IP/02/1011 Brussel, 5 juli 2002 Commissie keurt bijdrage van EURO 72 miljoen voor 70 nieuwe natuurbehoudprojecten goed Zeventig natuurbehoudprojecten in de Europese Unie en vijf kandidaatlidstaten zullen in het kader van de regeling LIFE-Natuur subsidie van de Commissie krijgen. Bij deze projecten zal in totaal €130 miljoen in natuurbehoud worden geïnvesteerd, waarvan €72 miljoen voor rekening van de Europese Unie. Dertien van deze projecten vinden plaats in kandidaatlidstaten – Estland, Hongarije, Litouwen, Roemenië en Slovenië. Bij LIFENatuur-projecten gaat het om bescherming en herstel van de habitats en het behoud van de flora en fauna in de gehele Europese Unie. Eurocommissaris voor milieu Margot Wallström heeft hierover het volgende gezegd: "Het programma LIFE-Natuur is een belangrijk en krachtig instrument om het Europese natuurbeleid in de praktijk te brengen". De LIFE-Natuur-projecten van dit jaar zullen een nieuwe bijdrage tot de realisatie van het Natura 2000-netwerk leveren door middel van het herstel van beschermde gebieden, de realisatie van structuren voor duurzaam beheer en een betere bewustmaking van het brede publiek. Tot nog toe zijn in circa 8% van de beschermde gebieden van het Natura 2000-netwerk van de EU LIFE-Natuurprojecten uitgevoerd, terwijl er contacten zijn gelegd met een nog veel groter aantal. LIFE-Natuur is een van de drie onderdelen van het LIFE-instrument. LIFE biedt financiële steun voor projecten die een betere omgang met het milieu en het behoud van het milieu in de gehele Europese Unie bevorderen. Voor het huidige LIFE IIIprogramma, dat tot 2004 loopt, is een budget van €640 miljoen beschikbaar. Iets minder dan de helft van het totale LIFE-budget is voor LIFE-Natuur-projecten bestemd . LIFE-Natuur werd in 1992 in het leven geroepen als hulpmiddel bij de realisatie van Natura 2000, een pan-Europees netwerk van beschermingsgebieden die in het kader van de Vogel- en de Habitatrichtlijn zijn aangewezen. De 15.000 netwerklocaties, die samen 15% van het landoppervlak van de EU bestrijken, zullen in 2004 worden vastgesteld. Een groot aantal LIFE-Natuurprojecten heeft betrekking op Natura 2000-locaties; andere zijn gericht op de bescherming van soorten die onder Vogelrichtlijn of de Habitatrichtlijn vallen. De projectvoorstellen van de aanvragers, die van herstel en beheer van specifieke natuurlijke habitats tot de verbetering van de leefomstandigheden van bepaalde soorten gaan, moeten volledig in overeenstemming zijn met de EU-richtlijnen. Nieuwe aanvragen in 2002 Voor de selectieronde van 2002 heeft de Commissie 188 aanvragen ontvangen, waarvan 154 (82%) aan de criteria voldeed. Na beoordeling en goedkeuring door het Habitatcomité werden 70 projecten (37% van de aanvragen) uit 19 landen op grond van hun kwaliteit voor financiering geselecteerd. Daarvan zijn 56 gesitueerd in de EU en 13 in de deelnemende kandidaat-lidstaten. De gekozen projecten voldoen aan een van de drie basiscriteria voor de selectie van LIFE-Natuur-projecten, namelijk: - Instandhouding van gebieden die door de lidstaten in het kader van de Habitatrichtlijn zijn voorgedragen (56%) - Instandhouding van gebieden die uit hoofde van de Vogelrichtlijn als speciale beschermingszones zijn aangewezen (24%) - Behoud van planten- of diersoorten die voor de EU van groot belang worden geacht (20%) De uitbreiding van LIFE naar de kandidaat-lidstaten stelt de betrokken landen in staat zich via de LIFE-Natuur-projecten voor te bereiden op de toepassing van de Vogel- en de Habitatrichtlijn in de praktijk. Zowel de beschikbare middelen als het aantal projecten zijn in 2002 lager dan bij de selectieronde 2000-2001. Dit komt niet als een verrassing want de selectie van 2001 had betrekking op een periode van twee jaar, aangezien in 2000 geen selectie had plaatsgevonden. De gemiddelde omvang van de in 2002 gekozen projecten is in termen van het totaalbedrag evenwel met 15% gestegen. Sinds de start van LIFENatuur zijn de investeringen in projecten voortdurend gegroeid – van €70 miljoen in 1992 tot gemiddeld €97 miljoen in de jaren 1999-2001. Met €130 miljoen zet deze trend dit jaar door. De bijdrage van de Gemeenschap van €72 miljoen dekt ongeveer 55% van de projectkosten in 2002. De resterende €58 miljoen is afkomstig van begunstigden, partners en co-financiers. Gevarieerde habitats en hechte partnerschappen Meer dan de helft van de dit jaar gekozen projecten (38) heeft betrekking op gebieden en soorten die onder de Habitatrichtlijn vallen en bij 18 andere projecten gaat het om vogelsoorten waarop de Vogelrichtlijn van toepassing is. De overige 14 projecten betreffen soorten die niet gekoppeld zijn aan bepaalde locaties. Voor projecten die betrekking hebben op Natura 2000-gebieden wordt het gehele spectrum van habitats bestreken. Vooral rivieren en wetlands zijn goed vertegenwoordigd. Bijna de helft van de projecten beperkt zich niet tot één soort habitat. De meest gebruikelijke activiteiten die bij de projecten worden voorgesteld, zijn het opstellen en uitvoeren van beheersplannen, het beheer van waterlopen, de aankoop van land (vooral in Noord-Europa), beweidingsbeheer, bescherming van uitheemse soorten en herstel en verbetering van habitats. De activiteiten zijn evenwel uiterst breed. Zij variëren van gecontroleerde voeding van gieren tot de isolatie van hoogspanningslijnen. 2 Natuurbehoud is vaak een zaak van overheidsinstellingen en daarom zijn de begunstigden van LIFE-Natuur vooral regionale en lokale autoriteiten (70%). Bij nog eens 25% gaat het om non-gouvernementele organisaties (NGO's). Bijna driekwart van de begunstigden maakt deel uit van een partnerschap, meestal van een overheidsinstantie en een NGO die actief is op het gebied van natuurbehoud. Professionele expertise wordt zo gecombineerd met bestuurlijke planning, het beste recept voor succes bij het levensvatbaar maken van beschermde gebieden. Iets meer dan de helft van de LIFE-Natuur-begunstigden (51%) doet in 2002 voor het eerst mee. Dit is een duidelijk bewijs dat met het programma nieuw terrein wordt ontgonnen. Duurzaamheid is een belangrijk criterium bij de selectie van LIFE-Natuur-projecten. Ook wordt veel belang gehecht aan de rol van de burger en de lokale gemeenschappen. De begunstigden zijn verplicht bij hun projecten aandacht te schenken aan voorlichting en projecten waarmee op lange termijn het beheer van gebieden kan worden gegarandeerd, krijgen voorrang. Natuurbehoud inpassen in de dagelijkse economische activiteiten De natuur moet veelal kunnen samengaan met de dagelijkse activiteiten van het moderne bestaan en diverse LIFE-Natuur-projecten zijn erop gericht dit mogelijk te maken. In Oostenrijk wordt de natuurwaarde van de overstromingsgebieden van de Donau in stand gehouden door middel van een grootschalig systeem van technische voorzieningen waarmee de levensvatbaarheid van de rivier als grote internationale waterweg kan worden gegarandeerd. In Noord-Engeland moet een project in het achtergebleven hoogland ertoe leiden dat de pastorale veeteelt wordt omgevormd tot een systeem dat verenigbaar is met de instandhouding van de natuur. Tegelijkertijd moet het de plattelandsgemeenschap economische voordelen opleveren. Een soortgelijk project zal in Hongarije worden opgestart. In Griekenland zal de bescherming van een zeldzame schildpad worden gecombineerd met kleinschalige commerciële visserij. In de bijlage zijn samenvattingen van deze projecten opgenomen. Voor uitvoerigere informatie over alle 70 nieuwe projecten wordt verwezen naar de webpagina http://europa.eu.int/comm/life/nature/databas.htm. In de betreffende landstaal (voor de EU-landen) en het Engels en Frans wordt een toelichting gegeven. Meer informatie over het Natura 2000-netwerk is te vinden op http://europa.eu.int/comm/environment/nature/home.htm. 3 Bijlage – Overzicht van de LIFE-Natuur-projecten 2002 per land OOSTENRIJK Aantal gefinancierde projecten: 2 Een van de projecten betreft de instandhouding van de kleine populatie bruine beren in de Oostenrijkse Alpen, die momenteel op 25 tot 30 exemplaren wordt geschat. Bij dit project zal het eerdere werk in het kader van LIFE-Natuur worden voortgezet om meer te weten te komen over de verspreiding van de huidige populatie en de factoren die de omvang ervan beperken. Bij het tweede project zal de natuurlijke omgeving van de Donau over een traject van drie kilometer worden hersteld in de overstromingsvlakte ten oosten van Wenen in het nationaal park Donauauen. Het gaat om een proefproject van het rivieraanpassingsplan, dat erop gericht is de functie van de Donau als internationale waterweg te combineren met die als natuurbeschermingsgebied. BELGIË Aantal gefinancierde projecten: 4 Dit jaar zijn er twee projecten in Wallonië en twee in Vlaanderen gekozen. De projecten zijn gelijkmatig gespreid over het gehele land vanaf de kust tot de Ardennen. Bij een van de projecten worden drie rivierhabitats van de bedreigde parelmossel in de Ardennen hersteld. De overige drie projecten betreffen uiterst zeldzame en bedreigde vegetatie. Een van de projecten betreft het herstel van de grasduinen in de monding van de IJzer aan de Vlaamse Kust. Bij een project ten noorden van Brussel gaat het om het herstel van een groot gebied van natte graslanden en moerassen dat rijk is aan plantensoorten. Bij het vierde project zal 180 hectare kalkgrasland op de hellingen van de Midden-Maas en haar zijrivieren worden hersteld. DENEMARKEN Aantal gefinancierde projecten: 3 Twee projecten betreffen de langetermijneffecten van de verontreiniging van een zoutlagune en een natuurlijk verzuurd meer door afstromend water uit de landbouw en huishoudelijk afval. In beide gevallen zijn de vervuilingsbronnen inmiddels uit het gebied verdwenen maar moeten de effecten ervan nog worden "uitgespoeld". Dit is nodig om een einde te maken aan de accumulatie van nutriënten die voorkomt dat de meren weer in hun oorspronkelijke, natuurlijke staat komen te verkeren. Een lange strook kustduinen aan de westkust van Jutland is het thema van het derde project. De voornaamste bedreigingen voor het 24.000 hectare grote duingebied zullen worden aangepakt met een programma voor grootschalige verwijdering van uitheemse coniferen en herstel van de natuurlijke mozaïekvegetatie door afbranden, begrazen en steken. 4 ESTLAND Aantal gefinancierde projecten: 2 Een van beide projecten heeft betrekking op de rijke bosgebieden van Estland waarin zich een belangrijk deel van de gebieden bevindt, die op grond van de Habitatrichtlijn als prioritaire habitat zijn ingedeeld. Instandhoudingsmaatregelen zullen worden genomen voor 20 gebieden die meer dan 500 vierkante kilometer beslaan. Deze maatregelen omvatten de aankoop van land, beheersplanning, bezoekersfaciliteiten en voorlichting van de lokale bevolking en bezoekers. Het tweede project, in het nationaal park Karula, is gericht op de instandhouding van traditionele landbouwpraktijken die met natuurbehoud zijn te combineren. Hiermee wordt vooruitgelopen op de agro-ecologische maatregelen die Estland in het kader van de EU-verordening Plattelandsontwikkeling zal treffen. FINLAND Aantal gefinancierde projecten : 6 De projecten van dit jaar bestrijken alle regio's van Finland, behalve Lapland, en beslaan Natura 2000-gebieden met een totale oppervlakte van 92.000 hectare. Een van de projecten heeft betrekking op Natura 2000-gebieden in de voorstadsgebieden rond Finlands derde stad, Turku (aan de Botnische Golf). Een ander project betreft een proefproject voor de toepassing van de EU-kaderrichtlijn Water in Natura 2000-gebieden aan de rivier de Simojoko in Noord-Botnië. De overige projecten hebben betrekking op typisch Finse habitats – bossen en moerassen – in dunbevolkte gebieden. De bedoeling is meer dan 1.300 hectare aangetaste moerassen te herstellen, die alle als prioritaire habitats zijn geclassificeerd. In ongeveer 500 hectare bos zal dood hout niet langer worden opgeruimd en zal gecontroleerd afbranden plaatsvinden. 21 kilometer natuurlijke rivieren en 1.300 hectare meren die als belangrijke vogelhabitats worden beschouwd, zullen worden hersteld. De projecten omvatten verschillende innovatieve maatregelen: een computerspel met als thema natuurherstel en de ontwikkeling van een GIS-gebaseerde natuurkaart die naar de GSM kan worden gedownload. FRANKRIJK Aantal gefinancierde projecten: 1 Dit project heeft betrekking op de vallei van de benedenloop van de Ain in de regio Rhône-Alpes. De bedoeling is het ecosysteem van deze rivier te herstellen en de biodiversiteit van de habitats en soorten aldaar te beschermen. 5 DUITSLAND Aantal gefinancierde projecten: 5 De zeldzame waterplant Oenanthe conioides (Wasserschierlingsfenchel) komt nergens anders ter wereld voor dan in een 65 km lang stuk van de Elbe voor en achter Hamburg, waar het water overgaat van zoetwater naar brakwater, en de invloed van het tij al groot is. Aangezien er nog maar 2000 planten over zijn zal bij dit project de habitat van deze plant worden vergroot door de Elbe-dijk te openen en 90 hectare land aan de rand van de Hamburgse voorsteden opnieuw onder water te zetten. Om te zorgen dat de veiligheid van de bevolking niet in gevaar komt, moeten er ook technische voorzieningen worden getroffen. In Neder-Saksen zullen de activiteiten in het kader van een voorgaand LIFE-Natuurproject worden uitgebreid door aankoop en herstel van 2.500 hectare wetlands in het laagland van de Dümmer. Dit zal ertoe bijdragen dat de Dümmer zich kan ontwikkelen tot een "vijfsterrenlocatie" voor rustende en foeragerende trekvogels. Een derde project betreft het herstel van de graslanden tussen de wijn- en boomgaarden van Rheinland-Pfalz. Dit gebied is een habitat voor diverse zeldzame planten. De soorten zullen in stand worden gehouden door herders aan te moedigen hun schapen hier te laten grazen en ongewenste vormen van recreatie te ontmoedigen. Net als in België en Spanje wordt aan de grens tussen Beieren en Tsjechië een project voor de parelmossel opgezet. Er zullen directe maatregelen worden getroffen om bepaalde delen van de waterlopen opnieuw in te richten om een leefbare habitat te creëren voor de parelmossel en de vis waarvan zij afhankelijk zijn. Dit project zal worden gecoördineerd met andere door de EU gefinancierde projecten ter bestrijding van de waterverontreiniging. Het vijfde project omvat een reeks technische werkzaamheden om de kwaliteit van een netwerk van wetland-habitats in de heuvels in Baden-Württemberg aan de voet van de Alpen te verbeteren, waarvan een deel op grond van de Habitatrichtlijn als prioritair is gekwalificeerd. GRIEKENLAND Aantal gefinancierde projecten: 6 Drie van de zes projecten hebben betrekking op "Ramsar-wetlands" (watergebieden die van internationale betekenis in de zin van de Conventie van Ramsar, een verdrag over wetlands in de gehele wereld): het meer van Mikri Prespa, de delta en het ravijn van de Nestos en de lagune van Kotychy. Twee andere projecten betreffen roofvogels: de monniksgier in het Dadia-bos en de lammergier in de bergen van Kreta. De overige projecten richten zich op de valse karetschildpad (Caretta caretta) en de bescherming van deze soort tegen de gevaren van de lokale visserij. 6 HONGARIJE Aantal gefinancierde projecten: 4 Bij twee projecten gaat het om grootschalige herstelplannen in het nationaal park Hortobagy (Oost-Hongaarse steppeland). Bij een van beide zal een deel van het park ter grootte van 6.650 hectare worden hersteld door verwijdering van de oude dijken en irrigatiekanalen die waren aangelegd om rijst te kunnen verbouwen. Het tweede betreft een combinatie van organische landbouw en natuurbehoud door gecontroleerde beweiding met traditionele melkvee-, schapen- en varkensrassen in een gebied van 2.000 hectare steppe en wetland. Het derde project in Hongarije is gericht op het behoud van de engelwortel (Angelica palustris), een bedreigde plantensoort die op continentale overstromingsvlakten wordt aangetroffen. Het project beslaat een gebied van 2.600 hectare en omvat de aankoop van land en herstel van de habitat teneinde de soort elf goede groeiplaatsen te kunnen bieden. Het vierde project betreft de instandhouding van de Karpatische keizerarend. Deze grote Oost-Europese roofvogel wordt bedreigd door veranderingen in het gebruik van landbouwgrond. Het project omvat maatregelen om de daling van de populatie tot staan te brengen. Er zullen voorbereidingen worden getroffen om voor deze soort belangrijke gebieden aan te wijzen en er zullen richtlijnen worden opgesteld voor het beheer van gebieden waar deze arend voorkomt. Onmiddellijke bedreigingen zullen worden weggenomen, bijvoorbeeld door de isolatie van hoogspanningslijnen. IERLAND Aantal gefinancierde projecten: 1 Het enige Ierse project biedt een strategische benadering van de instandhouding van turfgebieden door op 14 verschillende plaatsen maatregelen te treffen. Meer dan 1200 hectare turfgebied zal worden hersteld. Er zullen omheiningen worden geplaatst, greppels worden geblokkeerd en coniferen worden weggehaald. Daarmee worden de voorwaarden geschapen voor het natuurlijk herstel van de turflaag. Een aantal locaties zal als demonstratieproject dienen om het publiek beter kennis te laten maken met deze habitat en met Natura 2000 in het algemeen. ITALIË Aantal gefinancierde projecten: 7 Eén uitzondering daargelaten hebben alle gekozen projecten betrekking op gebieden die al door nationale wetgeving worden beschermd, d.w.z. nationale of regionale parken of natuurreservaten. Het doel van deze Italiaanse projecten dit jaar is de verschillende soorten wetlands te beschermen: rivieroevers, oevers van meren, moerasgebieden, zoutmoerassen, turfgebieden en vijvers. Een groot aantal daarvan is ook van strategisch belang vanwege hun locatie op de noord-zuidroute van trekvogels. Andere projecten zijn gericht op het behoud van de duinen in Zuid-Sicilië en het herstel van graslanden in de Piëmontese Alpen. Bovendien heeft één project tot doel het beschermen van de inheemse klipgeit in de Abruzzi (Rupicapra pyrenaica ornata), een prioritaire ondersoort die in de Habitatrichtlijn is opgenomen. 7 Vijf van de zeven succesvolle indieners doen voor het eerst mee aan LIFE-Natureprojecten. LITOUWEN Aantal gefinancierde projecten: 2 Litouwen beschikt over grote gebieden met waardevolle habitats en talrijke soorten die alleen nog in kleine en geïsoleerde gebieden in de EU voorkomen. Met de twee projecten die dit jaar zijn uitgekozen kan Litouwen zich voorbereiden op deelname aan Natura 2000. Het eerste project betreft een inventarisatie van de gehele kustlijn om te bepalen in welke toestand de natuur daar verkeert. Het omvat ook belangrijke beheersactiviteiten in de duinen om schade als gevolg van het toenemende aantal bezoekers te voorkomen. Het tweede project is gericht op het behoud op lange termijn van de diverse prioritaire habitats en soorten in het nationaal park Kemeri. Bovendien omvat het het herstel van een van de grootste, nog overgebleven hoogveengebieden in Europa. LUXEMBURG Dit jaar zijn geen projectvoorstellen ingediend. NEDERLAND Aantal gefinancierde projecten: 1 Het project betreft het Ilperveld, een veengrasland van 300 hectare in een 1.800 hectare groot natuurgebied net boven Amsterdam. Het gebied is traditioneel een belangrijke broedplaats voor steltlopers en eenden. Door de veranderde landbouwpraktijken, zoals de overgang van hooivorming op beweiding met schapen, het stopzetten van het uitrijden van mest en de verzilting van de kanalen zijn de broedvogelpopulaties teruggelopen, in het bijzonder die van de grutto en de watersnip. Met het project wordt getracht deze trend te keren door de aantasting van de bies met maaien en "lichte" bemesting te voorkomen. Ook zal een productieeenheid voor nieuwe, milieuvriendelijke mest worden opgezet, waarbij de gemaaide bies ter plekke wordt gerecycleerd. PORTUGAL Aantal gefinancierde projecten: 4 De nieuwe projecten hebben betrekking op 14 Natura 2000-gebieden. Twee ervan betreffen de instandhouding van twee vogelsoorten, de kleine trap en de kleine torenvalk, op een zevental plaatsen in de Alentejo. Het zijn beide proefprojecten waarbij akkoorden worden gesloten met boeren over natuurbehoudsmaatregelen en de vergroting van de oppervlakte van de voor deze soorten gunstige habitats. Deze akkoorden dienen als grondslag voor de beschermingsplannen voor de betrokken soorten. Het derde project moet leiden tot het herstel van aangetaste en het behoud van bestaande habitats door de introductie van traditionele landbouwmethoden in de Serra da Estrela in het Noord-Oosten van Portugal. Het vierde project moet het teruglopen van de populaties van acht bedreigde plantensoorten voorkomen door hun verspreiding te verhogen. 8 ROEMENIË Aantal gefinancierde projecten: 3 Met het eerste project richt LIFE-Natuur zich op de instandhouding, het beheer en het herstel van levensvatbare populaties van de bruine beer, de wolf en de Europese lynx in het district Vrancea door de voorbereiding en uitvoering van een lokaal beheersplan voor deze soorten te financieren. De twee andere projecten hebben tot doel herstel en beheer van twee wetlands, Comana, het grootste in Zuid-Roemenië, en de moerassen van Satchinez. Het laatste project is een vervolg op een eerder LIFE-Natuur-project. Beide gebieden zijn uiterst belangrijk voor vogels, aangezien zij verschillende bedreigde soorten herbergen, zoals de witoogeend, de kwartelkoning en de roerdomp. SLOVENIË Aantal gefinancierde projecten: 2 Het eerste voor subsidiëring geselecteerde voorstel is gericht op het behoud van een van de grootste populaties van de bruine beer in Europa. De begunstigde zal samenwerken met alle betrokken overheidsinstanties om de beer op het gehele nationale grondgebied te beschermen. Bij het tweede project, in de regio Karst in Zuidwest-Slovenië, wordt geprobeerd vier habitats, vijf amfibiesoorten en zeven vlindersoorten van de Habitatrichtlijn en/of de Berner Conventie te beschermen. Het project is gebaseerd op een soortgelijk LIFENatuur-project dat in Spanje met succes werd uitgevoerd, en het omvat de ontwikkeling van een beheersplan voor elk van de 50 projectlocaties. Het Sloveenste ministerie van milieu zal aan beide projecten meewerken. SPANJE Aantal gefinancierde projecten: 11 De Iberische lynx is de meest bedreigde katachtige ter wereld. In het kader van de nationale strategie voor de instandhouding van de soort, worden twee projecten gecoördineerd om een goed beheer van de laatst overgebleven habitats te bevorderen. Een ander project moet helpen voorkomen dat de Europe mink in Spanje uitsterft door het opzetten van een programma voor voorplanting in gevangenschap en de vergroting van de huidige habitat van de soort. Bij een ander project aan de zuidoostkust worden modellen ontwikkeld om het beheer van de mariene hulpbronnen te verbeteren. Het project is gericht op het behoud van de tuimelaar, de bruinvis en de valse karetschildpad, waarvoor monitoring- en voorlichtingscampagnes zullen worden opgezet. Het geld van LIFE-Natuur zal ook ertoe bijdragen dat de reuzenhagedis van La Gomera (Canarische Eilanden) op lange termijn behouden blijft. De soort werd op het eiland als uitgestorven beschouwd, tot in 1999 in een klein en afgelegen gebied nog een half dozijn hagedissen werd aangetroffen. 9 Zes van de geselecteerde projecten zijn gericht op het behoud van vier vogelsoorten. Verschillende regionale overheden zullen een reeks gecoördineerde maatregelen nemen om de bedreigingen voor de havikarend en de belangrijkste kolonie van Audouins meeuw te beperken. Een van de projecten heeft tot doel de habitat van de lammergier uit te breiden van de Pyreneeën tot Noordwest-Spanje. De vierde soort is de waterrietzanger, waarvoor een rustplaats voor migrerende vogels zal worden verbeterd. ZWEDEN Aantal gefinancierde projecten: 2 Het eerste project betreft het nationaal park Söderåsen, waar zich een van de grootste overgebleven loofbossen van Zweden bevindt. Het tweede heeft betrekking op het 265 meter hoge plateau van de Kinnekulleberg. Beide gebieden behoren in biologisch opzicht tot de rijkste streken van Zweden. De activiteiten omvatten de aankoop van het meest waardevolle bosgebied om de toekomst ervan veilig te stellen, het kappen van uitheemse bomen en het herstel van verlaten weides. Dit herstel zal zodanig gebeuren dat het in aanmerking komt wordt voor agroecologische steun. VERENIGD KONINKRIJK Aantal gefinancierde projecten: 4 Twee projecten hebben betrekking op het behoud van ernstig bedreigde vogelsoorten in het VK. Bij het eerste project zal een uitgebreid netwerk van strategische autonome locaties voor de roerdomp worden opgezet. Met maatregelen op 19 plaatsen in Engeland is het uiteindelijke doel de populatie binnen tien jaar te verdubbelen tot 65 exemplaren. Het tweede project is gericht op het Schotse auerhoen, waarvan de populatie in de afgelopen jaren in hoog tempo tot nog maar 1000 exemplaren is gedaald. Met maatregelen op een groot aantal foerageer- en broedplaatsen (45 in totaal) moet de soort worden beschermd. Er zullen activiteiten worden ondernomen tegen grote bedreigingen, zoals roofdieren en botsingen met omheiningen voor herten. Het project voorziet ook in nauwe samenwerking met meer dan dertig particuliere landeigenaren. De overige twee projecten hebben betrekking op één grote locatie. Bij het New Forest-project in Zuid-Engeland wordt voortgebouwd op het succes van het voorgaande LIFE-project door te voldoen aan de voorwaarden voor de instandhouding van een drietal waterbekkens. Bij een ander project, in een kalksteengebied in de Yorkshire Dales, wordt steun verleend aan 15 proefboerderijen die overschakelen op gediversifieerde veeteelt op basis van traditionele natuurrassen. Door over te schakelen op een systeem met een meer extensieve beweiding wordt een beter natuurlijk evenwicht bereikt zodat het op natuurbehoud gerichte beheer op lange termijn kan worden gegarandeerd. 10