Het revalidatieproces Hier vind je informatie over: • • • • wat het revalidatieproces is; wanneer mensen moeten revalideren; wat de behandeling inhoudt; met wie de cliënt te maken krijgt. De volgende onderwerpen komen aan bod: • • • • Wat is revalidatie? Waarom en wanneer revalideren? De behandeling Het behandelteam Wat is revalidatie? In de Dikke Van Dale staat het volgende: Revalidatie is het ‘geheel van medische en sociale maatregelen, die tot doel hebben de validiteit van cliënten zo ver mogelijk te herstellen, respectievelijk de invaliditeit te verminderen en mindervalide arbeidskrachten weer tot voor hen geschikt werk terug te brengen.’ Letterlijk betekent revalidatie ‘het weer valide worden’. Valide betekent ‘beweging’. Maar meestal is volledig herstel niet mogelijk. Revalidatie heeft dan als doel, dat de cliënt zich leert aanpassen aan de handicap. Na de revalidatie moet een cliënt weer geheel of gedeeltelijk zelfstandig kunnen leven. In sommige gevallen heeft de cliënt daarbij hulpmiddelen nodig, zoals een prothese, krukken of een rolstoel. Terug naar boven Waarom en wanneer revalideren? Mensen moeten om verschillende redenen revalideren: • ze zijn langdurige ziek (geweest); • of ze hebben een ernstig ongeluk gehad. • Door die ziekte of dat ongeluk kunnen ze bijvoorbeeld allerle handelingen niet meer doen. • Of het werk en andere bezigheden die ze eerst wel konden, kunnen nu niet meer. • Sommigen moeten zelfs opnieuw leren lopen. Of ze hebben hulp nodig bij het opnieuw leren praten. Aandoeningen waarmee mensen komen, zijn bijvoorbeeld: • • • • • een dwarslaesie; hersenletsel, bijvoorbeeld ontstaan door een beroerte of ongeluk; aangeboren handicaps; ziektes van het zenuwstelsel, zoals multiple sclerose; multi-trauma’s, zoals complexe botbreuken en pees- of spierscheuringen; • hartaandoeningen; • amputaties; • chronische pijn. Volwassenen en kinderen In een revalidatiecentrum kom je mensen tegen van alle leeftijden. Er zijn kinderen, jongeren en volwassenen. Onder de volwassenen zijn er relatief veel oudere mensen. Oudere mensen krijgen nu eenmaal sneller een beroerte of bijvoorbeeld een hartinfarct dan jonge mensen. Veel oudere mensen moeten ook revalideren als gevolg van een ziekte. Maar er zijn weinig 70+ cliënten. Die worden meestal verzorgd en behandeld in verzorgingstehuizen. Volwassenen kunnen ook door hun beroep ziek geworden zijn. Bijvoorbeeld als resultaat van overbelasting op het werk. Een voorbeeld is een verpleegkundige die veel en lang tilt met een verkeerde houding. Het kan dan zijn, dat haar rug daardoor beschadigd raakt. Dan kan ze dit beroep niet meer uitoefenen. In het revalidatiecentrum leert ze om te gaan met een beschadigde rug. En ze wordt begeleid in het zoeken naar een ander beroep. Jongeren en kinderen komen vaak binnen na een ongeluk of een ernstige ziekte. Ook zijn er kinderen die gehandicapt geboren worden. In het revalidatiecentrum leren ze omgaan met hun beperkingen. Deze jonge cliënten worden op een aparte afdeling behandeld, verzorgd en begeleid. Ze hebben speciale zorg nodig, omdat ze nog volop in ontwikkeling zijn. Ze moeten veel leren. Een handicap kan op jonge leeftijd voor een leerachterstand zorgen of tot groeiproblemen leiden. Zij hebben vaak wel betere kansen op volledig herstel van een niet aangeboren handicap. Ook kunnen zij zich meestal beter aanpassen aan een blijvende handicap. Lichaam en hersenen zijn namelijk nog flexibel en in ontwikkeling. De behandeling Het revalidatieproces verloopt bij iedere cliënt anders. Maar feit is dat het een zwaar proces is, dat goed begeleid moet worden. De ziekte of handicap heeft een enorme impact op de cliënt zelf. Maar ook op zijn directe omgeving, omdat de cliënt in veel opzichten ineens afhankelijk is van zijn of haar partner, familieleden of vrienden. Die buitenwacht blijft ook belangrijk om de cliënt te verzorgen, te helpen en op te vangen buiten het revalidatiecentrum. Daarnaast moet de behandeling van de artsen goed zijn en zo vroeg mogelijk beginnen. Maatwerk Meestal is een behandeling maatwerk. De cliënt moet centraal staan. Een cliënt moet zich ook goed voelen en vertrouwen hebben in de manier van behandelen. Dat bevordert het herstel. De behandeling wordt daarom afgestemd op de individuele cliënt. De duur van de revalidatieperiode is ook niet voor iedereen gelijk. De gevolgen van een aandoening kunnen voor iedereen anders zijn. Bovendien reageert niet elke persoon op dezelfde manier op een behandeling. Karakter, leeftijd en de conditie van de cliënt hebben ook invloed op het revalidatieproces. De behandelaars zoeken naar de juiste behandeling voor een cliënt. Dat kan soms betekenen, dat de cliënt wordt doorverwezen naar een ander revalidatiecentrum of een ziekenhuis. De behandeling De revalidatiebehandeling moet zo vroeg mogelijk beginnen. Het liefst al tijdens de opname in het ziekenhuis. Revalidatieartsen kijken daar al naar de patiënt. De revalidatiearts stelt de indicatie. Daarna volgt er een advies of behandeling. In het revalidatiecentrum wordt een eerste behandelplan opgesteld. In dit plan staat de samenstelling van het behandelteam en de soort behandelingen. In de eerste drie weken van de behandeling is er een observatie- en onderzoeksfase. Daarna bespreekt het behandelteam de verwachte behandelduur met de cliënt. De behandeling richt zich op de volgende gebieden: • • • • • bewegen en verplaatsen; wonen, huishouden en verzorgen; communiceren; werken (op de arbeidsmarkt) en ontspannen; relaties onderhouden. In de loop van het revalidatieproces komt het behandelteam regelmatig bijeen. Het team wisselt informatie over de behandeling uit. En men bespreekt het verloop van de revalidatie. Het team bespreekt regelmatig ook met de revalidant en partner of familie het verloop van de behandeling. De revalidatieartsen onderhouden intensieve contacten met de specialisten en huisartsen. Als de behandeling wordt afgerond, wordt bekeken welke nazorg nodig is. Het behandelteam In een revalidatiecentrum verzorgen multidisciplinaire behandelteams de behandelingen. Dat wil zeggen dat een cliënt niet één arts of hulpverlener krijgt, maar verschillende specialisten. Elke behandelaar heeft zich gespecialiseerd in een ander vakgebied. Op die manier is er meer kans op dat het revalidatieproces succesvol verloopt. In een behandelteam zitten verschillende deskundige artsen en hulpverleners, zoals een: • • • • • • • • • • • fysiotherapeut; manueel therapeut; ergotherapeut; logopedist; maatschappelijk werker; psycholoog; activiteitenbegeleider; verpleegkundige of verzorgende; diëtist; revalidatiearts; soms een kinderarts.