File

advertisement
De werking van het Tractus digestivus
Met het Tractus digestivus wordt het spijsverteringskanaal aangeduid (maag- en darmstelsel). De
belangrijkste functie van dit kanaal is de opname van voedingsstoffen in het bloed. Het Tractus
digestivus bestaat uit de mondholte met de glandula parotidea (grote speekselklier), de lingua (tong),
de farynx (keelholte), de glandula sublingualis (speekselklier onder de tong) en de glandula
submandibulatis (speekselklier onder de kaak). De gezamelijke functies van deze organen zijn het
toevoegen van enzymen aan, en het platmaken van voedsel. Daarnaast zorgen enzymen in de
mondholte voor de afweer. Tijdens de zwangerschap kan paradontitis ontstaan: dit is een ontsteking
aan het tandvlees (paradontitis kan vroegtijdige weeën opwekken door het vrijkomen van het hormoon
prostaglandynes).
Na de farynx gaat het Tructus Digestivus over in de oesophagus (slokdarm), de gaster (maag
- bestaande uit vier delen), het duodendum (de twaalfvingere darm), het ileum (dunne darm), de colon
(dikke darm), het colom sigmoideum (endeldarm) en het rectum. Na de inname van voedsel en de
gedeeltelijke vertering in de mondholte glijdt het voedsel door de oesophagus naar de maag. De maag
bestaat uit de cardia (kraag), de fundus (het bolle deel na de pylorus , de maagportier), de corpas
(body - het grootste gedeelte van de maag) en het laatste stukje, het antrum. Als het voedsel in de
maag aankomt zet de geplooide wand uit, en komt er verteringssap uit de maagkliertjes. Pepsinogeen
wordt door het maagzuur omgezet in pepsine, dit zorgt voor vertering van het voedsel. Het voedsel
kreeg in de maag een lage pH-waarde, in het duodendum krijgt het weer een basische waarde. Het
voedsel gaat geleidelijk verder naar het ilium (opname voedingsstoffen in het bloed) en daarna de
colon in. Vertering in de darm wordt geholpen door eiwitsplitsende proteasen (uit maagsap,
pancreassap en darmsap) en vetsplitsende enzymen gal en lipasen. In de dikke darm wordt veel vocht
aan het voedsel onttrokken, en de onverteerbare restproducten worden via de anus (opening van het
rectum) uitgescheiden. 1Íž 2
Obstipatie
Obstipatie is een regelmatig voorkomende klacht, jaarlijks zien gemiddeld 20 op 1000 patiënten de
huisarts omdat ze last hebben van deze (chronische) darmverstopping. Obstipatie komt voornamelijk
voor bij zuigelingen en ouderen boven de 75 jaar, maar ook zwangere vrouwen kunnen last hebben
van deze kwaal. In de prenatale periode werken de darmen wat trager, er wordt meer vocht aan de
voeding onttrokken, waardoor de ontlasting harder wordt en in het rectum vast blijft zitten. Obstipatie
kan verergert worden door het gebruik van ijzertabletten.
Voedingsmiddelen die rijk zijn aan voedingsvezels kunnen obstipatie verminderen. Producten
die deze vezels bevatten zijn volkoren- en roggebrood, peulvruchten, rauwe groenten, fruit en
zemelen (met deze laatste moet worden opgepast: zemelen werken de opname van ijzer en calcium
te sterk tegen). Het wordt ook aanbevolen extra vocht (1 liter water) te drinken.3
Nog meer info: http://www.knov.nl/voor-zwangeren/zwanger/de-bevalling/hoe-bereid-je-je-
voor/zwangerkalender/week-10
1
Hoorcollege tractus digestivus
Medische fysiologie
3
Bohn stafleu obstipatie
2
Download