasland op de hellingen
van de Midden-Maas en haar zijrivieren worden hersteld.
DENEMARKEN
Aantal gefinancierde projecten: 3
Twee projecten betreffen de langetermijneffecten van de verontreiniging van een
zoutlagune en een natuurlijk verzuurd meer door afstromend water uit de landbouw
en huishoudelijk afval. In beide gevallen zijn de vervuilingsbronnen inmiddels uit het
gebied verdwenen maar moeten de effecten ervan nog worden "uitgespoeld". Dit is
nodig om een einde te maken aan de accumulatie van nutriënten die voorkomt dat
de meren weer in hun oorspronkelijke, natuurlijke staat komen te verkeren.
Een lange strook kustduinen aan de westkust van Jutland is het thema van het
derde project. De voornaamste bedreigingen voor het 24.000 hectare grote
duingebied zullen worden aangepakt met een programma voor grootschalige
verwijdering van uitheemse coniferen en herstel van de natuurlijke mozaïekvegetatie
door afbranden, begrazen en steken.
4
ESTLAND
Aantal gefinancierde projecten: 2
Een van beide projecten heeft betrekking op de rijke bosgebieden van Estland
waarin zich een belangrijk deel van de gebieden bevindt, die op grond van de
Habitatrichtlijn als prioritaire habitat zijn ingedeeld. Instandhoudingsmaatregelen
zullen worden genomen voor 20 gebieden die meer dan 500 vierkante kilometer
beslaan. Deze maatregelen omvatten de aankoop van land, beheersplanning,
bezoekersfaciliteiten en voorlichting van de lokale bevolking en bezoekers. Het
tweede project, in het nationaal park Karula, is gericht op de instandhouding van
traditionele landbouwpraktijken die met natuurbehoud zijn te combineren. Hiermee
wordt vooruitgelopen op de agro-ecologische maatregelen die Estland in het kader
van de EU-verordening Plattelandsontwikkeling zal treffen.
FINLAND
Aantal gefinancierde projecten : 6
De projecten van dit jaar bestrijken alle regio's van Finland, behalve Lapland, en
beslaan Natura 2000-gebieden met een totale oppervlakte van 92.000 hectare.
Een van de projecten heeft betrekking op Natura 2000-gebieden in de
voorstadsgebieden rond Finlands derde stad, Turku (aan de Botnische Golf). Een
ander project betreft een proefproject voor de toepassing van de EU-kaderrichtlijn
Water in Natura 2000-gebieden aan de rivier de Simojoko in Noord-Botnië.
De overige projecten hebben betrekking op typisch Finse habitats – bossen en
moerassen – in dunbevolkte gebieden. De bedoeling is meer dan 1.300 hectare
aangetaste moerassen te herstellen, die alle als prioritaire habitats zijn
geclassificeerd. In ongeveer 500 hectare bos zal dood hout niet langer worden
opgeruimd en zal gecontroleerd afbranden plaatsvinden. 21 kilometer natuurlijke
rivieren en 1.300 hectare meren die als belangrijke vogelhabitats worden
beschouwd, zullen worden hersteld.
De projecten omvatten verschillende innovatieve maatregelen: een computerspel
met als thema natuurherstel en de ontwikkeling van een GIS-gebaseerde
natuurkaart die naar de GSM kan worden gedownload.
FRANKRIJK
Aantal gefinancierde projecten: 1
Dit project heeft betrekking op de vallei van de benedenloop van de Ain in de regio
Rhône-Alpes. De bedoeling is het ecosysteem van deze rivier te herstellen en de
biodiversiteit van de habitats en soorten aldaar te beschermen.
5
DUITSLAND
Aantal gefinancierde projecten: 5
De zeldzame waterplant Oenanthe conioides (Wasserschierlingsfenchel) komt
nergens anders ter wereld voor dan in een 65 km lang stuk van de Elbe voor en
achter Hamburg, waar het water overgaat van zoetwater naar brakwater, en de
invloed van het tij al groot is. Aangezien er nog maar 2000 planten over zijn zal bij dit
project de habitat van deze plant worden vergroot door de Elbe-dijk te openen en 90
hectare land aan de rand van de Hamburgse voorsteden opnieuw onder water te
zetten. Om te zorgen dat de veiligheid van de bevolking niet in gevaar komt, moeten
er ook technische voorzieningen worden getroffen.
In Neder-Saksen zullen de activiteiten in het kader van een voorgaand LIFE-Natuurproject worden uitgebreid door aankoop en herstel van 2.500 hectare wetlands in het
laagland van de Dümmer. Dit zal ertoe bijdragen dat de Dümmer zich kan
ontwikkelen tot een "vijfsterrenlocatie" voor rustende en foeragerende trekvogels.
Een derde project betreft het herstel van de graslanden tussen de wijn- en
boomgaarden van Rheinland-Pfalz. Dit gebied is een habitat voor diverse zeldzame
planten. De soorten zullen in stand worden gehouden door herders aan te moedigen
hun schapen hier te laten grazen en ongewenste vormen van recreatie te
ontmoedigen.
Net als in België en Spanje wordt aan de grens tussen Beieren en Tsjechië een
project voor de parelmossel opgezet. Er zullen directe maatregelen worden getroffen
om bepaalde delen van de waterlopen opnieuw in te richten om een leefbare habitat
te creëren voor de parelmossel en de vis waarvan zij afhankelijk zijn. Dit project zal
worden gecoördineerd met andere door de EU gefinancierde projecten ter bestrijding
van de waterverontreiniging.
Het vijfde project omvat een reeks technische werkzaamheden om de kwaliteit van
een netwerk van wetland-habitats in de heuvels in Baden-Württemberg aan de voet
van de Alpen te verbeteren, waarvan een deel op grond van de Habitatrichtlijn als
prioritair is gekwalificeerd.
GRIEKENLAND
Aantal gefinancierde projecten: 6
Drie van de zes projecten hebben betrekking op "Ramsar-wetlands" (watergebieden
die van internationale betekenis in de zin van de Conventie van Ramsar, een
verdrag over wetlands in de gehele wereld): het meer van Mikri Prespa, de delta en
het ravijn van de Nestos en de lagune van Kotychy. Twee andere projecten betreffen
roofvogels: de monniksgier in het Dadia-bos en de lammergier in de bergen van
Kreta. De overige projecten richten zich op de valse karetschildpad (Caretta caretta)
en de bescherming van deze soort tegen de gevaren van de lokale visserij.
6
HONGARIJE
Aantal gefinancierde projecten: 4
Bij twee projecten gaat het om grootschalige herstelplannen in het nationaal park
Hortobagy (Oost-Hongaarse steppeland). Bij een van beide zal een deel van het
park ter grootte van 6.650 hectare worden hersteld door verwijdering van de oude
dijken en irrigatiekanalen die waren aangelegd om rijst te kunnen verbouwen. Het
tweede betreft een combinatie van organische landbouw en natuurbehoud door
gecontroleerde beweiding met traditionele melkvee-, schapen- en varkensrassen in
een gebied van 2.000 hectare steppe en wetland.
Het derde project in Hongarije is gericht op het behoud van de engelwortel (Angelica
palustris), een bedreigde plantensoort die op continentale overstromingsvlakten
wordt aangetroffen. Het project beslaat een gebied van 2.600 hectare en omvat de
aankoop van land en herstel van de habitat teneinde de soort elf goede
groeiplaatsen te kunnen bieden.
Het vierde project betreft de instandhouding van de Karpatische keizerarend. Deze
grote Oost-Europese roofvogel wordt bedreigd door veranderingen in het gebruik
van landbouwgrond. Het project omvat maatregelen om de daling van de populatie
tot staan te brengen. Er zullen voorbereidingen worden getroffen om voor deze soort
belangrijke gebieden aan te wijzen en er zullen richtlijnen worden opgesteld voor het
beheer van gebieden waar deze arend voorkomt. Onmiddellijke bedreigingen zullen
worden weggenomen, bijvoorbeeld door de isolatie van hoogspanningslijnen.
IERLAND
Aantal gefinancierde projecten: 1
Het enige Ierse project biedt een strategische benadering van de instandhouding
van turfgebieden door op 14 verschillende plaatsen maatregelen te treffen. Meer dan
1200 hectare turfgebied zal worden hersteld. Er zullen omheiningen worden
geplaatst, greppels worden geblokkeerd en coniferen worden weggehaald. Daarmee
worden de voorwaarden geschapen voor het natuurlijk herstel van de turflaag. Een
aantal locaties zal als demonstratieproject dienen om het publiek beter kennis te
laten maken met deze habitat en met Natura 2000 in het algemeen.
ITALIË
Aantal gefinancierde projecten: 7
Eén uitzondering daargelaten hebben alle gekozen projecten betrekking op
gebieden die al door nationale wetgeving worden beschermd, d.w.z. nationale of
regionale parken of natuurreservaten.
Het doel van deze Italiaanse projecten dit jaar is de verschillende soorten wetlands
te beschermen: rivieroevers, oevers van meren, moerasgebieden, zoutmoerassen,
turfgebieden en vijvers. Een groot aantal daarvan is ook van strategisch belang
vanwege hun locatie op de noord-zuidroute van trekvogels. Andere projecten zijn
gericht op het behoud van de duinen in Zuid-Sicilië en het herstel van graslanden in
de Piëmontese Alpen. Bovendien heeft één project tot doel het beschermen van de
inheemse klipgeit in de Abruzzi (Rupicapra pyrenaica ornata), een prioritaire
ondersoort die in de Habitatrichtlijn is opgenomen.
7
Vijf van de zeven succesvolle indieners doen voor het eerst mee aan LIFE-Natureprojecten.
LITOUWEN
Aantal gefinancierde projecten: 2
Litouwen beschikt over grote gebieden met waardevolle habitats en talrijke soorten
die alleen nog in kleine en geïsoleerde gebieden in de EU voorkomen. Met de twee
projecten die dit jaar zijn uitgekozen kan Litouwen zich voorbereiden op deelname
aan Natura 2000. Het eerste project betreft een inventarisatie van de gehele kustlijn
om te bepalen in welke toestand de natuur daar verkeert. Het omvat ook belangrijke
beheersactiviteiten in de duinen om schade als gevolg van het toenemende aantal
bezoekers te voorkomen. Het tweede project is gericht op het behoud op lange
termijn van de diverse prioritaire habitats en soorten in het nationaal park Kemeri.
Bovendien omvat het het herstel van een van de grootste, nog overgebleven
hoogveengebieden in Europa.
LUXEMBURG
Dit jaar zijn geen projectvoorstellen ingediend.
NEDERLAND
Aantal gefinancierde projecten: 1
Het project betreft het Ilperveld, een veengrasland van 300 hectare in een 1.800
hectare groot natuurgebied net boven Amsterdam. Het gebied is traditioneel een
belangrijke broedplaats voor steltlopers en eenden. Door de veranderde
landbouwpraktijken, zoals de overgang van hooivorming op beweiding met schapen,
het stopzetten van het uitrijden van mest en de verzilting van de kanalen zijn de
broedvogelpopulaties teruggelopen, in het bijzonder die van de grutto en de
watersnip. Met het project wordt getracht deze trend te keren door de aantasting van
de bies met maaien en "lichte" bemesting te voorkomen. Ook zal een productieeenheid voor nieuwe, milieuvriendelijke mest worden opgezet, waarbij de gemaaide
bies ter plekke wordt gerecycleerd.
PORTUGAL
Aantal gefinancierde projecten: 4
De nieuwe projecten hebben betrekking op 14 Natura 2000-gebieden.
Twee ervan betreffen de instandhouding van twee vogelsoorten, de kleine trap en de
kleine torenvalk, op een zevental plaatsen in de Alentejo. Het zijn beide
proefprojecten waarbij akkoorden worden gesloten met boeren over
natuurbehoudsmaatregelen en de vergroting van de oppervlakte van de voor deze
soorten gunstige habitats. Deze akkoorden dienen als grondslag voor de
beschermingsplannen voor de betrokken soorten.
Het derde project moet leiden tot het herstel van aangetaste en het behoud van
bestaande habitats door de introductie van traditionele landbouwmethoden in de
Serra da Estrela in het Noord-Oosten van Portugal. Het vierde project moet het
teruglopen van de populaties van acht bedreigde plantensoorten voorkomen door
hun verspreiding te verhogen.
8
ROEMENIË
Aantal gefinancierde projecten: 3
Met het eerste project richt LIFE-Natuur zich op de instandhouding, het beheer en
het herstel van levensvatbare populaties van de bruine beer, de wolf en de Europese
lynx in het district Vrancea door de voorbereiding en uitvoering van een lokaal
beheersplan voor deze soorten te financieren.
De twee andere projecten hebben tot doel herstel en beheer van twee wetlands,
Comana, het grootste in Zuid-Roemenië, en de moerassen van Satchinez. Het
laatste project is een vervolg op een eerder LIFE-Natuur-project. Beide gebieden zijn
uiterst belangrijk voor vogels, aangezien zij verschillende bedreigde soorten
herbergen, zoals de witoogeend, de kwartelkoning en de roerdomp.
SLOVENIË
Aantal gefinancierde projecten: 2
Het eerste voor subsidiëring geselecteerde voorstel is gericht op het behoud van een
van de grootste populaties van de bruine beer in Europa. De begunstigde zal
samenwerken met alle betrokken overheidsinstanties om de beer op het gehele
nationale grondgebied te beschermen.
Bij het tweede project, in de regio Karst in Zuidwest-Slovenië, wordt geprobeerd vier
habitats, vijf amfibiesoorten en zeven vlindersoorten van de Habitatrichtlijn en/of de
Berner Conventie te beschermen. Het project is gebaseerd op een soortgelijk LIFENatuur-project dat in Spanje met succes werd uitgevoerd, en het omvat de
ontwikkeling van een beheersplan voor elk van de 50 projectlocaties.
Het Sloveenste ministerie van milieu zal aan beide projecten meewerken.
SPANJE
Aantal gefinancierde projecten: 11
De Iberische lynx is de meest bedreigde katachtige ter wereld. In het kader van de
nationale strategie voor de instandhouding van de soort, worden twee projecten
gecoördineerd om een goed beheer van de laatst overgebleven habitats te
bevorderen. Een ander project moet helpen voorkomen dat de Europe mink in
Spanje uitsterft door het opzetten van een programma voor voorplanting in
gevangenschap en de vergroting van de huidige habitat van de soort.
Bij een ander project aan de zuidoostkust worden modellen ontwikkeld om het
beheer van de mariene hulpbronnen te verbeteren. Het project is gericht op het
behoud van de tuimelaar, de bruinvis en de valse karetschildpad, waarvoor
monitoring- en voorlichtingscampagnes zullen worden opgezet.
Het geld van LIFE-Natuur zal ook ertoe bijdragen dat de reuzenhagedis van La
Gomera (Canarische Eilanden) op lange termijn behouden blijft. De soort werd op
het eiland als uitgestorven beschouwd, tot in 1999 in een klein en afgelegen gebied
nog een half dozijn hagedissen werd aangetroffen.
9
Zes van de geselecteerde projecten zijn gericht op het behoud van vier
vogelsoorten. Verschillende regionale overheden zullen een reeks gecoördineerde
maatregelen nemen om de bedreigingen voor de havikarend en de belangrijkste
kolonie van Audouins meeuw te beperken. Een van de projecten heeft tot doel de
habitat van de lammergier uit te breiden van de Pyreneeën tot Noordwest-Spanje.
De vierde soort is de waterrietzanger, waarvoor een rustplaats voor migrerende
vogels zal worden verbeterd.
ZWEDEN
Aantal gefinancierde projecten: 2
Het eerste project betreft het nationaal park Söderåsen, waar zich een van de
grootste overgebleven loofbossen van Zweden bevindt. Het tweede heeft betrekking
op het 265 meter hoge plateau van de Kinnekulleberg. Beide gebieden behoren in
biologisch opzicht tot de rijkste streken van Zweden. De activiteiten omvatten de
aankoop van het meest waardevolle bosgebied om de toekomst ervan veilig te
stellen, het kappen van uitheemse bomen en het herstel van verlaten weides. Dit
herstel zal zodanig gebeuren dat het in aanmerking komt wordt voor agroecologische steun.
VERENIGD KONINKRIJK
Aantal gefinancierde projecten: 4
Twee projecten hebben betrekking op het behoud van ernstig bedreigde
vogelsoorten in het VK. Bij het eerste project zal een uitgebreid netwerk van
strategische autonome locaties voor de roerdomp worden opgezet. Met maatregelen
op 19 plaatsen in Engeland is het uiteindelijke doel de populatie binnen tien jaar te
verdubbelen tot 65 exemplaren. Het tweede project is gericht op het Schotse
auerhoen, waarvan de populatie in de afgelopen jaren in hoog tempo tot nog maar
1000 exemplaren is gedaald. Met maatregelen op een groot aantal foerageer- en
broedplaatsen (45 in totaal) moet de soort worden beschermd. Er zullen activiteiten
worden ondernomen tegen grote bedreigingen, zoals roofdieren en botsingen met
omheiningen voor herten. Het project voorziet ook in nauwe samenwerking met
meer dan dertig particuliere landeigenaren.
De overige twee projecten hebben betrekking op één grote locatie. Bij het New
Forest-project in Zuid-Engeland wordt voortgebouwd op het succes van het
voorgaande LIFE-project door te voldoen aan de voorwaarden voor de
instandhouding van een drietal waterbekkens. Bij een ander project, in een
kalksteengebied in de Yorkshire Dales, wordt steun verleend aan 15
proefboerderijen die overschakelen op gediversifieerde veeteelt op basis van
traditionele natuurrassen. Door over te schakelen op een systeem met een meer
extensieve beweiding wordt een beter natuurlijk evenwicht bereikt zodat het op
natuurbehoud gerichte beheer op lange termijn kan worden gegarandeerd.
10
Download